• No results found

H ET GAMEN ONDER DE AANDACHT EN AANLEIDING TOT INITIATIEVEN

Overmatig gamen / Problematisch gamen / compulsief gamen

7 E EN VROEGE DETECTIE , EEN VROEGE AANPAK 1 I NLEIDING

7.4 R ESULTATEN WERKVELDBEVRAGING

7.4.1 H ET GAMEN ONDER DE AANDACHT EN AANLEIDING TOT INITIATIEVEN

Wat reeds uit de literatuur bleek en uit enkele verkennende gesprekken met hulpverleners tijdens mijn stage, is de omschrijving van problematisch gamen als een vrij recent

fenomeen.

Mijn eerste vraag aan alle geïnterviewden peilde telkens naar deze situering; m.a.w. wanneer kwam het gamen als thema onder de aandacht en werd er beslist om specifieke initiatieven uit te werken.

CGG Eclips – dienst verslavingszorg:

“Echte aanmeldingen over gameproblematiek hier in de verslavingszorg zijn er nog niet zo heel lang. De preventiedienst is dat beginnen opnemen en heeft ons hiervan op de hoogte gesteld. Dat is het voordeel dat preventie en hulpverlening hier onder één dak zit.

Dit was ongeveer 3 a 4 jaar geleden”.

Het aanbod van de dienst verslavingszorg rond de gameproblematiek bestaat hierdoor nog niet zo heel lang, maar wat de vroeginterventie werker me ook wist te vertellen is dat vanuit de jongerenzorg er 10 jaar geleden al iets duidelijk werd.

“ Als ik kijk vanuit de jongerenzorg en zie naar de begeleidingen die we daar hebben, is het gamen vaak één van de conflictsituaties tussen kinderen en ouders. Het gaat dan dikwijls over hoe omgaan met de computer, wanneer en hoeveel er mag gespeeld

worden. Het werd 10 jaar geleden duidelijk dat er iets nieuw kwam binnen gesijpeld uit de leefwereld van jongeren waar er begrenzing bij nodig is.”

Het was de drugpreventiedienst van CGG Eclips die het ‘nieuwe probleem’ signaleerde naar de dienst verslavingszorg.

“ Zo’n 4 a 5 jaar geleden kregen we meer en meer vragen vanuit de onderwijswereld, mensen werkzaam in CLB’s en leerkrachten die zich een aantal zorgen begonnen te

85

maken door jongeren te zien in de klas of op gespreksconsult die het blijkbaar niet al te denderend deden en waarbij men vermoedde dat er mogelijk middelenmisbruik was.”

Het eerste signaal kwam vanuit het onderwijs en het bleek al snel dat gamen de oorzaak was van de slechtere schoolprestaties. Ouders werden ook doorverwezen naar de preventiedienst door het CLB en van daaruit zijn ze iets beginnen uitwerken om intermediairs te informeren.

“Het viel ons op dat heel weinig mensen uit het hulpverlenings- en pedagogisch

landschap daar iets konden of durfden mee doen. Meestal gaven ze aan dat ze daar niets van kenden en niet wisten hoe ze hiermee moesten omgaan.”

Vanuit die optiek hebben ze een infosessie ontwikkeld: ‘Games, meer dan een spel’, gericht naar intermediairs en ouders, en bestaat reeds vijf jaar. Deze vorming heeft als doelstelling te laten zien wat games zijn en hoe snel het allemaal evolueert, wat de

aantrekkingskracht is op jongeren, de voordelen en nadelen, de alomtegenwoordigheid en het belang van begrenzing.

CGG Waas & Dender:

“Een jaar of twee geleden begonnen we zo te twijfelen…doe we iets rond dat gamen of niet. Vorig jaar rond deze tijd (april 2013) zijn we iets beginnen uitwerken en in september – oktober begon de ene ouderavond na de andere mekaar op te volgen, met daarnaast ook dagopleidingen voor leerkrachten.”

De aanleiding om een vormingsaanbod uit te werken rond gamen is er gekomen door kennis te nemen van andere initiatieven (bvb. van CAD Limburg en CGG Eclips) en had ook te maken met steeds meer hulpvragen die ze kregen i.v.m. gamen. Zo kreeg Delta de vraag van leerkrachten om iets te doen rond dit onderwerp tijdens pedagogische

studiedagen.

De dienst heeft dus op die manier ook vraaggericht gewerkt om tegemoet te komen aan dit tekort.

Delta preventie geeft regelmatig ouderavonden rond dit thema. De onderwerpen gaan over games in het algemeen (Wat is het?, Hoe ziet het eruit?, Hoe wordt het gespeeld?), wat zijn de verslavende aspecten, wat zijn de positieve kanten en praktische tips

86

(Waarom en hoe computertijd begrenzen?, Wanneer kan het problematisch worden en waar kan je eventueel terecht?).

Daarnaast heeft Delta nog een vroeginterventie aanbod voor jongeren die moeilijk kunnen stoppen met gamen en die hun schoolwerk verwaarlozen. Ze hebben ook een collega die eveneens lid is van de VAD werkgroep en problematische gamers in begeleiding heeft. Helaas kon ik met deze persoon geen gesprek hebben.

CAW Halle-Vilvoorde (JAC):

“Het JAC krijgt niet veel specifieke vragen rond gamen. In sommige gevallen is het wel zo dat jongeren en hun ouders worden doorverwezen door het CLB. We worden soms aangesproken door leerkrachten of door de jongeren zelf tijdens een vorming die zeggen dat hun vriend of vriendin te veel gamet. Het is ook zo dat jongeren met een

gameprobleem hier vaak aangemeld zijn met een andere vraag, bijvoorbeeld conflicten met ouders, en in de loop van het traject komt dat tevoorschijn dat het gamen toch problematisch is.”

Op 25 maart 2014 organiseerde het JAC Halle-Vilvoorde in samenwerking met CGG Ahasverus een studiedag. Huub Boonen en een collega van CAD Limburg kwamen er spreken rond het thema gamen. De opkomst was aanzienlijk (70-80 personen) en bestond uit welzijnswerkers, CLB-medewerkers en leerkrachten uit de regio om hen kennis te laten maken met het fenomeen gamen (evolutie games en

aantrekkingsfactoren), voordelen en nadelen van gamen en de aanpak van problematisch gamen in de hulpverlening.

Het JAC heeft ook zelf al een voorstelling gegeven rond gamen tijdens een pedagogische studiedag aan leerkrachten van het secundair onderwijs. Hier kwamen tips aan bod over hoe leerkrachten alert kunnen zijn voor bepaalde signalen.

Drugpunt Leie & Schelde:

“Een aantal jaar terug, en dan spreek ik toch al over een 4 tal jaar terug, vooral vanuit de secundaire scholen die preventief een aantal vragen hadden. Het is eigenlijk gegroeid vanuit een workshop, een initiatief dat wij nemen naar leerkrachten, directies,

87

voormiddag of een namiddag rond een specifiek thema werken (…). We proberen een aantal linken te leggen met hele andere fenomenen(…) en we hebben toen een aantal workshops gedaan rond gamen en computergebruik”.

Ze zijn dit beginnen te organiseren, enerzijds vanuit hun eigen vaststelling en anderzijds vanuit de vraag van leerkrachten. Deze vraag ging echter heel breed en ging niet

uitsluitend over het gamen (bvb. omgaan met privacy op Facebook, gsm gebruik op school, sociale media,…). Het is echter sinds de laatste twee jaar dat het ook gaat over ‘gameverslaving’.

Drugpunt SMAK:

“Bij ons specifiek is dat 2 jaar geleden naar boven gekomen, vanuit scholen binnen het lokaal netwerk die dat naar voor brachten. Er waren ook OCMW’s die bij een aantal cliënten opmerkten dat ze daar qua vrijetijdsbesteding toch heel veel mee bezig waren. Ook leerlingenbegeleiders kwamen met die opmerking.

Zelf voelden we ook dat er meer werd gegamed dan vroeger, maar hadden geen duidelijk beeld en wisten niet goed wat we ermee moesten doen. Daarom hebben we een enquête gedaan in twee Maldegemse secundaire scholen”.

De VAD heeft de vragen mee opgesteld. De enquête is niet statistisch correct, maar geeft wel een indicatie over volgende zaken:

- Wie zijn de gamers?

- Hoeveel wordt er gespeeld?

- Welke games en op welke consoles? - VAT- vragenlijst

- Worden er thuis afspraken gemaakt en worden ze nageleefd?

Hieraan werd een infoavond gekoppeld om ouders te informeren over de resultaten. Slechts de helft van de eerstejaars gaven aan dat er thuis afspraken worden gemaakt rond gamen. Er is toen beslist om vooral daarrond te werken met de ouders.

88

7.4.2I

NVLOED VAN OVERMATIG GAMEN OP DE ONTWIKKELINGSTAKEN VAN DE