• No results found

5. Vertooganalyse van de case study DementieEnDan

5.1.2 De elementen van succes

In deze paragraaf worden de repertoires over het tweede duidelijke thema geanalyseerd, de reden van het succes van het project. In de beschrijving van het succes van DementieEnDan maken de geïnterviewden vooral gebruik van repertoires over de kracht van het positieve en het belang van een stevig netwerk. Het volledige transmedia documentaire project bleek een groot succes. Naar het uitgezonden documentaire tweeluik keken meer dan een miljoen mensen, in heel Nederland werden meer dan 200 dementie gerelateerde activiteiten georganiseerd in de campagneweek en het educatieve materiaal is inmiddels ingebed in diverse leeromgevingen en wordt actief gebruikt en zeer gewaardeerd. Aangezien het gebruik van een dergelijke vorm nog redelijk nieuw is voor documentaires, is het interessant te kijken naar de verschillende elementen die volgens de makers hebben bijgedragen aan het succes van het project. Hun positieve ervaring heeft er namelijk voor gezorgd dat er plannen zijn deze vorm vaker toe te passen en het succes heeft ook anderen geënthousiasmeerd.

Een veelvoudig terugkerend en misschien wel het belangrijkste repertoire in relatie tot het succes van het project, is dat van de ‘veerkracht’ van mensen met dementie en het grote belang van een nadruk op deze veerkracht. Het is volgens alle geïnterviewden essentieel om te focussen op deze positieve kant en heeft volgens hen daarom enorm bijgedragen aan de waardering van

DementieEnDan. Deze nadruk op het positieve wordt door de geïnterviewden uitgedrukt door middel van de repertoires ‘veerkracht’, ‘mogelijkheden’ en ‘wat er nog wel kan’.

Ireen: De ziekte plus veerkracht. Dat probeerde ik bij dementie steeds aan elkaar te koppelen. Als we het alleen over de ziekte hadden gehad, dan was er veel geschreid en gehuild, maar verder niet. En doordat er mogelijkheden in zitten dat je mensen vitaal ziet zijn en van alles ziet doen, dat maakt dat je… je hart raakt opgelucht tenslotte. Ja, dat maakt het open en anders maakt je iets gesloten. Je moet denken ‘god, ik kan nog wat doen’. (Bijlage 8.2, 65-66 & 70) Carolijn: Ja ik denk dat we een heel mooi document hebben gemaakt met de stand van zaken op dit moment met de nadruk op de mogelijkheden, de kansen en de ontwikkeling. (Bijlage 8.4, 89)

Bernadette: Nou de belangrijkste boodschap was dus om te laten zien dat er nog heel veel wel kan als mensen gaan dementeren. En die boodschap handen en voeten te geven, dus te laten zien wat er dan allemaal nog kan… en die kennis eigenlijk zo breed mogelijk te verspreiden. (Bijlage 8.3, 73)

De makers benadrukken waarom het zo belangrijk is om je te richten op het positieve, maar zetten zich met deze focus tegelijkertijd af tegen een negatieve beweging in de mediawereld waarbij de grootste aandacht wordt geschonken aan ‘sensatie’ en ‘drama’. Zo is sensatie volgens Ireen gevaarlijk en sensatiezucht nog erger (Bijlage 8.2, 60). Carolijn is van mening dat men, met name in de journalistiek, allemaal hetzelfde roept en dat ze met zijn allen achter de sensatie aanrennen (Bijlage 8.4, 98). Tegenover die sensatie zetten Carolijn en Bernadette de veerkracht van mensen en de kracht van het positieve.

Carolijn: Kijk de ellende die is er. Er zijn genoeg media en mensen die het heerlijk vinden en fijn vinden om juist die ellende uit te vergroten, maar wij zijn eigenlijk uitsluitend geïnteresseerd in de veerkracht van mensen. Als je alleen maar de ellende laat zien.. wat moet je er dan mee. (Bijlage 8.4, 99)

Bernadette: Dat is voor mij persoonlijk het best, de kracht van het positieve in een televisielandschap met alleen maar pulp en bloed aan de muur.. de kracht van het positieve dat raakt mensen echt. In plaats van alleen maar sensatie en wat is het erg. (Bijlage 8.3, 82) Met deze uitspraken stellen de makers dat een transmedia documentaire project dat zich richt op een maatschappelijke situatie of op maatschappelijke problematiek, zoals dementie, de focus op het positieve, de veerkracht en de mogelijkheden nodig heeft om succesvol te zijn. Zij creëren hiermee op basis van hun overtuiging en op basis van hun ervaring met DementieEnDan, een eigen criteria voor maatschappelijk georiënteerde transmedia documentaire projecten. Een criteria dat in de context van documentaire een nieuwe dimensie toevoegt aan de kenmerken en criteria uit de literatuur.

Hoewel de makers documentaire als basis en grote kracht van hun werk noemen, blijken er uit de interviews ook nadelige kanten aan het genre te zitten. Door te kiezen voor een transmediale vorm lijken deze echter opgeheven te worden, doordat andere elementen van het project op andere mediaplatforms de gebreken aanvullen. Met name de educatieve clips worden hierbij als krachtig middel genoemd. Vooral de levensduur van documentaires wordt aangekaart als zijnde niet wat het zou moeten zijn. Zo geeft Ireen aan dat de documentaire die op televisie wordt uitgezonden eenmalig is. Dat je gelukkig mag zijn als hij nog twee keer herhaald wordt. Aangezien het bij mensen moet aankomen en toegankelijk moet blijven is dit erg jammer (Bijlage 8.2, 64). Bernadette is van mening dat je met documentaire toch maar een bepaald deel van de Nederlandse bevolking bereikt. Daarom vindt zij onder andere de educatieve clips zo belangrijk; daarmee kunnen bijvoorbeeld ook vmbo- scholieren bereikt worden (Bijlage 8.3, 75). Ook Carolijn bevestigt de beperkte levensduur van documentaires.

Carolijn: Kijk een documentaire is natuurlijk fantastisch en het is ook nog prachtig als die uitgezonden wordt, maar daarna is het weg. En wij maken heel veel documentaires over maatschappelijke onderwerpen, waarvan we heel graag willen dat het nadat de documentaire is uitgezonden ook nog ergens toe dient en ook nog ergens terecht komt. (Bijlage 8.4, 90) Uit het voorgaande blijkt dat de makers zich bewust zijn van de kracht van de elementen die hebben bijgedragen aan het succes van het project. Zij zijn bovendien bereid nieuwe vormen op te zoeken, omdat ze merken dat een documentaire op zich niet altijd het gewenste resultaat heeft qua levensduur en vooral niet alle doelgroepen bereikt die wel bereikt kunnen worden.

Eén van de andere grote pijlers van succes om de levensduur en het bereik van het project te vergroten, is de campagnevorm die DementieEnDan heeft aangenomen en de samenwerking met verschillende maatschappelijke organisaties. Deze organisaties brengen expertise, aangezien de makers in eerste instantie geen specialisten zijn op het gebied van dementie. Bovendien vormden al

deze organisaties tegelijkertijd een belangrijk deel van het beoogde publiek. De samenwerking met de diverse organisaties werd vooral aangegaan om ‘draagkracht’ te creëren. Ireen geeft aan dat ze om die reden ‘die hele wereld in zijn geklommen’ (Bijlage 8.2, 65). Dat de campagnevorm en alle betrokken organisaties en georganiseerde activiteiten er op een gegeven moment voor zorgden ‘dat je voelt dat het land het doet’ (Bijlage 8.2, 61), dat het hele land de boodschap van het project draagt.

Bernadette: Ja, de draagkracht. Ik heb wel heel erg geleerd dat het super belangrijk is om dit soort organisaties erbij te betrekken voor de draagkracht, maar dan moeten ze zich ook wel echt committeren. (Bijlage 8.3, 72)

Carolijn: Omdat we draagkracht wilden hebben. We wilden zorgen dat al deze mensen zich betrokken voelden en zich ook iets gingen aantrekken van wat ze zouden zien. (Bijlage 8.4, 90)

De betrokkenheid van en de samenwerking met de verschillende maatschappelijke organisaties zorgden ervoor dat er een groot landelijk netwerk ontstond dat zich bezig hield met en zich inzette voor aandacht voor de ziekte dementie. Dit netwerk was op die manier een belangrijke motor die het project draaiende kon houden en een plek waar het materiaal ondergebracht kon worden om voor langere tijd gedragen te worden.

Bernadette: Dus het doel was om de kennis daarover te verspreiden, daarom hebben we ook geprobeerd om zoveel doelgroepen aan het project te verbinden, om het door al die verschillende kanalen daar te krijgen. Dus je moet inderdaad een plek weten te bemachtigen in die wereld en dat doe je in de eerste plaats door het netwerk dat je opbouwt en door bepaalde hoogleraren en mensen met statuur aan je te binden en organisaties aan je te binden. (Bijlage 8.3, 73-74)

Om verschillende doelgroepen te bereiken is het naast het inzetten van de diverse platforms met hun eigen ervaring, dus noodzakelijk om deze doelgroepen aan je te binden en hun betrokkenheid te stimuleren. Het opbouwen van dit stevige netwerk bleek echter verre van makkelijk. Zowel Ireen als Bernadette en Carolijn geven aan hoe moeilijk het is de zin van je project duidelijk te maken aan mensen en hen te overtuigen dat je niet het zoveelste ‘initiatiefje’ bent dat bij hen aanklopt (Bijlage 8.4, 90). Dit wil echter niet zeggen dat opgeven een optie is. Als je er echt van overtuigd bent dat iets gemaakt moet worden en dat de steun van een organisatie of fonds iets toevoegt, dan is doorzetten volgens hen de enige juiste beslissing.

Ireen: Nou, trekken en duwen. Ja, dat is het altijd. Niets gaat vanzelf. Ja en als je de deur dicht krijgt, dan moet je toch maar weer de achterdeur proberen hè. Mensen vinden je lastig, want je bent een spiegel. En als je een spiegel bent moet je oppassen, maar het is wel heel leuk als dan uiteindelijk de voordeur weer open gaat. (Bijlage 8.2, 68)

Bernadette: Daar is.. vind ik.. Ireen heel goed in. Ook omdat ze niet loslaat. Dus ze heeft het één keer geprobeerd en dan heeft ze één keer bot gevangen en dan probeert ze het rustig gewoon nog tien keer. En vaak lukt het dan. Dus dat is, denk ik, ook een niet te onderschatten factor van het succes van deze campagne. (Bijlage 8.3, 72)

Doorzettingsvermogen en de overtuiging van de noodzaak van je eigen project zijn cruciaal. Het inzetten van de transmediale vorm is zoals blijkt namelijk een grote uitdaging. De nadruk op het belang van een stevig netwerk en de samenwerking met diverse maatschappelijke organisaties, past bij de ontwikkeling zoals beschreven door Julia Scott-Stevenson. Zij constateert dat er een belangrijke ontwikkeling gaande is, waarbij maatschappelijke organisaties steeds meer betrokken raken bij transmedia producties. Binnen deze ontwikkeling worden de transmedia producties vooral geïnitieerd door maatschappelijke organisaties; bij DementieEnDan komt het initiatief vanuit documentairemaakster Ireen van Ditshuyzen, waarna een netwerk van organisaties wordt opgebouwd voor steun en draagkracht. Net als bij DementieEnDan worden de producties volgens Scott-Stevenson vaak ingebed in een campagne. Deze campagnevorm genereert draagkracht en financiële steun vanwege beperkte financiële middelen (2011, 183). De belangrijkste overeenkomst is echter te vinden in het doel dat schuilt achter de transmedia producties. ‘Het creëren van bewustwording en het stimuleren van of aanzetten tot actie in plaats van het maken van winst’, is namelijk precies wat de makers van DementieEnDan ook wilden bereiken met hun project (Scott-Stevenson 2011, 183).