• No results found

GEDAAGDE, DIE ONVERMOGEND IS

In document BURGERLIJKE VORDERINGEN (pagina 58-63)

Het is wel eens gebeurd dat een gedaagde zoo'n certi-ficaat overlegde in de verwachting dat der echter nu een

— 57 —

bewijs bezittende, dat hij onvermogend is, ook geen vonnis tot betaling tegen'hem zou uitspreken of de eischer om der kosten wille bewogen zou worden zijn eisch te laten varen.

Dit zijn dwalingen; de toestemming tot kostelooze pro-cedure heeft op het rechtsgeding geen invloed, daar gepro-cedeerd wordt evenals of die kosteloosheid niet gevraagd

was met het verschil, dat degeen die kostelooze procedure gekregen heeit in het proces zijne stukken op ongezegeld papier kan schrijven en hem geene deurwaarderskosten worden in rekening gebracht, doch de griffierechten en de judiciëele boeten worden in debet gesteld en kunnen

later, als betere tijden zijn aangebroken, altijd nog worden opgevorderd.

Wordt de wederpartij van hem, die de toelating ver-kregen heeft, in het ongelijk gesteld en diensvolgens in

de kosten veroordeeld, zullen de salarissen van deurwaar-ders, mitsgaders de griffiekosten en de zegelrechten op hem kunnen worden verhaald, als of er niet kosteloos ge-geprocedeerd ware.

Maar wordt degene, die de toelating tot kostelooze proce-dure verkregen heeft in het ongelijk gesteld en in de ten verwezen, staat het der wederpartij vrij om de kos-ten aan hare zijde gevallen, op hem, zoo mogelijk te verhalen.

KOSTEN PROCES.

De veroordeeling in de kosten, kan zich niet verder uitstrekken dan tot :

Ie de exploitkosten, zijnde de kosten van den deur-waarder tot oproeping van de wederpartij en de exploitkosten tot de oproeping van getuigen, het aanzeggen van een naderen rechtsdag enz.

2e de kosten der bewijsstukken. Dikwijls worden aan

— 58 —

notarissen acten gevraagd, inhoudende verklaringen van personen die iets gehoord of gezien hebben, om.

die voor den rechter te doen dienen.

De kosten van zulke stukken kunnen niet in rekening worden gebracht aan de wederpartij, be-halve dat de R. R. allicht zou kunnen vragen, waar-om die personen niet als getuigen ter terechtzitting gebracht zijn.

3e de schrijfloonen voor de gevorderde en gegeven afschriften.

4e de zegels en griffierechten ; er bestaat voor de griffiers van de residentiegerechten een tarief, waarvoor de zaak wordt ingeschreven en voor elke verdere han-deling in het proces, welke kosten griffierechten genoemd worden.

Er is slechts een uniform zegel van f 1.50, waar-op elke afzonderlijke rechtshandeling in vraag en antwoord geschreven wordt, maar dat ook dient tot papier, waarop afschriften van alle rechtshandelin-gen, die op de rol of het proces-verbaal zijn inge-schreven, wordt gecopiëerd.

oe de kosten van getuigen, deskundigen, tolken, die van hunne beëediging daaronder begrepen en die van plaatsopneming, en andere gerechtelijke ver-richtingen.

In den regel komen al deze omstandigheden niet te gelijk in een proces voor. In allen gevalle zul-len eischers en verweerders al langzamerhand be-merkt hebben, dat al is de gelegenheid opengesteld om spoedig recht te krijgen en de kosten tot een minimum teruggebracht zijn, er toch nog kosten be-staan en dat die kunnen oploopen, maar er veel kan worden gedaan om de onnoodige te vermijden.

6e eindelijk nog de kosten van stukken, die bewaarders.

— 59 —

b.v. die van het kadaster of der griffie hebben afge-geven en de kosten van executie van het vonnis.

De kosten tot aan de uitspraak worden, voor zoover zulks mogelijk is, in het vonnis bepaald. Daarover valt dus verder niet te twisten.

Indien partijen zich over de betaling der kosten, die niet in het vonnis zijn opgenomen of over de kosten van exe-cutie, d. w. z. die van de aanzegging van het vonnis, het beslag, de verkoop niet kunnen verstaan, kan de meest gereede partij den R. R. verzoeken het bedrag vast te stellen.

De R. R. zal daarop den triumfant, te wiens behoeve de veroordeeling in de kosten werd uitgesproken, gelasten binnen acht dagen ter griffie van het residentiegerecht,, eene opgave van de hem verschuldigde kosten ter inzage van de partij, die betalen moet, over te leggen en bepaalt tevens den dag, waarop partijen zullen worden opgeroepen.

Op den bepaalden dag wordt het bedrag der kosten, na verhoor van partijen, voor zoover zij zijn opgekomen, door den R. R. vastgesteld en daarvan, behalve in het proces-verbaal der zaak, ook op het vonnis aanteekening gehou-den. De vaststelling geschiedt volgens de bestaande tarie-ven en bij gebreke daarvan, volgens begrooting van den R. R.

De partij, die de kosten te betalen heeft, dient zijne reclame te baseeren op de tarieven. Wordt hem zijn eisch tot vermindering der kosten ontzegd, dan vervalt hij weer in nieuwe kosten en is 't mogelijk, dat hij op nieuw t a

beginnen heeft.

HOOGER BEROEP.

Van alle vonnissen, door R. R. gewezen, kan men bij de R. v. J. in hooger beroep komen, met de uitzonderingen,.

— 60 —

die hieronder zullen worden opgegeven, doch indien aan het eindvonnis andere vonnissen of beschikkingen zijn

vooraf-gegaan dan kan geen hooger beroep worden ingesteld, dan te gelijk met het beroep op het eindvonnis. Dit beroep zal ontvankelijk zijn, zelfs wanneer die vonnissen en be-schikkingen zonder voorbehoud van dengene, die er zich mede bezwaard acht, waren ten uitvoer gelegd.

Geen hooger beroep wordt toegelaten, indien de vordering ƒ 75.— of minder bedraagt, maar als in vorderingen van ƒ 75.— of minder de rechtstitel betwist wordt en zij alzoo

van onbepaalde waarde geworden is, is het hooger beroep mogelijk.

In vorderingen tot ontruiming van gehuurde onroerende goederen, tot ontbinding van huur van onroerende goederen en tot ontruiming is hooger beroep mogelijk, indien een schriftelijk bewijs in het geding is gebracht van bestaande, vernieuwde of verlengde huur, een waarde van f 120 per jaar te boven gaande, of indien de verschuldigde en niet betaalde huurpenningen meer bedragen dan f 120.—

TERMIJN TAN BEROEP.

Het beroep moet gedaan worden in 30 dagen, te rekenen van den dag der uitspraak jter terechtzitting, waarvan aan-teekening gehouden wordt, of indien men niet bij die uit-spraak is- tegenwoordig geweest, van den dag, waarop het eindvonnis aan den appellant is aangezegd.

Een appel dus na dien termijn ingesteld wordt niet aan-genomen.

Het vonnis is in staat van gewijsde en het is niet mo-gelijk er iets meer aan veranderd te krijgen, dan door middel van cassatie, als daartoe termen zijn. Komt de 'verweerder in appel, dan wordt hij eischer in appel voor

— 61 —

den Raad en de oorspronkelijke eischer gedaagde in appeL De gedaagde in appel kan van zijne zijde incidenteel appel instellen, d. w. z. hij kan een eisch instellen omtrent iets,, waaromtrent hij in het eindvonnis te kort gedaan is.

Het hooger beroep van het eindvonnis heeft, tenzij hij de aanteekening daarvan uitdrukkelijk het tegendeel is verlangd, ten gevolge, dat in hooger beroep mede wordt kennis genomen van de aan dat vonnis voorafgegane von-nissen en beschikkingen.

Maar indien men slechts van een gedeelte van het von-nis appel verlangt, dient in de memorie van appel uitdruk-kelijk aangegeven te worden van welke gedeelten van het vonnis de eischer in appel zich bezwaard acht en van welke niet.

In document BURGERLIJKE VORDERINGEN (pagina 58-63)