• No results found

25.8.3.2 Profielen op standplaatsniveau

FIG 49 WATERVIOLIER (HOTTONIA PALUSTRIS) IN DE BAKERWAARDSCHE LAAK

Deze soort is kenmerkend voor grondwater gevoede omstandigheden (Foto: Dolf Logemann).

Rekenkundige benadering indicatiewaarden

Verder bestaan er methodes waarvoor opnames van vegetatie of macrofauna nodig zijn. De indicatorsoorten uit de opnamen krijgen een indicatorwaarde toebedeeld. Door middel van een rekenkundige benadering wordt dan een beeld verkregen van de toestand van de betreffende opname. Deze methodes vereisen dus goede opnames en een rekenkundige exercitie. Ze zijn daardoor complexer. Overzichts- werken hiervoor zijn bijvoorbeeld:

http://werkgeverslijn.nl/content/rapport-inventarisatie-rekentools-abiotiek: een rapport waarin de beschikbare applicaties zijn beschreven om abiotische sys- teemkenmerken te herleiden uit vegetatieopnamen. Een voorbeeld daarvan is: http://www.wur.nl/nl/Website-of-H2020-project-Platform-of-bioeconomy-ERA-NET-

Actions-PLATFORM.htm?publicationId=publication-way-333937353333:

Iteratio: Calculating environmental indicator values for species and relevés. Holt- land, W.J.; Braak, C.J.F. ter; Schouten, M.G.C. 2010.

Trendanalyse met oudere gegevens

Als laatste is het waardevol wanneer oudere opnames bekend zijn. Daarmee kan een vergelijking gemaakt worden tussen de vroegere en huidige situatie. De er- varing is echter, dat er zelden sprake is van goed gedocumenteerde gegevens en/of methodes, waardoor een vergelijking moeilijk is. Een indicatie is vaak wel mogelijk.

2

FIG 50 HERHAALDE RASTERKARTERING VAN ARMBLOEMIGE WATERBIES

Herhaalde rasterkartering van Armbloemige waterbies in het brongebied van de Mosbeek (noordoost Twente). Deze soort is een betrouwbare indicator voor gebufferd grondwater en geeft een goed beeld van de ligging van het standplaatstype kalkmoeras in dit terrein. De herhaling laat zien dat tussen 1999 en 2013 een sterke achteruitgang heeft plaatsgevonden van dit standplaatstype (Bron: Kieskamp, 2014). Informatie

Jalink, M.H. en A.J.M. Jansen (1995). Indicatorsoorten voor verdroging, verzuring en eutrofiëring van grondwaterafhankelijke beekdalgemeenschappen. Staats- bosbeheer, Driebergen.

Londo, G. (1988). Nederlandse freatofyten. Pudoc, Wageningen.

Kieskamp, A.A.M. (2014). Hydro-ecologische systeemanalyse van het brongebied van de Mosbeek. Unie van Bosgroepen / Radboud Universiteit Nijmegen. http://edepot.wur.nl/333523.

http://www.natuurkennis.nl, zoeken onder ‘Ecohydrologie’ ‘Standplaatsfacto- ren en vegetatie’ ‘Indicatie’.

Stowa en WEW (2012): Milieu- en habitatreferenties van Nederlandse zoetwater- macrofauna. Database met milieu- en habitatpreferenties van 2270 soorten. STOWA Rapport 2012 - 19. WEW Themanummer 23.

Synbiosys / INDICA: ontwikkeld door Alterra en KIWA. Kennissysteem met abioti- sche condities voor flora en vegetatie. Tevens mogelijk om milieuomstandig- heden te herleiden met behulp van indicatorsoorten (INDICA). Artikel: http://

edepot.wur.nl/358680. 1999 2013 33 22 33 33 5 22 4 22 11 33 33 33 5 4 22 22 33 22 4 4 33 33 33 33 4 4 33 4 33 4 22 22 22 22 33 33 22 33 22 22 33 22 33 33 22

5.11.2 Ecologische indicatoren op standplaatsniveau

Wanneer er geen of onvoldoende gegevens aanwezig zijn, kan het van meerwaar- de zijn om een veldinventarisatie uit te laten voeren naar indicatorsoorten. Denk daarbij aan streeplijsten van voorkomende plant- en libellensoorten, vegetatiekar- tering met specifieke aandacht voor indicatorsoorten of macrofauna-opnamen. Van al deze soortgroepen zijn rekenkundige modules aanwezig om aan de hand van indicatorwaarden de milieuomstandigheden te herleiden.

5.12 LANDGEBRUIK EN VOEDSELRIJKDOM BOUWVOOR

5.12.1 Landgebruik op stroomgebiedsniveau

Relevant voor:

• beekherstelprojecten;

• hydrologisch herstel beekdalnatuur; • waterbergingsprojecten.

Kern

Voor de kansen op herstel van beken en vegetaties is kennis over de vorm van het landgebruik en van de voedselrijkdom van de bodem van belang.

Vragen

• Welke andere functies zijn er in het beekdal waar rekening mee gehouden dient te worden?

• Welke vormen van landgebruik zijn mogelijk van invloed op de kwaliteit en de herstelmogelijkheden van de beek of de te herstellen vegetatie?

• Wat is het landgebruik in de herkomstgebieden van het grondwater, die de chemische kwaliteit van kwelwater in het doelobject kan beïnvloeden?

NB. Deze gebieden kunnen buiten het beekdal liggen, bijvoorbeeld op de heideontgin- ningsgronden op de naastgelegen dekzandrug.

• Hoe lang geleden heeft het perceel zijn landbouwkundige functie verloren (an- ders gezegd: hoe lang geleden is de intensieve bemesting gestaakt)?

Aanpak

Herleid de landgebruiksvorm uit de LGN-kaart of een TOP-kaart. Herleid van het interessegebied oppervlakken en percentages per gebruiksvorm. Doe hetzelfde voor de Natuurdoeltypenkaart.

2

NB. Al deze kaarten en foto’s zijn tijdgebonden opnamen. Ga altijd na wanneer de opname

uitgevoerd is. Vaak is alleen tegen betaling actuele informatie voor handen.

NB. De Natuurdoeltypenkaart is veelal een streefbeeldenkaart en niet een kaart van aan-

wezige systeemkenmerken. De natuurdoelen zijn vastgesteld op (potentiële) systeemken- merken, waaronder geohydrologische.

NB. SNL-typen zijn doorgaans nog grover toebedeeld. Deze zeggen in feite weinig over

de na te streven abiotische omstandigheden. Daar zal men altijd zelf een specificatie van moeten maken.

Samenstelling van de grasmat

Of een perceel intensief is bemest (geweest), is te zien aan de samenstelling van de grasmat: hoogproductieve, vaak glimmend groene grassen met nauwelijks bloemdragende kruiden. Herderstasje en (veel) paardenbloemen zijn eveneens be-

WELKE INFORMATIE HEB IK NODIG? • GIS data LGN of TOP-25. Filter op:

- bebouwing; - infrastructuur; - bouwland; - grasland; - bos; - water; - heide, stuifzand. • GIS data EHS. Filter op:

- hooiland; - riet, ruigte, moeras; - nat en droog bos; - weidevogelgebied; - botanische waarden;

- etc.

• Bekijk grasland: hoe kruidig zijn deze percelen?

WAT MOET IK DOEN?

• Analyseer LGN-kaart (landgebruik Nederland) of TOP-25 kaart op ha en % landgebruik. • Analyse luchtfoto’s of Google Maps, Bing

Maps of betaalde site Cyclomedia of http://pdokviewer.pdok.nl

• Herleid natuurdoeltypen en beheertypen.

langrijke indicatoren voor intensief bemest grasland. Veldzuring en witbol wijzen daarentegen op schralere omstandigheden.

Bij een inspectie van het grasland kan kennis van de indicatorsoorten (zie voor- gaande paragraaf 5.11) van grote meerwaarde zijn. Schakel eventueel een terres- trisch ecoloog in.

Landgebruikskaart (LGN7)

Het onderzoeksbureau Alterra WUR produceert om de paar jaar een Landelijk Grondgebruiksbestand Nederland (LGN). De meest recente versie is de LGN7, deze is gebaseerd op satellietbeelden uit 2012. De LGN kent alleen een betaalde versie. Vraag dus eerst na of uw organisatie over een geldige licentie beschikt. Figuur 51 geeft aan over welke eenheden de LGN7 inzicht geeft.

5.12.2 Landgebruik op standplaatsniveau

Relevant voor:

• hydrologisch herstel beekdalnatuur; • waterbergingsprojecten.