• No results found

3. Schoolboekanalyse

3.3 Schoolboekanalyse: een nationaal narratief

3.3.3 Heroïsch perspectief en moreel discours

Uit de goedkeuring van het ‘wij’-perspectief en de veroordeling van het ‘zij’-perspectief spreekt een moreel discours. Omdat het verhaal van Oranje wordt verteld in de context van het ontstaan van een nationale staat, worden de middelen zoals geweld die hiertoe werden ingezet soms stilzwijgend goedgekeurd. In de twee schoolboeken die het meest negatieve beeld van de Spaanse troepen schetsen, Geschiedeniswerkplaats en Memo, is geen plek voor een kritische blik op dit morele discours. Sprekend Verleden en Feniks maken naast Spaanse bloedbaden echter ook wandaden van de opstandelingen inzichtelijk. Dat de Opstand volgens hun verhaallijn leidde tot een onafhankelijke Nederlandse staat, hoeft een kritische blik op de middelen die daartoe zijn gebruikt niet in de weg te staan. Beiden beschrijven hoe calvinisten zich misdroegen nadat de Pacificatie van Gent een feit was.207 Willem van Oranje wordt daarbij niet expliciet genoemd. Wel laat Feniks de leerlingen nadenken over de waardering van de watergeuzen: “‘Omdat Alva zo hard optrad, stonden alle

203 Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Werkboek 2 vwo, 17-21.

204Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Werkboek 2 havo/vwo, 27-29.

205 Van der Heijden e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Leesboek 2 havo/vwo, 44.;Van der Heijden

e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Leesboek 2 vwo, 47.

206 Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 vwo,28-29.

207 Bastiaans e.a., Sprekend Verleden. Geschiedenis onderbouw. Leerboek 2 havo/vwo, 100.; Van der Heijden

e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Leesboek 2 havo/vwo, 42-44; Van der Heijden e.a., Feniks.

60

inwoners van de Nederlanden te popelen om door de Watergeuzen te worden bevrijd.” Ben je het eens met deze bewering?’208

Hoewel de helft van de boeken geen aandacht besteedt aan wandaden van de opstandelingen, spreekt uit alle methodes een heroïsch perspectief. Sprekend Verleden introduceert Oranje als ‘een van de belangrijkste edelen in de Nederlanden’.209 Feniks beschrijft hoe hij na de Pacificatie van Gent als een vorst onthaald werd en hoe latere stadhouders op de Friezen na allemaal van hem afstammen.210 Memo ziet hem als een strijder voor geloofsvrijheid.211 Geschiedeniswerkplaats gebruikt tenslotte zelfs de term ‘Vader des Vaderlands’ en noemt hem een trouwe dienaar van de ‘koning van Histpanje’.212 Het ene schoolboek kent hem en zijn persoonlijke leven een grotere rol toe dan het andere. Memo geeft hem amper ruimte, terwijl Feniks en Geschiedeniswerkplaats veelvuldige details verschaffen. Geschiedeniswerkplaats spant de kroon met meerdere vragen over zijn leven en het kader ‘Het verhaal van … Willem van Oranje’213

Zijn persoonlijke betekenis wordt tussen de regels door toegeschreven aan zijn rol als verbinder van Nederlanders, leider van Opstand die zou uitmonden in een Nederlandse staat en strijder voor ‘geloofsvrijheid’. Volgens Geschiedeniswerkplaats hadden ‘Nederlanders’ een hekel aan de Spanjaarden en verbindt het volkslied alle Nederlanders. 214 Ook volgens Feniks zorgde de Opstand voor een gevoel van Nederlanderschap, al wordt nationalisme vervolgens ter discussie gesteld.215 De schoolboeken delen het beeld dat Oranje de leider van deze Opstand is. Hij vormt veelal de leidraad in het verhaal van de Opstand. Memo start in de ‘Oriëntatie’ met een anekdote over Oranje en op Feniks na portretteren alle schoolboeken hem als de man die de opstand begint en leidt.216 Feniks bedeelt hem een minder heroïsche rol toe. Hij zou zijn succes te danken hebben aan kapers.217 Ook begon niet híj de Opstand:

208 Van der Heijden e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Werkboek 2 havo/vwo, 45.; Van der Heijden

e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Werkboek 2 vwo, 54.

209 Bastiaans e.a., Sprekend Verleden. Geschiedenis onderbouw. Leerboek 2 havo/vwo, 97.

210 Van der Heijden e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Leesboek 2 vwo, 46.; Van der Heijden e.a.,

Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Leesboek 2 havo/vwo, 45. ;Van der Heijden e.a., Feniks. Geschiedenis

voor de onderbouw. Leesboek 2 vwo, 48.

211 Breukers e.a., MEMO. Geschiedenis voor de onderbouw. Handboek 2 havo, 19.; Breukers e.a., MEMO.

Geschiedenis voor de onderbouw. Handboek 2 wvo,19.

212 Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 havo/vwo, 22-23.; Van der Geugden e.a.,

Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 vwo, 23-24.

213 Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 havo/vwo, 19.; Van der Geugden e.a.,

Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 vwo, 20.

214 Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 havo/vwo, 22-23.; Van der Geugden e.a.,

Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 vwo, 23-24.

215 Van der Heijden e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Leesboek 2 havo/vwo, 31.; Van der Heijden

e.a., Feniks. Geschiedenis voor de onderbouw. Werkboek 2 havo/vwo, 45.; Van der Heijden e.a., Feniks.

Geschiedenis voor de onderbouw. Werkboek 2 vwo, 54.

216 Breukers e.a., MEMO. Geschiedenis voor de onderbouw. Handboek 2 havo, 3; Breukers e.a., MEMO.

Geschiedenis voor de onderbouw. Handboek 2 vwo, 7.; Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 havo/vwo, 18-21.; Van der Geugden e.a., Geschiedeniswerkplaats. Informatieboek 2 vwo, 19-

22.; Bastiaans e.a., Sprekend Verleden. Geschiedenis onderbouw. Leerboek 2 havo/vwo 99.

61

‘Uiteindelijk namen de lagere Edelen, die toch al ontevreden waren, het voortouw. Hoge edelen met belangrijke bestuursposten (zoals Willem van Oranje, de stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht) hielden zich in het openbaar op de vlakte. De lagere edelen kwamen in actie.’218

Ook de leerlingen worden bij Feniks aan het denken gezet over de rol van Oranje in het uitbreken van de Opstand met de vraag of de Opstand volgens hen in 1566 of 1568 begon, waarmee Feniks doelt op het Smeekschrift en de Beeldenstorm of de inval van de Watergeuzen. Deze opdracht is te vinden in bijlage 3.219

In Memo wordt het Smeekschrift volledig weggelaten en is het Oranje die vraagt om de protestanten minder streng te vervolgen.220 Zijn soms heroïsche rol als strijder voor vrijheid van geloof is in Sprekend Verleden, Memo en Feniks terug te lezen:

‘Zij [katholieken in de Nederlanden] hadden grote bewondering voor de protestanten, want die bleven ondanks de vervolging trouw aan hun geloof. […] Een ideaal van WvO was verdraagzaamheid tussen katholieken en protestanten. […] Op voorstel van Willem van Oranje werd ook besloten tot vrijheid van godsdienst. Iedereen mocht vanaf dat moment zelf weten of hij katholiek of protestants wilde zijn.’221