• No results found

Gebrek aan voorlichting

In document Reizigers : beperk de risico's! (pagina 58-60)

5. Effectievere voorlichtingsmethoden

5.1 Gebrek aan voorlichting

Zoals in de hoofdstukken 4.1 tot 4.7 gelezen kan worden, worden reizigers op dit moment via verschillende manieren voorgelicht over zoönosen. De vraag is nu echter of deze informatie de doelgroep voldoende bereikt en of er nog effectievere manieren zijn om reizigers op de hoogte te brengen van de risico’s op zoönosen.

Uit de praktijk blijkt namelijk dat, zoals in hoofdstuk 1.2 besproken wordt, er in de zomer van 2016 toch nog 15.000 Nederlanders reizigers tijdens hun vakantie in het ziekenhuis belanden (BNR, 2016). Uit een recentelijk verschenen rapport van TNS Nipo et al. (2016) is gebleken dat het risico van Nederlandse reizigers om een besmettelijke ziekte in en rond Europa op te lopen toeneemt. Ze letten zelf niet genoeg op, maar ook de voorlichting van bijvoorbeeld reisbureaus is onder de maat. Maar liefst 78 procent van deze ongevaccineerde reizigers zegt voorafgaand aan de vakantie geen informatie te hebben gekregen over reisziektes (TNS Nipo et al., 2016). Daarnaast worden er tegenwoordig vaker lastminute reizen geboekt op het internet, waarbij de reiziger niet altijd goed nadenkt over de voorbereiding. Inentingen tegen rabiës moeten bijvoorbeeld drie tot vier weken van tevoren gehaald worden. Tijdig inenten is dus niet altijd meer mogelijk bij het boeken van een lastminute reis.

Van de jaren 2002 tot 2008 (met uitzondering van het jaar 2006) is er op luchthaven Schiphol jaarlijks een survey gehouden onder 2500 Nederlanders. Uit dit onderzoek is gebleken dat voorlichting reizigers bewust maakt van gezondheidsrisico’s in het vakantieland. Het zet reizigers tevens vaker aan om een reisadvies te halen bij een huisarts, vaccinatiecentrum of een GGD (VakantieReisWijzer, 2009). VakantieReisWijzer (2009) vervolgt: “Het onderzoek laat verder zien dat bepaalde specifieke groepen reizigers, zoals ouderen, singles en reizigers die ‘familie en vrienden' bezoeken, specifieke aandacht in de voorlichting en advisering verdienen” (par. 4).

Tevens geeft tweederde van de 2500 Nederlanders aan dat het geven van voorlichting een verantwoordelijkheid is van het reisbureau. Naast het feit dat reisbureaus hun klanten wellicht beter zouden moeten adviseren, zouden ook de reizigers zichzelf beter kunnen voorbereiden door vooraf te zoeken naar meer informatie over het land van bestemming. Er zijn verschillende nieuwsberichten bekend over reizigers die zich van tevoren niet goed hebben ingelezen, al zijn er ook reizigers die redelijk op de hoogte waren van het risico op zoönosen.

Een schrijnend voorbeeld van een reiziger die is overleden door een besmetting met één van de drie zoönosen is Daan van Rhijn (22). Daan ging op reis naar Maleisië waar hij besmet raakte met Leptospirose, vermoedelijk doordat hij met Leptospirose besmette modder op zijn lichaam en gezicht smeerde (BNN, 2017). Uiteindelijk overleed hij een paar dagen later vrij plotseling tijdens diezelfde vakantie. Zijn verhaal is daarna opgepikt door televisiezender BNN waarna zijn verhaal voorkwam in een aflevering van de televisieserie Break Free. De aflevering van Daan is uitgezonden op donderdag 30 maart 2017 op BNN.

Een ander goed voorbeeld van een reiziger die niet goed op de hoogte was van zoönosen was Ditty (39). Ditty publiceert op de website Waarbenjij.nu blogs over haar reisavonturen. Op 9 maart 2010 schrijft zij in een blog over haar verblijf in Ubud op het eiland Bali in Indonesië. Tijdens een dagje in Monkey Forest wordt zij in haar schouder gebeten door een aap waarbij er een kleine, open wond ontstaat. Zij vertelt vervolgens: “Mijn schouder was een klein beetje open en ik zag me al zitten bij de dokter voor een tetanusprik. Maar dat was niet nodig, volgens de locals in het bos. Wel heb ik het goed schoon laten maken met jodium” (Ditty, 2010, door aap gebeten, par. 3).

Ook Omar had geen weet van het kunnen oplopen rabiës. Omar was op vakantie op Bali en werd door een baby aapje gebeten in zijn hand. De jongen had een klein wondje op zijn hand en hijzelf en zijn familie dachten dat het niets bijzonder was. Echter raadden mensen hen daaraan om toch naar de dokter te gaan. Ze gingen vervolgens op zoek naar dokters op Bali, alleen konden ze niemand vinden die de injecties konden toedienen. Ze besloten daarom te wachten tot ze terug in Nederland waren waar hij vervolgens 10 prikken kreeg (NOS, 2016).

Naast Daan, Ditty en Omar was ook een 51-jarige man uit Nederland niet op de hoogte van de risico’s op zoönosen. In 2013 onderzochten Arcilla, Wismans, Van Beek-Nieuwland en Van Genderen een casus uit september 2011 waarbij deze man 14 dagen in de Dominicaanse Republiek verbleef. Tijdens een zwemexcursie in de Chavon rivier zwaaide hij aan een jungletouw waarna hij in het water viel. Zijn reisgenoten bedekten zijn lichaam en gezicht vervolgens met modder uit de rivier waardoor de 51-jarige man modder inslikte en zo besmet raakte met Leptospirose. Pas na twintig dagen kwamen de symptomen tot uiting en meldde hij zich op de afdeling Spoedeisende Eerste Hulp van het Havenziekenhuis in Rotterdam.

Wesley was echter al beter op de hoogte van de risico’s. Hij verbleef in 2012 op Bali en werd gebeten door een aap in Monkey Forest. De NOS schrijft: “Medewerkers van het park reageerden heel nonchalant. Op de vraag of ik doodging, antwoordden ze: ‘Nee, nu niet, misschien pas over 24 uur’ (NOS, 2016). Bij de EHBO-post maakten ze alleen zijn wond schoon, de prikken hadden ze niet eens op voorraad. Wesley heeft vervolgens zelf zijn prikken moeten regelen op verschillende plekken in Indonesië (NOS, 2016). De NOS omschrijft de zoektocht als volgt: “En daarvoor moet je telkens naar verschillende balies, waar iedere keer opnieuw betaald moet worden. Dat is in Nederland toch een stuk beter geregeld” (NOS, 2016).

Lennie van Ooijen maakte een soortgelijke situatie mee. Downtown, een blog van studenten van Hogeschool Inholland Rotterdam, interviewde Lenne die in 2011 rondreisde door Thailand en daar gebeten werd door een aap. Nadat zij gebeten werd moest zij de reisgids er zelf van overtuigen dat ze naar het ziekenhuis wilde. Ze vertelt: “Het is wel een kwalijk probleem dat de reisleiding zelf eigenlijk te weinig weet over de ziektes die dieren kunnen overbrengen. In dit soort situaties moet er gelijk gehandeld worden door de begeleiding” (Downtown, 2014).

Linda schreef op haar blog onedaytrip.nl een blog met als titel ‘Op reis gebeten worden door een hond’. Tijdens een wandeling op Chiloé, een eiland in Chil werd zij gebeten door een hond. Ze vroeg aan de plaatselijke bewoners wat ze moest doen en zij gaven aan dat ze niets hoefde te doen. Echter twijfelde ze en ging ze toch naar het ziekenhuis. Aangekomen in het ziekenhuis werd er laks gereageerd en werden er geen stappen ondernomen. Uiteindelijk werd ze doorverwezen naar een dokterspost waar ze één rabiësinjectie kreeg. De arts gaf aan dat zij echter twee injecties moest krijgen, maar

Linda was in Nederland bij het LUMC foutief geïnformeerd, daar gaven ze aan dat zij maar één booster injectie nodig zou hebben. Hierdoor liep ze uiteindelijk het ziekenhuis uit met maar één toegediende injectie. Toen zij later voor de zekerheid toch nog contact opnam met een bevriende arts gaf deze aan dat ze toch echt twee vaccinaties nodig had. Linda (2016) vertelt: “Ik was echt een beetje boos, want hoe slecht dat de verpleegkundige in het LUMC mij vertelde dat ik enkel een booster hoef te halen?” (par. 6).

Tot slot werd ook Daniël Brons (18) in Indonesië gebeten, echter niet door een aap maar door een hond. Ook hij reageerde alert. Hij vertelt: “We hadden gelezen dat hondsdolheid veel voorkomt in Indonesië en dat het dodelijk kan zijn als je niet binnen 48 uur tegengif hebt. We zijn dus meteen in actie gekomen” (RTL Nieuws, 2016). Vanuit het verblijf op de Molukken zijn ze met spoed naar Jakarta gevlogen. In het ziekenhuis kreeg Daniël negen prikken. Terug in Nederland moest hij ook nog verschillende prikken halen.

Een goede afloop is dus afhankelijk van meerdere factoren. Zo zijn er reizigers die zich niet inlezen over zoönosen vooraf aan hun reis, maar ook op reis niet goed geïnformeerd worden na besmetting. Echter zijn er ook reizigers die zich wel redelijk tot goed hebben voorbereid, maar op plaats van bestemming niet goed begeleid of geïnformeerd worden en uiteindelijk zelf op onderzoek uit moeten gaan. Tot slot zijn er nog reizigers die zichzelf wel goed voorbereid hebben en ook nog tijdig de juiste hulp zoeken.

Pieter van Thiel, eindverantwoordelijk arts bij vaccinatiecentrum.nl, geeft tot slot aan “dat het misverstand dat ‘geen vaccinatie verplicht’ betekent ‘ik heb niets nodig’ echt de wereld uit moet” (Targettravel.nl, 2009, par. 5). Daarnaast vindt hij dat voor het geven van de juiste voorlichting de reisbranche, de vaccinatiecentra en de huisarts verantwoordelijkheid hebben, maar vindt ook dat de reizigers zelf verantwoordelijkheid zou moeten nemen (Targettravel.nl, 2009).

In document Reizigers : beperk de risico's! (pagina 58-60)