• No results found

3. HET PLANDOCUMENT

3.2 Geen helder plan

Een afvalstoffenplan heeft volgens de SERV een interne en een externe functie. Intern kan door een goede planning de samenhang in het beleid toenemen en kunnen beter prioriteiten worden gelegd zodat met de beschikbare middelen een optimaal milieurendement wordt nagestreefd. Extern kan aan de doelgroepen en andere actoren

5 Advies van 8 juni 1994 over het ontwerp uitvoeringsplan bouw- en sloopafval.

meer duidelijkheid worden verstrekt over de nagestreefde doelstellingen, over de wijze waarop en termijnen waarbinnen deze zullen worden gerealiseerd en over de concrete verantwoordelijkheden, taakstellingen en acties voor deze doelgroepen en overheden.

Het voorliggende ontwerpplan vervult deze functies onvoldoende. De belangrijkste tekortkomingen zijn de volgende:

· Het ontwerpplan is niet altijd consequent in het gebruik van sommige begrippen. Dit geldt o.a. voor de termen afvalproductie en afvalaanbod6. Hierdoor is het plan soms moeilijk begrijpbaar7. Vooral bij de cijfergegevens is het vaak moeilijk te weten waarover het precies gaat8. Ook de verwijzing naar de tabellen met cijfergegevens is niet altijd helder.

· Het ontwerpplan vermengt feiten en meningen: in sommige passages van het plan wordt de gewenste situatie voorgesteld als de reeds bestaande9. Dit is niet alleen verwarrend, maar creëert ook het gevaar van foutieve boodschappen naar burgers en consumenten (bv. huidige vs. voorgestelde sorteerregels).

· Het ontwerpplan vermengt voornemens en realisaties: een aantal van de voorgestelde acties worden gepresenteerd als nieuw beleid waarover inspraak mogelijk is, maar zijn vandaag reeds in uitvoering10.

· Acties zijn soms weinig actiegericht: acties zouden bedoeld moeten zijn als taken voor overheden. Verschillende acties bevatten echter passages die meer educatief bedoeld lijken, als aandachtspunten voor burgers11, consumenten en lagere overheden12, of als herinneringen voor doelgroepen aan bestaande verplichtingen13.

6 Voorbeeld: Als plandoelstelling geldt o.a. dat er wordt naar gestreefd dat vanaf 2003 de afvalproductie niet verder mag stijgen met de economische groei (p. 92). Afvalproductie wordt echter gedefinieerd als de som van het afval dat door preventie en hergebruik niet vrijkomt, het selectief ingezameld afval en het afval bestemd voor eindverwerking (p. 55). Wellicht wordt dus bedoeld dat het afvalaanbod (de som van de selectieve inzameling met het oog op recyclage en de afvalstoffen die worden aangeboden voor eindverwerking) niet verder mag stijgen met de economische groei.

7 Andere voorbeelden: het door mekaar gebruiken van de begrippen “directe en indirecte kosten”

enerzijds en “vaste en variabele kosten” anderzijds, terwijl het gaat om twee verschillende zaken; het door mekaar gebruiken van de begrippen “vermijdbare selectieve fracties” en “selectieve fracties”, enz.

8 Voorbeeld: tabel 20 op p. 56 gaat over het afvalaanbod en bevat o.a. cijfers voor de preventie van huishoudelijk afval. Preventie valt volgens de definities op p. 55 echter niet onder het begrip afvalaanbod. Ander voorbeeld: tabel 20 (p. 56) en tabel 44 (p. 169) geven als totaal aanbod voor eindverwerking volgens het gekozen duurzaamheidsscenario een hoeveelheid van 936.000 ton in 2007 (excl. bedrijfsafval). In tabel 23 (p. 75) duikt ditzelfde getal op als aanbod niet selectief ingezameld brandbaar huishoudelijk afval, terwijl tabel 28 (p. 85) dan weer spreekt over aanbod brandbaar afval.

9 Voorbeeld: P. XIII De geplande wijze van financiering van het afvalbeleid wordt ten onrechte voorgesteld als de bestaande.

10 Voorbeeld: Actie 68, p. 139. Optimaliseren inzameling KGA: beleid rond injectienaalden.

11 Voorbeeld: actie 71 p. 140-141 Optimaliseren inzameling oude en vervallen geneesmiddelen.

12 Voorbeeld: p. 121, actie 43: Stopzetten verbranden door particulieren.

13 Voorbeeld: actie 126 p. 177: Financieren nazorg/sluiting/ombouw stortplaatsen.

· Sommige delen of acties overlappen elkaar; andere acties werden vergeten: deels als gevolg van de structuur van het ontwerpplan bevat de tekst veelvuldig herhalingen. Sommige acties zijn zelfs doublures van eerder in het plan geformuleerde acties14. Aan de andere kant werden niet alle voornemens ook daadwerkelijk in acties vertaald15.

· De formulering van acties is vaak te vrijblijvend: vele acties zijn zeer vrijblijvend geformuleerd (‘kan’ in plaats van ‘zal’16; ‘optimaliseren’ van het lopende beleid, …)17. Bovendien wordt in vele acties een idee gelanceerd, zonder dat duidelijk is of en hoe het kan worden gerealiseerd18. Hierdoor is het statuut van vele acties onduidelijk:

zullen en kunnen ze worden uitgevoerd of niet?

· Het ontwerpplan is inhoudelijk niet consistent: voor de verschillende afvalfracties worden acties geformuleerd in zowel het deel over preventie en hergebruik als in het deel over selectieve inzameling en het deel over eindverwerking, en binnen deze delen in de onderdelen ‘acties’, ‘instrumenten’ en ‘monitoring’. Dit leidt niet alleen tot overbodige herhalingen van sommige acties (zie hoger), maar ook tot inhoudelijke tegenspraak waardoor het niet duidelijk is welk beleid men nu voorstelt en/of gaat voeren19.

· In het ontwerpplan ontbreken prioriteiten: het plan bevat een zeer groot aantal (136) actiepunten. Hierdoor lijkt het geplande beleid onnodig te worden gefragmenteerd.

Vele acties hangen onderling sterk samen zodat het mogelijk moet zijn om het groot aantal acties terugbrengen tot een veel beperkter aantal. In elk geval moeten in het

14 Voorbeeld: Actie 90 = actie 129; actie 91 = actie 128; actie 94 = actie 32; actie 95= actie 35; actie 101 = actie 41; actie 102 = actie 41; actie 110 = actie 44.

15 Voorbeeld: p. 164: “Ook hier kan een officiële reguleringsinstantie een belangrijke rol spelen. De modaliteiten voor de oprichting van een reguleringsinstantie worden op korte termijn onderzocht.”

16 Bovendien is het plan hierin vaak niet consequent. Het plan stelt bijvoorbeeld: “voor het verhalen van de vaste kosten wordt het principe van de inkomensgerelateerdheid wordt nagestreefd”. Elders in het plan is dit affirmatiever geformuleerd: “een gemeente kan deze vaste kosten enkel verhalen op de gezinnen via een inkomensgerelateerde belasting”.

17 Voorbeeld: actie 128 p. 178 Strikt toepassen verbrandingsverboden: (…) “Verwacht wordt dat deze verbrandingsverboden minstens worden aangehouden”.

18 Voorbeeld: actie 15, p. 108 Stimuleren van duurzame producten. Er moeten, in overleg met het federale niveau, verboden worden ingesteld op het gebruik van onderdelen in apparaten, goederen en producten, die bewus t een korte levensduur hebben.

19 Voorbeeld: in Actie 61, p. 135: Optimaliseren inzameling PMD -afval wordt gesteld dat alle verpakkingen dienen te worden ingezameld zodat de burger een veel eenvoudigere sorteerregel kan hanteren: alle kunststof-, metalen verpakkingen en drankkartons waar een groen punt op staat, mag in de blauwe zak. In actie 88, p. 149: Optimaliseren aanpak verpakkingsafval staat echter dat naast de selectieve inzameling via FOST Plus openstellen voor al het verpakkingsafval ook de mogelijk om toe te staan dat een deel van het verpakkingsafval niet selectief wordt ingezameld terwijl de betrokken sector financieel verantwoordelijk is voor het verpakkingsafval dat niet selectief wordt ingezameld, zal worden onderzocht.

plan zelf de prioriteiten duidelijker worden vastgelegd. Dit kan niet worden overgelaten aan het overlegplatform zoals het ontwerpplan blijkbaar voorstelt20. De raad vraagt dat het ontwerpplan grondig wordt nagekeken op deze tekortkomingen.