• No results found

Eigen auteurs en een persoonlijke aanpak

H OOFDSTUK 3 ‘D E BAAS EN ZIJN ASSISTENTE ?’

3.1. Het Querido-archief nader bekeken

3.3.1. Eigen auteurs en een persoonlijke aanpak

Tijdens Alices directieperiode leek er niet veel te zijn veranderd in vergelijking met de jaren kort ervoor. Het grootste deel van de brieven werd nog steeds door zowel Emanuel als Alice getekend, beslissingen werden heel duidelijk samen genomen. Er waren auteurs die Alice een brief schreven met vragen, waar vervolgens Emanuel en Alice samen een antwoord op gaven. Zo is er de brief van

101 Boterman, Frederik en Maria Vogel. Nederland en Duitsland in het interbellum: wisselwerking en contacten: van politiek tot literatuur. Hilversum: Verloren, 2003. 152-53.

Hendrik Marsman, een belangrijke fondsauteur.102 Helaas is er maar één brief bewaard gebleven in

het Querido-archief. Daarin komt de rolverdeling tussen Emanuel en Alice wel duidelijk naar voren. De brief is van de hand van Emanuel en spreekt over een brief die Marsman aan Alice heeft gericht: ‘De verschillende dingen in Uw aan Alice gerichten brief hebben Alice en ik goed overwogen’.103

Aangezien er geen eerdere correspondentie van Marsman in het Querido-archief aanwezig is, is het niet vast te stellen of hij met zowel Emanuel als Alice correspondeerde, of alleen met haar. Beslissingen over die auteur werden in ieder geval wel gezamenlijk genomen.

De brieven die Emanuel en Alice met Constant van Wessem uitwisselden, vormen een ander goed voorbeeld van hun werkwijze.104 De eerste brief dateert uit 1921, hierin wijst Emanuel een

manuscript van Van Wessem af: ‘Veel te klein voor een roman en te groot voor een klein boekje’.105

Duidelijk een beslissing uit zowel redactioneel als directie-oogpunt. Ruim tien jaar later volgt een brief met de mededeling dat Emanuel het nieuwe manuscript van Van Wessem graag wil ontvangen, waarop een enthousiaste brief van Alice volgt die aangeeft dat ze na lezing van het manuscript heel graag snel met hem wil afspreken. Niet lang daarna stuurt ze het honorarium op en schrijft ze uit te kijken naar een lange samenwerking.

Het meest treffend uit de briefwisseling met Van Wessem zijn twee brieven uit 1936 van de hand van Alice, waarin ze uitlegt waarom ze zijn nieuwe manuscript afwijst. Ze spreekt in de wij-vorm en geeft aan dat de beslissing een gezamenlijke was. De werkwijze van uitgeverij Querido met betrekking tot manuscripten licht ze ook verder toe. De manuscripten worden door zowel Emanuel als Alice gelezen en beoordeeld, waarna ze bespreken wat ieders mening is over het manuscript. Een heel symbiotische werkwijze dus, waarbij duidelijk wordt dat Emanuel en Alice op het gebied van redactie en directie als gelijken met elkaar van gedachten wisselen:

Dat U drie weken op antwoord hebt moeten wachten kwam, doordat wy beiden, de heer Querido en ik, een uitgave van Uw manuscript aan alle kanten hebben overwogen. [...] onafhankelijk van elkaar, de heer Querido zoowel als ik het manuscript gelezen en wy

102 Hendrik Marsman (1899-1940) was dichter, vertaler en literair criticus.

103 Emanuel Querido en Alice van Nahuys aan Hendrik Marsman, 2 februari 1939. Den Haag, Letterkundig Museum. M 00278 B 2 / MM1989L-000305.

104 Constant van Wessem (1891-1954) was essayist, vertaler en schrijver.

105 Emanuel Querido aan Constant van Wessem, 23 oktober 1921. Den Haag, Letterkundig Museum. W 00527 B 2 / MM1989L-000366.

moesten beiden, wederom onafhankelijk van elkaar, tot het resultaat komen dat dit een zwak werk is.106

Ook Emmy van Lokhorst is een fondsauteur met wie zowel Emanuel als Alice door de jaren heen brieven uitwisselden.107 Hun beider correspondentie is interessant om door te lezen, omdat de

verschillen in karakter en aanpak tussen Emanuel en Alice naar voren komen. De eerste brief dateert uit 1920; Van Lokhorst heeft een manuscript aangeboden bij de uitgeverij, maar Emanuel geeft aan dat het te klein is voor een uitgave. In 1927 stuurt hij een brief en vertelt over een nieuwe reeks die hij heeft opgezet waar Van Lokhorst met haar werk goed in zou passen. ‘Met een beetje goeden wil’ kan er van het door haar aangeboden manuscript wel een boek worden gemaakt.108 Al

snel volgen de brieven met de precieze details en het contract. De correspondentie met Alice is op dat moment nog niet gestart en de taakverdeling lijkt duidelijk: Emanuel staat aan het roer en neemt alle beslissingen.

Vanaf 1932 is Alice degene die de correspondentie met Van Lokhorst geheel op zich neemt. Tot 1934 gaat alle correspondentie via Alice. Zodra zij in beeld komt, verandert de toon van de brieven. Ze start haar brieven iedere keer met ‘Liefste/Lieve Emmy’ en gaat ook in op privézaken. Het contract dat in 1933 wordt opgesteld voor nieuw werk van Van Lokhorst wordt alleen door Alice getekend.109 Voorgaande contracten werden steeds door Emanuel getekend. Wat er ook

gebeurd is in de periode tot 1932, de relatie met de auteur verandert. Emmy van Lokhorst lijkt geheel ‘Alices auteur’ te zijn geworden. Het gegeven dat Alice als enige het contract ondertekent, lijkt de eerste indicatie dat ze volledig tot de directie is toegetreden en autonoom beslissingen kan nemen.

Zowel de privé- als werkrelatie van Alice en Emanuel wordt in de correspondentie met Van Lokhorst aangehaald. Alice schrijft in 1935 over haar terugkeer van vakantie:

106 Alice van Nahuys aan Constant van Wessem, 20 mei 1936. Den Haag, Letterkundig Museum. W 00527 B 2 / MM1989L-000366.

107 Emmy van Lokhorst (1891-1970) was een schrijfster en literatuurcriticus.

108 Emanuel Querido aan Emmy van Lokhorst, 26 januari 1927. Den Haag, Letterkundig Museum. L 07241 B 2. 109 Alice van Nahuys aan Emmy van Lokhorst, 8 maart 1933. Den Haag, Letterkundig Museum. L 07241 B 2.

[...] want je weet, dat Maan [bijnaam Emanuel, S.B.] het altijd vreeselyk vindt als ik er niet ben. [...] Jaan [echtgenote Emanuel, S.B.] is erg van slag en Maan is, doordat hy natuurlyk een massa werk van my heeft moeten overnemen tydens myn afwezigheid, zeer vermoeid.110

Inmiddels stelt Alice ook contracten op:

Wat de afspraak omtrent ‘De Toren van Babel’ betreft, vergis je je. Dat weet ik heel stellig. [...] Ik heb het contract opgesteld in den vorm zooals wy altyd contracten opstellen, nl. alsof het boek nog in wording is [...] Ik hoop dat hiermee alle wisjewasjes uit den weg geruimd zijn.111

Dat Alice vanaf dit punt ook alleen zakelijke beslissingen ging nemen, blijkt verder uit de brief die ze stuurt aan uitgeverij Van Loghum Slaterus’ Uitgeversmaatschappij. Ze schrijft dat er een historische biografie gaat verschijnen en ze geeft hen de eerste optie het boek te vertalen. Hier wordt niet positief op gereageerd (de brief is verloren gegaan), waarna Alice op zakelijke toon orde op zaken stelt:

[…] het is alleen uit vriendelyke tegemoetkoming tegenover U, dat wy bereid zyn de Duitsche editie later dan de Hollandsche editie te laten verschijnen. Ook al zyn wy op de hoogte met de bepalingen van Uw contracten met Uw auteurs, dan zyn wy aan die contracten toch niet gebonden.112

Het groeiproces van Alice van assistente naar volwaardig directielid heeft zich in vijftien jaar geleidelijk voltrokken. Een tijdlang waren haar werkzaamheden inderdaad die van een assistente, maar dit lijkt wel ‘auteurs-afhankelijk’ te zijn geweest. De specifieke rolverdeling zoals Nijsen deze voorstelde is voor het koppel Querido/Van Nahuys niet goed door te voeren door het gebrek aan correspondentie. Wat vooral duidelijk wordt is dat Emanuel Alice vanaf haar aantreden hoog inschatte en respecteerde als meer dan alleen een assistente, maar haar slechts langzaam meer invloed gaf.

110 Alice van Nahuys aan Emmy van Lokhorst, 13 maart 1935. Den Haag, Letterkundig Museum. L 07241 B 2. 111 Alice van Nahuys aan Emmy van Lokhorst, 22 maart 1935. Den Haag, Letterkundig Museum. L 07241 B 2. 112 Alice van Nahuys aan Van Loghum Slaterus’ Uitgeversmaatschappij, 13 april 1935. Den Haag, Letterkundig Museum. VLS / MM1989L-005250.