• No results found

Functie en bekendheid geïnterviewde

In document Interviewen was zijn leven (pagina 66-70)

Hoofdstuk 7 Analyse interviews

7.5 Functie en bekendheid geïnterviewde

Uit eerdere literatuur kwam naar voren, dat de mensen die Willem interviewde allemaal zo goed als onbekend waren bij het publiek. De analyse in dit onderzoek bevestigt die stelling: Wittkampf sprak praktisch nooit met bekende mensen. Onder zijn ‘slachtoffers’ in 1957 bevonden zich de eigenaar van een dierenpark en een in Hongarije bekende oud-voetballer. Dit waren geen mensen die Willem gewoon van de straat plukte, maar ook deze mensen vertelden hun persoonlijke verhaal en spraken niet vanuit hun functie. Datzelfde gold voor de geïnterviewden in andere jaren: Willem benaderde de mensen om hun mooie verhaal en niet vanwege een bepaalde status.

Wat voor mensen Wittkampf dan wel opzocht voor zijn interviews? Ten eerste waren het bijna altijd mannen: van de 56 geanalyseerde interviews waren slechts 4 met een vrouw. Het eerste interview met een vrouw liet bovendien op zich wachten tot april 1966. De mannen die hij interviewde hadden vaak een wat ‘vrij’ of nogal opvallend beroep, het waren vrijbuiters die veel dingen meegemaakt hadden of die anderszins een curieus verhaal te vertellen hadden. Zo kwamen een overwegwachter bij het spoor, een slechtziende pianostemmer en een kapper voor ‘Surinamers’ aan het woord. Ook interviewde hij meerdere keren uitvinders, kunstenaars en kleine ondernemers. Verder kwamen gedurende zijn hele loopbaan mensen terug die een verhaal over de oorlog te vertellen hadden.

De interviews in andere kranten in 1956 werden vaker gehouden met iemand die een hoge functie bekleedde of op een andere manier bekendheid genoot. Toch was het midden jaren vijftig niet zo dat alleen politici, kunstenaars en sporters aan het woord kwamen; bijna elke krant interviewde ook wel eens minder bekend iemand.

De voorloper in het interviewen van ‘gewone’ mensen was hoogstwaarschijnlijk Het

Vrije Volk. De krant sprak niet met representanten van autoriteiten, maar vooral met mensen die een leuk verhaal te vertellen hadden (de krant wilde immers naast informatief vooral ‘gezellig’ zijn, daarbij pasten dergelijke vermakelijke interviews). Eenmaal kwam een kunstenaar aan bod en eenmaal een muzikant. Deze geïnterviewden praatten echter niet over hun werk op zich, maar over een actueel onderdeel daarvan. Kunstenaar André Schaller vertelde over het monument dat hij aan het maken was voor Vincent van Gogh, terwijl gitarist Peter van Houten (beroemd in Italië) vertelde over zijn ervaringen in Milaan. Daarnaast

kwamen echter volslagen onbekende mensen aan het woord: de directrice van een reisbureau en een vrouwelijke edelsmid.

Ook in Trouw kwam eenmaal een onbekende Nederlandse aan het woord: een vrouw met veertig katten. In de twee andere geanalyseerde interviews uit 1956 kwamen verder luchtmachtpiloot Marinus van Meel (die werd geïnterviewd omdat hij na 45 jaar actieve dienst pas een Nederlands vliegbrevet kreeg, een nieuwsaanleiding dus) en de voorzitter van christelijke vakbond CNV aan het woord. De Telegraaf sprak met bekende personen als de Franse politicus Pierre Poujade en marathonloper Janus van der Zande, maar ook met ‘gewone’ mensen als een Rotterdamse zwerver en een directrice van een middelbare school. Eén item uit De Telegraaf was in dit verband speciaal interessant: in een artikel over de zomervakantie interviewde de krant enkele bekende mensen over hun vakantieplannen. Hierbij was de aanleiding om juist deze mensen te vragen niet de functie die ze bekleedden, maar het simpele feit dat ze bekend waren. De lead luidde: ‘Onze verslaggevers interviewden

een aantal bekende Nederlanders en legden hun de vraag voor: Wat gaat U doen met Uw vakantie?’ Onder de mensen die aan het woord kwamen waren bijvoorbeeld voetballer Abe Lenstra, AVRO-directeur D. Repko, kunstenaar Theo Baylé en ‘meesterhengelaar’ Rein Mydema.

De enige krant die het in al haar interviews hield bij bekende personen was de

Volkskrant. Zo kwamen enkele sporters en de katholieke politica Marga Klompé aan het woord. Mensen zonder bekendheid interviewde de krant alleen als daarvoor een directe nieuwsaanleiding was, zoals in het interview met de vrouw van een ontvoerde dokter in januari 1956.

Zeven jaar later, in 1963, was het interviewen van onbekende personen verder in de kranten doorgedrongen, hoewel veel kranten ook nationaal of internationaal bekende mensen bleven interviewen. Het Vrije Volk, de voorloper in 1956, was in 1963 bijna helemaal overgestapt op het interviewen van onbekende personen. De krant liet typische ‘Willem-slachtoffers’ aan het woord: een molenaar die het weer voorspelde, twee mode verkopende zussen en een huismoeder wier verkeerde knie in het ziekenhuis geopereerd was. Wanneer de geïnterviewden toch enige bekendheid genoten waren het personen uit de culturele sector, zoals de in Nederland gevestigde Japans-Amerikaanse kunstenaar Shinkichi Tajiri en de Israëlische schrijver Ephraim Kishon. Algemeen Handelsblad, nog steeds enigszins aarzelend het interviewgenre omarmend, liet in al haar interviews vergelijkbare mensen aan het woord: het waren altijd representanten van de culturele sector. In de vier geanalyseerde interviews

spraken de directeur van de Brusselse schouwburg, een dichter, een cabaretier en een circusdirecteur.

De Telegraaf zocht voor de interviews zowel bekende als onbekende mensen op. Zo kwamen acteur Julien Schoenaerts en wielrenner Peter Post in de krant, maar ook een boerin en een man die een treinramp had meegemaakt. De kranten die het meest trouw bleven aan het interviewen van bekende mensen waren de Volkskrant en Trouw. De eerste gaf alleen ruimte aan met mensen die vanuit een hoge functie spraken, zoals de burgemeester van Amsterdam en een Belgische senator. Ook publiceerde de krant een lovend interview met KVP-minister Gerard Veldkamp in mei 1963 (zonder dat zijn partij één keer genoemd werd, het sprak blijkbaar vanzelf dat de politicus een katholiek stempel droeg). Trouw interviewde soortgelijke personen (zoals AVRO-voorzitter Hoekstra en SGP-politicus Van Dis), maar liet ook eenmaal twee zussen aan het woord die gehandicapte kinderen verzorgden. Deze mensen hadden uiteraard geen landelijke bekendheid en een echte nieuwsaanleiding was er ook niet. Aan het einde van de jaren zestig was de verscheidenheid aan mensen die in de kranten geïnterviewd werden alleen maar groter geworden. De interviews in Trouw zijn daar het beste voorbeeld van. Interviewde de krant eerder vooral hooggeplaatste personen en af en toe een minder bekend iemand, in 1968 en 1969 kwamen zowel bekende als minder bekende mensen aan het woord. Zo interviewde de krant KVP-fractieleider Biesheuvel, maar ook een beiaardier die al 25 jaar in het vak zat en een predikant uit Badhoevedorp. Deze mensen hadden geen hoge functie of bekendheid, maar droegen nog wel een christelijk stempel. Wellicht is daarom het interview dat de krant op 4 januari 1969 publiceerde met kunstenares Gerti Bierenbroodspot wel het meest interessant. Eerder interviewde de krant geen mensen uit de culturele sector, deze kunstenares had een galerie met abstracte werken in het centrum van Amsterdam, nergens in het interview bleek dat ze een christelijke achtergrond had.

Het Vrije Volk ging zich eind jaren zestig juist meer richten op bekende mensen. Zo kwamen een Tweede Kamerlid van de KVP en de directeur van een uitgeverij aan het woord. De interviews met mensen die ook zo door Wittkampf geïnterviewd hadden kunnen worden bleven er ook: zo kwamen de uitvinder van een spraakmachine en een Rotterdamse boekverkoper aan het woord. Algemeen Handelsblad bleef net als eerder in het decennium vooral personen uit de culturele sector interviewen. Uitzondering hierop was het interview met minister B.J. Udink van Ontwikkelingshulp.

Bij De Telegraaf was niet echt een verandering te zien onder de geïnterviewden: het bleef een mix van bekende en onbekende mensen. Zo stond op 2 november 1968 een groot

interview met acteur Rijk de Gooijer in de krant, maar kwam in maart ’69 ook een 40-jarige ongehuwde moeder aan het woord. Uit dit laatste interview blijkt dat ook De Telegraaf maatschappelijke onderwerpen aan de kaak stelde, dat deed de krant in interviews in eerdere jaren niet. De kop van laatstgenoemd interview luidde: ‘Ook ik heb recht op een kind’. De krant interviewde ook mensen die zich zouden hebben geleend voor een Willem-interview: een jachtopziener en een moeder die al tien jaar een vierling aan het grootbrengen was.

De krant die de grootste omslag maakte wat betreft de geïnterviewden was de

Volkskrant. Onbekende mensen interviewde de krant nog steeds niet. Maar waar eerst vooral hooggeplaatste politici de ruimte kregen, hield de krant eind jaren zestig bijna uitsluitend persoonlijke interviews met mensen uit de kunstsector. Zo kwamen directeur van een kunstacademie George Lampe, twee musici en twee conferenciers aan het woord, mensen die de krant in 1963 vermoedelijk niet zo snel zou hebben geïnterviewd.

Jaar Willem Vrije Volk Alg. H.blad Trouw Telegraaf Volkskrant

1956/7 Onbekenden Onbekenden/ cultuursector N.v.t. Soms onbekenden Soms onbekenden Belangrijke personen 1963 Onbekenden Onbekenden/ cultuursector Bekenden cultuursector Soms onbekenden Bekenden en onbekenden Belangrijke personen 1968/ 1969 Onbekenden Bekenden en onbekenden Bekenden cultuursector Bekenden en onbekenden Bekenden en onbekenden Bekenden cultuursector

Tabel 6. Vergelijking functie/bekendheid geïnterviewden.

Net als bij Willem interviewden de andere kranten overigens merendeels mannen: in alle kranten was het aantal geïnterviewde mannen groter dan het aantal geïnterviewde vrouwen (zie tabel 7). Wel was het aantal vrouwen in percentage hoger dan bij Willem en hielden alle kranten al in 1956 wel eens een interview met een vrouw. Willem was hiermee dus een uitzondering. De meeste vrouwen kwamen in Het Vrije Volk aan het woord: elk jaar interviewde de krant regelmatig vrouwen, één op de drie interviews was met iemand van het vrouwelijk geslacht.

Krant Interviews Met vrouwen Datum eerste

Willem 56 4 9 april 1966

Het Vrije Volk 15 5 7 juli 1956

Algemeen

Handelsblad 9 0 n.v.t.

Trouw 14 3 5 mei 1956

De Volkskrant 17 2 7 januari 1956

De Telegraaf 18 4 5 mei 1956

Tabel7. Interviews met vrouwen.

In document Interviewen was zijn leven (pagina 66-70)