• No results found

De energie van Jules Chin A Foeng

In document De geest van Waraku (pagina 41-46)

(over Juanchi, Wanneer de rukwind komt)

Eigenlijk hebben de Surinamers dagelijks iets van hem in handen, want het door hem ontworpen monument voor de revolutie staat afgebeeld op de Surinaamse briefjes van vijf, tien en vijfentwintig gulden (zolang althans als die nog recht van leven hebben). Dat monument aan de Waterkant vertegenwoordigt een stijl van zijn kunnen. Het past in de traditie van sociaal-realistische kunst die vooral duidelijk wil zijn in de boodschap die naar het volk gebracht moet worden. Het gegeven van een vrouw die de soldaten voorgaat in de strijd vinden we ook in het monument voor de Franse Revolutie op de Arc de Triomphe in Parijs, La Marseillaise van François Rude. En wie het beroemde schilderij van Eugène DelacroixVrijheid leidt het volk ziet een vrouw op de barricaden die met opgeheven arm de Franse vlag draagt -valt de frappante overeenkomst op met de houding van de vrouw op het Monument voor de Surinaamse revolutie.

Sociaal-realisme is niet representatief voor de kunst van de ontwerper van dit monument, Jules Chin A Foeng (1944-1982). Eigenlijk is geen enkele stijl representatief voor zijn kunst; het is juist de veelheid aan stijlen die kenmerkend voor hem genoemd kan worden. DeEncyclopedie van Suriname zegt dat hij achtereenvolgens in archaïsche, kubistische en surrealistische stijl schilderde en weet verder te melden dat hij leraar tekenen was, kunstschilder, beeldhouwer, graficus, ontwerper en keramist. Wat dit naslagwerk niet meldt en wat bij velen niet bekend is, is dat hij ook dichter was en in 1971 onder het pseudoniem Juanchi een bundel ‘poëma's’ uitgebracht heeft met de titelWanneer de rukwind komt. Shrinivási schrijft achter in de bekende bloemlezingWortoe d' e tan abra, dat

48

een roman in voorbereiding is. Ik weet niet of die ooit voltooid is; gepubliceerd is hij in ieder geval nooit.

Jules Chin A Foeng is een man geweest die zich zijn leven lang met vorm heeft beziggehouden. Het vorm geven aan zijn leven, het vorm geven aan zijn politieke ideeën, het vorm geven aan zijn land, het vorm geven aan zijn kunst. Als we af moeten gaan op het beeld dat de gedichten inWanneer de rukwind komt ons voorhouden, dan moet hij geen man geweest zijn die zich vastlegde op één vorm en meende daarin de waarheid gevonden te hebben. Het is het proces van het zoeken naar de juiste vorm dat in de poëzie centraal gesteld wordt:

wacht niet de tijd gaat ga mee

illusie van de toekomst zonder eindpunt in dit licht leven wij in twijfel

tot op dat ogenblik zijn wij

versleten

verworden tot niets morgen

Als we dit gedicht aandachtig lezen, dan blijkt het niet helemaal duidelijk te zijn wat er staat. Horen de vierde en de vijfde regel bij elkaar: ‘illusie van de toekomst/zonder eindpunt’? Als dat zo is, dan zegt de dichter dat het een illusie is te menen dat de toekomst nooit ophoudt en gelooft hij dus aan een concreet, te verwezenlijken ideaal. Wanneer de vierde en de vijfde regel als gelijkwaardig naast elkaar staan, dan heeft hij een somberder boodschap: wij leven met

de illusie dat er een toekomst is en een eindpunt in onze bestemming bestaat niet. Alhoewel de eerste interpretatie waarschijnlijker lijkt, geloof ik dat de dubbelzinnigheid bewust is ingebouwd.

Nergens in de bundel is de dichter onverdeeld optimistisch, altijd is er het zoeken en de twijfel. Dat niet en nooit tevreden zijn met het bereikte en het blijven tasten naar nieuwe vormgevingen is een wezenstrek van de dichter zoals hij uit deze poëzie naar voren komt.

Voor de twijfelaars staan twee wegen open: vervallen in lethargie of zich energiek overgeven aan velerlei activiteiten. Jules Chin A Foeng heeft duidelijk de laatste weg gekozen (en zijn vroegtijdige dood in 1983 krast in ons bewustzijn dat het uiteindelijk voor hem een doodlopende weg was). De twijfel is bij hem de motor voor zijn energie geweest en de hoop richtte de activiteiten. Veelbetekenend is het dat in het bovenstaande gedicht dat laatste woord daar staat: ‘morgen’. Het staat als een punt, als een bekrachtiging van de wil om door te gaan, terwijl het gedicht de aarzeling weergeeft. Het lijkt of dat laatste woord er in woede is onder gezet. Dat maakt dit gedicht ook anders dan de meeste andere gedichten die een open einde hebben, vaak niet meer zijn dan een sfeertekening, een penseelstreek, een onafgemaakt werkstuk, zoals veel grote componisten er moeite mee hadden de laatste maat van hun muziekstuk te schrijven. Is het dichten voor Chin A Foeng een vorm geweest om de twijfel van zich af te schrijven?

Zeker is dat dichten voor Chin A Foeng een van de manieren geweest is om zijn energie in materie om te zetten en zijn energie ook in woorden neer te leggen. Zelfs al is de poëtische uitkomst niet altijd even geslaagd - de gedichten zijn soms wat ‘hoekig’ en niet altijd helemaal vrij van kunstmatigheid -, de daad van het schrijven op zich kent al een belang. Poëzie is voor de dichter Juanchi een manier om zich een voorstelling te maken van het menselijk streven. Voor wie de twijfel een deel van zijn natuur is, is de

progres-50

siviteit een levensvoorwaarde, een progressiviteit die met volledige inzet vorm moet krijgen. Hoe de dichter zich dit realiseert, zien we in het volgende gedicht:

waarom zouden wij lachen er is zoveel niet goed generaties woorden hebben ons niet geleerd dat strijd

het enige wapen is

Het heden is voor deze dichter altijd een dynamisch heden:

in snelle momenten speelt het nu zich af in felle weerspiegelingen van verleden en toekomst tussen

de climax van wording en het moment van zijn

Stilstand is aan het nu wezensvreemd. Groen en rood zijn de meest genoemde kleuren in de gedichten uitWanneer de rukwind komt, het groen van de hoopvolle verwachting en het rood van de vooruitgang, de vernieuwing van mens en

samenleving - die voor Chin A Foeng niet los te zien was van het socialisme. Groen en rood zijn

ook twee hoofdkleuren van de Surinaamse vlag; de inzet van zijn energie was voor Chin A Foeng de inzet voor Suriname. Kernachtig vatte hij dit zo samen:

huis van mijn huis zon van mijn zon ziel van mijn ziel Suriname

Jules Chin A Foeng heeft zijn twijfels en verwachtingen vormgegeven in zijn kunst en er als Juanchi woorden voor gezocht.Wanneer de rukwind komt is een bundel waarin realisme en idealisme zich met elkaar moeten verstaan. Chin A Foeng heeft zijn energie gestoken in een queeste naar een stabiele toekomst, een speuren naar een balans om sterk te staan wanneer de rukwind komt. Chin A Foeng is geen onomstreden figuur geweest. Hoe zou het ook kunnen voor iemand die in het vuur van de vooruitgang wilde staan en niet in de luwte van de stilstand.

de spiegel van mijn volk wil ik zijn en schipperen vechten sterven

52

Een leven voor de Surinaamse inheemsen

In document De geest van Waraku (pagina 41-46)