• No results found

Evolutie van het aantal vergoede werklozen vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende

In document 2 15 (pagina 152-161)

4.4.3.1

De vrijgestelden wegens het volgen van een beroepsopleiding of het hervatten van studies Wat is de evolutie van het aantal vrijgestelde vergoede werklozen wegens het volgen van een beroepsoplei-ding, het hervatten van studies, het zich voorbereiden op een activiteit als zelfstandige enz. sinds het op-starten van de Dispo-procedure?

We stippen meteen aan dat deze vrijgestelde werk-lozen slechts een deel omvatten van het geheel aan opleidingsactiviteiten die door de gemeenschappen en de gewesten worden georganiseerd.

Tabel 4.4.X

De vrijstellingen voor beroepsopleidingen of het hernemen van studies

- 30 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar Verschil

Situatie op het einde van het trimester = “Huidige

voorafgaand aan de start van de situatie” min

procedure “activering van het Huidige “situatie

zoekgedrag” situatie vóór aanvang

= T2 2004 = T2 2005 = T2 2006 = T4 2015 procedure”

- 30 jaar 17 211 21 780 + 4 569 + 26,5%

Vlaams Gewest 8 871 9 226 + 355 + 4,0%

Waals Gewest 7 249 10 782 + 3 533 + 48,7%

waarvan Duitst. Gem. 115 177 + 62 + 54,2%

Brussels H. Gewest 1 091 1 772 + 681 + 62,4%

30-39 jaar 9 384 12 722 + 3 338 + 35,6%

Vlaams Gewest 4 769 5 722 + 953 + 20,0%

Waals Gewest 3 711 5 519 + 1 808 + 48,7%

waarvan Duitst. Gem. 60 45 - 14 - 24,0%

Brussels H. Gewest 905 1 482 + 577 + 63,8%

40-49 jaar 5 200 8 359 + 3 159 + 60,8%

Vlaams Gewest 2 842 3 665 + 824 + 29,0%

Waals Gewest 1 965 3 733 + 1 768 + 90,0%

waarvan Duitst. Gem. 5 56 + 51 + 1 026,7%

Brussels H. Gewest 393 961 + 568 + 144,4%

Totaal 42 861 + 11 066 + 34,8%

Vlaams Gewest 18 614 + 2 132 + 12,9%

Waals Gewest 20 033 + 7 109 + 55,0%

waarvan Duitst. Gem. 279 + 99 + 55,3%

Brussels H. Gewest 4 214 + 1 825 + 76,4%

Als we op het niveau van het land de evolutie bestu-deren van het aantal vergoede werklozen met een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende om een voltijdse of een deeltijdse beroepsopleiding te volgen, om studies te hervatten of zich voor te

be-4

reiden op een activiteit als zelfstandige, stellen we een voortdurende stijging vast van het aantal gerechtigden en dat voor alle leeftijdsklassen.

Over de periode van het 2de trimester van 2006 tot het 4de trimester van 2015 zijn het de 40- tot 49-jarigen die de sterkste stijging laten noteren (+ 60,8%).

Voor de totalen en per gewest stellen we vast dat het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de sterkste stijgingen laten optekenen: respectievelijk + 55,0% en + 76,4%. In het Vlaams Gewest ver-schilt de evolutie sterk naargelang de leeftijdsklasse.

In het 4de trimester van 2015 waren 42 861 personen van minder dan 50 jaar vrijgesteld wegens het vol-gen van een beroepsopleiding of het hervatten van studies en opleidingen (deze cijfers geven slechts een deel van de opleidingen weer, namelijk diegene waarvoor een vrijstelling werd toegekend).

Vrijgestelden om sociale en familiale redenen Tabel 4.4.XI

De vrijstelling voor sociale en familiale redenen

- 30 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar Verschil

Situatie op het einde van het trimester = “Huidige

voorafgaand aan de start van de situatie” min

procedure “activering van het Huidige “situatie

zoekgedrag” situatie vóór aanvang

= T2 2004 = T2 2005 = T2 2006 = T4 2015 procedure”

- 30 jaar 2 344 97 - 2 247 - 95,9%

Vlaams Gewest 1 863 59 - 1 804 - 96,9%

Waals Gewest 408 29 - 379 - 92,8%

waarvan Duitst. Gem. 34 1 - 33 - 98,0%

Brussels H. Gewest 73 9 - 64 - 87,7%

30-39 jaar 2 664 294 - 2 370 - 89,0%

Vlaams Gewest 2 182 193 - 1 989 - 91,2%

Waals Gewest 399 77 - 322 - 80,7%

waarvan Duitst. Gem. 55 3 - 53 - 95,2%

Brussels H. Gewest 83 24 - 59 - 71,1%

40-49 jaar 772 246 - 526 - 68,1%

Vlaams Gewest 704 172 - 532 - 75,6%

Waals Gewest 50 57 + 7 + 14,7%

waarvan Duitst. Gem. 40 3 - 37 - 91,7%

Brussels H. Gewest 18 17 - 1 - 7,4%

Totaal 637 - 5 143 - 89,0%

Vlaams Gewest 423 - 4 326 - 91,1%

Waals Gewest 164 - 693 - 80,9%

waarvan Duitst. Gem. 7 - 123 - 94,8%

Brussels H. Gewest 50 - 124 - 71,5%

Sinds 1 januari 2015 kan de vrijstelling voor sociale

& familiale redenen niet meer worden toegekend. De vrijstellingen die werden toegekend vóór die datum kunnen worden behouden voor een periode van maximum 12 maanden. Mantelzorgers kunnen echter onder bepaalde voorwaarden nog een vrijstelling krijgen van de verplichting om beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt. Onder mantelzorger wordt verstaan: een persoon die (palliatieve) zorgen ver-leent aan een gezinslid of familielid dat ernstig ziek is of aan een gehandicapt kind jonger dan 21 jaar.

Door die hervorming is het aantal vrijgestelden jonger dan 50 jaar aanzienlijk gedaald. In het 4de trimester 2015 bedroeg het 637 eenheden voor het hele land.

Tewerkstellings- en 5

opleidingsmaatregelen

In het kader van de Zesde Staatshervorming is voor-zien dat de toekenning van beslissingen met betrek-king tot de tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen (uitgezonderd voor de deeltijdse werknemers) wordt overgedragen aan de gewesten. De RVA behoudt ech-ter de verantwoordelijkheid over de uitvoering van de betalingen in het geval van uitkeringen, alsook over bepaalde reglementaire kaders die op het federale ni-veau behouden blijven.

De bevoegdheidsoverdracht is sinds 1 januari 2015 bud-gettair uitgevoerd, wat inhoudt dat de RVA tot de ef-fectieve operationele overdracht de opdrachten met be-trekking tot tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen blijft uitvoeren met gewestelijke budgetten. De timing voor die operationele overdracht verschilt echter per gewest.

Tabel 5.1.I geeft een overzicht van de evolutie en onder-linge verhouding van de diverse tewerkstellingsmaatre-gelen. In 2015 werden hiervoor in totaal 116 669 beta-lingen ingediend, wat een daling met 4,7% betekent ten opzichte van 2014. Tegenover 2007 noteren we echter nog steeds een stijging van 8,6%. Wanneer we de ver-schillende stelsels met elkaar vergelijken, zien we dat al-leen het aantal betalingen voor Activa en voor de in-stapstages op jaarbasis is gestegen met respectievelijk 7,3% en 58,2%.

5.1 Evolutie van de tewerkstellings-maatregelen (excl. dienstencheques)

Tabel 5.1.I

Evolutie van de tewerkstellingsmaatregelen volgens stelsel

2007 2014 2015 Evol. 2007 - 2015 Evol. 2014 - 2015 Deeltijdse werknemers 47 516 44,2% 51 124 41,8% 44 716 38,3% - 5,9% - 12,5%

Activa 38 971 36,3% 35 178 28,7% 37 756 32,4% - 3,1% + 7,3%

Instapstage - - 1 044 0,9% 1 652 1,4% - + 58,2%

Doorstromingsprogramma 5 748 5,4% 4 658 3,8% 4 217 3,6% - 26,6% - 9,5%

SINE 8 713 8,1% 10 563 8,6% 10 544 9,0% + 21,0% - 0,2%

Werkhervattingstoeslag 4 605 4,3% 17 108 14,0% 15 327 13,1% + 232,8% - 10,4%

PWA-vrijstelling 1 328 1,2% 1 458 1,2% 1 418 1,2% + 6,8% - 2,8%

Andere 519 0,5% 1 227 1,0% 1 040 0,9% + 100,4% - 15,3%

Totaal 107 399 100% 122 360 100% 116 669 100% + 8,6% - 4,7%

5

werknemers met behoud

van rechten en een IGU 50 702 99,2% 44 323 99,1% - 6 379 - 12,6%

Vrijwillig deeltijdse

werknemers met IGU 422 0,8% 392 0,9% - 30 - 7,1%

Totaal 51 124 100% 44 716 100% - 6 409 - 12,5%

NB: het totaal omvat ook een klein aantal IGU’ers met een andere gezinscategorie dan de drie bovenstaande meest gebruikelijke categorieën.

Het totale aantal deeltijdse werknemers met een IGU is op jaarbasis met 12,5% afgenomen. Die daling is zicht-baar in alle subgroepen volgens diverse profielkenmer-ken. De daling van het aantal jongeren onder de 25 jaar met een IGU vertoont een vrij uitgesproken daling met 23,6%, terwijl het aantal 50-plussers een eerder lichte daling van 5,2% laat noteren. Die tendensen laten zich waarschijnlijk verklaren door het gecombineerde effect van een aantal reglementaire wijzigingen m.b.t. de be-rekeningswijze en toekenningsvoorwaarden voor de IGU enerzijds (cf. deel 8.6) en het einde van recht op inscha-kelingsuitkeringen anderzijds.

Het profiel van de IGU’ers vertoont geen grote ver-schuivingen ten opzichte van 2014. Bijna de helft van de betalingen heeft betrekking op het Vlaams Gewest (47,9%) en ongeveer 3/4 betreft vrouwen (76,9%).

Verder situeert een meerderheid van de IGU’ers zich in de middelste leeftijdsklasse van 25-49 jaar (65,5%) en is een meerderheid gezinshoofd (53,6%).

5.1.1

Inkomensgarantie-uitkering (IGU)

Tabel 5.1.II

Profiel van de deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een IGU

Slechts een kleine minderheid van het aantal beta-lingen (0,9%) wordt uitgekeerd aan vrijwillig deel-tijdse werknemers met een IGU. Het gaat hier om werk-nemers die niet beantwoorden aan de voorwaarden om met een voltijdse werknemer te worden gelijkge-steld en die ook niet aan de voorwaarden beantwoor-den om te kunnen worbeantwoor-den beschouwd als deeltijdse werknemer met behoud van rechten. De vrijwillig deel-tijdse werknemer kan in geval van volledige werkloos-heid halve uitkeringen genieten voor de uren waarop hij gewoonlijk tewerkgesteld was. Indien deze werkne-mers weer deeltijds aan het werk gaan, dan kunnen zij in voorkomend geval recht hebben op een inkomensga-rantie-uitkering (KB van 07.06.2013, IW 01.07.2013).

Activa

Tabel 5.1.III

Evolutie van de Activamaatregelen

Relatieve Relatieve Relatieve verhouding verhouding verhouding Evolutie Evolutie stelsels stelsels stelsels 2007 2014 2015 2007 -2015 2014 -2015 in 2007 in 2014 in 2015

Plan Activa 37 649 27 316 25 273 - 32,9% - 7,5% 96,6% 77,7% 66,9%

PVP 608 481 477 - 21,4% - 0,8% 1,6% 1,4% 1,3%

Start 714 148 103 - 85,6% - 30,1% 1,8% 0,4% 0,3%

Voor personen met verminderde

arbeidsgeschiktheid 0 1 243 1 491 - + 19,9% - 3,5% 3,9%

< 30 jaar 0 5 989 10 412 - + 73,8% - 17,0% 27,6%

Totaal 38 971 35 178 37 756 - 3,1% + 7,3% 100% 100% 100%

Het totale aantal werklozen dat in het kader van een Activamaatregel werd vergoed, nam in 2015 zoals ge-zegd toe met 7,3%. Wanneer we de diverse maatrege-len meer in detail beschouwen, blijkt die stijging voor het grootste deel toe te schrijven aan het succes van Activa voor laaggeschoolde jongeren onder de 30 jaar.

In 2015 noteren we voor deze groep 10 412 betalingen, d.i. een stijging van 73,8% ten opzichte van 2014.

Daarmee vertegenwoordigt deze groep meer dan een kwart (27,6%) van alle Activamaatregelen.

Ook de groep Activa voor personen met verminderde arbeidsgeschiktheid is gestegen op jaarbasis (+ 19,9%).

Binnen het geheel van de Activamaatregelen gaat het echter nog steeds om een minderheid van 3,9%.

De grootste groep, het gewone Activaplan, is daaren-tegen afgenomen met 7,5% op jaarbasis. Hun aandeel binnen het geheel van de Activamaatregelen is ten opzichte van 2014 dan ook met 10,8 procentpunt ge-daald, al vertegenwoordigt het nog steeds meer dan de helft (66,9%) van de Activamaatregelen.

Ondanks de stijging op jaarbasis noteren we voor Activa toch nog steeds een lichte daling van 3,1% ten op-zichte van 2007. Die daling is zichtbaar bij alle Activa-maatregelen die toen reeds in voege waren.

5

5.1.3

Instapstages

Tabel 5.1.IV

Evolutie van het aantal contracten en betalingen voor instapstages

Contracten Betalingen

Brussels Brussels

Vlaams Waals Hfdst. Vlaams Waals Hfdst.

Gewest Gewest Gewest Land Gewest Gewest Gewest Land

2013 551 63 123 737 132 15 32 163

2014 545 1 973 604 3 122 151 666 227 1 044

2015 421 2 940 862 4 223 124 1 176 352 1 652

Verhouding 10,0% 69,6% 20,4% 100% 7,5% 71,2% 21,3% 100%

De instapstages richten zich tot laaggeschoolde jon-geren die zich na hun studies inschrijven als werkzoe-kende en laten toe om een eerste ervaring op te doen op de arbeidsmarkt. Tabel 5.1.IV toont de evolutie per maand van het aantal contracten (som per jaar) en het aantal uitkeringen (maandgemiddelde per jaar) voor deze tewerkstellingsmaatregel. Sinds 2013 wer-den tot nu toe in totaal 8 082 contracten afgesloten in het kader van een instapstage.

Bij een relatieve verdeling per gewest is het Waals Ge-west opmerkelijk sterk vertegenwoordigd met 69,6%

van het aantal contracten en 71,2% van het aantal be-talingen. Op de tweede plaats komt het Brussels Hoofd-stedelijk Gewest met respectievelijk 20,4% en 21,3%.

Werkhervattingstoeslag

Tabel 5.1.V

Evolutie werkhervattingstoeslag

50 j 51 j 52 j 53 j 54 j 50-54 jaar 55-65 jaar

2011 667 1 570 1 995 2 206 2 183 8 620 8 765

2012 632 1 653 2 138 2 432 2 529 9 385 10 717

2013 251 1 091 1 824 2 107 2 280 7 552 11 818

2014 0 184 903 1 470 1 682 4 239 12 856

2015 0 1 16 423 961 1 400 13 612

50 j 51 j 52 j 53 j 54 j 50-54 jaar 55-65 jaar

2011 100 100 100 100 100 100 100

2012 95 105 107 110 116 109 122

2013 38 69 91 96 104 88 135

2014 0 12 45 67 77 49 147

2015 0 0 1 19 44 16 155

De leeftijdsvoorwaarde voor toegang tot een werkher-vattingstoeslag werd vanaf 1 februari 2013 verhoogd van 50 naar 55 jaar (cf. deel 8.6). Het aantal betalingen voor een werkhervattingstoeslag voor gerechtigden in de leeftijdsklasse 50-54 jaar is dan ook afgenomen tot gemiddeld nog 1 400 in 2015, d.i. 84% minder dan in 2011. Die daling manifesteert zich sinds het jaar 2013 progressief per jaar en per leeftijdsgroep.

In de leeftijdsgroep 55-65 jaar stijgt het aantal betalin-gen voor werkhervattingstoeslabetalin-gen daarentebetalin-gen onop-houdelijk. Het gaat om gemiddeld 13 612 betalingen in 2015, d.i. een stijging van 55% t.o.v. 2011.

5

5.2 Dienstencheques

5.2.1

De ondernemingen actief in het stelsel van

In document 2 15 (pagina 152-161)