• No results found

GRONDENRECHT. SCHULDENRECHT

In document INDONESISCHE DORPSAKTEN. w (pagina 150-168)

80. Verkoop van grond met daarop staand huis met beding van naastingsrecht bij wederinkoo.p.

Wederinhuur van het verkochte?

Leboeh dalam, den 24 Augustus 1915.

Bahwa dengan sesoenggoehnja saja nama Abdoelhay gelar Kapitan Bangsa Ratoe, tinggal dikampoeng Leboehdalam, men-djoewal sebidang tanah terletak di Leboehdalam

berserta seboeah roemah terdiri di Leboehdalam disebelah ilir berwates didjoeal dengan harga f 200.— (doea ratoes roepiah) contant kepada Raden Sepoeloe Raja, kampoeng Lingai, Menggala djoega. Saja Kapitan Bangsa Ratoe diwakilkannja toenggoe itoe roemah timpo 10 boelan. Sampai sepoeloeh boelan saja soeka lagi beli itoe roemah serta tanah pekarangan jang terseboet diatas harga contant ƒ 300.— (tiga ratoes roepiah) dan Raden Sepoeloe Raja soeka djoeal lagi sama saja Kapitan Bangsa Ratoe dan siapa jang memigang ini soerat koeasa mengoeroeskan.

Terang dimoeka saksi-saksi dan kepala kampoeng Leboeh Dalam jang berteeken dibawah ini.

Tanda tangan saja jang djoeal, Kapitan Bangsa Ratoe.

Kepala kampoeng Leboeh Dalam 1. Pasiwa Batin

2. Dalam Poesiwa

3. Raden Senoeka Djawa.

Dan pembajaran ini telah saja terima dari Hadji Berahim soedah djelas,

Poeloe Raja.

VERTALING.

Leboeh dalam, den 24sten Augustus 1915.

Ik, genaamd Abdoelhay gelar Kapitan Bangsa Ratoe, wonen-de in wonen-de kampoeng Leboeh Dalam, heb naar waarheid overge-dragen een stuk grond in Leboeh Dalam benevens een

daarop staand huis, waarvan de grenzen zijn : in het Noorden enz.

te-en den prijs van f 2 0 0 . - (twee honderd gulden) contant, aan Raden Sepoeloe Raja van kampoeng Lingai eveneens in Meng-gala Ik Kapitan Bangsa Ratoe wordt gemachtigd dat huis ge-durende 10 maanden te bewonen. Na 10 maanden ben ik genegen het huis met het erf weer terug te nemen voor den prijs van f 3 0 0 - (drie honderd gulden) contant en Raden Sepoeloe Raja is genegen om (huis en erf) wederom aan mij, Kapitan Bangsa Ratoe, over te dragen. Degene, die deze akte in handen heeft, is belast met de regeling.

Een en ander is rechtsgeldig geschied, in tegenwoordigheid der saksi-saksi en het kamponghoofd van Leboeh Dalam, die hieronder hun handteekening stellen.

Handteekening van dengene die overdraagt, Kapitan Bangsa Ratoe.

Het kamponghoofd van Leboeh Dalam 1. Pasiwah Batin

(getuigen)

2. Dalam Poesiwa

3. Raden Senoeka Djawa.

En deze betaling heb ik bereids ontvangen van Hadji Berahim en wel geheel volledig.

Poeloe Raja.

81. Overdrach van een schuldbekentenis (zie vorige akte).

Lingai 29 Djoemadil'achir 1335, 10 Mei 1928.

Soerat keterangan.

Saja Berahim gelar Sepoeloe Raja kampong Lingai men-djoealkan satoe keterangan dengan zegel sama Kapitan Bangsa Ratoe Leboeh Dalam berisi wang kepada waktoe ini f 300.—

(tiga ratoes roepiah) goena dengan soeka hatikoe koedjoealkan sama Hadji Berahim Basa kampong Leboeh Dalam ƒ 200.— (doe.

ratoes roepiah) contant soedah djela

Saja terima wangnja dan apa djoega jang menoeroet didalam ini soerat, ini koedjoewal soedah dengan moefakatan sama jang oetangan dibawah soerat ini.

Trang dimoeka saksi-saksi, jang bertanda tangan dibawah soerat ini.

Raden Sepoeloe Raja.

Semoea jang terseboet betoel, soedah terima wang ƒ 200.— (doea ratoes roepiah).

Saksi-saksi : Raden Moelia Raden Ira Djaja.

VERTALING.

Schriftelijke verklaring.

Ik, Berahim gelar Sepoeloe Raja van kampong Lingai, draag over een op zegel gestelde verklaring van Kapitan Bangsa Ratoe uit Leboeh Dalam, een schuldbekentenis thans waard ƒ 300.—

(drie honderd gulden). Geheel vrijwillig draag ik die over aan Hadji Berahim Basa van kampong Leboeh Dalam, tegen den prijs van ƒ 200.— (twee honderd gulden) contant, welk bedrag ik volle-dig en in orde heb ontvangen.

Ik heb het geld ontvangen en al hetgeen in deze akte is ver-meld, draag ik over in overeenstemming met den schuldenaar (de schuldenaren?) onder deze akte genoemd.

Rechtsgeldig geschied in bijzijn der saksi-saksi, die onder deze akte hun handteekening hebben gesteld.

Raden Sepoeloe Raja.

Al het bovengestelde is waar, het geld

ad ƒ 200.— (twee honderd gulden) is ontvangen.

Saksi-saksi : Raden Moelia.

Raden Ira Djaja.

ZUID-SUMATRA.

SCHULDENRECHT.

82. Toestemming van een vader dat zijn huis door zijn zoon als zekerheid wordt gesteld voor lief koopen van een automobiel

o.p er e diet.

Soerat.

Saja jang bernama Hadji Asir bin Merenda, doesoen Air Itam, marga Penoekal Moesi Ilir.

Menerangkan saja poenja hak terseboet dibawah ini: lier watas sebelah laoet

Saja poenja roemah terseboet diatas soedah diizinkan pada saja poenja anak nama Beroehim, boeat pembajaran harga auto-mobiel.

Air Itam, 19 April 1926.

Tanda tangan saja, Hadji Asir.

Hadji Asir mengizinkan boroh roemahnja ini terang pada saja :

De Pasirah Penoekal, (onleesbare handtcekening) 20-4-1926.

VERTALING.

Geschrift.

Ik, genaamd Hadji Asir bin Merenda van de doesoen Air Itam van de marga Penoekal Moesi Ilir.

Ik verklaar dat ik bezitter ben van het huis hieronder om-schreven :

Grenzend aan den zeekant, enz.

Ik heb toestemming gegeven aan mijn zoon Beroehim ge-heeten, mijn huis bovenvermeld, als zekerheid te stellen voor de richtige afbetaling van een automobiel.

Air Itam, 19 April 1926.

Plandteekening van mij, Hadji Asir.

H a d j i Asir gaf t o e s t e m m i n g t o t h e t als z e k e r h e i d stellen v a n zijn h u i s ; dit is r e c h t s g e l d i g geschied v o o r mij :

de P a s i r a h v a n P e n o e k a l .

20-4-1926.

83. Deelwinning van vee.

Bengkoelen, 10 September 1930.

Soerat

katerangan-Seorang laki-laki n a m a Abdul Rahman tinggal di Djembatan Ketjil, afdeeling O m m e l a n d e n van Benkoelen, soedah ambil 4 (empat) ekor sapi kepada Inja T j e n g H o n g Bengkoelen seperti terseboet dibawah ini :

Satoe indoek sapi boeloenja poeti f 70.—

Satoe anaknja perempoean boeloe mera ƒ 20.—

Satoe indoek sapi boeloenja mera rintik-rintik poeti ƒ 70.—

Satoe anaknja laki-laki boeloenja koening ƒ 20.—

Perdjandjian Abd. R a h m a n dan Injo T j e n g H o n g ini empat ekor sapi, djikalau ada anaknja dibagai tiga, doea bagai kepada Injo T j e n g H o n g dan satoe bagai kepada Abd. R a h m a n dan apabila maoe

dibagai moesti dihadapan Injo T j e n g H o n g dan Abd. R a h m a n serta di taksir d e n g a n harga j a n g patoet dan bahagian Abd. R a h m a n dia boleh ambil, melainkan boeat pembajaran hoetangnja kepada Injo T j e n g H o n g dan peratoerannja menoeroet peratoeran orang Benkoe-len berpedoea sapie, jaitoe djikalau mati indoek berganti dengan anaknja dan djikalau mati dengan sia-sia, b a r a n g bagi mana halnja.

melainkan Abdul R a h m a n sendiri jang tanggoeng, akan tetapi dia djandjikan lagi djikalau mati indoek sebeloem ada keoentoengannja, m a k a dibagi doea keroegian itoe, sama-sama tanggoeng, jaitoe Abd.

R a h m a n moesti membajar karoegian itoe dengan wang jaitoe separo dari harganja. dan djikalau Abd. R a h m a n tidak radjin atau tida djaga dengan betoel itoe sapi atau Injo T j e n g H o n g tidak soeka lagi ber-terenak m a k a Injo T j e n g H o n g koeasa ambil, Abd. R a h m a n tidak boleh tahan dan bagiannja dihitoeng pada ketika itoe, pada ini hari soerat hoetang Abd. R a h m a n kepada Injo T j e n g H o n g soedah

ber-hitoeng katinggalan lagi ƒ 237.87 (doea ratoes tiga poeloeh toedjoe 8 7 / 1 0 0 roepiah) ; teranglah ini soerat Abd. R a h m a n ada bertanda tangan dibawah ini serta menjoenggoehkan perkataan jang terseboet diatas ini.

Abdul R a h m a n .

N u m m e r vier :

Gezien en geregistreerd in het register van te viseeren stukken, op heden den tienden September negentien honderd en drie, onder aanteekening dat in de vorenstaande verklaring voorkomen eene door-haling van één woord en eene bijvoeging tot vijf woorden.

De fd. Notaris,

(onleesbare handteekening').

V E R T A L I N G .

Schriftelijke verklaring.

E e n man, genaamd Abdul R a h m a n , wonende in Djembatan K e -ijil, afdeeling O m m e l a n d e n van P.engkoelen heeft 4 (vier) koeien genomen van Injo T j e n g H o n g te Bengkoelen, de koeien hieronder genoemd :

een moederkoe met een grijs vel ƒ 70.—

een wijf jeskalf met een bruin vel ƒ 20.—

een moederkoe bruin van vel en met witte vlekjes f 70.—

een mannetjeskalf met lichtbruin vel ƒ 20.—

De afspraak tusschen Abdul R a h m a n en Injo T j e n g H o n g deze 4 koeien betreffende, is, dat indien er een aantal jongen geboren worden, deze in drie deelen worden verdeeld, w a a r v a n twee deelen toekomen aan Injo T j e n g H o n g en een deel aan Abdul R a h m a n en de verdeeling moet geschieden in bijzijn van Injo T j e n g H o n g en Abdul R a h m a n en het vee moet naar behooren w o r d e n gewaardeerd ; Abdul R a h m a n mag zijn deel slechts nemen om daarmee zijn schuld aan Injo T j e n g H o n g te betalen. De regeling der deelwinning is over-eenkomstig het gebruik in Benkoelen dien aangaande d.w.z. indien een moederkoe sterft, wordt zij vervangen door haar jong, indien een moe-derkoe, op welke wijze ook, sterft, zonder eenig jong te hebben gewor-pen, heeft enkel Abdul R a h m a n de schade te dragen, doch hij stelt hier-bij de voorwaarde, dat indien een moederkoe sterft, zonder vooraf

eenig nut te hebben afgeworpen, de schade gezamenlijk moet worden g e d r a g e n ; Abdul R a h m a n heeft alsdan de helft der geldswaarde te betalen. Indien Abdul R a h m a n niet vlijtig is of de koeien niet goed verzorgt, dan wel indien Injo T j eng H o n g het veeverzorgingscon-tract niet wenscht voort te zetten, is Injo T j e n g H o n g gerechtigd die koeien weer terug te nemen en kan Abdul R a h m a n zich daartegen niet verzetten. Zijn aandeel wordt alsdan vastgesteld. O p den dag van opmaking van dit geschrift bedraagt het restantschuld van Abdul R a h m a n aan Injo T j e n g H o n g ƒ 237.87.— (twee honderd zeven en dertig gulden en zeven en tachtig c e n t e n ) . Deze akte is rechtsgeldig opgemaakt en ter bevestiging' der bovenstaande woorden stelt Abdul R a h m a n hieronder zijn handteekening.

Abdul Rahman.

84. Koop op afbetaling van vee. Borgstelling. Rentebeding.

Bengkoelen, den 16 j u n i 1897.

Ini soerat katerangan seorang nama Dris, tinggal di Pondok Besi, mengakoe ada beroetang pada baba Injo Ki H o a t , sebab soe-dah ambil sapi itam, soesoe-dah kebiri, bisa tarik pedati, harga ƒ 110.—

(seratoes sepoeloeh roepiah), berdjandjian dalam 3 (tiga) boelan Dris misti bajar habis, dan sampe temponja kaloe Dris tida bajar habis, kaloe baba Injo Ki H o a t soeka kasih tinggal wangnja me-lainkan Dris misti bajar interest 2 % (doea persen) satoe boelan atau ƒ 2.20 dalam 1 boelan; itoe interestnja tiap hari 16, Dris misti bajar pada bapa Injo H o a t .

D a n kiranja kaloe Dris moengkir, tida menoeroet perdjandjian atau sebarang apa djenis halnja, melainkan ada seorang perempoean-nja nama Tepoeng jang djadi borg akan m e m b a j a r ini wang serta segala interest, dan dalam doea orang ini baba Injo Ki H o a t boleh pilih pada siapa soeka mintak, tidak boleh toelak bertoelak.

Teranglah ini soerat Dris bersama Tepoeng ada menaroeh tanda tangan dibawah ini menjoenggoehkan perkataan seperti j a n g terseboet diatas.

T a n d a tangan orang jang beroetang, D ( x ) ris

Ini perkara dengan setaoe saja:

Wijkmeester I I I (onleesbare handteekening) dan prempoean nama

T e ( x ) poeng.

V E R T A L I N G .

Deze schiftelijke verklaring is afkomstig van den persoon ge-naamd Dris, wonende in Pondok Besie, die erkent een schuld te hebben aan den Chinees Injo Ki H o a t als gevolg van het nemen van

een gecastreerden stier, met zwart vel en in staat een ossekar te trekken, voor den prijs van ƒ 110.— (een honderd en tien gulden) ; de afspraak is, dat Dris deze som binnen 3 maanden geheel moet afbe-talen ; heeft Dris binnen dien termijn niet volledig betaald, dan kan Injo Ki H o a t naar believen de schuld laten voortbestaan, doch moet alsdan dris 2 % r e n t e of ƒ 2.20 's m a a n d s b e t a l e n ; deze r e n t e t e vol-doen op den \6en van iedere maand.

Ingeval Dris zich niet aan zijn afspraak mocht houden, staat zijn vrouw genaamd T e p o e n g voor hem borg en zal zij het bedrag benevens de interessen hebben te betalen; Injo Ki H o a t is bevoegd om elk van hun beiden al naar hij verkiest, aan te spreken en wie aangesproken wordt, mag de betaling niet weigeren.

Deze verklaring is rechtsgeldig en ter bevestiging van de hier-boven neergeschreven woorden, stellen Dris en Tepoeng hieronder hun handteekening.

Handteekening van den schuldenaar Dris

Deze zaak is met mijn voorkennis (afgehandeld)

Wijkmeester H I :

en die v a n de v r o u w g e n a a m d : Tepoeng.

85. Gcldleening met borgstelling. Beding van aandeel in de winst.

Soerat keterangan.

Saja jang bertanda tangan dibawah ini nama Liandjoer tinggal dipasar Penoeroenan wijk I I Bengkahoeloe menerangkan dihadapan Wijkmeester dan saksi, mengakoc bahoea saja ada pindjem wang

kontan kepada Hadji T a n d o Ali, tinggal dipasar. Penjinggahan wijk I V banjaknja ƒ 100.— (seratoes roepiah), goenanja ini wang saja akan boeat ongkos m e m a n g g a n g batoe dikebon Lie Hok Leng di Anggoet.

Perdjandjian saja kepada H a d j i T a n d o Ali dari wangnja Jang terseboet itoe saja mengakoe memberi kaoentoengannja didalam sa-toe kali saja memanggang basa-toe ƒ SO,— (lima poeloeh roepiah) hing-ga tihing-ga kali saja memanghing-gang batoe, tida boleh Hadji T a n d o Ali m m t a k wangnja kombali, dan saja poen sebeloem tiga kali memang-gang batoe beloem boleh saja kembalikan itoe wang.

M a k a Jang djadi tanggoengan saja didalam hal ini doea orang, s a t o e A l i a m b a t dan doea S o e n d j a m , s e k i r a n j a ada s a t o e - s a t o e hal saja seperti moengkir atau mati, maka kedoea orang inilah j a n g djadi ganti saja menghoeroeskan perdjandjian saja ini.

Dan saja nama Aliambat dan Soendjam ada menaroeh tanda tangan dibawah ini, menjoenggoehkan djikalau salah satoe hal Lian-djoer didalam perdjandjian ini, maka kami kedoeanjalah jang tang-goeng menoeroeti sepandjang perdjandjian j a n g terseboet ini.

Bengkahoeloe pada 22 N o v : 1909.

T a n d a tangan saja, Alian ( x ) djoer /plakzegel 10 c e n t / Tanda tangan kami j a n g djadi tanggoengan

Ali ( x ) ambat Soen ( x ) djam.

T e r a n g dimoeka saja Wijkmeester 11 Oeloe Voor legalisatie

M. Billi

P a d a 28 J a n u a r i 1910 Liandjoer baroe kembalikan wang kepad;

Bosot ƒ 60.— boeat pengoeboer H a d j i T a n d o Ali.

V E R T A L I N G .

Schriftelijke verklaring.

Ik, ondergeteekcnde, genaamd Liandjoer, wonende in passer Penoeroenan, wijk II van Bengkoelen, verklaar voor den wijkmees-ter en de saksi-saksi te hebben erkend, dat ik een geldsbedrag aan contanten heb geleend van H a d j i T a n d o AH, wonende in Passer Penjinggahan, wijk IV, groot ƒ 1 0 0 . - (een honderd g u l d e n ) . Dit geld is bestemd om de kosten te bestrijden van het steenen bakken in den turn van Lie H o k L e n g te Anggoet.

Mijn afspraak met Hadji Tando Ali betreffende zijn geld voor-noemd," is, dat ik ƒ 50.— (vijftig gulden) winst aan hem zal geven bij eiken keer dat ik steenen bak en dit tot 3 keer toe. Zoolang ik nog geen drie keer steenen heb gebakken, mag Hadji Tando All zijn geld niet opeischen en mag ik het geld niet teruggeven.

Degenen die in deze borg voor me staan, zijn ten eerste Aliambat en ten tweede Socndjam; mocht zich één van de geval-len voordoen n.1. ik kom mijn verplichtingen niet na of ik kom te overlijden, dan komen deze twee voor mij in de plaats en zullen zij mijn belofte gestand doen.

En wij, Aliambat en Soendjam, stellen hieronder onze handtce-kening ter bevestiging dat wij bereid zijn, de bovenvermelde afspraak uit te voeren, indien bij Liandjoer één der gevallen, hierboven be-doeld, zich voordoet.

Bengkoelen 22 November 1909 Mijn handteekening

Aliandjoer.

Handteekening van ons, borgen, Aliambat,

Soendjam.

Rechtsgeldig geschied voor mij, Wijkmeester II Oeloe.

Voor legalisatie M. Bilil.

Op 20 Januari 1910 heeft Aliandjoer pas ƒ 60.— aan Bosot ter dekking der begrafeniskosten van Hadji Tando Ali.

86. Geldleening met zekerheidstelling. Rentebeding.

Saja i'ang bertanda tangan dibawah ini soerat, doea laki isterie nama Malaher dan Saleha, tinggal di Bengkoelen, pasar Baroe, mengakoe ada pindjem wang contant kepada baba Tjan R we Seng banjaknja ƒ 100.— (seratoes roepiah p e r a k ) ; perdjandjian saja membajar renten dalam satoe boelan ƒ 2.50 (doea roepiah lima poeloeh cent).

Tiap-tiap boelan saja Malaher atawa Saleha moesti bajar rentennja kepada Tjan Bwe Seng atawa kepada wakilnja, dan tiap-tiap saja bajar renten itoe oewang saja dapat kwitantienja dari jang terima.

Dan lagi kaloe ada satoe hal dalam perkara ini hoetang, jang djadi b o r g : satoe saja poenja roemah terdiri dipasar Baroe dan satoe ekor sapi pedatie dan satoe palangkin; dari itoe sapi dan pelangkin tinggal ditangan Malaher djoega, dan kiranja kaloe Baba Tjan Bwe Seng maoe raintak kombali ini oewang, moest;

kasih taoe satoe boelan dimoeka ; sampe temponja saja Malaher dan Saleha moesti bajar itoe oewang semoea sama rentennja, kaloe sampe djadi perkara semoea ongkos-ongkos dalam itoe per-kara saja Malaher dan Saleha moesti tanggoeng bajar, demikian-lah adanja.

Bengkoelen, den 4 Maart 1893.

Tanda tangan jang beroetang, Saleha

Malaher

(in Arab. karakters).

Saja soedah liat sendiri Malaher dan Saleha teeken ini soerat.

M. Haroen.

VERTALING.

Wij omdergeteekenden, echtgenooten, genaamd Malaher en Saleha, wonende te Benkoelen pasar Baroe, erkennen contanten te hebben geleend van den Chinees Tjan Bwe Seng ten bedrage van ƒ 100.— (een honderd gulden) ; onze afspraak is, dat wij per maand ƒ 2.50 (twee gulden en vijftig centen) rente zullen betalen;

Die rente moet door ons, Malaher en Saleha, elke maand af-gedragen worden aan Tjan Bwe Seng of aan diens gemachtigde en eiken keer, dat wij de rente betalen, moeten wij van den inner een kwitantie ontvangen.

Mocht er voorts iets gebeuren, dat deze geldleening raakt, dan dient als borg een huis ons toebehoorend, staande op passer Baroe en een trekos benevens een draagstoel, beide thans in han-den van Malaher. Mocht Tjan Bwe Seng het geld terug willen vragen, dan moet hij een maand van te voren ons daarvan in kennis stellen; wij Malaher en Saleha hebben alsdan de geheele geldsom, vermeerderd met de rente, te betalen. Mocht het tot een rechts-zaak komen, clan hebben wij Malaher en Saleha alle kosten van het rechtsgeding te dragen. Zoo is het.

Bcngkoelen 4 Maart 1893.

Handteekening van de schuldenaars : Malaher

Saleha.

Ik heb zelf gezien dat Malaher en Saleha hun handteekening onder deze akte stelden.

M. Haroen.

87. Verkoop van vee. (Benkoelcn).

Soerat djoeal beli.

Adalah saja nama Hadji Doeamat, tinggal didoesoen Tabah Pinggir Koening, marga Bermani Ilir, menerangkan dengan se-soenggoehnja saja telah djoeal pada seorang laki-laki nama Adjiralip doesoen Batoe Bandoeng marga Bermani Ilir seekor sapi dengan harga ƒ 80.— (delapan poeloeh roepiah) contant, sapi terseboet kepoenjaan saja sendiri.

Oewang sedjoemblah ƒ 80.— (delapan poeloeh roepiah) saja telah terima tjoekoep dan sapi terseboet telah diserahkan pada Adjiralip.

Tabah P. Koening, 20 Juli 1925.

Saja jang mendjoewal, Hadji Doeamat.

Saja jang membeli, Adjiralip.

Terang dimoeka saja Pasirah marga Bermani Ilir dan oewang djoeal beli sedjoemblah ƒ 1.50 (satoe 50/100 roepiah) telah saja terima.

Kebon Agoeng, 20 Juli 1925.

Pasirah Bermani Ilir, Abdul Latif.

VERTALING.

Akte van koop en verkoop.

Ik, Hadji Doeamat, wonende in de doesoen Tabah Pinggir Koening, verklaar naar waarheid, dat ik aan den persoon van Adjiralip van de doesoen Batoe Bandoeng marga Bermani Ilir,

heb verkocht een koe voor den prijs van ƒ 80.— (tachtig gulden) contant ; die koe is mijn eigen inlandsch bezit.

Het geld ad ƒ 80.— heb ik volledig ontvangen en de koe heb ik reeds aan Adjiralip overgedragen.

Tabah Pinggir Koening 20 Juli 1925.

Ik, de verkooper, Hadji Doeamat.

Ik, de kooper, Adjiralip.

Rechtsgeldig geschied voor mij, den Pasirah van de marga Bermani Ilir en de retributie voor koop en verkoop groot ƒ 1.50 (een gulden en vijftig centen) is bereids door mij ontvangen.

Kebon Agoeng, 20 Juli 1925.

De Pasirah van Bermani Ilir, Abdul Latif.

88. Geldleening met zekerheidstelling van roerend goed.

Soerat perdjandjian.

Saja jang bertanda tangan dibawah ini nama Raden Lakir dan tinggal dikampoeng Oedjoeng Goenoeng Ilir Menggala, me-ngakoe dengan sesoenggoehnja ada beroetang oewang contant banjaknja ƒ 45.— (empat poeloeh lima roepiah) pada pangeran Radja Intan kampoeng Oedjoeng Goenoeng Ilir Menggala djoega, dengan perdjandjian sebagai terseboet dibawah ini:

Saja Raden Lakir berdjandji dengan Pangeran Radja Inten bahwa oetang saja jang ƒ 45.— itoe akan saja bajar djelas dalam tempo 3 boelan terhitoeng dari ini hari dd. 19 Mei 1927.

Apa bila sampei tempo tiga boelan saja Raden Lakir tida mampoe bajar djelas pada Pangeran Radja Inten oetang jang terseboet, maka jang mendjadi borg saja jaftoe barang-barang jang terseboet dibawah ini :

1. randjang besi compleet, 2. medja dan anem krosi, 3. randjang kajoe djati.

Maka barang jang terseboet lantas saja serahkan pada Pa-ngeran Radja Inten dengan tida perkaranja lagi.

Demikianlah saja bertanda tangan dibawah ini terang di-moeka saksi.

Tanda tangan saja, Raden Lakir.

Saksi:

Kiagoes Hasanoedin

Masagoes Hadji Abdoelrachman Hasanoedin.

VERTALING.

Schriftelijke overeenkomst.

Ik, ondergeteekende, Raden Lakir, wonende in kampoeng Oedjoeng Goenoeng Ilir, Menggala, erken naar waarheid, con-tanten te hebben geleend ten bedrage van ƒ 4 5 . - (vijf en veertig gulden) van Pangeran Radja Inten van kampoeng Oedjoeng Goe-noeng Ilir, eveneens in Menggala en onder de navolgende voor-waarden :

Ik Raden Lakir, spreek met Pangeran Radja Inten af, dat ik mijn schuld groot ƒ 4 5 . - binnen 3 maanden, gerekend van heden, den 19en Mei 1927 af, volledig zal afbetalen.

Mocht ik, Raden Lakir, die schuld binnen 3 maanden niet hebben afbetaald aan Pangeran Radja Inten, dan dienen de na-volgende, hieronder genoemde goederen tot zekerheid,

1. een compleet ijzeren ledikant, 2. een tafel met zes stoelen, 3. een djatihouten ledikant.

Genoemde goederen zal ik dan aan Pangeran Radja Inten afstaan zonder dat daarvoor vooraf een rechtsgeding noodig is.

Aldus stel ik mijn handteekening hieronder, terwijl een en ander rechsgeldig is geschied in tegenwoordigheid van saksi's.

Handteekening van mij, Raden Lakir.

Saksi :

Kiagoes Hasanoedin

Masagoes Hadji Abdoelrachman Hasanoedin.

ZUID-SUMATRA.

S C H U L D E N R E C H T . E R F R E C H T .

89. Verklaring van de erfgenamen van een overledene, dat zij een schuld van den overledene erkennen.

(zegel van ƒ 1.50).

Keterangan.

K a m i sekalijan jang bertanda tangan dibawa ini soerat waris d a r i p a d a b a p a k a m i n a m a Abdul R a h i m j a n g s o e d a h m e n i n g g a l d o e n i a d i p a s a r M e l b r o wijk I.

Mengakoe dimoeka wijkmeester 1 Mohamad Lemin serta kepala kaoem pasar Melebro Hadji Abdul Mauan, bual Mohamad Ja'koeb

Mengakoe dimoeka wijkmeester 1 Mohamad Lemin serta kepala kaoem pasar Melebro Hadji Abdul Mauan, bual Mohamad Ja'koeb

In document INDONESISCHE DORPSAKTEN. w (pagina 150-168)