• No results found

Erkenning en registratie

In document Verboden huwelijken (pagina 70-74)

Hoofdstuk 3: Aantallen en kenmerken

3.8 Erkenning en registratie

Onderzoeksvraag 5: Hoeveel verzoeken om erkenning/registratie van buitenlandse kindhuwelijken, polygame huwelijken en gedwongen huwelijken werden in Nederland gedaan sinds de inwerkingtreding van de Wet?

Aan de uitvoerders is de vraag gesteld hoe vaak zij hebben moeten beslissen over de erkenning of registratie van een in het buitenland gesloten kindhuwelijk, gedwongen huwelijk of polygaam huwelijk. Het merendeel van de respondenten geeft aan dat ze dit niet hebben moeten doen. Slechts 31% van de uitvoerders heeft wel moeten beslissen over de erkenning of registratie van een in het buitenland gesloten kindhuwelijk. Bij in het buitenland gesloten polygame huwelijken heeft 25% van de uitvoerders weleens een beslissing moeten nemen. Bij gedwongen huwelijken ligt dit aantal lager namelijk op 13%; het valt hierbij op dat 12% van de uitvoerders niet weet of het om een gedwongen huwelijk gaat. Aan het Openbaar Ministerie is de vraag gesteld hoe vaak zij de rechtbank hebben verzocht om een verklaring voor recht dat een in het buitenland gesloten kindhuwelijk vatbaar was voor opname in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand. Alle 22 respondenten gaven aan dat ze dit de rechtbank nooit hebben verzocht bij kindhuwelijken, gedwongen huwelijken of polygame huwelijken.

Tabel 17: Hoe vaak heeft u over de erkenning/registratie van een in het buitenland gesloten kindhuwelijk, gedwongen huwelijk en polygaam huwelijk moeten beslissen sinds 5 december 2015? Bron vragenlijst uitvoerders

Kindhuwelijk Polygame huwelijken Gedwongen huwelijken Frequentie Percentage Frequentie Percentage Frequentie Percentage

Geen 75 67% 70 72% 70 75% 1-2 20 18% 11 11% 6 7% 3-5 8 7% 10 10% 3 3% 6-8 3 3% 1 1% 1 1% Meer dan 8 4 4% 2 2% 2 2% Weet ik niet/ n.v.t 2 2% 3 3% 11 12% Totaal 112 100% 97 100% 93 100%

Verder is er zowel aan de uitvoerders als aan het OM gevraagd hoeveel verzoeken om erkenning of registratie van in het buitenland gesloten kindhuwelijken en polygame huwelijken ze schatten dat er zijn gedaan in hun gemeente/arrondissement sinds de inwerkingtreding van de Wet. In tabel 18 is af te lezen dat ongeveer de helft van de uitvoerders en officieren van justitie schat dat dit er bij kindhuwelijken geen zijn. Bij polygame huwelijken en gedwongen huwelijken ligt dit percentage iets hoger. Onder de uitvoerders wordt wel relatief vaak geschat (n=30) dat tussen de één en vijf kindhuwelijken in het buitenland gesloten zijn. Bij medewerkers van het OM ligt dat aantal relatief veel lager.

Tabel 18: Schatting van verzoeken om erkenning of registratie van in het buitenland gesloten kindhuwelijken en polygame huwelijken in de gemeente/arrondissement, sinds de inwerkingtreding van de Wet

Kindhuwelijk - uitvoerders Polygame huwelijken- uitvoerders Gedwongen huwelijken - OM Polygame huwelijken - OM

Frequentie Percentage Frequentie Percentage Frequentie Percentage Frequentie Percentage

Geen 59 53% 59 61% 12 55% 15 68% Minder dan 5 30 27% 22 23% 3 14% 4 18% Tussen 5 en 10 9 8% 7 7% 3 14% 0 0% Tussen 10 en 15 2 2% 1 1% 0 0% 0 0% Meer dan 15 7 6% 6 6% 1 5% 0 0% Weet ik niet 5 5% 2 2% 3 14% 3 14% Totaal 112 100% 97 100% 22 100% 22 100%

Gedwongen huwelijken - uitvoerders

Gedwongen huwelijken - OM

Frequentie Percentage Frequentie Percentage

Geen 61 66% 13 62% Minder dan 5 20 22% 4 19% Tussen 5 en 10 1 1% 0 0% Tussen 10 en 15 2 2% 1 5% Meer dan 15 2 2% 0 0% Weet ik niet 7 8% 3 14% Totaal 93 100% 21 100% IND registraties

Bij de IND werd geaggregeerde informatie opgevraagd over het aantal huwelijken dat is gesloten tussen personen, waarvan tenminste één van de huwelijkspartners beneden de achttien jaar is ten tijde van het sluiten van het huwelijk. De IND registreert geen kindhuwelijken. Wel kan de IND op basis van de geboortedatum en het moment waarop een aanvraag door de IND wordt geregistreerd iets zeggen over de leeftijd van beide partners op het moment dat een aanvraag is ingediend. Het gaat om geboortedata van personen die op grond van eigen verklaringen, documenten en/of relevante verblijfsaanvragen in het IND-informatiesysteem aan elkaar zijn gelinkt. Dat sprake is van een kindhuwelijk is vervolgens af te leiden door de datum van de relevante verblijfsaanvraag/aanvragen af te zetten tegen de leeftijden op dat moment.

Het gaat om drie situaties:

1. Asiel. Hierbij hebben beide partners gelijktijdig of na elkaar ieder een asielaanvraag ingediend en aangegeven gehuwd te zijn.

2. Asiel nareis. Hier heeft eén van de partners asiel aangevraagd en gekregen, en vervolgens is via de zogenaamde MVV-procedure om toestemming verzocht om overkomst van de echtgenoot in het kader van ‘Asiel nareis’.

3. Regulier. Hier heeft een Nederlander of rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling om overkomst van zijn huwelijkspartner verzocht in het kader van gezinsmigratie.

Ad 1. Asiel

Tot deze populatie behoren de asielaanvragen die zijn ingediend door mensen die hebben aangegeven met elkaar te zijn getrouwd. Het gaat om partners die beiden al in Nederland zijn. Als iemand aangeeft dat zijn echtgenoot al in Nederland is of samen met hem/haar asiel heeft aangevraagd, wordt die persoon in het systeem opgezocht en wordt een zogenaamde klant-klant relatie gelegd (in dit geval: echtgeno(te)ot). In tabel 19 is in beeld gebracht in hoeveel gevallen één of beide partners op het moment van de beide betrokken aanvragen jonger waren dan achttien jaar. Over het algemeen worden de aanvragen op hetzelfde moment ingediend. Wanneer dat niet het geval is, is voor beide tijdstippen de leeftijd van de betrokkenen in beeld gebracht. De in tabel 19 opgenomen personen hebben allen zelf asiel aangevraagd. Bij die aanvraag hoeft niet te worden aangegeven wat de reden is voor de aanvraag. Bij de toetsing van de aanvraag wordt eerst bezien of iemand vanwege gegronde reden voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag recht heeft op een verblijfsvergunning. Als dat recht er is, wordt de vergunning op die grond verleend. Pas als daar geen reden toe is, wordt bezien of een zogenaamde afgeleide verblijfsvergunning kan worden verleend. Het kan daarom mogelijk zijn dat er in het kader van de te nemen beslissingen op de aanvragen geen sprake is van een afhankelijkheid. De cijfers in tabel 19 laten mitsdien niet zien in hoeveel gevallen moest worden

beoordeeld of verblijf bij echtgenoot kon worden toegestaan, en dus of de rechtsgeldigheid van het huwelijk moest worden beoordeeld (hetgeen van belang is voor de toepasselijkheid van de Wet tegengaan huwelijksdwang).

Tabel 19: Kerncijfers op basis van asiel, waarbij sprake was van ofwel beide partners ˂ 18 jaar, ofwel 1 partner ˂ dan 18 jaar 142 eerste moment aanvraag laatste moment aanvraag 2015 (vanaf 5 dec.) 20 ˂ 10 2016 50 ˂ 10 2017 30 ˂ 10 2018 30 ˂ 10 2019 (tot 1 sept.) ˂ 10 0 Ad 2. Asiel nareis

Tot deze populatie behoren de asielaanvragen en de MVV nareis aanvragen die zijn ingediend door mensen die hebben aangegeven met elkaar te zijn getrouwd (klant-klant relatie = echtgeno(te)ot). In beeld is gebracht in hoeveel gevallen één of beide partners op het moment van de beide betrokken aanvragen jonger waren dan achttien jaar. Eén van de partners heeft al asiel aangevraagd en gekregen, en heeft vervolgens om toestemming verzocht om overkomst van de echtgenoot. Dit tweede moment, opgenomen in de tweede kolom van tabel 20, is het moment waarop verblijf van de echtgenote wordt aangevraagd, en de rechtsgeldigheid van het huwelijk beoordeeld moet worden. Na 2016 zijn aantallen gedaald, maar dit heeft ook te maken met een algemeen dalende tendens in asielverzoeken uit het buitenland. Er zijn geen IND data over buitenlandse gedwongen huwelijken en polygame huwelijken beschikbaar.

Tabel 20: Kerncijfers op basis van asiel nareis, waarbij sprake was van ofwel beide partners ˂ 18 jaar, ofwel 1 partner ˂ dan 18 jaar143

asielaanvraag referent moment aanvraag MVV nareis moment aanvraag 2015 (vanaf 5 dec.) ˂ 10 ˂ 10 2016 200 100 2017 50 20 2018 30 ˂ 10 2019 (tot 1 sept.) 30 ˂ 10 Ad 3. Regulier

Voor deze aanvragen geldt dat alleen is gekeken naar de leeftijd van referent en betrokkene op het moment van de aanvraag voor verblijf als echtgenoot (of geregistreerd partner) op grond van een B7 verblijfsdoel144 (eerste aanvraag en wijziging beperking). Een Nederlander of rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdeling vraagt hier om overkomst van zijn huwelijkspartner. Het aantal gevallen waarin sprake was van een situatie waarin 1 of beide partners (echtgenoten) jonger dan achttien jaar

142 De cijfers worden afgerond op tientallen en cijfers tussen 0 en 9 zijn aangegeven met < 10. De cijfers zijn over de periode 5 december 2015 tot 1 september 2019.

143 De cijfers worden afgerond op tientallen en cijfers tussen 0 en 9 zijn aangegeven met < 10. De cijfers zijn over de periode 5 december 2015 tot 1 september 2019.

144 Verblijfsdoelen die werden meegenomen zijn: verblijf in het kader van gezinshereniging, in het kader van gezinsvorming, als onderzoeker, partner NAVO of partner medische behandeling.

was/waren op het moment van de aanvraag, bedraagt sinds de inwerkingtreding van de Wet jaarlijks minder dan 10. Van 5 december 2015 tot 1 september 2019 bedraagt het totale aantal (afgerond) 10.

In document Verboden huwelijken (pagina 70-74)