5. Jaarrekening (financieel)
5.2 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Voorschriften
Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de volgende wettelijke en andere voorschriften in acht genomen:
De gemeentewet;
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV);
De door de gemeenteraad vastgestelde financiële verordeningen ex artikel 212, 213, en 213a;
Het in 2005 door de gemeenteraad vastgestelde normenkader rechtmatigheid voor de accountantscontrole;
Het in 2007 door het College van B&W geactualiseerde normenkader rechtmatigheid voor de accountantscontrole;
Overige (financiële) afspraken, zoals de vastgestelde Planning & Controlcyclus, de nota reserves en voorzieningen, de nota investeringen en afschrijvingsbeleid en de nota inkoop en aanbesteding.
Financieel verslag
Het financieel verslag bevat de balans, de exploitatierekening en de toelichting daarop. De voorgeschreven overzichten zijn afzonderlijk opgenomen in de bijlagen.
Grondslagen voor waardering
De algemeen gehanteerde grondslagen voor waardering en van resultaatbepaling zijn vanwege een
Programmajaarrekening 2008 175 Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa, de voorzieningen en de schulden opgenomen tegen nominale waarde.
Activering en waardering van activa
Onderscheid activa met economisch en maatschappelijk nut
In de jaarrekening wordt conform de voorschriften onderscheid gemaakt tussen activa met een economisch nut en activa met een maatschappelijk nut. Activa met een economisch nut zijn activa die gelden generen of waar een aspect van verhandelbaarheid inzet. Deze activa moeten worden geactiveerd. Reserves mogen niet meer in mindering gebracht worden en resultaatafhankelijk afschrijven is definitief verboden.
Activa met een maatschappelijk nut mogen worden geactiveerd en reserves worden hierop in mindering gebracht Ook is het hier toegestaan om resultaatgericht af te schrijven. Het betreft hier bijvoorbeeld investeringen in wegen, water, bruggen, parken etc. Voor deze activa met
maatschappelijk nut (in de openbare ruimte) is de beleidslijn vastgesteld om deze activa netto te worden en dus de reserves in één keer af te schrijven. Veelal vindt deze afschrijving plaats ten laste van de vrije reserve.
Algemene waardering
De immateriële- en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of
vervaardigingsprijs verminderd met afschrijvingen, subsidies, bijdragen en onttrekkingen aan de reserves. De afschrijvingen zijn gebaseerd op economische levensduur volgens de lineaire methode. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De erfpachtsgronden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs waarvan, ingevolge de algemene erfpachtsvoorwaarden voor een aantal percelen de grondwaarde is aangepast.
Financiële vaste activa
Deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De activa Besluit Woninggebonden subsidies zijn gewaardeerd tegen de annuïteiten . De leningen u/g en de overige vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met vermoedelijke
oninbaarheid.
Bijdragen, die verstrekt worden aan derden ten behoeve van een investering vallen onder financiële vaste activa. Deze bijdragen mogen alleen geactiveerd worden als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
• Er moet sprake zijn van een investering door derden;
• Deze investering draagt bij aan de publieke taak;
• Deze derde heeft zich verplicht te investeren op een wijze die beoogd wordt door de gemeente;
• De gemeente kan de bijdrage of het actief terugvorderen indien de derde in gebreke blijft.
Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd tegen historische uitgaafprijs.
Onderhanden werk grondexploitatie
De nog niet in bouwexploitatie genomen gronden, te weten de verspreide percelen en gronden (nog) zonder kostprijsberekening, zijn gewaardeerd tegen historische uitgaafprijs vermeerderd met de bijgeschreven rente en exploitatiekosten. De in bouwexploitatie genomen gronden zijn opgenomen tegen historische kostprijs verminderd met de opbrengsten wegens grondverkopen, bijdragen en subsidies. In de specificaties van de bouwgrondexploitatie zijn de opbrengsten opgenomen tegen de te verwachten uitgifteprijzen, terwijl de nog uit te geven bedragen zijn ontleend aan de exploitatie-overzichten c.q. tussencalculaties.
Winst wordt binnen een grondexploitatie opgenomen als deze daadwerkelijk is gerealiseerd (realisatieprincipe). Gedeeltelijke winstneming wordt toegepast als het geïnvesteerde vermogen is
omgeslagen in een ‘tegoed’ (negatieve boekwaarde). Van dat ‘tegoed’ worden alle nog te maken kosten afgetrokken. Als er een voordeel resteert wordt dat bestempeld als winst.
Vorderingen
De vorderingen worden in de jaarrekening 2008 gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met een voorziening voor oninbaarheid.
Langlopende schulden
De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het gedeelte van de langlopende schulden met een looptijd korter dan een jaar wordt onder de kortlopende schulden verantwoord. De schulden aan particulieren en woningbouwverenigingen inzake Besluit
Woninggebonden subsidies wordt gewaardeerd tegen annuitaire waarde.
Reserves en voorzieningen
Het onderscheid tussen reserves en voorzieningen is strikt toegepast. Wanneer de raad de
bestemming van gelden kan veranderen is er sprake van een reserve. Wanneer de bestemming van deze gelden niet meer door de raad kan worden veranderd is er sprake van een voorziening.
Hierbij is er sprake van “gebondenheid”, hetgeen betekent dat middelen moeten worden
teruggegeven om het moment dat ze niet worden uitgegeven aan een specifiek doel waarvoor ze geheven zijn.
Grondslagen van resultaatbepaling
Het resultaat is bepaald overeenkomstig algemene verslaggevingsvoorschriften en de hieronder opgenomen specifieke uitgangspunten. Daarnaast is een aantal posten overeenkomstig
besluitvorming aan de (bestemmings)reserves onttrokken c.q. toegevoegd.
Baten en lasten
De baten en lasten worden verantwoord in het jaar waarop zij betrekking hebben, ongeacht het moment waarop de gelden worden ontvangen c.q. betaald.
Afschrijvingen
De investeringen worden lineair afgeschreven waarbij voor de rente de rekenrente is gehanteerd.
Hierop is wat afschrijvingsmethodiek betreft een uitzondering gemaakt voor de investeringen ten behoeve van de composteerinrichting. Hier wordt annuïtair op afgeschreven. Ten aanzien van de rentetoerekening zijn meerdere uitzonderingen gemaakt.
In de nota investeringen en afschrijvingsbeleid is vastgesteld dat in het algemeen wordt gestart met het afschrijven van activa wanneer daadwerkelijk gebruik kan worden gemaakt van het nut van het actief. In de praktijk is dit moment vaak moeilijk te bepalen. Vandaar dat, uit praktisch oogpunt, dit moment bepaald wordt op basis van de voortgang van het reeds uitgegeven krediet. Wanneer het krediet voor 80% is uitgegeven vinden de eerste afschrijvingen plaats.
De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur of nuttigheidsduur. Op basis van de nota investeringen en afschrijvingsbeleid zijn de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:
Immateriële vaste activa: 5 jaar
Automatisering: 5 jaar
Gebouwen nieuwbouw: 40 jaar;
Openbaar groen: 15 jaar
Openbare verlichting (aanleg): 25 jaar
Riolering (aanleg en vervanging): 40 jaar
Programmajaarrekening 2008 177 Resultaatbestemming
Het voordelig rekeningresultaat van de rekening van baten en lasten is afzonderlijk in de balans onder het eigen vermogen verantwoord. Bij vaststelling van de jaarrekening zal de gemeenteraad een nadere bestemming geven aan het rekeningsaldo. In de loop van 2009 is het rekeningresultaat van 2008 bestemd.
Om transparant te laten zien hoe reserves worden gevormd of worden benut, lopen alle mutaties in de reserves via een apart product “980 mutaties in de reserves” lopen. Hierdoor is er op één product inzicht in alle mutaties.