• No results found

5 Onderzoek

5.2 Een Europees of EU-octrooi?

5.2.1 Historisch gegroeide onenigheid

Over de eenheidsoctrooibescherming wordt al gediscussieerd en onderhandeld sinds het ontstaan van de Europese Economische Gemeenschap in de jaren 50. Tussen 1959 en 1962 werd er al een conventie georganiseerd voor het creëren van Europees Recht inzake octrooien. Dit werd echter nooit uitgewerkt, voornamelijk om politieke redenen die niets te maken hadden met de huidige taalproblematiek17 (Singer, 1970, p. 2). Een nieuwe poging, de Community Patents Conventions (CPC), kwam er in 1975 maar ook dit project werd niet gerealiseerd omdat niet genoeg landen het ratificeerden. Hetzelfde probleem stelde zich toen men in 1989 probeerde om CPC nieuw leven in te blazen (Clay, 2012, p. 16).

Toch werd er ook al vooruitgang geboekt, maar dan wel buiten de EU-verdragen. Al sinds 1978 bestaat de Europese Patent Conventie (EPC), een intergouvernementele organisatie. Deze conventie richtte het Europees Octrooi Bureau (EPO) op met hoofdzetel in München. Bij dit bureau kan een octrooiaanvraag worden ingediend die gericht is aan alle of een gedeelte van de lidstaten van de EPC via een eengemaakte procedure (Clay, 2012, p. 15). Deze conventie is echter om meerdere redenen

17 Ook toen al was er het voorstel om aanvragen te laten indienen in het Duits, Frans of Engels. De grootste problemen situeerden zich toen rond het feit dat het nieuwe octrooi slechts zou gelden in de toenmalige zes lidstaten en dat de industrie een grotere groep landen wilde met een eengemaakt octrooi (Singer, 1970).

niet gelijk te stellen aan een eengemaakt octrooi voor de EU en creëert nog steeds hoge kosten voor bedrijven.

Ten eerste is het EPC veel breder dan de EU. Het begon in 1977 met 7 lidstaten waarvan 6 landen ook lid waren van de EEG, vandaag zijn er 38 lidstaten waaronder alle 28 de lidstaten van de EU (Blau, 2012;

European Patent Office, 2010). Patentaanvragers bij het EPO kunnen in hun aanvraag voor een patent verduidelijken in welke landen zij de aanvraag willen doen en doen dit meestal slechts in een beperkt aantal landen. Ten tweede moet een aanvraag die wordt ingediend bij het EPO nog steeds in elke lidstaat worden goedgekeurd en jaarlijks vernieuwd worden. Dit zorgt voor veel vertaalkosten omdat tot in 2008 elke aanvraag moest worden vertaald in de taal van elk land waarin het van kracht werd (Clay, 2012, p. 15). Ondanks het London Agreement18 dat vertaalkosten beperkt in de EPC kost een dergelijk patent nog gemiddeld €20.000 en loopt op tot €32.000 als in alle (toen) 27 EU-lidstaten bescherming wordt gezocht.19 Dit valt deels te verklaren omdat slechts een beperkt aantal EPC-lidstaten het Londenakkoord hebben geratificeerd waardoor de beperking van de kosten niet overal geldt (Lamping, 2011, p. 18). In de VS kost een patent gemiddeld slechts €1850 dus de huidige regeling zorgt voor een flink concurrentieel nadeel voor Europese bedrijven (Blau, 2012, p. 4).

5.2.2 Nieuwe voorstellen

Omdat het besef groeide dat de Europese economie er alleen maar baat bij zou hebben als er een echt eengemaakt octrooi zou bestaan in de EU, werd in 1997 door de Europese Commissie een nieuwe poging ondernomen via een groenboek20 dat in 2000 leidde tot een voorstel21 voor een Gemeenschapsoctrooi. Gedurende negen jaar werd er onderhandeld over dit voorstel maar er werd nooit een finaal akkoord bereikt22 en dus ook geen echte vooruitgang geboekt (Clay, 2012, p 15-16).

De oorzaak hiervan lag vooral in onenigheid over de taalregeling voor een Gemeenschapsoctrooi. Het voorstel van de Europese Commissie bevatte het voornemen om het systeem van het EPO over te nemen, daar wordt gewerkt met drie talen: Engels, Frans en Duits. Italië en Spanje waren altijd voorstander van het overnemen van het systeem van het Office of Harmonization for the Internal Market (OHIM) omdat daar naast Engels, Frans en Duits ook gebruik wordt gemaakt van Italiaans en Spaans. Naast het taalsysteem was er ook discussie over het juridisch systeem die de intellectuele eigendomsrechten moet beschermen. Dit leidde er uiteindelijk toe dat er geen overeenstemming kon

18 Londenakkoord over de toepassing van artikel 65 van de European Patent Convention, 1 mei 2008.

19 IP/11/470, Commission proposes unitary patent protection to boost research and innovation, 13 april 2011.

20 COM (97) 314, Bevordering van innovatie door middel van octrooien – Groenboek over het Gemeenschapsoctrooi en het octrooistelsel in Europa, juni 1997.

21 COM (2000) 412 final, Proposal for a Council Regulation in the Community patent, augustus 2000.

22 MEMO/10/291, Patents: Commission proposes translation arrangements for the EU patent – Frequently Asked Questions, 1 juli 2010.

worden bereikt over het Commissievoorstel van augustus 2000, ondanks verschillende amendementen23 die werden aangebracht in de Raad (Lamping, 2011, p. 15-25).

Op de vergadering van de Raad Concurrentievermogen van 4 december 2009 kon uiteindelijk toch overeenstemming gevonden worden over de noodzaak van twee fundamentele elementen. Ten eerste dat een eengemaakt EU-octrooi24 moest worden gerealiseerd. Ten tweede wilde men een gemeenschappelijk systeem van procesvoering inzake het patent in het leven roepen met exclusieve jurisdictie zowel voor de validiteit als inbreuken op EU-octrooien en EPC-octrooien. Daarnaast besliste men dat over taal- en vertaalvereisten van een eengemaakt EU-patent zou worden beslist met unanimiteit in een aparte verordening omdat dit een verdragsrechtelijke verplichting25 is (Clay, 2012, p. 16). Deze laatste beslissing zou later hét struikelblok blijken te zijn en leiden tot het starten van de procedure voor nauwere samenwerking.

5.2.3 Nauwere samenwerking

In navolging van dit akkoord, kwam de Commissie op 30 juni 2010 met een nieuw voorstel26 in verband met de taalregeling voor een eengemaakt EU-octrooi. In dit voorstel werd een impact assessment gemaakt van de economische impact van vier verschillende opties:

1. Een EU-octrooisysteem enkel in het Engels.

2. Een EU-octrooisysteem verwerkt, toegekend en gepubliceerd in één van de drie officiële talen van het EPO met de claims vertaald in de twee andere officiële talen.

3. Een EU-octrooisysteem zoals in optie twee maar waarbij de claims ook vertaald worden in de vier meest gesproken officiële EU-talen.

4. Een EU-octrooisysteem zoals in optie twee en drie maar waarbij de claims vertaald worden naar alle EU-talen.

Het is opvallend dat in deze analyse het voorstel van Spanje en Italië om vijf talen te gebruiken niet onderzocht wordt. Volgens de Commissie was optie twee de meest verkiesbare optie omdat op deze manier een goed werkend systeem als dat van het European Patent Office werd behouden en de vertaalkosten minimaal bleven.

23 Document van de Raad nr. 16113/09 Add. 1 van 27 november 2009, Proposal for a Council Regulation on the Community Patent – General Approach

24 Bij het van kracht worden van het verdrag van Lissabon op 1 december 2009 kwam de term EU-octrooi in de plaats van de term Gemeenschapsoctrooi.

25 Artikel 118, VWEU Lissabon

26 COM(2010) 350 final, Proposal for a Council Regulation (EU) on the translation arrangements for the European Union patent, 30 juni 2010.

Ondanks deze analyse waren het opnieuw Spanje en Italië die niet overtuigd waren van deze taalregeling. Zij claimden dat de concurrentie verstoord wordt omdat bedrijven uit landen met Engels, Duits en Frans als officiële taal een competitief voordeel hebben. Ze vroegen echter niet hetzelfde als voorheen maar stelden voor om een systeem in te voeren waarbij enkel Engels als officiële taal werd erkend.27 Zo zouden alle niet-Engelstalige firma’s op gelijke voet staan (Balagovic, 2012, p. 28).

Onder het Belgisch voorzitterschap werd verder onderhandeld in de Raad Concurrentievermogen, het COREPER en subgroepen van de Raad maar men slaagde er niet in om overeenstemming te bereiken.

Uit documenten van de Raad blijkt dat sommige lidstaten duidelijk maakten dat hun steun voor het voorstel van de Commissie afhing van de tijdige beschikbaarheid van machinevertalingen van hoge kwaliteit. Andere delegaties wensten dan weer een overgangsregeling waarin een volledige vertaling van het octrooi in de gangbare taal voor technologisch onderzoek en publicaties nodig is. Nog andere lidstaten wensten een beperkte vertaalregeling op basis van het Engels28 en Spanje29 wilde alle EU-octrooien verlenen in het Engels volgens een traject dat losstaat van dat van Europese EU-octrooien. Dit voorstel van Spanje werd echter verworpen, een grote meerderheid stond immers in grote lijnen achter het voorstel van de Europese Commissie.30

Het Belgisch voorzitterschap stelde verschillende elementen voor om tot een compromis te komen maar al in oktober 2010 gaven verscheidene delegaties31 te kennen na te willen gaan of het EU-octrooi niet kon worden voltooid via nauwere samenwerking als er geen consensus werd gevonden voor het einde van 2010. Ze bevestigden dit op 9 november in een brief aan de Commissie32 waarna op de zitting van 10 november officieel door het Voorzitterschap werd meegedeeld dat het niet mogelijk was binnen een redelijke termijn unanimiteit te vinden voor de vertaalregeling.33

Nadat de Juridische diensten van de Raad en de Commissie allebei stelden dat nauwere

samenwerking mogelijk is en ook verenigbaar met de Verdragen, verzochten 12 lidstaten34 op 10 december de Europese Commissie om een formeel voorstel te initiëren voor nauwere samenwerking

27 13031/10 Working document: EU patent project: Reflections from the Spanish delegation on a possible model for the Regulation on translations

28 15395/10 Nota: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregeling voor het EU-octrooi:

Politieke oriëntatie

29 13031/10 Working document: EU patent project: Reflections from the Spanish delegation on a possible model for the Regulation on translations

30 15395/10 Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregeling in het EU-octrooi: Politieke oriëntatie

31 Ierland, Nederland, Slovenië, Verenigd Koninkrijk en Zweden.

32 Brief aan Commissaris Michel Barnier van Ierland, Nederland, Slovenië, Verenigd koninkrijk en Zweden.

33 16946/10 Het octrooi van de Europese Unie: Verdere stappen en mogelijke nauwere samenwerking:

Gedachtewisseling

34 Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

rond het EU-octrooi.35 Dit Commissievoorstel36 volgde op 14 december 2010 waarna de Raad de definitieve goedkeuring gaf op 11 februari 2011 waarbij enkel Spanje en Italië tegenstemden.37 Na deze goedkeuring verzochten 13 landen38 meteen om ook te mogen aansluiten, Spanje en Italië bleven zich als enige verzetten39 tegen het gebruik van nauwere samenwerking. Toen op 15 februari 2011 ook het Europees Parlement40 haar toestemming gaf met 471 stemmen voor, 160 tegen en 42 onthoudingen, lag de weg helemaal open. Hierop lanceerde de Commissie op 13 april 2011 twee voorstellen om de nauwere samenwerking in de praktijk te brengen. Eén voor de algemene aanpak41 en één voor de vertalingsarrangementen.42 Deze voorstellen werden dan besproken en voorbereid in de Mertens groep waarna de Raad Concurrentievermogen op 30 juni 2011 haar instemming gaf.43 In tussentijd hadden Spanje en Italië op 3 juni 2011 een zaak44 aanhangig gemaakt bij het Europees Hof van Justitie tegen de goedkeuring van de Raad van 10 maart 2011. Hierbij waren ze van oordeel dat nauwere samenwerking misbruikt wordt om onderhandelingen te vermijden en dat het juridisch systeem van de EU niet wordt gerespecteerd. Indien het Hof van oordeel is dat nauwere

samenwerking wel toegepast kon worden, vonden ze dat de voorwaarden op 3 manieren geschonden waren. In een arrest45 van 16 april 2013 oordeelde het Hof echter dat de Raad wel degelijk de bevoegdheid had om de nauwere samenwerking te machtigen en verwierp het alle verdere bezwaren van Spanje en Italië. Volgens het Hof is deze nauwere samenwerking dus niet strijdig met de verdragsvoorschriften.

35 17668/1/10 REV 1 Press Release 3057th Council meeting Competitiveness (Internal Market, Industry, Research and Space)

36 COM(2010) 790 final Proposal for a Council decision authorizing enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection

37 5538/11 Council decision authorising enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection

38 België, Oostenrijk, Ierland, Portugal, Malta, Bulgarije, Roemenië, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Letland, Griekenland en Cyprus

39 17668/1/10 REV 1 Press Release 3057th Council meeting Competitiveness (Internal Market, Industry, Research and Space)

40 NLE/2010/0384

41 COM(2011) 215 final, Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council Implementing Enhanced Cooperation in the Aread of the Creation of Unitary Patent Protection

42 COM(2011) 216 final, Proposal for a Council Regulation Implementing Enhanced Cooperation in the Area of the Creation of Unitary Patent Protection with Regard to the Applicable Translation Arrangements

43 MEMO/11/463 Council Press release of 27 june 2011, Extraordinary session of the Council, Competitiveness (Internal Market, Industry, Research and Space)

44 ECJ C-271/11 Spain v. Council, statement of claim reproduced in OJ 2011, C 219/12

45 C-274/11 – Spanje/Italië vs Raad. „Eenheidsoctrooi – Machtiging om nauwere samenwerking aan te gaan krachtens artikel 329, lid 1, VWEU – Beroep tot nietigverklaring wegens onbevoegdheid, misbruik van bevoegdheid en schending van Verdragen – Voorwaarden opgesomd in artikel 20 VEU en de artikelen 326 VWEU en 327 VWEU – Niet-exclusieve bevoegdheid – Besluit vastgesteld ‚in laatste instantie’ – Bescherming van belangen van Unie”