• No results found

3 Normatieve professionalisering in relatie tot het recht

3.3. Goed werk vanuit een morele horizon

Op basis van de bevindingen van de implementatie van preventive law in de juridische opleiding aan Zuyd Hogeschool zoals in dit onderzoek als aanzet wordt uitgelegd, kan normatieve professio- nalisering in het juridische veld goed werk van juristen bevorde- ren, werk dat deugt en deugd doet. Het gaat hier om de verrijking van de heersende juridische techniek en rationaliteit, tot een meer gewogen en voortdurend wegend oordeel, bij het beantwoorden van juridische normatieve vragen.

Deze verrijking verricht men vanuit normatief professionalise- ringsperspectief, door de wetenschappelijke inzichten en professi- onele expertise te verbinden met de (eigen) waarden en zingeving en die van anderen met wie men werkt, aldus Kunneman. Door voortdurend in een dialogisch proces antwoorden te zoeken op vragen als: wat is het doel, waarom kies ik de ene of de andere weg, welke interventie kies ik of kies ik voor geen interventie?445 De

professional gaat hierbij betekenisvol om met de spanning tussen systeem- en leefwereld, tussen enerzijds de dominante instrumen- tele vormen van professionele rationaliteit en anderzijds waarden van de leefwereld zoals betrokkenheid, aandacht, presentie, zorg en inhoudelijke doeloriëntatie.446

Hiermee wordt ook het onderscheid tussen normatieve professio- naliteit en normatieve professionalisering nog eens onderstreept.

444 De Jong, p. 255.

445 Kunneman 2012, p. 103.

Het eerste begrip heeft betrekking op de empirische constatering dat professioneel optreden normatief geladen is, zoals blijkt uit de eerder gegeven analyse van de juridische opleidingen en beroepen. Het tweede is hierboven uitgewerkt aan de hand van vier richting- wijzers voor het ontwikkelen van werk dat deugt en deugd doet. De betrokkenheid op goed werk is, aldus Van Ewijk, essentieel voor het bevorderen van normatieve professionalisering in een be- roepsgroep, zoals onderwerp is van mijn betoog.447 Om nader te

bepalen of werk niet alleen deugt maar ook deugd doet dient men daarbij in mensgerichte beroepen, zoals ook in het recht, voort- durend de morele horizon in ogenschouw te nemen. Zoals bij- voorbeeld de politie via normatieve professionalisering werkt aan een veiliger samenleving en de zorg werkt tegen de horizon van de gezondheid en het welzijn van de zorgbehoeftigen, zo werken pro- fessionals in het recht met de morele horizon van de rechtvaardige samenleving. De horizon is niet altijd helder, maar hij kan steeds weer oplichten.

Manschot448 zegt het kernachtig als hij zich mede tot het gebied

van de rechtsbeoefening richt. Hij zegt dat dienstverleners in het recht, machten en ideeën moeten weerstaan die mensen reduce- ren tot objecten of instrumenten. Voor het recht is een mens dus niet alleen een partij in een overeenkomst, of een verdachte in een strafzaak, of een rechtssubject, of erfgenaam. Het is aan de normatieve professionalisering om de mensen weer mens te laten zijn en de rechtsbeoefening ten dienste te stellen aan dat doel, de humanisering van het recht.449 Dit vereist ook het aanleren van

andere dan specifieke juridische competenties, om normatieve vra- gen vroegtijdig te adresseren ten dienste van verschillende actoren: ten dienste van de cliënt, ten dienste van de samenleving, ten dien- ste van de realisatie van algemene rechtvaardigheidsbeginselen, ten dienste van de toebedeling van de rechtmatigheid en ten dienste van de goede opleiding en beroepsuitoefening van de jurist. Dit, opdat goed werk tegen de morele horizon van de rechtvaardigheid

447 Van Ewijk 2013b, pp. 57 en 60. 448 Manschot 2010.

daadwerkelijk tot stand komt. Het gaat hierbij in de kern, volgens Luicies, om het navigeren in de context van de verschillende waar- denkaders die deze actoren of elementen in zich bergen.450

Hieronder licht ik de theorie van normatieve professionalisering nader toe met elementen uit drie maatschappelijke gebieden, waarin het al een belangrijke rol speelt: de zorg, het onderwijs en het bedrijfsleven. Het zijn doorkijkjes die ik gebruik, om met de belangrijkste bevindingen, voortdurend in de tekst naar analogie, principes aan te geven hoe het zou kunnen werken in de rechts- beoefening en hoe het in de opleiding van juristen geïmplemen- teerd zou kunnen worden. Ik profiteer hierbij van transprofes- sionele kennisontwikkeling, dat wil zeggen van inzichten die in andere professionele gebieden als kennis zijn ontwikkeld met als doel overdracht naar een wijdere maatschappelijke context, zoals in mijn geval het recht. Ervaringen met werk dat deugt en deugd doet in andere sectoren dan het recht kunnen als voorbeeld en bron van inspiratie dienen voor het systematisch verankeren van normatieve reflexiviteit en normatieve leerprocessen in het juri- disch domein.451

De analoge transprofessionele kennisoverdracht geeft mij hier de mogelijkheid zowel vanuit het perspectief van de praktijk (wat werkt?) als vanuit het perspectief van de kennisontwikkeling (hoe werkt het?) een bijdrage te leveren aan het verrijken van de dis- cussie omtrent juridische beroeps- en opleidingsinnovatie in het kader van de normatieve professionalisering.452 Het schept voor-

waarden voor de vrije ruimte en de humuslaag die nodig zijn om systematische normatieve reflexiviteit in een zo weerbarstig en tra- ditioneel beroepenveld mogelijk te maken.453 Een onderdeel van

dit onderzoek is derhalve de transprofessionele kennisadoptie van ervaringen en inzichten met betrekking tot normatieve professio-

450 Luicies, pp. 262-264.

451 Van Ewijk 2013b, pp.14-15 en Nap, p. 239. 452 Kanne en Grootoonk, p. 87.

453 Nap 2012, p. 239 en Luichies, p. 264, Nap p. 167 en verder p. 240. Zie ook Van Ewijk 2013b, p. 35 en verder.

nalisering uit andere professionele domeinen, om daarmee de normatieve professionalisering in het recht door middel van een systematische verankering van reflectie en leerproces te introdu- ceren. Dat zal met veel wrijvingen gepaard gaan; het is echter wel leerzaam. Door leerzame wrijvingen krijgt het resultaat glans. Hiermee is ook de verbinding met het hoofdstuk 4, over preven- tive law aangegeven. Ik introduceer ervaringen en inzichten uit andere domeinen als procesmatig vergezicht, als aanzet tot wrijvin- gen waar we van kunnen leren, als mogelijkheden tot zinvolle ant- woorden op de ‘trage vragen’ die in het vak leven. De ervaringen waar ik naar verwijs worden ook wel aangeduid als ‘morespruden- tie.’454 Dit begrip is verwant aan de humuslaag waar Kunneman en

Nap naar verwijzen. Het duidt op het proces waarin, met gebruik van narratieve methoden, gericht kennis en inzichten worden ver- zameld die uit morele reflectieprocessen in specifieke domeinen naar voren komen. Die bieden volgens Kanne en Grootoonk be- langrijke referentiepunten voor toekomstige vergelijkbare situa- ties.455 Daarnaast is het voor een jurist een bijzondere aanvulling

naast jurisprudentie: moresprudentie. 3.4. De zorg

In de zorg speelt in het laatste decennium de vraag naar ‘meer handen aan het bed’. De klacht is dat zorgverleners niet meer toe- komen aan waarvoor ze in het vak zijn gegaan, namelijk directe patiëntenzorg. Heertje geeft aan dat er bijvoorbeeld dankzij de technocratische bureaucratisering456 een enorme ballast aan admi-

nistratief handelen is ontstaan. Dit houdt de zorgverleners af van hun werkelijke taak, namelijk goede zorg verlenen. De professio- nal komt zo in de knel, aldus Jacobs en inmiddels deelt de publie- ke opinie haar mening.457 Zoals hierboven aangegeven is in Neder-

land halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw het concept

454 Kanne en Grootoonk, p. 75 en verder. 455 Kanne en Grootoonk, p. 75.

456 Heertje, p. 28. 457 Jacobs 2008b, p. 41.

normatieve professionaliteit in relatie tot ‘goed werk’ uitgewerkt voor een aantal maatschappelijke gebieden waaronder de zorg. Morele waarden ten aanzien van de invulling van de professionali- teit worden bepaald door een afweging van verschillende normen, de maatschappelijk-organisatorische, de professionele, de vaktech- nische, de beroepsmatige en de persoonlijke. De afweging vindt voortdurend in werkprocessen plaats, vooraf, tijdens en achteraf. Dit houdt verband met wat door Kanne en Grootoonk wordt om- schreven als de drie E’s: engagement, ethics en excellence. Hoe krijgt goede zorg vorm: door betrokkenheid, ethisch en normatief zuiver handelen en door topzorg te leveren. Dat laatste is uiteraard niet of niet alleen medisch-technisch ingevuld, maar eveneens per- soonlijk, op basis van het betrokken handelen van de professional, aldus de normatieve professionaliseringstheorie. Indien er sprake is van creatieve wrijvingen tussen met vrucht kunnen zoeken naar een veelheid van verschillende normen uit verschillende velden, ontstaat een vrije ruimte, waarin mensen helderheid kunnen krij- gen over een goede invulling van hun werk.458

Als voorbeeld van de uitwerking van normatieve professionalisering in het domein van de zorg ga ik kort in op de analyse van Van den Ende. Zij geeft helder aan welke conclusies getrokken kun- nen worden als het gaat om de invloed van normatieve professio- nalisering en het doen van goed werk in de zorg. Zij bestudeerde in het bijzonder de ouderenzorg in een Nederlandse gemeente voor mensen met een lage sociaaleconomische status.459

Allereerst spelen verschillende niveaus van normatieve afwegin- gen een belangrijke rol. Het betreft hier: de normen en waarden van de doelgroep, de normen en waarden van de samenleving, de persoonlijk normen en waarden, de normen en waarden die sa- menhangen met het beroep, en de normen en waarden van de organisatie.460 Daarnaast wijst Van den Ende op het feit dat deze

normen vaak een impliciete rol spelen. Zij bedoelt onuitgespro-

458 Kanne en Grootoonk, p. 87. 459 Van den Ende, 2011, p. 42. 460 Van den Ende, 2011, pp. 44-49.

ken normen, normen die het gedrag van de professional sturen maar niet geëxpliciteerd worden. De normatieve professionalise- ringstheorie wijst op de waarde van de reflectie en het leren in betrokken professioneel handelen. Zij geeft daarvoor verschillende methoden, waarvan de belangrijkste de participatieve-dialogische werkwijze is. In deze methode staan cyclische leer- en verander- processen centraal. Elementen zoals wederzijdse openheid, respect en het vermijden van hiërarchische relaties, scheppen de mogelijk- heid inzichten te verhelderen omtrent de waarden die impliciet aan het professioneel handelen ten grondslag liggen.

Voorts geeft haar onderzoek aan, dat kwaliteitszorg gemeten door output, geen recht doet aan de complexiteit van de realiteit van al- ledag.461 Zij stelt daarom voor in haar rapportage ten eerste vooral

en voortdurend aandacht te besteden aan goede randvoorwaarden in termen van inhoudelijke en wetenschappelijke ‘voeding’. Ten tweede een voortdurende dialoog te voeren over wat goed werk is, zonder ervan uit te gaan dat dit zodanig gedefinieerd kan worden dat iedereen dezelfde connotatie heeft bij de betrokken normen en waarden. En tenslotte professionele moed aan de dag te leggen om als beroepskracht je zorgen, twijfels, onzekerheden en (innerlijke) tegenstrijdigheden op tafel te leggen.462

Leidraad in haar onderzoek is, dat de professional in zijn werk voortdurend ervaart dat er een spanning is tussen de eisen die voortkomen uit de morele horizon van het vak en de interven- tie van de professional; een spanning tussen nabijheid en distan- tie.463Voor het juridisch domein kan hier gedacht worden aan de

spanning tussen de rationeel juridische perceptie van de werke- lijkheid en het innerlijke morele kompas van de jurist zelf. Als er gesproken wordt over een reactief paradigma of een jurist die onder het traditionele reactieve rechtsdenken voornamelijk tech- nisch juridische instrumenteel werkt, staat dit beeld op gespannen voet met de jurist die zich laat leiden door de menselijke relatie

461 Van den Ende, 2011, p. 65. 462 Van den Ende 2011, pp. 66-69. 463 Van den Ende 2011, p. 98.

of door het dienen van hogere rechtvaardigheidsdoelen, dan wel bijvoorbeeld werkt vanuit de waarde van het voorkomen, de pre- ventie. Hierbij spreken we van een uitgangspositie die gericht is op het voorkomen van problemen en het bestendigen van relaties en een rechtvaardiger samenleving als lange termijn doel. Hiermee wordt een beeld geschetst waarmee het verschil tussen een pro- fessional die zijn eigen normativiteit als onproblematisch en als vanzelfsprekend beschouwt en een professional die werkt aan zijn eigen normatieve professionalisering en reflexief en kritisch om- gaat met de normatieve keuzes en afwegingen die zijn beroep met zich meebrengt. We zouden voor het recht kunnen spreken van het systematisch aanwenden van de reflectie in de professionele ruimte, waardoor in concrete contexten en situaties, voortdurend via leerzame wrijving en dialogen door professionals wordt uit- gevonden van wat daar, hier en nu goed is. Dit tegen de horizon van de waarde van de eigen professionaliteit, zoals de rechtvaar- dige samenleving. Dit is waarom normatieve professionalisering en preventive law in mijn onderzoek worden gezien als aanzet tot het normatieve debat, het nadenken en uitwisselen van inzichten over de normatieve professionalisering van de juridische professie. Enerzijds scheppen normatieve professionaliteit en preventive law een humuslaag voor een goede rechtsuitoefening. Het doel hiervan is het bevorderen van de door Kunneman aangeduide leerzame wrijvingen464 binnen het juridische veld en in het voorbeeld in

hoofdstuk 5 de juridische opleiding. Anderzijds kan normatieve professionalisering in het recht door de preventive-law-beweging groeien, doordat preventive law de vragen naar professionaliteit van de jurist, de adequaatheid van de opleiding van de jurist, de maatschappelijke functie van de rechtswetenschap en de humani- sering van het recht überhaupt onomwonden adresseert.