• No results found

FASE 1• PRE-FUSIE FASE

Gedeeld draagvlak positief/ negatief Gezamenlijke strategie positief/ negatief Overeenstemming organisatiestructuur positief/ negatief Overeenstemming organisatiecultuur positief/ negatief Weerstand bij (een deel)

van het management positief Veranderings- bereidheid positief/ negatief Motief instemmen met de fusie zien kansen/ overleven

FASE 2• FUSIE FASE

Vertrouwen organisaties vs initiator

positief/negatief

Vertrouwen organisaties onderling

positief/negatief

Beleving proceseerlijkheid

positief

FASE 3• INTEGRATIEFASE

Aandacht & tijd integratie

positief

Effectieve sturing integratie

positief

Effect fusie

zichtbaar

(TE VERWACHTEN) RESULTATEN

Kostensynergie positief Omzetsynergie positief

Market power synergie positief Intangible synergie positief

Figuur 4.5 Case Theater

4.1.6 Case Volksuniversiteit

Deze case is gesitueerd in een gemeente in het midden van het land en heeft ruim 63.000 inwoners. De fusie die in deze case wordt beschreven is nog niet voltooid, de integratie heeft nog niet aangevangen. De organisaties bevinden zich volop in de pre-fusie fase, hoewel er ook al onderhandeld wordt. In deze fusie gaat het om vijf organisaties. Tot 2011 werkten de bibliotheek, de muziekschool, de volksuniversiteit, het museum en het theater als individuele organisaties en werd er op incidentele momenten samengewerkt. Er was een aparte culturele stichting die de samenwerking bevorderde en die schoolprojecten coördineerde. Door het aankondigen van een grote bezuinigingstaak voor de gehele culturele sector, zijn de organisaties, begeleid door verschillende adviesbureaus, structureel in gesprek gegaan om te komen tot een fusie. Gedurende het proces is gebleken dat één van de

organisaties niet mee wilde in de fusie. Om de transitie geleidelijk te laten verlopen, stellen de organisaties nu voor om meer tijd te nemen en daarom pas per 2019 te gaan fuseren, in plaats van het door de gemeente gewenste 2017. Op dit moment ligt er een visiedocument, waar alle vijf de

te maken. Uitgangspunt van de fusie is kosten efficiënter werken, het opvangen van bezuinigingen en het doorvoeren van vernieuwingen in het culturele aanbod.

In deze case is er gesproken met de directeur-bestuurder van de volksuniversiteit en met de directeur-bestuurder van de bibliotheek.

Fase 1 • Pre-fusie fase case Volksuniversiteit

Het met elkaar in gesprek komen van de organisaties over de fusie heeft een voorgeschiedenis. Toen de bezuinigingsopdracht in 2011 werd opgelegd, heeft de gemeente aangekondigd dat als men met een gezamenlijk plan zou komen om de bezuiniging op te vangen, er dan substantieel minder bezuinigd hoefde te worden. De gemeente dwong het gesprek over samenwerking op deze manier af. Een mogelijke oplossing voor de bezuinigingsopdracht was het opheffen van de overkoepelende organisatie. Door de overkoepelende organisatie op te heffen, zou de sector al een flink deel van de bezuiniging kunnen opvangen. De organisatie die opgeheven zou worden, ging akkoord, onder de voorwaarde dat de overige organisaties zouden fuseren. Deze organisaties hebben dat toegezegd en vanaf dat moment leefde bij de gemeente het idee dat het culturele veld vrijwillig ging fuseren. De fusie wordt door de organisaties echter niet als vrijwillig ervaren. Daarnaast heeft de gemeente er sterk op aangedrongen om per 1 jan 2016 één gemeenschappelijke subsidieaanvraag in te leveren, omdat het al, vooruitlopend op de fusie, één subsidierelatie wilde aangaan met het culturele veld. De organisaties hebben dat niet gerealiseerd en toch aparte begrotingen en aanvragen ingediend. Per 2017 volgt een nieuwe bezuinigingsronde.

In dit dynamische landschap proberen de organisaties tot een eenduidige visie te komen. Dat is niet gemakkelijk gegaan. Eén van de organisaties wilde tot voor kort niet mee in de fusie. Afgelopen zomer is deze koers gewijzigd. Op dit moment ligt er een visiedocument dat door alle vijf de culturele partners is ondertekend. Complicerende factor is dat de meeste van de vijf organisaties onder grote financiële druk staan. Publieksinkomsten nemen al jaren af en de reserves raken uitgeput. De

gemeente stelt geen budget beschikbaar voor de begeleiding van het fusieproces, dus alle kosten voor adviesbureaus worden door de organisaties zelf gedragen. Een andere complicerende factor in het proces is dat de directies niet allemaal hetzelfde mandaat hebben om te onderhandelen. In sommige gevallen is een directeur ook bestuurder, vaker komt het voor dat er aparte besturen zijn die wat meer op afstand van de organisaties staan.

Binnen de directies hebben mogelijk meerdere directeuren de ambitie om directeur-bestuurder van de nieuwe organisatie te worden. Dit wordt genoemd als een mogelijke voeding voor rivaliteit:

directies. En daar zit misschien al enige rivaliteit.” (directeur-bestuurder case Volksuniversiteit)

Voor de begeleiding zou een kwartiermaker uitkomst kunnen bieden, die op onafhankelijke wijze de organisaties verder bij elkaar brengt. Voor een kwartiermaker hebben de organisaties op dit moment geen budget. Binnen de vijf organisaties heeft één organisatie weerstand geboden tegen de fusie. Zij stelde vragen bij de financiële stand van zaken van de andere organisaties en was van mening dat ze ook onafhankelijk van de andere organisaties bestaansrecht zouden behouden. Inmiddels participeert deze organisatie wel in de onderhandelingen. Voor de organisaties gelden verschillende motieven om deel te nemen aan de fusie. Beide geïnterviewde respondenten geven echter aan dat er voor de meesten ook een grote financiële noodzaak is om te fuseren:

“(..) de motieven zitten vooral in het besef dat we afzonderlijk het loodje gaan leggen.” (directeur-

bestuurder case Volksuniversiteit)

Verder dan een visiebeschrijving en een inventariserend boekenonderzoek, is het vormen van een gemeenschappelijke richting tussen de fuserende organisaties nog niet. Over strategische keuzes, organisatiestructuur en een gezamenlijke bedrijfscultuur is er ondanks dat men al vanaf 2011 een fusie in het vizier heeft, nog niet gesproken:

“In alle eerlijkheid hebben we nog nooit met elkaar nagedacht van hoe kan dat cultuurbedrijf er nou inhoudelijk uitzien. We hebben het alleen over financiële modellen en dat soort zaken gesproken en een doorkijkje naar een soort inhoud, maar dat je nu zegt van probeer dat nu eens concreter te maken dan de namen (..)… Nee.” (directeur-bestuurder case Volksuniversiteit)

Fase 2 • Fusie fase case Volksuniversiteit

De tijdsduur van de fusie is lang; als sinds 2011 wordt er met elkaar gesproken en de stip op de horizon is uitgesteld naar 2019. Dit maakt dat er soms onverschilligheid over de fusie ontstaat, maar ook dat het soms lang duurt dat men elkaar weer over de fusie spreekt. Het vertrouwen tussen de organisaties leidt er niet onder; het vertrouwen is, op een enkel incident na, redelijk goed te noemen. “Wat ik wel merk is dat doordat het zo lang duurt als dat het duurt, dat iedereen wel denkt dat het

zal mijn tijd wel uit duren. Er ontstaat een zekere gelatenheid naar de gemeente.” (directeur-

bestuurder case Volksuniversiteit)

Het vertrouwen tussen de organisaties en de gemeente is niet op alle fronten goed te noemen. De kwestie over het al dan niet vrijwillig willen fuseren van het culturele veld, speelt een factor in de vertrouwensband. Het feit dat er keer op keer nieuwe bezuinigen spelen en dat de gemeente zich, naar de beleving van de organisaties, niet altijd aan zijn woord houdt, zijn ook factoren die invloed hebben op de vertrouwensband. Het voelt voor hen dat ze zich laten manipuleren.

“Vind jij dat het proces zoals het nu gaat, eerlijk verloopt in relatie tot de gemeente?”

(onderzoeker) “Lastige vraag. Ik vind dat er in het proces voortdurend bakens verzet worden, nieuwe

elementen spelen, vanuit de gemeente”. (directeur-bestuurder case Volksuniversiteit)

Over de kwestie vrijwillige fusie of niet:

“(..) ja maar ook zoals ze zegt, van jullie wilden zelf fuseren. Kijk puur tekstueel heeft ze (de

wethouder) daar gelijk in, maar procesmatig weet zij ook dondersgoed dat er toen een soort offer gebracht is om het vlot te trekken.” (directeur-bestuurder case Volksuniversiteit)

Over gemanipuleerd worden:

Weet je, in feite zeggen we wel steeds dat we ons opnieuw laten manipuleren door de gemeente, maar we zijn ook in een afhankelijke relatie van de gemeente. Er is eigenlijk niemand van ons die tegen de gemeente durft te zeggen, tot hier en niet verder.” (directeur case Volksuniversiteit) “Als je dat wel zou doen, wat dan?” (onderzoeker)

“Dan is iedereen bang dat men daar onmiddellijk financiële gevolgen van zal hebben en op die manier

dat het heel vervelend uitpakt voor jouw bedrijf. (..) Want zelfs (..) heeft bakzeil gehaald.” (directeur-

bestuurder case Volksuniversiteit)

Fase 3 • Integratiefase case Volksuniversiteit

De organisaties van deze case zijn nog niet gefuseerd, dus van effect van de fusie of van synergievoordelen is op dit moment geen sprake. Wel hebben de geïnterviewde respondenten een idee over mogelijke te behalen synergie. Men ziet kansen voor het beter afstemmen en versterken van inhoudelijke programma’s. Op sommige onderdelen overlappen de productgroepen van de

organisaties nu, na een fusie hoeft er niet meer met elkaar geconcurreerd te worden, maar kan men samen optrekken. Men denkt met elkaar een krachtigere speler te zijn in het gemeentelijke veld, ook worden er mogelijkheden voor omzetsynergie genoemd. Het besparen op kosten wordt moeilijk, omdat de organisaties nu al klein geformeerd zijn, bovendien zijn de organisaties over meerdere redelijk nieuwe panden gehuisvest en is er op huisvesting weinig kosten te besparen. Het feit dat men niet allemaal in één gebouw zit, wordt gezien als mogelijke bedreiging voor de mogelijk te behalen synergie.

Samenvatting case Volksuniversiteit

In de case Volksuniversiteit zijn de organisaties nog niet formeel gefuseerd.

In Figuur 4.6 Case Volksuniversiteit staan daarom alleen de variabelen uit fase 1 en fase 2 benoemd en de te verwachtte resultaten.

Fase 1 van het fusieproces van de case Volksuniversiteit verloopt moeizaam. De factor ‘dwang’ speelt een belangrijke rol: er is onduidelijkheid of de gemeente of de organisaties de fusie

initiëren. De organisaties tonen zich veranderingsbereid en hebben samen een visie ontwikkeld op een nieuwe gefuseerde organisatie. Voorwaardelijk is wel dat er financiële middelen beschikbaar zijn voor de begeleiding van het fusieproces zelf, het opvangen van eventuele frictiekosten en voor de

exploitatie van de nieuwe organisatie daarna. Er is nog geen overeenstemming met betrekking tot organisatiecultuur of organisatiestructuur. Al meerdere taakstellingen hebben de culturele organisaties in de afgelopen periode opgevangen en ook een aantal hindernissen tussen de organisaties zijn

genomen.

Het instabiele vertrouwen tussen de gemeente en de fuserende organisaties, de lange tijdsduur van het proces en het ontbreken van momentum maakt dat het nog onduidelijk is of de fusie er in de toekomst daadwerkelijk gaat komen.