• No results found

Doelstelling en uitgangspunten

In document Evaluatie slachtoffer-dadergesprekken (pagina 103-106)

4 Gerealiseerd bereik

5.2 Doelstelling en uitgangspunten

Slachtoffer in Beeld heeft de doelstelling van de slachtoffer-dadergesprekken in haar visiedocument als volgt geformuleerd: “SiB bemiddelaars begeleiden het proces om tot een dialoog te komen tussen slachtoffer en dader. Een slachtoffer-dadergesprek is een heroriëntatie op het misdrijf. Door samen naar gevolgen, motieven en vragen rondom het misdrijf dat hen verbindt te kijken, kan deze dialoog bijdragen de andere kant te zien en kunnen slachtoffer en dader zich anders tot elkaar gaan verhouden. Daarnaast kan een slachtoffer-dadergesprek bijdragen aan de verwerking van een misdrijf”.

Dit betekent51 concreet dat het slachtoffer-dadergesprek een plek biedt om: Voor (jonge) daders:

- excuses aan te bieden;

- zijn kant van het verhaal te vertellen;

- zicht te krijgen op het effect van zijn daad voor het slachtoffer; - vragen te beantwoorden;

- te vertellen dat hij zijn leven gaat beteren;

51

104

- zich van een andere kant te laten zien.

Voor slachtoffers:

- excuses te vragen en/of te ontvangen; - zijn verhaal en gevolgen te vertellen;

- te luisteren naar het verhaal, gevolgen en motieven van de dader; vragen te stellen;

- te zien wie de dader is;

- de “regie over eigen leven voor een deel terug te nemen”.

In deze definitie vallen twee zaken op die met elkaar samenhangen: (1) de bemiddelaar heeft een begeleidende, ondersteunende rol en (2) de doelen zijn zodanig geformuleerd dat zij potentieel behaald kunnen worden. Slachtoffer in Beeld geeft in het visiedocument aan dat het niet ter beoordeling is aan een bemiddelaar om te bepalen of een bemiddeling al dan niet geslaagd is. Er worden dan ook geen te behalen eindtermen geformuleerd. Daarmee onderstreept Slachtoffer in Beeld de faciliterende, begeleidende rol van de bemiddelaar. Het slachtoffer-dadergesprek wijkt daarmee dus af van een justitiële of hulpverlenende interventie waar een hulpverlener of trainer systematisch en planmatig werkt aan het realiseren van vooraf geformuleerde, bij voorkeur concrete en toetsbare doelen. Het feit dat Slachtoffer in Beeld het slachtoffer-dadergesprek geen interventie noemt maar een voorziening moet wellicht mede in dit licht geplaatst worden.

De methodiek is uitgewerkt in drie uitgangspunten/condities voor de basishouding van de bemiddelaar, te weten:

- vrijwilligheid voor beide partijen; - vertrouwelijkheid van het proces;

- meerzijdige partijdigheid/ neutraliteit van de bemiddelaar.

Vrijwilligheid voor beide partijen:

“Slachtoffer-daderbemiddeling door Slachtoffer in Beeld geschiedt geheel op basis van vrijwilligheid. De doelstelling van het bemiddelingsproces heeft alleen kans van slagen als

deelnemers gedurende het gehele proces vrijwillig kunnen kiezen voor deelname. Wel wordt van de deelnemers commitment gevraagd als zij deelnemen, en dus een inspanningsverplichting”

(Handleiding, pagina 6).

Vertrouwelijkheid van het proces

“Deelnemers moeten ervan op aan kunnen dat de informatie die zij in het bemiddelingsproces delen, vertrouwelijk en zorgvuldig wordt behandeld. Bemiddelaars zijn gebonden aan afspraken die gelden voor het inwinnen en verstrekken van gegevens aan derden, welke zijn vastgelegd in een interne instructie (te vinden in het Handboek interne instructies & protocollen)…” (Handleiding, pagina 6).

105

Meerzijdige partijdigheid/neutraliteit van de bemiddelaar

“In zijn rol als neutrale procesbegeleider bewaakt de bemiddelaar de belangen van alle partijen, met oog voor hetgeen de betrokken partijen als juist (goed, het beste) ervaren in de gegeven context, gestoeld op de overtuiging dat het niet aan de bemiddelaar is om zich in functies en rollen tot de partijen te verhouden, maar dat hij ervoor moet zorgen dat slachtoffer en dader zich in veiligheid naar elkaar kunnen uiten.” (Handleiding, pagina 7).

Met deze drie uitgangspunten is het inhoudelijk kader aangegeven voor de werkwijze van de bemiddelaar. Opvallend is dat het laatst genoemde en meest omvattende uitgangspunt weinig is uitgewerkt. De begrippen neutraliteit en meerzijdige partijdigheid worden in één adem genoemd terwijl het om verschillende begrippen gaat. Neutraliteit betekent: onpartijdigheid, dus geen partij kiezen. Het begrip meerzijdige partijdigheid daarentegen betekent „voor beide kanten partij kiezen‟. Boszormeny-Nagy (2000) omschrijft meerzijdige partijdigheid als „op empathische wijze aan iedere kant gaan staan‟.

De verwarring over dit uitgangspunt zien we terug in de praktijk. Uit de interviews met de bemiddelaars wordt duidelijk dat met name het belang van de neutraliteit wordt benadrukt.

Bijvoorbeeld in het groepsgesprek is het uitgangspunt neutraliteit/meerzijdige partijdigheid door de vaste bemiddelaars als volgt nader omschreven. “Men mag niet de indruk wekken dat een andere partij wordt voorgetrokken. Er komt anders scheefgroei in de relatie. Mensen zouden zich dan achtergesteld of benadeeld kunnen voelen. De manier van vragen stellen is daarbij van belang. Zuiverheid wordt behouden door zelf uit de discussie te blijven. De bemiddelaar moeten faciliteren, niet zelf zaken aangeven, oordeelt niet”.

Dat neutraliteit belangrijk is blijkt bijvoorbeeld uit casebeschrijving 3 (bijlage 4) waarin is beschreven dat de dader zich duidelijk meer op zijn gemak ging voelen toen de bemiddelaar vertelde dat zij onpartijdig is. Deze neutraliteit van de bemiddelaar roept echter ook een aantal dilemma‟s op, getuige de volgende vragen die vanuit de praktijk naar voren zijn gebracht:

- Mag je een slachtoffer (zonder eigen vervoermiddel) wel of geen vervoer aanbieden naar een locatie van het slachtoffer-dadergesprek (die met het openbaar vervoer moeilijk bereikbaar is)?

- Mag je partijen wel of niet aanbieden dat ze na afloop nog een keer mogen bellen als ze daar behoefte aan hebben?52

- Mag je vanuit je neutraliteit als bemiddelaar wel of niet inpraten op een jongere als je vindt dat zijn aandeel aan het delict groter is dan hij zelf denkt? Of als je vindt dat hij meer voor een slachtoffer kan betekenen dan hij nu geboden heeft?

Een basishouding van meerzijdige partijdigheid biedt ons inziens meer ruimte voor een bevestigend antwoord op bovenstaande vragen dan een basishouding van neutraliteit. Een neutrale houding is ook minder gemakkelijk te verenigen met de pedagogische betekenis van het

slachtoffer-dadergesprek voor de (jeugdige) dader.

106

Ook een van de casebeschrijvingen laat het dilemma zien. De bemiddelaar is met de opmerking tegen de dader: “Hoe zou het voor je zijn als iemand jouw dochter mishandelde?” mogelijk nog wel meerzijdig partijdig maar zeker niet neutraal. Deze opmerking heeft overigens volgens de

bemiddelaar zelf wel een belangrijk positief effect gehad op de dader (Zie bijlage 4, case 4).

In document Evaluatie slachtoffer-dadergesprekken (pagina 103-106)