• No results found

Echtpaar Versluys en Querido/Van Nahuys

H OOFDSTUK 4 V IER VROUWEN , VIER VERGELIJKINGEN

4.2. Echtpaar Versluys en Querido/Van Nahuys

Uitgeverij W. Versluys bestond van 1875 tot 1997, van 1894 tot 1914 werkten Willem Versluys en Annette Versluys-Poelman zij aan zij in de uitgeverij.

De taakverdeling van het echtpaar is door Joost Nijsen aan de hand van archiefonderzoek opgesteld, waardoor een duidelijk beeld kan worden gevormd van ieders verantwoordelijkheid. De meest opvallende conclusie van zijn onderzoek is dat Willem Versluys op literair gebied maar weinig inhoudelijks bijdroeg, waardoor het zo goed als zeker is dat redactie van de literaire kant van het fonds grotendeels de verantwoordelijkheid was van Annette. Voor acquisitie en coaching gold hetzelfde, zo onderhield Annette goede relaties met onder andere de Tachtigers. Administratie en secretariaat waren de gedeelde verantwoordelijkheid van Willem, Annette en een personeelslid. In meer of mindere mate was Annette ook onderdeel van de directie, ze nam onder andere uitgeefbeslissingen over feministische uitgaven in het fonds Versluys, ze bepaalde dus gedeeltelijk de koers.

Willem Versluys was vooral actief op exploitatiegebied en fungeerde ook als vertegenwoordiger van de uitgeverij. Verder nam hij productietaken op zich en was hij hoofdeigenaar van de uitgeverij. In hoeverre Annette financieel bijdroeg aan de uitgeverij komt uit Nijsens onderzoek niet naar voren. Ze wordt ze omschreven als de ‘rechterhand van haar man’, maar financiële conclusies zijn uit deze bewering niet zonder speculatie te trekken.114 Vanaf 1894,

toen Willem een conflict met zijn broer Jan kreeg waardoor het schoolboekenfonds een klap opliep, was Annette officieel werkzaam in de uitgeverij. Voor die tijd was ze volgens Nijsen waarschijnlijk officieus wel bij de uitgeverij betrokken, maar zijn er in de correspondentie geen aanwijzingen te vinden van haar aanwezigheid:

Hoewel vermoed wordt dat Annette Versluys-Poelman al vanaf het begin betrokken was geweest bij de vorming van het literaire fonds, zijn van haar bemoeienis pas begin jaren negentig de eerste sporen zichtbaar [...] Structureel wordt haar medewerking pas in 1894.115

114 Nijssen, Joost. Twee zulke goede namen. Willem Versluys en Annette Versluys-Poelman, uitgevers te Amsterdam. [Doctoraalscriptie] Amsterdam: Instituut voor Neerlandistiek, Universiteit van Amsterdam, 1989, 5.

Er zijn tussen het echtpaar Versluys en Querido/Van Nahuys een aantal overeenkomsten en verschillen aan te wijzen. Een van de meest in het oog springende overeenkomsten is dat zowel Willem Versluys als Emanuel Querido zich bijzonder inzetten voor de exploitatie van het fonds. Beiden gingen ‘op reis met de aanbieding’ en waren persoonlijk in contact met boekhandelaren. Zowel Annette als Alice lijken zich met de exploitatie van het fonds minder te hebben beziggehouden.

Een andere overeenkomst is dat beide vrouwen een coachende relatie onderhielden met fondsauteurs. Zowel Annette als Alice informeerden in hun brieven en gesprekken naar de persoonlijke omstandigheden van auteurs. Emanuel Querido liet zijn privé-interesse in auteurs nauwelijks boven de algemene beleefdheden uitstijgen, terwijl Alice het wel en wee van zichzelf, de uitgeverij en de auteur besprak. Annette Versluys-Poelman was een luisterend oor voor velen van de Tachtigers. In hoeverre Willem Versluys tijd had voor vriendschappelijk contact met zijn fondsauteurs, is niet duidelijk.

Verschillen zijn er ook aan te wijzen. Zo blijkt uit het onderzoek van Nijsen dat Willem Versluys maar weinig literair-inhoudelijke inbreng had in de uitgeverij en het bouwen van het literaire fonds voor een groot deel overliet aan zijn echtgenote.116 Dit was bij Emanuel Querido allerminst het

geval. Emanuel hield zich actief bezig met alle aspecten van zijn fonds, van literaire fictie tot poëzie tot non-fictie. Ook op redactioneel gebied was hij actief. Uit archiefstukken blijkt verder dat hij actief bezig was met acquisitie bij fondsauteurs:

Zeg kerel, doe eens een goed woordje voor me bij Mevrouw, om ook van haar in die reeks een novelletje te hebben. [...] Is het je misschien mogelyk my by een of meer auteurs als uitgever aan te bevelen?117

Een ander verschil is de mate van coaching die Annette en Alice deden. Annette was een luisterend oor en bijna een verpleegster, ze luisterde naar de zielenroerselen van de auteurs, besprak hun financiële problemen en romantische escapades.118 Alices coachende rol lijkt meer op die van een

(goede) vriendin dan de moederrol die Annette voor sommige auteurs innam. Alice lijkt meer afstand te hebben gehouden tot haar auteurs. Zo schetst schrijfster Henriëtte van Eyck in een artikel

116 Nijssen, Joost. Twee zulke goede namen. Willem Versluys en Annette Versluys-Poelman, uitgevers te Amsterdam. [Doctoraalscriptie] Amsterdam: Instituut voor Neerlandistiek, Universiteit van Amsterdam, 1989. 36.

117 Emanuel Querido aan Carel Scharten, 17 mei 1920. Den Haag, Letterkundig Museum. Q 00064 B 1.

118 Nijssen, Joost. Twee zulke goede namen. Willem Versluys en Annette Versluys-Poelman, uitgevers te Amsterdam. [Doctoraalscriptie] Amsterdam: Instituut voor Neerlandistiek, Universiteit van Amsterdam, 1989. 50.

in de Leeuwarder Courant het volgende scenario:

Gewoon, als vriendin, kon ze heel aardig en lief en hartelijk zijn, maar als uitgeefster was ze hard als staal. Ik geloof dat de meeste auteurs een beetje bang voor haar waren. Anne Mulder bijvoorbeeld – die een contract had voor het schrijven van haar ‘Zeven eeuwen Nederlandse levenkunst’ en die in de buurt van de uitgeverij woonde – durfde tussen twaalf en twee (de lunchpauze bij Querido) de deur niet meer uit uit angst Alice te ontmoeten.119