• No results found

4. Resultaten

4.2 Kwalitatieve resultaten

4.2.2 Focusgroepen

De resultaten van de focusgroepen worden beschrijvend weergegeven met indien mogelijk citaten. Bij de focusgroepen waren de topic-lists leidend, zie Bijlage 8 en 10.

4.2.2.1 De eerste focusgroep

In de eerste focusgroep is aan de leerlingen gevraagd om een random selectie van regels te sorteren van minst belangrijk naar belangrijk. Opvallende indelingen waren de volgende. De leerlingen vinden het twee aan twee op de trap lopen niet relevant net als het eerlijk spelen en het ophangen van de jassen en tassen. Zij geven aan dat iedereen dat al kan, dus dat het niet meer nodig is om telkens weer aandacht daaraan te besteden. Dit zijn regels die de leerkrachten juist wel relevant of belangrijk vinden. Regels die zij juist wel belangrijk vinden zijn bijvoorbeeld help elkaar en wees vriendelijk, aankloppen bij de deur, en direct op de bank zitten als je de gymzaal binnen komt.

Ook is er met de leerlingen gesproken over verschillen die zij ervaren op school sinds de invoering van PBS. De leerlingen geven aan dat zij voor PBS soms niet aan het werk waren en zich nu meer gemotiveerd voelden om dat wel te doen. Opvallend is dat de leerlingen het voor PBS gezelliger vonden op school. Ze gaven als voorbeeld dat ze nu niet

56 mogen praten op de gang, terwijl dat voor PBS altijd een gezellig kletsmomentje was. Door de leerlingen wordt PBS een “killer van de gezelligheid” genoemd. Sinds PBS zijn de leerlingen veel bezig met het verzamelen van munten en hard werken en dat voelt voor hen als minder gezellig. Bovendien zeggen zij bepaald gedrag te vertonen, specifiek omdat ze een beloning willen verdienen, maar dat ze dat anders niet zo snel zouden doen. De leerlingen geven aan veel minder fanatiek te worden bij het verzamelen van munten als de leerkracht de munten vergeet. “De achterstand wordt dan te groot, dus dan halen we het toch nooit meer.” Ook vinden zij het aantal munten dat per dag uitgedeeld mag worden te laag. “Soms doen

kinderen zo hard hun best en dan krijgen ze geen beloning. Dat is zielig.” Een ander punt wat

het fanatisme verminderd is dat de beloning soms wordt uitgevoerd als de klas niet compleet is (bijvoorbeeld doordat kinderen ziek zijn).

De leerling uit groep 8 noemt specifiek dat deze groep veel aan hun hoofd heeft en zij PBS daarom niet zo belangrijk vinden. De andere groepen geven aan weinig tot geen verschillen te zien met de periode voor PBS. “Kinderen maken nog steeds ruzie met elkaar.”

Ten slotte hebben de leerlingen nog een tip voor de school: “we moeten meer praten

over wat niet goed gaat, zodat we kunnen zorgen dat het wel goed gaat.”

4.2.2.2 De tweede focusgroep

Bij deze focusgroep waren de leerlingen van groep 5, 6 en 7 aanwezig. Groep 8 kon om praktische redenen niet aanwezig zijn.

Allereerst is besproken hoe de kinderen het op school vinden sinds de invoering van PBS. Alle kinderen geven aan dat ze het leuker vinden met PBS op school. “Het is leuker,

omdat je ook een beloning krijgt met de klas.” Dit is een verschil ten opzichte van de eerste

focusgroep, want toen vonden de leerlingen PBS nog een “killer van de sfeer”. De leerlingen hadden bij de eerste focusgroep allemaal nog nooit de eindbeloning ontvangen. Dat is nu wel

57 het geval en daar zijn de leerlingen erg enthousiast over. Daarnaast is gesproken over de veiligheid op school. Hierbij gaven alle kinderen aan dat ze de schoolveiligheid gelijk is gebleven. “PBS gaat niet echt over de veiligheid op school.” “PBS gaat over de regels, maar

je moet altijd je goed gedragen.”

Een van de leerlingen merkt iets op: “Voorzichtig met elkaar doen, niet elkaar slaan.

Die hebben we niet met PBS. Eigenlijk moeten we dat aan het begin van het jaar al weten, dus hij kan misschien wel als eerste regel van de week” Op dat moment komen de ervaringen met

de regel van de week los. “Wij bespreken de regel niet meer. Er wordt niet meer gezegd wat

de regel van de week is.” Een andere leerling antwoordt: “Wij soms wel en soms niet.” De

leerlingen knikken instemmend als een van hen zegt: “We moeten wel de regel bespreken,

want dat doen we nu niet meer.”

Op de vraag waar PBS bij helpt of waarom het handig is om PBS te gebruiken, antwoorden de leerlingen allemaal vergelijkbaar. “PBS helpt bij je goed gedragen en de

regels van de school leren” Een van de leerlingen maakt direct de koppeling met het gedrag

van de leerlingen: “Ze doen het wel beter op school, maar volgend jaar moet het wel blijven.

Het helpt vooral bij je goed gedragen.”

Een van de hulpmiddelen bij de regel van de week dat zijn de pictogrammen. Maar daar weten de leerlingen maar weinig vanaf: “Ik kijk nooit naar die pictogrammen. Ik zie ze

ook echt bijna nooit. Ze hangen niet op goede plekken.”

Ook over het uitdelen van de munten zijn de leerlingen niet helemaal tevreden. “Bij

ons houdt de directie zich er wel aan (geven van de munten), maar de juf niet echt. Dan ga je niet meer je best doen en dan ga je het opgeven. Dan denk je van: ik doe wel mijn best, maar de juf vergeet het toch.” Over de frequentie van het uitdelen zijn de leerlingen het niet

helemaal eens: “Ik vind dat je wel tien munten per dag mag verdienen. Het zijn bijna altijd

58

binnen 10 dagen al klaar. En dan heb je veel te veel beloningen. Je moet er wel wat voor doen.” Uiteindelijk concluderen de leerlingen toch dat ze de munten willen houden: “De munten moeten wel blijven, want dan blijven we wel goed onze best doen.” “Maar dan moeten de juffen en de meesters de munten niet meer vergeten.”

De focusgroep wordt afgesloten met een concluderende opmerking van een van de leerlingen: “De school blijft een school. Zonder munt of met munt, je moet gewoon je best

doen.”