• No results found

Na de vooronderzoeken werd geopteerd om de aangetaste eiken balk te vervangen door een samengestelde trekbalk in staal van waaruit de kooflijst met draadstangen verankerd zou worden. Hoewel deze gefaseerde assemblage uitvoerig berekend en beschreven werd, werkte het ontwerpteam uiteindelijk een andere optie uit in het uitvoeringsbestek.

Omdat bij de wederopbouw reeds een volledig betonskelet was aangebracht, werd voorgesteld om dit reeds aanwezige skelet een weinig te gaan uitbreiden en te vervolledigen tot net onder het niveau van de kooflijst. Door de betonbalk bovendien over 120 cm te verlengen aan de kopse uiteinden van de balk, in het metselwerk van de zijgevels, werd een voldoende stevig geheel gemaakt.

Door de complexiteit van de uitvoering was in het lastenboek een volledig en gedetailleerd inter-ventieplan uitgeschreven. De vier bovenste

De stalen schoorconstructie maakte de verbinding tussen betonbalken van de gevel en die van het interieur. Deze ingreep stabiliseerde de topgevel tot een definitieve betonbalk kon worden gegoten (© THV ÁRTER & Lode De Clercq)

menteerd. De aannemer bereidde uitermate gedetailleerd een stappenplan voor met het oog op de maximale bescherming en de minimale beschadiging van de drager en de polychromie.

Dit werd uitvoerig besproken met en systema-tisch verfijnd voor het uiteindelijk in uitvoering ging. Eerst werd het verflagenpakket gefixeerd doorheen lens tissue paper. Vervolgens werden alle zichtbare barsten en scheuren overge-bracht op een dunne polyesterfolie en afgetoetst aan de vastgestelde patronen van de deksteen van de kooflijst en de resultaten van de radar-analyse bij de vooronderzoeken.

Om de werken aan de bovenzijde van de kooflijst van bouwlaag 2 veilig te kunnen uitvoeren, werd op de laagreliëfs van de kooflijst een meerlaagse beschermfacing aangebracht. Deze facing had niet alleen tot doel de bouwsculptuur te beschermen, maar het ook mogelijk te maken deze te ondersteunen wanneer de verankering waarmee ze aan de gevel hingen, werd losge-maakt. Door deze facing te starten met enkele laagjes fijn katoengaas en gaandeweg de structuur van het textiel te vergroten met voorgewassen linnen, werd het lagenpakket opgebouwd tot enkele centimeter dikte dat perfect het subtiele en fragiele vormenspel van het laagreliëf volgde. Alle barsten werden hierbij zorgvuldig uitgespaard.

Omdat de laagreliëfs werden losgemaakt van de achterliggende balk, moesten deze geschoord kunnen worden. Voor elk segment van de kooflijst werd een gipsen steunkap gemaakt, verstevigd met houten latten. De randen aan de zijkanten van de panelen en de barsten werden eerst uitgevlakt met klei. Vervolgens werden de vooruitspringende delen geëgaliseerd met Parijsgips dat werd verstevigd met jute. In de drievoudige paneelstructuur van de bovenste panelen bleken, ter hoogte van de platbanden, horizontale voegen voor te komen tussen de cassettes. Hierdoor werd beslist dat deze voegverdeling het uitgangspunt vormde voor het afbakenen van de gipskappen. Bij het maken van de gipskappen werd er zo gewerkt dat deze individueel konden worden losgemaakt. De aansluiting met de dwarse metalen platbanden werd uitgevoerd met een voeg in klei zodat de steunkap hier niet achter vast bleef zitten en deze stang steeds bereikbaar bleef.

Schoring

De laagreliëfs en consoles werden gestut. Naast ter plaatse en stabiel houden van het geheel, moest het ook de polychromie beschermen. Om de schoring van de fragiele gepolychromeerde

Voor het uitvoeren van de grondige stabiliteitsingrepen aan de voet van de topgevel dienden de bovenste drie panelen van iedere travee van de kooflijst te worden geconsolideerd en ondersteund.

Om de polychromie en de sculptuur te beschermen, werd een facing aangebracht in verschillende lagen van fijn katoengaas tot grofmazig linnen. De randen van de sculptuur werden afgevlakt met klei en de barsten zijn uitgespaard vooraleer een pleister over het geheel werd aangebracht als voorbereiding voor de ondersteunende constructie

(foto’s J. Ketels © THV ÁRTER & Lode De Clercq en © Altri Tempi)

aangeduid en in verband gebracht met deze aan de voorzijde. De breuken en voegen in de kooflijst werden gereinigd met een stofzuiger en onder hoge druk met een compressor drooggespoten.

Om ook in de diepte te reinigen, werd met een droog straalmiddel gereinigd. Zo werd een droge, stabiele ondergrond verkregen.

Het gevelmetselwerk tot vlak voor de verrotte eikenhouten strijkbalk en de balk zelf werden verwijderd in secties van ongeveer 75 cm breedte. Net als bij een onderschoeiing werd blauwe hardsteen mogelijk te maken, werd

geopteerd voor een zeer rigide, volledig op maat gemaakt solide systeem. De stelling werd aangepast zodat het de belasting van de vrijge-maakt kooflijst kon opvangen. Onder de kooflijst werden versterkte U-liggers aangebracht die met een andrieskruis van stalen stellingbuizen met elkaar verbonden werden. In de bovenste twee U-liggers werden kleine kepers geklemd waarop een betonplexplaat van 18 mm met inox schroeven werd bevestigd. Door middel van kepers en een betonplexplaat van 12 mm werd daarop een hellend vlak gecreëerd. Tussen dit hellend vlak en de kooflijst werd een stuwkussen opgeblazen. Om doorboring/beschadiging van de kussens te vermijden, werd tussen het stuwkussen en de kooflijst één laag rockwool gelegd. Op deze manier werden de ingepakte en beschermde kooflijsten volledig ondersteund.

Ter hoogte van de consoles werd er enkel gewerkt met een betonplexplaat van 18 mm rechtstreeks op de kleine kepers in de U-liggers.

Daarop werd een stuwkussen en een laag flexibel isolatiemateriaal geplaatst zodat dit perfect de vorm ondersteunde. Dit gebeurde niet enkel voor de panelen, maar ook voor de consoles.

Vrijmaken van de kooflijst en de afbraak van metselwerk

De opvulling tussen parement en kooflijst werd verwijderd met hamer en beitel. De holtes bleken te zijn gevuld met een mengeling van kleine natuursteenfragmenten, baksteenmet-selwerk en (bak)steenbrokken in kalkmortel. Er werd besloten om het opvulmetselwerk tussen kooflijst en parement te verwijderen in stroken van telkens 75 cm. Dit moest gebeuren met een nauwkeurige aanpak; de invulling moest zodanig worden weggeschept zodat de laagopbouw en de samenstelling registreerbaar zouden zijn.

Het oppervlak werd van vuil, steengruis en stof ontdaan door middel van een industriële stofzuiger. In gereinigde toestand bleek ook dat de zo typerende koofvorm aan de zichtzijde ook was aangebracht aan de onzichtbare achterzijde en dit dus niet recht was afgewerkt. In tegen-stelling tot wat oorspronkelijk was voorzien, werden de bovenste koofblokken niet gedemon-teerd.

De bovenzijde werd gefotografeerd na gedeelte-lijke verwijdering van het opvulmetselwerk en reiniging van het oppervlak. Ook hier werden de zichtbare en dieperliggende verankeringen van de kooflijst in kaart gebracht. Daaropvolgend werden de zichtbare barsten, scheuren en voegen aan de bovenzijde van de kooflijst

Er werd een volledig op maat gemaakt systeem uitgedacht om de kooflijst te ondersteunen en af te steunen op de stelling. Schematische voorstelling van deze tijdelijke ondersteuning

(© THV Monument Vandekerkchove nv-Altri Tempi)

Onder de tijdelijke ondersteuning en onder de consoles werden luchtkussens aangebracht die steunden op houten panelen die de lasten overdroegen op de gestabiliseerde gevelsteiger (© Altri Tempi)

ankers verwijderd. Voor het ‘brocheren’ van de gebarsten consoles van bouwlaag twee werden er boorgaten gemaakt met een diameter van 10 mm of 16 mm. Het boren gebeurde door middel van een watergekoelde diamantboor, waarbij de vibraties tot een minimum moesten worden beperkt. De booreenheid werd stabiel opgesteld op een boorstandaard en de boor-machine bewoog langs een universele gelei-dingsarm om zo weinig mogelijk van het traject af te wijken. Gezien de beperkte breedte van de console en de vernauwingen aan de zijkanten was dit een uiterst secuur werk dat door een ervaren steenrestaurateur werd uitgevoerd. De boringen gebeurden licht afhellend om een goede en volledige opvulling van het boorgat te kunnen bekomen. Vooraleer het epoxyhars werd geïnjecteerd, werden de ankergaten met perslucht gereinigd via een tot achter ingebrachte slang. Pas nadien werden carbon-vezelstaven ingevoerd tot op het diepste punt van het boorgat. Het verstevigen van de consoles was noodzakelijk vooraleer de rest van de werken kon worden aangevat.

Tegelijkertijd werd aan de binnenzijde gestart met het afwerken van de betonbalk. Aan het schoren, het schorsen van de wapeningen en de uitvoering van het beton zelf waren strikte voorwaarden verbonden. Om de nieuwe balk als een geheel te laten functioneren met de bestaande betonportiek, werd een deel van de bovenwapening vrijgemaakt en werd een retour voorzien aan beide uiteinden van de gevel. Door het werken in stroken, met een wachtwapening, verliep het proces in verschillende stappen en moest steeds worden gewacht tot het beton voldoende was uitgehard. Omdat het pand in gebruik bleef tijdens de werken, was het niet evident deze werken uit te voeren langs het interieur.

Op de tweede verdieping werd een zone vlak achter de gevel vrijgemaakt en voorzien van een stofdicht atelier. Omwille van de houten planken-vloer werd een zwevend atelier opgetrokken, een meter boven de vloer en werd eronder een waterdichte kuip geplaatst. Niet alleen werd de stofhinder tot een minimum beperkt, ook eventuele waterdoorsijpeling kon zo snel worden opgemerkt. Vanuit het atelier werd de zolder-vloer tijdelijk gedemonteerd tussen de strijkbalk en de eerste moerbalk. Om deze zo veel mogelijk te kunnen hergebruiken, werden de kinder-balken zorgvuldig gereinigd en op maat gesor-teerd. Hoewel de vloerconstructie deels was opgebroken, werd de bewegingsruimte sterk gehinderd door de tijdelijke metalen spalkcon-hierbij een faseringsvolgorde uitgewerkt in

stroken zodat nooit een te groot veld in een keer zou worden vrijgemaakt. Om de stabiliteit te garanderen, werden metalen stuts geplaatst in de vrijgemaakte stroken. Die werden mee ingestort bij het gieten van de betonbalk.

Consolidatie van de consoles

Bij het verwijderen van het verrotte hout ontstond een intense samenwerking tussen de technici en de restaurateurs. Sommige werken vergden immers een gelijktijdige aanpak. Aan de kant van de gevel was het prioriteit om de consoles structureel te restaureren. De eigen-lijke restauratie van deze consoles verliep in een tweede fase (11). De consoles werden geconso-lideerd met glasvezelversterkte polymeren (gecoate glasvezelstaaf) en een epoxyhars.

Voorafgaandelijk werden de metalen verroeste

De nieuwe betonbalk omslaat de volledige lengte van de voorgevel en 1,20 m van iedere zijgevel. De balk werd in afwisselende stroken gegoten. De schoren die bij het wegnemen van de houten balk de gevel stutten, werden mee ingegoten in de balk (© THV Monument

Vandekerkchove nv-Altri Tempi)

zowel aan elkaar als aan de betonbalk te veran-keren, ontstond een afdoende rigide systeem met meerdere veiligheden. Nadat de betonbalk afdoende was uitgehard, droegen de consoles en de laagreliëfs op deze structuur en konden de smeedijzeren platbanden worden doorgeslepen.

Als ultieme test, vooraleer de ondersteunende steiger werd afgebroken en de dekstenen werden herplaatst, werd de kooflijst extra beproefd.

Afwerking

Na het wegnemen van de gipsen steunkappen kon het restauratieteam starten met de eigen-lijke restauratie van de bouwsculptuur van consoles en kooflijstpanelen.

In het interieur werd de zoldervloer hersteld.

Met het aanschroeven van een doorlopend L-ijzer konden de gedemonteerde kinderbalken worden herplaatst. Deze werden zoveel mogelijk gerecupereerd. Na het herplaatsen van de houten vloerbekleding werd de zoldervloer bijkomend geïsoleerd en afgewerkt met houten plaatmateriaal.

Herplaatsen van de dekstenen van de kooflijst Vooraleer de dekstenen opnieuw op de kooflijst werden geplaatst, werden de holtes aan de bovenkant opgevuld en geëgaliseerd met een kalkmortel bestaande uit anderhalf volumedeel hydraulische kalk, zes volumedelen perliet van 0,5 mm en twee volumedelen zuiver water. Er werd gekozen voor perliet, een wit aluminium-silicaat van vulkanische oorsprong. Dit structie die in 2012 was aangebracht. Het was

echter essentieel dat deze structuur zo lang mogelijk ter plaatse bleef, tot de nieuwe draag-structuur voldoende draagsterkte had ontwikkeld en de verankeringen van de kooflijst getest waren op stevigheid.

Homogenisatie van de kooflijst

Alle breuken en voegen in de verschillende traveeën werden langs de achterzijde verlijmd.

In plaats van te injecteren met een epoxyhars werd geopteerd voor een hydraulische kalkcoulis. Waar nodig, werden de mogelijke uitloopopeningen afgedicht met klei. De bestaande 16de-eeuwse krammen die in goede staat verkeerden, werden gerecupereerd en na behandeling teruggeplaatst op hun originele locatie. Deze originele stukken smeedijzer werden vastgezet in de natuursteen met gietlood. Onherstelbaar beschadigde elementen werden vervangen door identieke elementen in smeedijzer. Ter hoogte van de doorgescheurde panelen werden aan de bovenzijde inoxveranke-ringen geplaatst tot net aan de neus van de dekstenen. Met deze nieuwe trekkers aan de bovenzijde van de kooflijst werden de panelen bijkomend vastgemaakt tot aan de achterlig-gende nieuwe betonstructuur. Net als de consoles werden ook de panelen van de kooflijst aan de achterkant vastgezet met glasvezel-stiften. Deze carbonstiften werden geschrankt geplaatst, alle 30 cm van elkaar, boven en onder en in overeenstemming met de barsten van de kooflijst. Door ten slotte ook beide panelen

Er werd een trillingvrije boring uitgevoerd door drie punten van de consoles en tot aan de betonbalk. Dit werd uitgevoerd met een

watergekoelde boor, geplaatst op een boorstandaard (foto S. de Vlieger)

glasachtig gesteente expandeert bij verhitting.

Door verweking van de buitenkant en de daarop-volgende verdamping van het vocht (2 tot 5 %) in de korrel, vindt deze expansie plaats. Hierbij kan de poreus geworden korrel tot twintigmaal groter worden en vult het mooi alle kleine holtes op en ontstaat een volledige vulling en water-dichting. Omdat perliet als lichtgewicht toeslagstof voor mortels wordt gebruikt, was het ook hier een ideale keuze om tot een zeer lichte maar volledige opvulling te komen. Alle gedemon-teerde dekstenen werden geëvalueerd voor terugplaatsing. Hoewel hergebruik van histo-risch materiaal het uitgangspunt was, werden de allerkleinste stukken niet teruggeplaatst. Alle andere dekstenen kwamen terug op hun originele locatie. Ze werden gelegd op een kalkmortel bestaande uit één deel hydraulische kalk NHL 3,5 en drie delen rijnzand. Ten slotte werd met een loden bekleding een permanente waterdichting aangebracht op de bovenzijde van de dekstenen zodat waterinfiltratie onmogelijk werd.