• No results found

Oeverafslag langs het riviertje de Aa of Weerijs bij Wernhout door de aanleg van een strek- dam of krib, hier toegepast als rigoureuze maatregel binnen een genormaliseerd beeksysteem (Foto: Waterschap Brabantse Delta). Informatie Overzicht

Van Weren, B.J. (2014). Versnel Beekherstel: Natuurlijk aan de slag. Innoveren met de bouwstenen van de natuur. STOWA-rapportnummer 2014-49. ISBN 978.90.5773.675.9.

www.wur.nl/nl/project/Innovatielab-Building-with-Nature-voor-regionale-

wateren-1.htm Innovatielab Building with Nature voor regionale wateren.

Innovatieprogramma dat loopt tot en met 2018. Beschaduwing

Browne, G., P. de Kwaadsteniet, G. Schmidt en J. van Kempen (2016). Werken aan klimaatbestendige beken - Wat is het effect van beekbegeleidende beplanting op beektemperatuur? H2O-Online / 18 maart 2016.

Dood hout

http://beekenrivierherstel.stowa.nl. Informatie van Platformbijeenkomst Beek- en Rivierherstel 18/04/2013: Dood hout in beken en rivieren.

http://www.wur.nl. Protocol ‘inbrengen dood hout in de beek’ van P. Verdonschot en A. Besse-Lototskaya

www.ravon.nl. Dood hout in beken en rivieren; kennis en ervaringen uit de prak- tijk. Presentatie van P. Verdonschot, J. de Brouwer en A. Besse-Lototskaya et al. over ervaringen houtinbreng.

Zandsuppletie

www.veldwerkplaatsen.nl. Ketelaar, R., R. van Dongen, M. Kruit, J. Westveer en N. Nelis. Zandsuppletie in de Leuvenumse beek.

Meerdere waterschappen hebben ervaring met zandsuppletie. O.a. Vallei en Velu- we en Vechtstromen.

Kribben

Werdenberg, N. (2006). Handling water. An approach to holistic river rehabilita- tion design. Executive Master of Environmental Technology and Management NDS/FH Master’s Thesis. Brisbane.

6.3.3 Herstel sponswerking in het beekdal

De meest gangbare maatregelen zijn:

Drainage verwijderen: drainage leidt tot het aftoppen van de grondwater-

stand en het voortijdig afvoeren van infiltrerend regenwater. Hierdoor wordt de grondwaterstand verlaagd en wordt aanvulling ervan door regenwater ver- minderd. Door drainage te verwijderen, zal de grondwaterstand normaliter stijgen en de kwelflux in het dal toenemen.

Peilgestuurde drainage aanbrengen i.p.v. traditionele drainage: behoud van

de drainerende werking tijdens natte periodes met als toegevoegde waarde om tijdens droge periodes de drainerende werking te stoppen of de drain als infil- tratiebuis te gebruiken voor wateraanvoer.

NB. Ook peilgestuurde drainage komt erg nauw en heeft niet overal dezelfde voor- delen. In een rapportages van Deltares (beide uit 2012) is genuanceerd in welke gevallen peilgestuurde drainage oplossing kan bieden en tot op welke hoogte (zie kopje informatie).

3

Greppels dempen en sloten verondiepen: detailontwatering stamt vaak nog

uit de tijd van productiebos (rabatten en greppels) en waterafvoer van natte, bo- venstrooms gelegen gronden. De watergangen zijn (in die dimensies) vaak niet meer nodig. Ook omdat ze ’s zomers tot vergaande verdroging leiden. Door de watergangen te dempen of te verkleinen, wordt netto minder water afgevoerd en zal de grondwaterstand stijgen.

LOP stuwen, knijpstuwen en knijpduikers plaatsen: technische hulpmidde-

len om met name agrariërs zelf meer mogelijkheden te bieden om op hogere zandgronden richting de zomer langer water vast te kunnen houden. Het ef- fect is dat meer regenwater zal infiltreren, waardoor de grondwaterstand meer wordt aangevuld en gronden minder droogtegevoelig worden. Het uiteinde- lijke effect op de GLG zal beperkt blijven, omdat de GLG voornamelijk door de grootste drainerende watergangen (en met name de beek zelf) wordt bepaald. Bijkomend voordeel van LOP stuwen is de verhoging van het bergend vermo- gen. Een zomerse bui kan eenvoudig opgevangen worden, waardoor piekafvoe- ren worden beperkt.

Bodemgebruik aanpassen: het bodemgebruik bepaalt mede de mate waarin

hemelwater kan infiltreren. In grasland kan veel hemelwater infiltreren. Braak- liggend land op leemhoudende zandgrond, leem- of kleigrond heeft juist de neiging tot dichtslibben en daarmee versneld afvoeren. De fijne fractie spoelt daarmee ook af, wat evenmin gewenst is voor ecologisch beekherstel. Dit speelt met name ook in hellende gebieden. Via goed bodembeheer kan dat worden tegengegaan.

Verwijderen naaldbos: naaldbos is in Nederland van oorsprong veelal aange-

plant om zandverstuiving tegen te gaan. Het hout werd gebruikt in de mijn- bouw. Maar naaldbos verdampt aanzienlijk meer op jaarbasis dan loofbos of heide, dat op diezelfde plaats van nature voorkwam. Het kappen van naaldbos beperkt dus de verdamping en draagt bij aan de grondwateraanvulling. Informatie

Overzicht vernatting beekdal en bronherstel

www.veldwerkplaatsen.nl. Aanpak vernatting beekdalen Drentsche Aa. U. Vegter,

W. Molenaar en C. Aggenbach.

www.veldwerkplaatsen.nl. Terug naar de Bron: bronherstel en beekdalvernatting

Peilgestuurde drainage

Stuyt, L.C.P.M. (redactie) (2012). Meer water met regelbare drainage? Werking, praktijkervaringen, kansen en risico’s. STOWA 2012-33. ISBN 978.90.5773.570.7. www.kennisakker.nl kenniscentrum document samengestelde peilge-

stuurde drainage. Uitleg werking van het systeem en enkele documenten. Rozemeijer, J. et al. (2012). Veldonderzoek naar de effecten van peilgestuurde drai-

nage op grondwaterstanden, drainafvoeren en waterkwaliteit op het Oost-Ne- derlands Plateau. Deltares.

Kuijper, M.J.M., H.P. Broers en J.C. Rozemeijer (2012).Effecten van peilgestuurde drainage op natuur. Deltares.

LOP stuwen, knijpstuwen, knijpduikers

www.waterschapdedommel.nl. Hoe haal ik meer uit mijn LOP-stuw?

https://www.youtube.com/watch?v=q557J6kWgg0 Filmpje van Waterschap Bra-

bantse Delta over de werking van de LOP-stuw.

Zaaijer, E. Agrarisch Waterbeheer. Rapportage evaluatie en optimalisatie LOP-stu- wen. Zaaijer Waterpro(of) Solutions. Kenmerk ZWS-WSBD-6340-01. Veldhoven, 14 mei 2013.

http://agrarischwaterbeheer.nl

6.3.4 Beheer en onderhoud

De meest gangbare maatregel is:

• Minder frequent en/of gefaseerd maaibeheer. Wordt op veel plaatsen al uitge- voerd, maar is vaak nog behoorlijk intensief.

• Gericht maaibeheer: niet meer standaard wel of niet maaien. Maar alleen die plekken die tot knelpunten bij de piekafvoer zouden kunnen leiden. Met name in beschaduwde trajecten is relatief weinig machinaal beheer nodig. Succes hangt samen met het ‘groene’ gevoel van de beheerder.

NB. Doordat beheerders gewend zijn om een onderhoudspad langs een beek te hebben, waar houtopslag niet wordt toegestaan, vindt geen beschaduwing plaats en moet de beek onderhouden blijven. Zo houden deze elkaar in hun greep.

3

Informatie

Binnendijk, E. en J.A.J van Mil (2012). Ecologische effecten door wijziging maaibe- heer rond 2000. Waterschap Peel en Maasvallei.

www.stowa.nl. CoP Beheer & Onderhoud: Leren van én met elkaar. Relatief nieuwe werkgroep (begin 2015) met nog weinig informatie.

H7 HYDROLOGISCH