• No results found

4.3 Ruimtelijke variatie van de boomdiameter

4.3.2 Standaardafwijking en range van de boomdiameter

4.3.2.1 Globale analyse

Om de variatie over het terrein, de lokale spreiding en de ruimtelijke variatie van de boomdiameter te onderzoeken werden volgende maten berekend:

• standaardafwijking en range van de boomdiameter voor alle gemeten bomen per terrein: dit is een maat voor de diameterspreiding over het volledige terrein

• gemiddelde standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt: dit is een maat voor de lokale spreiding op de diameter, ter hoogte van de opnamepunten

• standaardafwijking en range van de gemiddelde boomdiameter per opnamepunt: dit is een maat voor de variatie in diameter tussen de opnamepunten (opnamepunten met gemiddeld dikkere en dunnere bomen; ook een maat voor standplaatsverschillen) • standaardafwijking en range van de standaardafwijking van de boomdiameter per

opnamepunt: een maat voor het feit of er over het terrein verspreid grote verschillen in lokale variatie voorkomen.

4.3.2.1.1 Standaardafwijking en range van de boomdiameter voor het volledige terrein De standaardafwijking en de range (maximum – minimum) op de gemiddelde boomdiameter (cm) per opnameplot voor elk van de 24 proefterreinen en dit uitgezet in functie van de leeftijd, werden gevisualiseerd in Figuur 8. De cijfergegevens zijn weergegeven in bijlage 4, Tabel 3. 0 10 20 30 0 2 4 6 8 aanplantingen (spontaan+geplant) aanplantingen (geplant) verbossingen Leeftijd (jaar) Bomen met diameter > 1 cm

Stan da ard a fw ijkin g 0 10 20 30 0 10 20 30

40 aanplantingen (geplant+spontaan)aanplantingen (geplant) verbossingen

Leeftijd (jaar) Bomen met diameter > 1 cm

Ra ng e in di am eter (cm) Figuur 8a Figuur 8b

Figuur 8 Standaardafwijking (figuur 8a) en range (maximum – minimum waarde; figuur 8b) op de boomdiameter (cm) over alle geregistreerde bomen per proefterreinen uitgezet in functie van de leeftijd.

De standaardafwijking van de boomdiameter voor de totale boompopulatie aanwezig op het terrein neemt zowel in aanplantingen als in verbossingen lineair toe met de leeftijd. Ook de range van de boomdiameter neemt logischerwijze toe met de leeftijd.

De variatie van de boomdiameter in verbossingen is voor beide parameters vergelijkbaar met die voor de aanplantingen, zowel exclusief, als inclusief opslag.

Het enige verschil dat merkbaar is, is dat de curve voor verbossingen bij de oudste

leeftijdsklasse blijkbaar verder lineair toeneemt, terwijl die voor de aanplantingen lijkt af te buigen. Deze interpretatie dient echter met de nodige reserve te worden gemaakt gezien het curveverloop hier door het beperkt aantal punten vrij onzeker is.

Zowel bij verbossingen als aanplanten komen dus zeer vergelijkbare dimensieverschillen tussen de aanwezige bomen voor.

4.3.2.1.2 Gemiddelde standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt

Het gemiddelde van de standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt vat de lokale variatie van de boomdiameter (de variatie per opnamepunt) samen in een globaal cijfer voor het terrein.

De waarden voor de individuele terreinen zijn weergegeven in bijlage 4, Tabel 4 en werden uitgezet in functie van de leeftijd in Figuur 9.

0 10 20 30 0 2 4 6 8 Leeftijd (jaar) Bomen met diameter > 1 cm

aanplantingen (geplant+spontaan) aanplantingen (geplant) verbossingen St an da ar d a fw ijki n g

Figuur 9 Gemiddelde standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt in functie van de leeftijd.

De gemiddelde standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt neemt zowel in aanplantingen als in verbossingen lineair toe met de leeftijd, en ligt zelfs in dezelfde grootteorde als het cijfer voor het volledige terrein. Binnen de lokale proefvlakjes van 15 bomen vatten we met andere woorden reeds grotendeels de volledige diameterrange van het terrein.

De verschillen tussen aanplantingen en verbossingen worden wel meer uitgesproken: de lokale variatie van de boomdiameter in verbossingen is groter dan deze voor aanplantingen, zowel inclusief als exclusief opslag, en dit verschil wordt meer uitgesproken bij de oudere bestanden. Dit is ook logisch, aangezien de gelijkjarig en gelijkmatig aangeplante bomen van eenzelfde leeftijd eerder neigen naar vergelijkbare diameters, en daardoor de lokale variatie naar beneden trekken. Toch blijft ook hier de lokale variatie vrij groot, zelfs als enkel naar de aangeplante bomen wordt gekeken.

De spontane verbossingen daarentegen hebben vaak een intieme menging van boomsoorten met verschillend groeiregime en een veel onregelmatiger lokale verdeling en daardoor variabele concurrentiedruk bij de natuurlijke stamtalreductie.

4.3.2.1.3 Standaardafwijking en range van de gemiddelde boomdiameter per opnamepunt De standaardafwijking en de range van de gemiddelde boomdiameter per opnamepunt zijn een maat voor de ruimtelijke variatie van de gemiddelde boomdiameter per opnamepunt over de verschillende opnamepunten van een terrein.

De waarde van de standaardafwijking en de range (maximum - minimum) van de gemiddelde boomdiameter voor de individuele terreinen is weergegeven in bijlage 4, Tabel 4 en werd uitgezet in functie van de leeftijd in Figuur 10.

0 10 20 30 0 1 2 3 Leeftijd (jaar) Bomen met diameter > 1 cm

aanplantingen (geplant+spontaan) aanplantingen (geplant) verbossingen St an da ar d a fw ijki n g 0 10 20 30 0 4 8 12 aanplantingen (geplant+spontaan) aanplantingen (geplant) verbossingen Leeftijd (jaar) Ra ng e in di am eter (cm)

Bomen met diameter > 1 cm

Figuur 10a Figuur 10b

Figuur 10 Standaardafwijking (figuur 10a) en range (figuur 10b) van de gemiddelde boomdiameter (cm) per opnamepunt uitgezet voor elk van de 24 proefterreinen in functie van de leeftijd.

De standaardafwijking en de range van de lokale gemiddelde boomdiameter neemt aanvankelijk eveneens lineair toe met de leeftijd en dit zowel in aanplantingen als in

verbossingen. De ruimtelijke variatie van de lokale gemiddelde boomdiameter (dus zones met verschillende gemiddelde groeisnelheid over het terrein) neemt dus toe naarmate de terreinen ouder worden. De curven voor de aanplantingen (met en zonder spontane opslag) lopen vrijwel gelijk met die voor de verbossingen. De drie curven zijn na 30 jaar al sterk afgevlakt, wat erop wijst dat de maximale ruimtelijke variatie dan min of meer bereikt is, en niet verder toeneemt. Voor de oudste terreinen komt evenwel een zeer brede range van waarden voor, zowel in verbossingen als in aanplantingen (ook voor de aangeplante bomen alleen), waardoor het verloop van de curve daar onzeker is.

4.3.2.1.4 Standaardafwijking en range van de standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt

De standaardafwijking en de range op de standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt zijn een maat voor de ruimtelijke variatie op de lokale variatie van de

boomdiameter, met andere woorden in hoeverre er zones in het terrein voorkomen met weinig en veel lokale variatie op de boomdiameter.

De waarden voor de individuele terreinen zijn weergegeven in bijlage 4, Tabel 4 en werden uitgezet in functie van de leeftijd in Figuur 11.

Figuur 11 Standaardafwijking (figuur 11a) en range (figuur 11b) op de standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt in functie van de leeftijd.

De standaardafwijking en de range op de standaardafwijking van de boomdiameter per opnamepunt nemen zoals verwacht toe met de tijd.

De verschillen in lokale variatie lijken bij de verbossingen sterker toe te nemen in de tijd dan bij de aanplantingen. Dit is vrij logisch gezien het ‘afvlakkende’ effect van de gelijkmatig over het gehele terrein aangeplante gelijkjarige bomen van dezelfde soort in de aanplantingen. Het curveverloop in de oudste leeftijdsklassen is echter sterk bepaald door een beperkt aantal punten en moet daarom met de nodige omzichtigheid gebruikt.

Belangrijk is aan te stippen dat ook in de aanplantingen de verschillen blijven toenemen, zij het wellicht minder uitgesproken.