• No results found

5 Vergelijkende analyse

5.4 Een verandering in het ledenaantal

In paragraaf 2.3.1 is uitgelegd dat de achterban voor traditionele belangenorganisaties belangrijk is voor hun vermogen om draagvlak en implementatiecapaciteit te leveren. Daarnaast hebben ze, gezien het feit dat het vaak om betalende leden gaat, tevens een financieel belang bij het hebben van leden. In tabel 2 is een aantal verwachtingen gepresenteerd die samenhangen met een eventuele verandering in het ledenaantal van traditionele organisaties en uitdagers. In deze paragraaf wordt op basis van de analyse, per reactietype, naar deze verwachtingen gekeken. Daarnaast worden eventuele overeenkomsten en verschillen – met betrekking tot een verandering in het ledenaantal als gedragsbepalende factor – tussen de AOb en LTO uitgelicht.

Daarnaast worden eventuele overeenkomsten en verschillen – met betrekking tot een verandering in het ledenaantal als gedragsbepalende factor – tussen de AOb en LTO verder uitgelicht.

5.4.1 Actief coöperatief: uitnodigend

De eerste verwachting is dat een traditionele speler uitnodigend reageert op de uitdager wanneer het ledenaantal van de nieuwe speler sterk toeneemt terwijl het ledenaantal van de traditionele organisatie gelijk blijft. Vanuit strategisch perspectief is het namelijk beter om de uitdager in dit geval te verwelkomen in de polder en toenadering te zoeken tot (concrete) samenwerking. In tabel 5 is bepaald dat van een sterke toename kan worden gesproken wanneer in de mediaberichtgeving en/of overige bronnen wordt verwezen naar een ‘sterke’ (of een vergelijkbare karakterisering) toename, met daarbij een indicatie van de absolute of relatieve toename. In de analyse komt naar voren dat het aantal Facebookleden van uitdager FDF in vijf maanden tijd toenam tot ruim veertigduizend (Schelfaut, 2019). NRC meldde dat PO in actie begin oktober 2017 bijna duizenden

56 leraren wist te mobiliseren in het Zuiderpark in Den Haag (Remie, 2017). De kanttekening die hierbij moet worden gemaakt, is dat het niet gaat om leden als aangesloten bij een vakbond, maar om leden die via sociale media zijn aangesloten bij de uitdager. De drempel om lid te worden van bijvoorbeeld een Facebookgroep ligt immers lager dan om lid te worden van een vakbond. De traditionele organisaties reageerden desalniettemin vrij snel na de toegenomen steun voor de uitdagers meer coöperatief dan niet-coöperatief. Vrij kort na de oprichting van PO in actie reageerde de AOb op een actief coöperatieve (uitnodigende) manier. De LTO reageerde stapsgewijs steeds meer actief coöperatief. De vraag is of het ledenaantal van de traditionele organisaties in de tussentijd nagenoeg constant bleef terwijl de steun voor de uitdager groeide. In de media en/of overige bronnen werd in ieder geval niet gesproken van een ‘sterke’ (of een formulering van dezelfde strekking) toe- of afname van het ledenaantal bij de traditionele organisaties. Daarmee voldeed het tot op zekere hoogte aan de verwachting die eerder werd geschetst. De nuance die daarbij moet worden gemaakt is dat niet met zekerheid kan worden gesteld dat de groei van de actiegroepen volledig bepalend was voor de reacties van de traditionele organisaties.

5.4.2 Passief coöperatief: afwachtend

De tweede verwachting die in tabel 2 gepresenteerd is, is dat afwachtend wordt gereageerd op de uitdager wanneer zowel de traditionele als de nieuwe organisatie een relatief groot ledenaantal heeft dat nagenoeg constant blijft. De gedachte achter deze verwachting is dat het maken van een rationele keuze wellicht moeilijker is, omdat de traditionele organisatie de afweging om wel of niet samen te werken minder makkelijk kan maken. Deze zal in dit geval afwachten en de eigen leden raadplegen of een eventuele samenwerking wenselijk en/of noodzakelijk is. De analyse geeft deels aanleiding om deze verwachting te verdedigen. Zo reageerde LTO in de periode rondom de demonstaties bij de provinciehuizen afwachtend op FDF, terwijl het ledenaantal van de uitdager inmiddels sterk was gegroeid. Uiteindelijk is gekozen om de samenwerking te intensiveren omdat LTO het draagvlak voor een gezamenlijk stikstofplan wilde vergroten. De vergelijking met de AOb is daarbij niet te maken, omdat in de analyse niet naar voren is gekomen dat deze traditionele organisatie afwachtend heeft gereageerd.

57

5.4.3 Passief niet-coöperatief: negerend

De derde verwachting is beter verdedigbaar. De verwachting luidt dat er negerend zal worden gereageerd op de uitdager wanneer haar ledenaantal relatief klein is en constant blijft of afneemt, terwijl het ledenaantal van de traditionele organisatie relatief (sterk) toeneemt of ook constant blijft. De verwachting hangt samen met het idee dat een traditionele speler, wanneer deze zich niet uitgedaagd voelt, negerend reageert op de uitdager. Ten tijde van het ontstaan van FDF was het ledenaantal van de uitdager (op Facebook) nog relatief klein (Schelfaut, 2019). De analyse laat tevens zien dat er geen reden is om aan te nemen dat het ledenaantal van LTO in deze periode relatief sterk toe- of afnam (het was dus contant). LTO reageerde negerend op FDF tot de actiegroep samen met Agractie het boerenprotest van 1 oktober 2019 op touw zette. Toen de uitdager zich in het stikstofdebat ging mengen, nam ook de steun voor de actiegroep toe (met name op Facebook). Het valt op dat terwijl de Facebookgroep van FDF bleef groeien LTO meer coöperatief reageerde op haar uitdager. In hoeverre het ledenaantal volledig verklarend is voor de reactie is moeilijk te zeggen. Wel laat de analyse zien dat LTO naar verwachting reageerde. Na het uiteenvallen van de vaste samenwerkingsverbanden (respectievelijk het PO-front en het Landbouw Collectief) reageerden beide traditionele organisaties negerend op de uitdager. Op de websites van zowel de traditionele als de nieuwe organisaties worden echter nog steeds ongeveer hetzelfde aantal leden vermeld. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat de AOb en LTO in dit geval naar verwachting hebben gereageerd.

5.5.4 Actief niet-coöperatief: bestrijdend

In de analyse is evenmin naar voren gekomen dat de toename in het aantal leden van de ene organisatie heeft geleid tot een verlies aan leden bij de andere organisatie. In beide gevallen spraken de uitdagers vooral een groep binnen de sector aan die zich tot dan toe niet genoeg gehoord voelde. Het is moeilijk te zeggen of de Facebookleden van de uitdagers tegelijkertijd leden waren van de traditionele organisaties. Wat wel gezegd kan worden, is dat de groeiende steun voor zowel FDF als PO in actie geen directe invloed heeft gehad op het ledenaantal van LTO of de AOb. Om die reden is er te weinig aanleiding om de verwachting te verdedigen die leidt tot een bestrijdende manier van reageren (tabel 4)

58