• No results found

Follow up van aanbevelingen en toezeggingen .1 Beschrijving van het veld

16 MINISTERIE VAN FINANCIËN Samenvatting

16.3 Follow up van aanbevelingen en toezeggingen .1 Beschrijving van het veld

De Algemene Rekenkamer heeft zeven organisaties geïnventariseerd, waarover overeenstemming is met het Ministerie van Financiën over de RWT-status:

• De Nederlandsche Bank (DNB),

• de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK),

• de Autoriteit Financiële Markten (AFM),

• het Waarborgfonds Motorverkeer (Waarborgfonds),

• de Waarderingskamer,

• de Stichting Uitvoering Omslagregelingen (SUO),

• de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO).

De SUO en de FMO, waarbij de minister van Financiën mede toezicht uitoefent, zijn beschreven in de hoofdstukken van andere departementen (SZW en Buitenlandse Zaken).

In de volgende tabel zijn de ontvangsten van de RWT’s uit publieke en private activiteiten en personele gegevens weergegeven.

Tabel Publieke ontvangsten en personele omvang

Publieke ontvang-sten1(miljoenen)

Personele omvang (fte’s)

De Nederlandsche Bank (DNB) € 3,3 >500

Autoriteit Financiële Markten (AFM) € 20,0 101–500

Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) € 18,9 101–500

Waarborgfonds Motorverkeer € 58,2 51–100

Waarderingskamer € 1,4 11–50

1De publieke ontvangsten omvatten de bij of krachtens de wet ingestelde heffingen en de daarop betrekking hebbende renteopbrengsten.

16.3.2 RWT-status

Met betrekking tot twee organisaties is nog een discussie gaande over de vraag of zij wel of niet RWT zijn. Het betreft de Stichting Joods Humanitair Fonds en de Stichting Het Nederlands Muntmuseum. Sinds kort is daar ook de Vereniging Nederlands bureau der Motorrijtuigenverzekeraars bijgekomen. De discussie heeft betrekking op de vraag of deze instel-lingen wel of niet een «bij of krachtens de wet geregelde taak uitoefenen».

Deze discussie zal naar verwachting spoedig afgerond zijn.

De RWT’s van Financiën hebben een pluriform karakter. De RWT’s zijn veelal tariefgefinancierd en een belangrijk onderwerp is het toezicht op de financiële markten. Het toezicht op de financiële markten door DNB, AFM en PVK wordt momenteel omgebouwd van toezicht op de sectoren banken, verzekeren, pensioenen en beleggen naar functioneel toezicht op gedrag en solvabiliteit.

De controlebevoegdheden van de Algemene Rekenkamer bij DNB zijn beperkt. De minister zegde toe de controlebevoegdheid bij DNB te regelen door de aanpassing van de Comptabiliteitswet 2001. Hij hoopt dit in 2004 te realiseren indien mogelijk tegelijkertijd met de fusie van DNB en PVK.

Indien deze aanpassing van de Comptabiliteitswet tijdig plaatsvindt, hoeft een overleg op basis van artikel 96 CW2001 niet plaats te vinden. De Algemene Rekenkamer dringt er mede met het oog op de fusie tussen DNB en PVK (bij de laatste heeft de Algemene Rekenkamer de normale volledige controlebevoegdheden) op aan om haar bevoegdheden bij DNB vóór de fusie te regelen.

16.3.3 Informatie over RWT’s in begroting en jaarverslag

De minister van Financiën heeft het voornemen om met ingang van de begroting 2004 te voldoen aan de nieuwe eisen in de Comptabiliteitswet voor het opnemen van informatie over RWT’s in de begrotingen en de verantwoordingen van de departementen.

16.3.4 Toezicht 16.3.4.1 Toezichtsvisie

Bij het Ministerie van Financiën is per RWT een toezichtsvisie opgesteld, vastgelegd in de wet- en regelgeving. De minister zegde toe voor de sector van de financiële toezichthouders de gezamenlijke toezichtsvisie te expliciteren in de nieuwe Wet op het financieel toezicht.

Bij geen van de onderzochte RWT’s is de toezichtsvisie vastgelegd in een toezichtsarrangement per RWT. Na goedkeuring van de Wet op het financieel toezicht zal voor de financiële toezichthouders per organisatie een toezichtsarrangement worden opgesteld. Bij het Waarborgfonds en de Waarderingskamer zijn nog geen initiatieven voor het opstellen van een toezichtsarrangement ontplooid.

16.3.4.2 Verantwoording over de rechtmatigheid

De Algemene Rekenkamer constateert dat bij de Waarderingskamer en het Waarborgfonds door de accountant een rechtmatigheidsverklaring wordt afgegeven. Dit is echter bij het Waarborgfonds nog geen expliciet en positief geformuleerde rechtmatigheidsverklaring.

Het ministerie zegde toe zodanige initiatieven te ontplooien, dat uiterlijk over het begrotingsjaar 2004 zowel bij het Waarborgfonds als bij de financiële toezichthouders – waar rechtmatigheidsverklaringen nog ontbreken – een goede verantwoording over de rechtmatigheid zal worden gegeven.

16.3.4.3 Uitvoering toezicht

Het voornemen van de minister de wettelijk voorgeschreven werkzaam-heden met betrekking tot de financiële toezichthouders en het Waarborg-fonds te beschrijven in de administratieve organisatie, is nog niet gerealiseerd. Ten aanzien van het Waarborgfonds is inmiddels wel een concept gereed. Voor de financiële toezichthouders zijn op onderdelen initiatieven ontplooid, die de basis vormen voor een beschrijving van de administratieve organisatie.

Afgezien van de wet- en regelgeving die voor de financiële toezicht-houders van het Waarborgfonds en de Waarderingskamer geldt, is in dit onderzoek nog geen schriftelijk vastgelegd toetsings- en normenkader voor de beoordeling van de verzamelde informatie beschikbaar. Wel dragen de ontplooide initiatieven voor de beschrijving van de administra-tieve organisatie bij aan de ontwikkeling van zo’n toetsings- en normen-kader.

Naar aanleiding van bevindingen van de Algemene Rekenkamer in het vorige onderzoek naar verantwoording en toezicht bij RWT’s is de structuur van het toezicht op de Waarderingskamer aangepast waardoor een meer onafhankelijke procedure is ontstaan voor de beoordeling van de jaarrekening van de Waarderingskamer.

16.3.4.4 Reviewbeleid

Op het gebied van het reviewbeleid deden zich sedert het vorige Rekenkameronderzoek naar verantwoording en toezicht bij RWT’s geen wijzigingen voor. Het Ministerie van Financiën heeft namelijk geen reviewbeleid vastgelegd.

16.3.5 Conclusies en aanbevelingen follow up

De Algemene Rekenkamer concludeert, dat voor de RWT’s van het

Ministerie van Financiën nog geen toezichtsarrangementen zijn opgesteld, ondanks het feit dat dit een aanbeveling in de vorige

Rekenkamer-publicatie was.

De minister is wel voornemens dit voor de financiële toezichthouders te gaan doen. Ten aanzien van het Waarborgfonds en Waarderingskamer zijn nog geen initiatieven ontplooid.

Ten aanzien van de verantwoording over de rechtmatigheid concludeert de Algemene Rekenkamer dat over 2002 zowel bij de Waarderingskamer als bij het Waarborgfonds een rechtmatigheidsverklaring is afgegeven bij de verantwoording.

De rechtmatigheidsverklaring van het Waarborgfonds voldoet nog niet geheel aan de normen, omdat deze nog niet expliciet en positief is geformuleerd. Voor de financiële toezichthouders is toegezegd, dat over 2003 of 2004 een rechtmatigheidsverklaring zal worden afgegeven.

Daarmee zouden alle onderzochte RWT’s van het ministerie met ingang van begrotingsjaar 2004 kunnen beschikken over een rechtmatigheids-verklaring.

Gezien de ervaring met de rechtmatigheidsverklaring bij de Waarderings-kamer en het Waarborgfonds beveelt de Algemene RekenWaarderings-kamer aan de verklaring bij de verantwoording van de financiële toezichthouders tijdig af te stemmen om te bereiken dat deze geheel voldoen aan alle normen van de Algemene Rekenkamer.

De Algemene Rekenkamer concludeert dat het beschrijven van de administratieve organisatie ten aanzien van de wettelijke taken van de financiële toezichthouders nog te weinig voortvarend wordt aangepakt.

Ook een belangrijk toetsings- en normenkader ontbreekt nog steeds.

Het Ministerie van Financiën heeft geen reviewbeleid ten aanzien van haar RWT’s opgesteld. De Algemene Rekenkamer beveelt aan dit alsnog te doen.

16.4 Reacties minister en RWT’s