• No results found

Financiën

In document d veerkracht s vooruit Zwolle (pagina 33-55)

Deze bijlage bestaat uit de volgende onderdelen.

A. Specificatie uitkomsten meerjarenraming 2012 t/m 2015 B. Financieel technische uitgangspunten 2012-2015

C. Toelichting op stelpost onderuitputting kapitaallasten PPN 2012-2015

D. Gevolgen regeerakkoord, inclusief concept bestuursakkoord

A. Specificatie uitkomsten meerjarenraming 2012 t/m 2015 versie dd 19-5-2011

2012 2013 2014 2015

(bedragen x 1.000 euro)

Doorwerking resultaat voorgaande jaren:

1a Doorwerking vanuit voorgaande jaren

- uitkomst begroting 2011 1.905 1.905 1.905 1.905

- actuele doorwerking posten 2011

1. hogere opbrengst OZB 1.200 1.200 1.200 1.200

2. algemene uitkering 200 200 200 200

3. budget beeldende kunst (dubbel geraamd) 150 150 150 150

1b Herijking / structureel nieuw beleid vorige raadsperiode

- verlaging subsidies i.r.t. cultuurhuis 5 5 5 5

- lasten nieuw zwembad -462 -1.187 -1.187 -1.187

2.998 2.273 2.273 2.273

Rijksbeleid:

2. Algemene uitkering Gemeentefonds:

a. Accres o.b.v. decembercirculaire 2010

a1. Ingeschatte accrestoename vanaf 2012 -83 503 3.224 4.416

a2. herinvoering behoedzaamheidsreserve 0 -525 -525 -525

b. vrijval integratie-uitkering WUW tgv alg. uitk. (saldo) 20 47 48 49

c. overgangsmaatregel ISV -17 -17 -17 -17

d. gevolgen afschaffing gebruikersdeel ozb woningen:

- afbouw suppletie-uitkering ozb 0 0 0 0

e. suppletie-uitkering herverdeelstelsel per 1-1-2011 -198 -198 -198 -198 f. technische correcties GF en mutaties rijkstaken (zie 3) -82 335 241 325

g. afloop verfjiningsuitkering rioleringen (t/m 2013) -15 -18 -18 -18

h. Integratie-uitkering WMO (nominale index) 200 400 600 800

3. Corresponderende posten a.g.v. rijkstaken c.a. 0 0 0 0

-175 527 3.355 4.832

Groei van de stad:

4. Volume toename onroerende zaakbelasting 356 973 1.385 1.846

5. Algemene uitkering:

a. volume toename 666 1.116 1.841 2.752

b. correctie a.g.v. landelijke volumegroei -416 -918 -1.255 -1.851

(ontwikkeling uitkeringsbasis)

6. Stadsuitbreiding:

a. lasten a.g.v. vastgestelde grondexploitaties (cat. A) -199 -347 -528 -742

b. stelpost wijkgebonden basisvoorzieningen (cat. B) -9 -19 -32 -48

c. volumegroei van verplichte bijdr. aan derden (cat. C) -22 -46 -78 -117 d. gesaldeerde volume-effecten a.g.v. wettelijke taken -860 -1.282 -1.136 -1.180

en/of vastgestelde gem. verordeningen (cat. D)

e/f stelposten inbreiding/herstructureing en overige (cat E/F) -127 -167 -179 -249

-611 -690 18 411

2012 2013 2014 2015

(bedragen x 1.000 euro)

Overige gemeentelijk bestaand beleid:

7. Nominale ontwikkelingen:

a. inflatie-correctie gemeentelijke tarieven 826 1.449 2.092 2.756

b. trendmatige loon- en prijsaanpassingen -2.956 -5.898 -8.832 -11.829

b1 afbouw gemeentelijke FPU 190 470 630 750

b2 Gevolgen CAO voor FLO en 2e loopbaanbeleid 10 -60 50 50

c. rentemutaties 0 -250 -250 -250

d. onderuitputting rente en afschrijving 1.520 20 -480 -480

8. Investeringslasten:

a. autonoom vrijvallende kapitaallasten (netto) 450 950 1.550 1.950

b. lasten vervangingsinvesteringen onderwijs -55 -111 -168 -226

c. lasten vervangingsinvesteringen (excl. onderwijs) -311 -631 -960 -1.299

d. lasten verplichte investeringen Onderwijswet -103 -208 -315 -422

9. Afbouw dekkingsreserve tekortdekking (regulier) -120 -141 -141 -141

10. Afbouw winstafdracht parkeren (t/m 2013) -100 -182 -182 -182

11. Afbouw reserve afkoop LVS/WI -30 -60 -90 -120

12. Aframen eenmalige verhoogde storting voorz. v/m raadsleden 58 58 58 58

13. Aframen eenmalige desintegratiekosten recreatie regio 27 27 27 27

14. Hoger dividend Essent 60 60 60 60

15. Fasering bouwleges naar 100% kostendekkendheid 0 200 415 415

-534 -4.307 -6.536 -8.883

Totaal bestaand beleid 1.678 -2.197 -890 -1.367

B. Financieel technische uitgangspunten 2012-2015

. 2012 2013 2014 2015

Loonkosten (salarissen en werkgeverslasten) 1,75% 1,75% 1,75% 1,75%

Index prijsstijging (pBBP) * 2,0% 2,0% 2,0% 2,0%

Index subsidiecontracten 1,8% 1,8% 1,8% 1,8%

Inflatiecorrectie gemeentelijke tarieven ** 2,6% 1,9% 1,9% 1,9%

Rente lang geld 4,6% 5,0% 5,0% 5,0%

Af: in te zetten voor investeringsprogramma 2,5% 3,5% 3,5% 3,5%

Toename woningen (netto: jaar n-1) 450 500 650 800

Toename aantal inwoners (jaar; n-1) 900 1000 1300 1600

* = prijsindex voor Bruto Binnenlands Product (deze index wordt ook toegepast op de rijksbegroting)

** = in 2011 is geen inflatiecorrectie toegepast, de nacalculatie over 2011 is in het percentage voor 2012 verwerkt.

C. Toelichting op stelpost onderuitputting kapitaallasten PPN 2012-2015.

Inleiding.

De stelpost onderuitputting kapitaallasten (rente en afschrijving op investeringen) is een negatieve uitgaafstelpost die wordt opgevoerd omdat er jaarlijks gemeentebreed onderbesteding op de budgetten voor kapitaallasten plaatsvindt. Deze onderbesteding is met name het gevolg van de administratieve verwerking van de kapitaallasten en latere oplevering (door diverse oorzaken) van de geplande investeringen. De onderbesteding vanuit de administratieve verwerking is gebaseerd op de volgende gemeentelijke afspraken:

 de toegekende budgetten worden in het startjaar van investeren in de begroting verwerkt

 de afschrijving over economische investeringen (oa. gebouwen en overige verhandelbare objecten start in het jaar na oplevering

 de afschrijving over maatschappelijke investeringen (o.a. wegen, openbare ruimte) vindt direct vanaf het jaar van investeren plaats, bij een geringe investering in het jaar kan het voorkomen dat ook slechts een deel van het geraamde afschrijvingsbedrag wordt afgeboekt. (Boekwaarde < nul wordt niet toegestaan.)

 de aan de investeringen toe te rekenen rente vindt plaats over de boekwaarde per 1-1.

De verwerking van de kapitaallasten in de begroting is als volgt: per programma worden de geraamde kapitaallasten van de nieuwe en vervangingsinvesteringen geraamd. Vervolgens wordt er van concernwege onder de stelposten op programma financiering en algemene dekkingsmiddelen een correctiepost voor de verwachte onderbesteding geraamd. Voor – of nadelen worden jaarlijks bij de Berap gemeld.

Budgetten stelpost onderuitputting kapitaallasten in PPN 2012-2015

In de begroting 2011 was in totaal voor onderuitputting op rente en afschrijving € 1,98 mln. geraamd. Bij de berap 2011 is gemeld dat de onderuitputting € 1,3 mln. hoger uit komt.

Op basis van de actuele situatie omtrent de restantkredieten, de beschikbare stelposten voor vervangingsinvesteringen en de nieuwe investeringen (investeringsprogramma en stadsuitbreiding) is een reële inschatting gemaakt van de in 2012 t/m 2015 te verwachten onderuitputting op de kapitaallasten. Op basis van de actuele situatie is in de PPN 2012-2015 rekening gehouden met de volgende budgetontwikkeling:

2011: 1.980.000

2012: 3.500.000 + 1.520.000

2013: 2.000.000 - 1.500.000

2014: 1.500.000 - 500.000

2015: 1.500.000 - 500.000

Wij verwachten – mede op basis van ervaringen van de afgelopen jaren – dat een jaarlijks niveau van € 1,5 mln. reëel is.

Nadere toelichting op de budgetten:

De hogere onderuitputting in 2012 is vooral het gevolg van latere oplevering dan geraamd van lopende onderwijsinvesteringen en in 2012 beschikbare budgetten voor kapitaallasten (o.a. investeringsprogramma, stadsuitbreiding onderwijs) waarvan de lasten in een later jaar ontstaan.

Vanaf 2013 wordt het budget behoorlijk naar beneden bijgesteld om in 2014 uit te komen op het reëel te verwachten niveau van

€ 1,5 mln. In investeringsbedragen komt dit overeen met de verwachting dat er jaarlijks ca. € 15 mln. aan investeringsruimte later dan in de begroting verwerkt wordt opgeleverd.

Op de volgende bladzijde is een nadere onderbouwing van de budgetten opgenomen.

Inschatting onderuitputting kapitaallasten tbv PPN 2012-2015

2012 Investering Budget/ Vrijval Vrijval Vrijval

stelpost rente 5% afschr 4% kap.l 9%

Reële kans op onderuitputting in 2012:

Doorschuif restantkredieten 2010 naar 2012,

inschatting dat niet alles in 2011 wordt geïnvesteerd.

minimaal 50% van € 24 mln. 12.000.000 552.000 480.000 1.032.000 1)

Doorschuif investeringen/stelpost 2011, stel 50% 760.000 420.000 340.000 760.000

Stelposten kap.lasten OHV 2012:

- Stadsuitbreiding 709.000 400.000 309.000 709.000

- vvi + wettelijk 158.000 90.000 68.000 158.000

- investeringsprogramma 2012-2015 2.146.000 213.000 98.716 114.284 213.000

Overige:

- stelpost vvi (excl. onderwijs) 311.000 120.000 90.000 210.000 2)

- Brandweerpost noord 292.000 162.000 130.000 292.000

- nieuw zwembad 462.000 100.000 0 100.000

- Investeringsprogramma:

- Het Hoge Laar 3.600.000 360.000 165.600 194.400 360.000

- Openluchtbad 1.500.000 150.000 69.000 81.000 150.000

- Anker 2.555.000 184.000 117.530 66.470 184.000

2.294.846 1.873.154 4.168.000

Geraamde stelposten onderuitputting kap.lasten -1.440.000 -540.000 -1.980.000

Resultaat 854.846 1.333.154 2.188.000

Incidentele verhoging stelpost onderuitputting 2012 -660.000 -860.000 -1.520.000 3)

Verwacht voordeel onderuitputting 2012 194.846 473.154 668.000

1) 50% van onderwijshuisvesting wordt in 2012 of later opgeleverd 2) exclusief maatschappelijke investering € 101.000

3) totaal budget onderuitputting komt in 2012 uit op € 3.500.000

2013 Investering Budget/ Vrijval Vrijval Vrijval

stelpost rente 5% afschr 4% kap.l 9%

Reële kans op onderuitputting in 2013:

Doorschuif restantkredieten 2010 naar 2013, omdat

inschatting dat 20% nog niet is geïnvesteerd 5.000.000 250.000 90.000 340.000 1) Doorschuif investeringen/stelpost 2011, stel 25% 300.000 160.000 140.000 300.000 1)

Stelposten kap.lasten OHV 2012:

- Stadsuitbreiding stel 50% 350.000 200.000 150.000 350.000

- vvi + wettelijk stel 50% 80.000 45.000 35.000 80.000

- investeringsprogramma 2012-2015 stel 50% 170.000 95.000 75.000 170.000

Overige 2012:

- stelpost vvi (excl. onderwijs) stel 0% 0 0 0

- Brandweerpost noord stel 0% 0 0 0

- Investeringsprogramma:

- Het Hoge Laar stel 0% 0 0 0 0

- Openluchtbad stel 0% 0 0 0 0

- Anker stel 0% 0 0 0 0

Stelposten kap.lasten OHV 2013:

- Stadsuitbreiding 176.000 100.000 76.000 176.000

- vvi + wettelijk 161.000 90.000 71.000 161.000

Vervolg 2013 Investering Budget/ Vrijval Vrijval Vrijval stelpost rente 5% afschr 4% kap.l 9%

- investeringsprogramma 2012-2015 87.000 50.000 37.000 87.000

Overige 2013:

- stelpost vvi (excl. onderwijs) 320.000 120.000 90.000 210.000 2)

- nieuw zwembad 725.000 0 0 0

- nieuwe investeringsruimte pm 100.000 50.000 150.000

1.210.000 814.000 2.024.000

Geraamde stelposten onderuitputting kap.lasten -1.440.000 -540.000 -1.980.000

Resultaat -230.000 274.000 44.000

Incidentele verhoging stelpost onderuitputting 2013 240.000 -260.000 -20.000 3)

Verwacht voordeel onderuitputting 2013 10.000 14.000 24.000

1) m.n. onderwijshuisvesting

2) exclusief maatschappelijke investering € 110.000

3) totaal budget onderuitputting komt in 2013 uit op € 2.000.000

2014 Investering Budget/ Vrijval Vrijval Vrijval

stelpost rente 5% afschr 4% kap.l 9%

Reële kans op onderuitputting in 2014:

Doorschuif restantkredieten 2010 naar 2013, omdat

inschatting dat alles in 2012 is geïnvesteerd. 0 0 0 0

Doorschuif investeringen/stelpost 2011, stel 0% 0 0 0 0

Stelposten kap.lasten OHV 2012:

- Stadsuitbreiding stel 25% 175.000 100.000 75.000 175.000

- vvi + wettelijk stel 25% 40.000 22.000 18.000 40.000

- investeringsprogramma 2012-2015 stel 25% 85.000 45.000 40.000 85.000

Stelposten kap.lasten OHV 2013:

- Stadsuitbreiding stel 50% 80.000 50.000 30.000 80.000

- vvi + wettelijk stel 50% 80.000 50.000 30.000 80.000

- investeringsprogramma 2012-2015 stel 50% 40.000 22.000 18.000 40.000

Overige 2013:

- stelpost vvi (excl. onderwijs) stel 0% 0 0 0 0

- Investeringsprogramma: 0

- Hedon stel 100% 440.000 260.000 180.000 440.000

Stelposten kap.lasten OHV 2014:

- Stadsuitbreiding 0 0 0 0 0

- vvi + wettelijk 162.000 90.000 72.000 162.000

- investeringsprogramma 2012-2015 87.000 50.000 37.000 87.000

Overige 2014:

- stelpost vvi (excl. onderwijs) 320.000 120.000 90.000 210.000 1)

- nieuwe investeringsruimte pm 100.000 50.000 150.000

909.000 640.000 1.549.000

Geraamde stelposten onderuitputting kap.lasten -1.440.000 -540.000 -1.980.000

Resultaat -531.000 100.000 -431.000

Incidentele verlaging stelpost onderuitputting 2014 440.000 40.000 480.000 2)

Verwacht voordeel onderuitputting 2014 -91.000 140.000 49.000

1) exclusief maatschappelijke investering € 110.000

2) totaal budget onderuitputting komt in 2014 uit op € 1.500.000

Structureel niveau van € 1,5 mln. lijkt redelijk, gelet op ervaringscijfers van de afgelopen jaren en het gegeven dat nieuwe investeringen via structurele dekking gefinancierd zullen worden, omdat incidentele middelen ontbreken.

D. Gevolgen regeerakkoord, inclusief concept bestuursakkoord (bedragen cumulatief x € 1 mln.)

Landelijk Zwols aandeel

bedrag 2011 2012 2013 2014 2015 na 2015 A. Kortingen:

Kortingen via gemeentefonds

Regionale uitvoeringsdiensten structurele korting ad € 100 mln. komt te vervallen

Normering lokaal inkomensbeleid (vanaf 2012) -40 -0,32 -0,32 -0,32 -0,32 -0,32

Schuldhulpverlening (vanaf 2012) -20 -0,16 -0,16 -0,16 -0,16 -0,16

Minder politieke ambtsdragers (vanaf 2015) -110 -0,77 -0,77

Efficiencykortingen bij decentralisatie

Jeugdzorg (vanaf 2015 gefaseerd) -300 -0,56 -2,10

AWBZ dagbesteding/begeleiding naar WMO (vanaf 2013/2014)

-140 -0,98 -0,98 -0,98

(Afspraak bestuursakkoord korting 5%, kan > of < 140 mln. zijn.) Werken naar vermogen:

- Ontschotten WWB, Wajong, WSW (vanaf 2012 gefaseerd)

-500 -3,12 -3,82 -4,84 -5,39 -3,90

- Beperken nieuwe instroom WSW (vanaf 2014 gefaseerd)

-650 -0,20 -0,65 -4,23

Stopzetten/verlaging specifieke uitkeringen

Montfransgelden (vanaf 2012) -80 -0,86 -0,86 -0,86 -0,86 -0,86

ISV/BLS (vanaf 2015) -230 -1,61 -1,61

Kortingen al in Miljoenenota aangekondigd:

Re-integratie (vanaf 2012) -253 -1,67 -1,58 -1,97 -1,97 -1,97

Inburgering (vanaf 2011 gefaseerd) -333 -0,27 -0,76 -1,52 -1,92 -1,92 -1,92

Korting WSW (vanaf 2011) -151 -1,00 -1,00 -1,00 -1,00 -1,00 -1,00

Indicatie totaalbedrag aan kortingen -1,27 -7,89 -9,26 -12,25 -16,19 -19,82 Verwerking in PPN zie onder punt C.

B. Afspraken bestuursakkoord ivm compensatie gemeentelijke kosten:

Uitvoeringskosten (structureel)

- voor zorg (awbz/wmo) en jeugd (gefaseerd vanaf 2014-2016)

55 0,25 0,32 0,39

- overheveling bestaande uitvoeringskosten jeugd rijk pm pm pm

- overheveling bestaande uitvoeringskosten awbz rijk pm pm pm pm

- werken naar vermogen (gefaseerd 2013-2015) 27 0,03 0,13 0,19 0,19

Invoeringskosten (incidenteel)

- voor jeugd (2012 en 2013) 64 0,11 0,34 0 0 0

- voor begeleiding awbz (2011-2013) 80 0,04 0,26 0,17 0 0

- herstructurering WSW-sector (max 400 mln. in 2012- 2018)

400 toekenning middelen obv aanvragen (globale indicatie voor Zwolle € 3 mln. over 7 jaar)

Overige afspraken

- toevoeging aan re-integratiebudget ivm beperking Wajong

122 0,12 0,36 0,48 0,95

(gefaseerd vanaf 2013 € 15 mln. naar € 122 mln. in 2019, structureel) - WWB- inkomensdeel, de in 2010 en 2011 toegepaste korting

obv 'oud' bestuursakkoord t/m 2011 komt te vervallen, 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 (Het rijk heeft de korting op WWB-I deel omgezet in een korting op het re-integratiebudget.)

C. Verwerking in PPN 2012-2015

1. De korting op normering lokaal inkomensbeleid en schuldhulpverlening is verwerkt in het structurele knelpunt op de sociale programma's 2. Tegenover de beëindiging van de specifieke uitkeringen Montfransgelden en ISV/BLS is onder de structurele knelpunten € 189.000 voor 3 activiteiten geraamd. De resterende korting is doorvertaald in minder budget.

3. Korting op re-integratie is volledig doorvertaald in aanpassing budget, geen nadeel in PPN verwerkt. (zie onder risico's)

4. Korting op inburgering is in 2011 en 2012 volledig doorvertaald in aanpassing budget. Na 2012 nog onduidelijk, zie onder risico's.

5. Korting WSW: De bezuiniging is verwerkt in WEZO cijfers. In herstelplan van WWEZO wordt tekort in 2013 opgelost. Voor aanvulling op Eigen vermogen WEZO wordt voorgesteld € 2 mln. uit te trekken bij de begroting 2012.

6. De te ontvangen compensatie voor uitvoeringskosten zijn aangemerkt als volledig nodig om gemeentelijke uitvoering te bekostigen.

7. Idem met betrekking tot de compensatie voor invoeringskosten en toevoeging re-integratiebudget Wajong.

D. Risico's

1. Omtrent de decentralisatiedossiers jeugd en awbz is het beleid de korting op te vangen binnen de nieuwe budgetten, of dit haalbaar is valt thans nog niet te zeggen.

2. Met betrekking tot werken naar vermogen is het uitgangspunt hetzelfde, alleen verwachten wij dat de financiële armslag behoorlijk tekort komt.

3. Ontoereikenheid compensatie uitvoeringskosten en invoeringskosten.

4. Mogelijk nadeel als gevolg herverdeeleffecten tussen gemeenten op de 3 decentralisatiedossiers.

5. Doorvertalen vermindering ambtsdragers in minder budget is afhankelijk van nadere uitwerking (rijk).

6. De inkomsten voor inburgering komen te vervallen, thans is nog niet duidelijk welke kosten er ivm verplichte inburgering ten laste van de gemeente blijven.

7. Inclusief de onzekere gevolgen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds hanteren wij een aanname van € 5 mln. als aanvullend benodigde middelen om de risico's op te vangen.

Bijlage 2 Investeringsprogramma

Investeringsprogramma 2012 – 2015

Ten behoeve van PPN 2012.

1. Inleiding

Zwolle scoort goed op een breed scala van leefbaarheidsfactoren. Mensen wonen hier graag. Zwolle heeft ook economisch en qua centrumfunctie een sterke positie, en is al jaren mede dankzij de goede bereikbaarheid een topvestigingsplaats voor bedrijven. Waar veel regio’s krimp voorzien, blijft Zwolle nog 20 jaar fors doorgroeien. Zwolle heeft dus veel om trots op te zijn, én Zwolle heeft ook veel hoog te houden.

Dat laatste nu, dat hooghouden, is de opgave en de ambitie in economisch moeilijke tijden: het blijven faciliteren van

leefbaarheid, de bereikbaarheid, de centrumfunctie en de groei van Zwolle. De gemeentefinanciën geven weinig tot geen ruimte voor extra investeringen. Er zijn eigenlijk geen vrije middelen beschikbaar voor investeringen. Toch is het belangrijk dat we gericht blijven investeren in die programma’s en projecten die gewenste maatschappelijke en economische effecten hebben. Er zullen daarom keuzes moeten worden gemaakt ten aanzien van fasering, prioritering of zelfs het laten vervallen van eerder gewenste investeringen.

Om deze keuzes te kunnen maken, is besloten dat voor de Perspectiefnota 2012 een investeringsagenda opgesteld wordt, waarin de investeringsvragen beschreven worden, en afgewogen wordt welke investeringen doorgang kunnen vinden, en welke (tijdelijk) zullen stoppen. Bij deze vindt u het voorstel voor dit investeringsprogramma.

2. Status van een investeringsprogramma

Het voor u liggende investeringsprogramma zal onderdeel gaan uitmaken van een flexibele investeringsagenda voor álle investeringen van de gemeente. Aan die investeringsagenda wordt volgend op dit investeringsprogramma gewerkt.

Het investeringsprogramma bevat voor de eerste jaren (in ieder geval voor 2012) concrete bedragen. Naarmate de tijdshorizon verder ligt, zijn de bedragen meer globale schattingen, omdat concrete ramingen in de fase waarin deze investeringen verkeren nog niet gemaakt kunnen worden. Het gaat daarom om een flexibel investeringsprogramma dat jaarlijks opnieuw bezien zal worden. Jaarlijks zullen de investeringswensen op een rijtje gezet worden en van de meest actuele cijfers voorzien worden.

Jaarlijks kunnen opnieuw de investeringswensen afgewogen worden tegen de financiële mogelijkheden van de gemeente en de dan gegroeide inzichten.

Het investeringsprogramma is geen investeringsbesluit. Het investeringsprogramma stelt wel vast voor welke investeringen in de planperiode voorbereidende werkzaamheden worden gedaan. Per investering zullen echter de normale

besluitvormingstrajecten gevolgd worden. Bij ieder apart investeringsbesluit kan alsnog de wenselijkheid van de investering afgewogen worden. In de bijlage bij het programma zijn per investering de go – no go momenten opgenomen. Op die momenten wordt per investering het besluit genomen over het al dan niet doorgaan van de investering.

Voor het jaar 2012 zijn de voorbereidingskosten van de investeringen geregeld. Deze zijn in de meeste gevallen opgenomen in de totale investering of in de grondexploitatie. In twee gevallen (Spoorzone en ontwikkelingsprogramma Binnenstad) is er sprake van zo hoge voorbereidingskosten dat deze niet uit de reguliere budgetten gedekt kunnen worden. Daarvoor is via de incidentele middelen een apart dekkingsvoorstel gemaakt. Voor het ontwikkelingsprogramma Binnenstad is vanaf 2013 een bedrag aan voorbereidingskosten opgenomen. Daarnaast is vanaf 2013 een PM-post op genomen voor niet gedekte

voorbereidingskosten van ruimtelijke investeringen. Per jaar kan afgewogen en besloten worden, of deze kosten nodig zijn, en voor welke investeringen. (Nota bene: het betreft dan kosten in de oriënterende fase: zodra besloten is een investering te doen, worden de kosten opgenomen in de projectexploitatie).

3. Overwegingen

Bij het opstellen van dit investeringsprogramma heeft een aantal overwegingen een rol gespeeld:

Vastgesteld beleid (Collegeakkoord, Raadsbesluiten en overige toezeggingen): Zwolle heeft ambities, en wil die ook

hooghouden. Ook is het belangrijk als bestuur betrouwbaar te blijven. Belangrijke overweging bij een investeringsprogramma is daarom in hoeverre investeringen bijdragen aan vastgesteld beleid.

Het beste van 2 werelden : “het beste van twee werelden” is een stuk dat door Zwolle en de provincie gezamenlijk is opgesteld als onderbouwing van de aanvragen voor cofinanciering. Dit stuk beschrijft de strategische lijn van Zwolle en de samenhang tussen de aanvragen voor cofinanciering. In dit stuk worden ambities en strategische keuzes beschreven, die een belangrijke overweging vormen voor een investeringsprogramma.

Tijd: Met name de vraag naar urgentie van de investering: hoe belangrijk is het dat de investering nú gedaan wordt. Een investering kan heel belangrijk zijn voor de stad, maar wat valt er om als die investering niet onmiddellijk gedaan wordt.

Geld: Wat zijn de gevolgen voor de exploitatie, zijn er terugverdieneffecten. Is er sprake van cofinanciering.

Feitelijke onontkoombaarheid: is er een wettelijke verplichting; kost het de gemeente net zoveel geld als de investering niet gedaan wordt, zijn er contracten afgesloten; zijn er "points of no return" gepasseerd.

4. Voorgesteld investeringsprogramma

Het investeringsprogramma dat hier wordt voorgesteld betreft de jaren 2012 tot en met 2015.2 Het investeringsprogramma is opgedeeld in vier categorieën investeringen:

Investeringen waar (deels) nog geen dekking voor is, maar waarvan wordt voorgesteld die investeringen wel te doen. Dekking via besluitvorming PPN 2012 – 2015.

Investeringen waarvoor verwacht of voorgesteld wordt andere dekking te vinden. Deels is dat dekking uit gemeentelijke middelen (o.a. ISV, BLS), deels is dat cofinanciering vanuit de provincie en Rijk.

Investeringen waar dekking voor gevonden is. Deze lijst maakt ook onderdeel uit van het investeringsprogramma, omdat ook deze lijst nog afgewogen kan/moet worden tegen de overige gewenste investeringen.

een overzicht van die investeringen waarvan wordt voorgesteld die uit te stellen tot na de planperiode.

Investeringswensen waarvoor nog dekking binnen de gemeente gevonden moet worden:

Totaal-investering Al gedekt Bijdragen derden Nog te dekken Onderwijshuisvesting

Openluchtbad 2.800.000 1.300.000 0 1.500.000

Anker 6.300.000 3.750.000

(incl.

opbrengst verkoop)

2.550.000

Schellerdriehoek 220.000 0 0 220.000

Spoorzone 142.000.000 0 pm pm

Hedon 4.700.000 4.700.000

Grote ongedekte voorbereidingskosten

pm pm pm

totaal 162.404.000 6.550.000 pm 13.854.0003

Investeringswensen die met nog verwachte, maar nog niet zekere in- of externe dekking gedekt zijn:

totaal Eigen

totaal 58.980.000 980.000 40.300.000 3.100.000

Voor deze lijst geldt dat de in- en externe bijdragen nog niet zeker zijn. De interne bijdragen zijn in potentie wel beschikbaar, maar besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden. De externe bijdragen zijn nog niet zeker. Met name voor de BDU-middelen geldt dat deze naar verwachting wel binnen kunnen komen, maar het is zeer de vraag of de bedragen dan hoog genoeg zijn, om de gewenste investeringen te kunnen financieren.

Al gedekte investeringen:

totaalinvestering Bijdragen derden Eigen middelen Gedekt uit

Diezerpoort 2.810.000 2.810.000

ISV/decentralisatie-fonds Roelenweg Oost

(tekort)

4.000.000 2.000.000 2.000.000 cofinancieringsfonds

Rodetorenbrug 2.000.000 1.000.000 1.000.000 Grex Kamperpoort

Bagijneweide (tekort) 1.400.000 700.000 700.000 cofinancieringsfonds

Wijthmen 1e fase (neutrale) grex

Hooge Laar 3.600.000 3.600.000 Stadsuitbreiding sport

Fietspad Hanzelijn 1.200.000 1.000.000 200.000 Budget fietsstraten

Totaal 15.010.000 4.700.000 10.310.000

2 Dit investeringsprogramma was begin mei gereed en heeft de basis gevormd voor de integrale financiële afweging in het kader van de PPN.

3 Exclusief financiering Spoorzone

Investeringen die na de planperiode worden verwacht, en waarvan wordt voorgesteld die te temporiseren tot na de planperiode:

overloopcapaciteit voortgezet onderwijs landschapsontwikkelingsplan

Vechtcorridor/Vechtmonding

Gebiedsgerichte verkenning A28 regio Zwolle Voorstadhalte Zwolle Zuid

Locatieontwikkeling Wezenlanden Gebiedsontwikkeling Singelkwartier IJsselhallen

Wijthmen 2e en volgende fasen Verlegging Kroesenallee

Kruispunt Blaloweg – Hasselterweg Fietsroute Kamperweg - Hasselterweg

5. Tot standkoming investeringprogramma

Het oorspronkelijke overzicht van investeringswensen telde op tot een totaalvraag naar 240 miljoen publieke middelen.

Het moge duidelijk zijn, dat dit bedrag gegeven de financiële situatie de komende jaren niet door de gemeente opgebracht kan worden.

Om tot het nu voorgestelde investeringsprogramma te komen, zijn drie mogelijkheden bekeken:

a. andere middelen inzetten om de investeringen te dekken;

b. andere keuzes maken in de gewenste investeringen/ andere financieringsscenario’s te hanteren;

c. investeringen uitstellen tot na 2015.

5.1 Mogelijkheden om elders middelen te vinden/andere middelen in te zetten:

Voor een aantal investeringen is het mogelijk andere dekkingen te vinden, die niet die niet ten laste van de algemene middelen hoeven te komen.

 Kraanbolwerk: Voor het Kraanbolwerk kunnen BLS-middelen ingezet worden. BLS-middelen zijn geoormerkte middelen.

Het Kraanbolwerk voldoet aan de criteria om voor deze middelen in aanmerking te komen. Aan de Raad is al voorgesteld deze middelen in te zetten. Het besluit moet nog genomen worden. In dit Raadsvoorstel was opgenomen 500.000 ISV-middelen in te zetten. Inmiddels wordt voorgesteld deze 500.000 ISV weer vrij te laten vallen, en Kraanbolwerk volledig te dekken uit BLS-middelen.

 Hoge Laar: voor het Hoge Laar kunnen de middelen van stadsuitbreiding sport ingezet worden. Inmiddels is hierover ook al door Uw Raad besloten.

 Voor de knoop A28 en het kruispunt Kranenburgweg – N340 kunnen BDU-middelen ingezet worden. Met de provincie is hierover overleg gaande. Dat betekent dat de knoop A28 – N340 daar wellicht uit betaald kan worden, evenals het kruispunt. Als deze lijn gekozen wordt, dan betekent dit dat de investeringen in de knoop A28 – N340 en het kruispunt Kranenburgweg – N340 afhankelijk gesteld worden van het vrijkomen van deze middelen. Als deze middelen niet loskomen, zal de gemeente ofwel met deze investeringen moeten uitstellen, ofwel elders middelen moeten vinden.

 Voor het ontwikkelingsprogramma Binnenstad kunnen ISV-middelen ingezet worden. De totaalraming voor het

ontwikkelingsprogramma Binnenstad is voor de komende 4 jaar 2 miljoen (exclusief voorbereidingskosten). Er is uit de ISV-middelen nog 1,5 miljoen beschikbaar. Dat betekent dat nog 500.000 elders gevonden moet worden.

 Voor de duurzaamheidsmaatregelen Breecamp Oost en Dieze Oost en voor de duurzaamheidsregeling kunnen middelen uit het BLS aangewend worden. Ook hiervoor is al een voorstel voorgelegd. Het besluit is echter nog niet genomen.

 Voor het Openluchtbad is een monumentenbijdrage aangevraagd bij de provincie. Als deze toegegekend wordt, komt de restauratie inclusief duurzaamheidsmaatregelen binnen bereik.

5.2 andere keuzes/scenario’s bij investeringen:

 Voor de Spoorzone zijn verschillende financiële scenario’s uitgewerkt en beoordeeld. Voorgesteld wordt de nadruk te leggen op de publieke investering in de periode 2012-2017. Deze gemeentelijke bijdrage betreft de verplaatsing van de busterminal, aanleg bustunnel, stelsel van openbare ruimte en fiets- en autoparkeren. (De investeringen in de overige plandelen van de Spoorzone zijn dus niet meegenomen.) Wij zijn nog in overleg met derden om cofinanciering te bewerkstelligen want wij kunnen het totale bedrag niet opbrengen.

 Voor onderwijshuisvesting waren drie posten overwogen: onderhoudsinvesteringen, investeringen in brandveiligheid van de onderwijsgebouwen, en investeringen in het realiseren van tijdelijke klaslokalen/huisvesting voor het voortgezet onderwijs om leerlingenfluctuaties op te vangen. De onderhoudsuitgaven zijn nodig, en blijven staan, Wat betreft brandveiligheid hebben onderhandelingen met partners ertoe geleid, dat de brandveiligheid gegarandeerd kan worden voor 1,4 miljoen.

Over het realiseren van tijdelijke huisvesting voor het voortgezet onderwijs is nog geen overeenstemming. Om die reden is voorgesteld deze uitgaven te temporiseren.

5.3 Mogelijkheden om investeringen te temporiseren

Bij de temporisering is gekeken naar mogelijkheden om investeringen door te schuiven tot na de planperiode. Ook is gekeken

Bij de temporisering is gekeken naar mogelijkheden om investeringen door te schuiven tot na de planperiode. Ook is gekeken

In document d veerkracht s vooruit Zwolle (pagina 33-55)