• No results found

Geschillenbeslechtingsmechanisme van het VN-Zeerechtverdrag

DEEL II DE KENMERKEN VAN INTERSTATELIJKE CONCILIATIE

1.2. Geschillenbeslechting in het VN-Zeerechtverdrag

1.2.2. Geschillenbeslechtingsmechanisme van het VN-Zeerechtverdrag

Zoals eerder al aangehaald kan je in het internationaal recht twee soorten geschillenbeslechtingsmethoden onderscheiden. Enerzijds heb je de niet-bindende, ‘politieke’ methoden, anderzijds de juridisch bindende methoden. Ook in het VN-zeerechtverdrag komen beide soorten methoden in verschillende vormen aan bod. Gezien de omvang van het verdrag – 307 artikels, 11 bijlagen en een onderhandelingsduur van 8 jaar – hoeft dit niet te verbazen. Ondanks de duidelijke nood aan een degelijk geschillenbeslechtingsmechanisme was het construeren ervan een zeer heikel punt tijdens de onderhandelingen. Daardoor werden de relevante bepalingen vaak gewijzigd en geamendeerd. De artikelen betreffende geschillenbeslechting kregen daarom pas echt hun finale vorm nadat de rest van de bepalingen van het verdrag al waren opgesteld.412

Het VN-Zeerechtverdrag gaat in artikel 279 uit van het principe van vreedzame geschillenbeslechting. Bovendien wordt partijautonomie in de verf gezet in artikel 280, getiteld “Regeling van geschillen met vreedzame middelen als gekozen door de partijen erbij”. Volgens dat artikel staat niets in deel XV van het verdrag dat afbreuk doet aan het recht van staten om een geschil te beslechten door middel van de door hem gekozen vreedzame middelen. Ook de volgende artikelen413 beamen de primauteit van

vreedzame geschillenbeslechting door middel van een door de partijen overeengekomen methode. De vraag rijst echter wat er gebeurt wanneer de partijen niet overeenkomen over een beslechtingsmiddel of als een overeengekomen beslechtingsmiddel niet vruchtvol blijkt.

In afdeling 2 van Deel XV betreffende de regeling van geschillen, heeft men het over verplichte procedures die bindende resultaten hebben. Deze procedures zijn zowel verplicht als bindend; ze verlenen jurisdictie aan het gerecht of tribunaal waar het geschil wordt voorgelegd ter beslissing, en die beslissing is bindend voor de partijen bij het geschil en moet dus nageleefd worden. Eens een staat het VN-zeerechtverdrag ratificeert of op andere manier van zijn wil om gebonden te worden door dat verdrag te blijk geeft, bindt het zich ook tot de principes van afdeling 2 en dus ook de bindende en verplichte procedures.414 De primauteit van afdeling 1 moet echter wel benadrukt worden.415

412 Merrills, J. G., International Dispute Settlement. 5th ed. Cambridge: Cambridge University Press, 2011, p. 167- 168

413 Artikel 281, 282 en 283 VN-Zeerechtverdrag 414 UNCLOS Commentary p. 38, vn. 379 415 Artikel 286 VN-Zeerechtverdrag

65 Een staat kan een verklaring afleggen waarin hij één of meerdere wijzen van bindende geschillenbeslechting als preferentie aanduid. Indien de partijen bij een geschil dezelfde procedure voor de regeling ervan hebben aanvaard, kan het geschil slechts aan die procedure worden onderworpen, tenzij de partijen anderszins overeenkomen. Hebben ze niet dezelfde procedure als preferentie aangeduid, dan zal men overgaan tot arbitrage overeenkomstig bijlage VII. 416

Echter in bepaalde gevallen, vermeld in afdeling 3 van deel XV van het VN-Zeerechtverdrag, mogen of kunnen geschillen niet onderworpen worden aan de verplichte beslechting van afdeling 2. Artikel 298 voorziet bijvoorbeeld in een verplichte conciliatie in de gevallen vermeld. Dit is ook de bepaling waar Oost-Timor op steunde om een conciliatieprocedure te initiëren.

Kenmerken van conciliatie

Nu we voldoende inzichten hebben hebben om de conciliatieprocedure tussen Oost-Timor en Australië te kunnen analyseren, kan worden overgegaan tot een onderzoek naar de kenmerken van conciliatie. Zoals eerder vermeld417 doen we dat aan de hand van drie verschillende invalshoeken: de

conciliatieregels onder het VN-Zeerechtverdrag; de praktische uitwerking van die regels via een case- study; en een vergelijking met andere conciliatieprocedures.

Conciliatie kan worden gedefinieerd als een methode voor het beslechten van internationale geschillen van om het even welke aard, volgens dewelke een commissie, opgezet door de partijen op permanente of ad hoc basis, overgaat tot het onpartijdig onderzoeken van het geschil en poogt om de voorwaarden om tot een akkoord te komen, te definiëren of om de partijen op enigerlei andere wijze de hulp, die zij hebben verzocht, te bieden.418 In essentie heeft conciliatie dus twee kernfuncties; langs de ene kant het

geschil onderzoeken en langs de andere kant suggesties doen over een mogelijke beslechting van het geschil.419

Het eclectische karakter van de methode is duidelijk. Conciliatie zorgt voor een juridische basis voor een interventie in het geschil door een derde partij en institutionaliseert het op een gelijkaardige, doch niet identieke wijze als arbitrage en feitenonderzoek. Het onderzoek dat centraal staat in de procedure van de feitenonderzoek, kan ook of kan ook net niet een pivotaal element zijn in de conciliatieprocedure. Bovendien staat de zoektocht naar een oplossing en voorwaarden die kunnen worden aangenomen door

416 Artikel 287 VN-Zeerechtverdrag 417 Supra Werkwijze

418 Artikel 1 Regulations on the Procedure of International Conciliation zie ROLIN, H., “La procédure de conciliation en droit international public”, Annuaire de l’ IDI, 1961, vol. 49, I, p. 193

419 MERRILS,J.,“The means of dispute settlement” in EVANS,M.D., International Law. 3rd ed. Oxford: Oxford University Press, 2014, p. 563-588

66 de partijen, maar hen niet binden, in schril contrast met de bindende werking van een arbitrageprocedure.420

Ook in het VN-Zeerechtverdrag vinden we dus een conciliatieprocedure terug. Enerzijds kan, in het licht van de primauteit van de partijautonomie, een conciliatieprocedure worden opgestart indien de partijen daartoe overeenkomen.421 Anderzijds is de conciliatieprocedure in bepaalde gevallen verplicht indien

een partij daartoe een verklaring heeft afgelegd.422

Indien de conciliatie in het VN-Zeerechtverdrag niet leidt tot een oplossing op basis van het rapport van de conciliatiecommissie, schrijft artikel 298 voor dat de partijen, mits wederzijds goedvinden de kwestie kunnen voorleggen aan een in afdeling 2 vernoemde procedure, tenzij de partijen anders overeenkomen.423 De verdere bepalingen inzake conciliatie zijn te vinden in Bijlage V van het VN-

Zeerechtverdrag. De inhoud van de bepalingen van Bijlage V is echter beperkt en eerder toonaangevend dan gedetailleerd.