• No results found

De dienstencheques aangekocht door de gebruikers en terugbetaald aan de

In document De RVA in 2013 (pagina 157-162)

erkende ondernemingen

Grafiek 5.4.II*

Evolutie 2004-2013 van het aantal aangekochte en het aantal terugbetaalde cheques

140 000 000 120 000 000 100 000 000 80 000 000 60 000 000 40 000 000 20 000 000

0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 8 884 765

5 849 06617 215 12332 186 234 49 187 499

65 443 466 78 955 082

94 830 823 105 273 001 114 378 965 121 306 927

20 313 813

36 096 682

53 453 329 73 993 322 78 673 829

97 182 359

109 101 714 122 951 700 122 588 921

Aangekochte cheques Terugbetaalde cheques

* Vanaf januari 2006 met inbegrip van de dienstencheques be-zorgd aan de vrouwelijke zelfstandigen

Terwijl het aantal aangekochte dienstencheques op jaarbasis in 2012 nog toenam met 12,7% stabiliseer-de het in 2013 (en gaat zelfs voor het eerst licht negatief - 0,3%). De massale aankoop van diensten-cheques in december 2012 wegens de verhoging van de aankoopprijs van de cheques van 7,50 EUR naar 8,50 EUR in januari 2013 had een sterke daling tot gevolg in de daaropvolgende maanden januari, fe-bruari en in mindere mate ook nog in maart van 2013. De stagnatie van het aantal aangekochte che-ques op jaarbasis loopt evenwel niet parallel met het aantal terugbetaalde cheques dat, zoals eerder al gezegd, ook in 2013 verder bleef stijgen met 6,1%.

Men kan daarom verwachten dat de evolutie van de terugbetaalde cheques – zij het met enige vertra-ging - toch de evolutie van de aangekochte dien-stencheques zal volgen, wat mogelijk een indicatie is voor een vertraging in de groei van het stelsel.

Bovendien lijkt de blijvende toename van het aantal gebruikers die een constant aantal cheques aanko-pen er tevens op te wijzen dat het pakket geconsu-meerde dienstencheques per gebruiker afneemt.

Tabel 5.4.III

Vergelijking per maand van de aangekochte dien-stencheques in de periode 2012-2013

2012 2013 Evol. 2012 - 2013

Januari 9 959 841 6 466 381 - 35,1%

Februari 9 262 088 7 230 669 - 21,9%

Maart 10 058 888 8 855 977 - 12,0%

April 9 356 884 11 572 968 + 23,7%

Mei 9 838 015 10 490 108 + 6,6%

Juni 10 125 250 9 918 077 - 2,0%

Juli 8 544 068 9 320 739 + 9,1%

Augustus 8 644 587 8 335 441 - 3,6%

September 9 704 170 10 676 420 + 10,0%

Oktober 11 366 060 11 736 793 + 3,3%

November 11 221 333 11 053 740 - 1,5%

December 14 870 516 16 931 608 + 13,9%

Totaal 122 951 700 122 588 921 - 0,3%

Tegenover een aandeel van 9,5% van de gebruikers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat wel een aandeel aangekochte dienstencheques van 12,3%.

Omgekeerd is het aandeel aangekochte dienstenche-ques in het Waals Gewest kleiner dan het aandeel gebruikers: 26,4% tegen 29,3%. Voor het Vlaams Gewest stemmen beide percentages met 61,2% per-fect overeen. Omgerekend ziet men dat per gebrui-ker in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2013 gemiddeld 167 dienstencheques werden aangekocht (tegenover 173 in 2012), gemiddeld 129 cheques in het Vlaams Gewest (tegenover 138 in 2012) en ge-middeld 116 cheques in het Waals Gewest (tegenover 124 in 2012). Voor het hele land zakt het gemiddelde in 2013 naar 129 aangekochte dienstencheques per gebruiker waar dat nog 137 bedroeg in 2012.

Tabel 5.4.IV

Verdeling per gewest van het aantal in 2013 aan-gekochte dienstencheques

Aangekochte dienstencheques

Vlaams Gewest 75 085 377 61,2%

Waals Gewest 32 412 523 26,4%

Brussels Hfdst. Gewest 15 091 021 12,3%

Land 122 588 921 100%

5

5.4.4

De dienstenchequewerknemers

De hieronder vermelde gegevens betreffende de dienstenchequewerknemers slaan op het jaar 2012 vermits zij een jaar later beschikbaar zijn dan de cij-fers betreffende de ondernemingen en de gebruikers.

Tabel 5.4.V

Dienstenchequewerknemers en omkaderingsperso-neel in 2012

Type onderneming Werknemers geteld in de loop van het jaar Omkaderingspersoneel

Aantal % Aantal %

Handelsvennootschappen 78 147 51,7 2 018 43,7

Interimbedrijven 19 844 13,1 234 5,1

Invoegondernemingen 11 546 7,6 518 11,2

Vzw’s 18 394 12,2 804 17,4

Gemeenten 315 0,2 12 0,3

OCMW’s 6 683 4,4 408 8,8

PWA’s 11 202 7,4 542 11,7

Natuurlijke personen 5 006 3,3 86 1,9

Totaal 151 137 100 4 622 100

In december 2012 waren er 117 007 werknemers tewerkgesteld in het stelsel van de dienstencheques tegenover 112 961 in 2011.

Het aantal verschillende werknemers dat in de loop van 2012 in dat stelsel werkte bedraagt echter 151 137. Daar moet nog het omkaderingspersoneel worden aan toegevoegd dat de administratieve ta-ken en de begeleiding binnen de dienstencheque-ondernemingen verzorgt. Dat aantal komt voor 2012 op 4 622 werknemers, een daling in vergelijking met 2011 met 455 eenheden (- 8,9%).

Het aantal dienstenchequewerknemers nam in 2012 ten opzichte van 2011 toe met 1 310 eenheden of-wel + 0,9%. In 2011 groeide dit aantal nog met 9,4% (van 136 915 in 2010 naar 149 827) aan.

Blijkbaar treedt er toch een zekere stagnatie op in de tot nu toe onafgebroken jaarlijkse toename van tewerkstelling van dienstenchequeswerknemers.

Tabel 5.4.VI

Verdeling van de dienstenchequewerknemers vol-gens het arbeidsstelsel in 2011-2012

2011 2012

Aantal % Aantal %

Voltijds (38 uur) 17 614 11,8 15 190 10,1

Halftijds of meer (van 19 t.e.m. 37 uur) 95 807 63,9 97 910 64,8

Deeltijds (< 19 uur) 36 406 24,3 38 037 25,2

Totaal 149 827 100 151 137 100

In 2012 werkte 64,8% van de dienstenchequewerkne-mers minstens halftijds. 10,1% van de werknedienstenchequewerkne-mers in het dienstenchequestelsel had een voltijdse tewerk-stelling van 38 uur in 2012. Ten opzichte van 2011 kan ook een lichte verschuiving worden vastgesteld in de

Tabel 5.4.VII

Evolutie 2005-2012 van het aantal en het aan-deel dienstenchequewerknemers volgens het ge-west

Brussels Brussels

Vlaams Waals Hfdst. Vlaams Waals Hfdst.

Gewest Gewest Gewest Land Gewest Gewest Gewest Land

2005** 27 643 8 894 1 668 38 205 2005** 72,4% 23,3% 4,4% 100%

2006** 41 872 14 884 5 003 61 759 2006** 67,8% 24,1% 8,1% 100%

2007 55 979 23 960 7 213 87 152 2007 64,2% 27,5% 8,3% 100%

2008 63 626 29 527 10 284 103 437 2008 61,5% 28,5% 9,9% 100%

2009 72 445 33 643 14 236 120 324 2009 60,2% 28,0% 11,8% 100%

2010 82 281 37 378 17 256 136 915 2010 60,1% 27,3% 12,6% 100%

2011 89 126 39 619 20 194 149 827* 2011 59,5% 26,4% 13,5% 100%

2012 89 788 39 388 21 079 151 137* 2012 59,4% 26,1% 13,9% 100%

* Inclusief 0,6% dienstenchequewerknemers in 2011 (n=888) en in 2012 (n=882) gedomicilieerd in het buitenland

** Uitsplitsing volgens de exploitatiezetel in 2005 en 2006 (vanaf 2007 volgens de woonplaats van de werknemer)

De tewerkstelling van werknemers in het stelsel van de dienstencheques lijkt in 2012 te stabiliseren. De lichte toename voor het Vlaams Gewest (+ 0,7%) volgt de evolutie van de landgegevens maar in het Waals Gewest daarentegen daalt het aantal dien-stenchequewerknemers met 0,6%. Opvallend blijft de nog steeds aanhoudende stijging van de evolutie van de tewerkstelling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met 4,4%, wat evenwel toch een terugval betekent met 12,6 procentpunten ten opzichte van de evolutie tussen 2010 en 2011.

De verhoudingen van de tewerkgestelde werkne-mers per gewest bleven in 2012 ongeveer gelijk. Het aandeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest steeg nog licht ten opzichte van de beide andere gewesten terwijl dat van het Waals Gewest in de-zelfde mate afnam. Voor het Vlaams Gewest trad geen verandering op.

5

Tabel 5.4.VIII

Vergelijking van het profiel van de dienstenche-quewerknemers en de PWA-werknemers

2012 Dienstenchequewerknemers PWA-werknemers

Mannen 4 001 2,6% 5 645 34,8%

Inzake persoonsgebonden en socio-economische kenmerken verschillen de werknemers in dienstenche-queverband opvallend sterk van de PWA-werknemers en dat blijft ook een constante doorheen de jaren.

Onder meer als gevolg van de andere aard van de toegelaten activiteiten in de beide stelsels zijn er zo goed als geen mannelijke werknemers terug te vin-den die actief zijn met dienstencheques (slechts 2,6%), terwijl het aandeel mannen in het PWA-stelsel toch 34,8% uitmaakt. De activiteiten met dienstencheques houden in hoofdzaak huishoude-lijke taken (schoonmaken en strijken) in die traditio-neel eerder door vrouwen worden verricht. Bij de PWA’s leidt een meer uitgebreid takenpakket ertoe dat buiten de (overigens sterk afgebouwde) hulp in het huishouden ook activiteiten zoals bijvoorbeeld tuinonderhoud en kleine herstellings- en onder-houdswerkzaamheden door vooral mannelijke werk-nemers worden verricht.

De gewestelijke verdeling van de PWA-werknemers ligt voor Vlaanderen en Wallonië gelijk op ongeveer 45-46%. Brussel telt 9% van die binnen het PWA te-werkgestelde personen. De verdeling van de diensten-chequewerknemers over de gewesten is minder uni-form. Het merendeel (59,4%) is afkomstig uit Vlaanderen, met een veel kleiner aandeel van 26,1%

13,9% dan in de PWA-verdeling voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 0,6% van de dienstencheque-werknemers heeft zijn domicilie in het buitenland ter-wijl in het PWA-stelsel er uiteraard geen buitenlandse werknemers actief zijn vermits die als werkloze per definitie ook niet toelaatbaar zijn in dat stelsel.

Qua leeftijd stelt men vast dat de PWA-werknemers gemiddeld duidelijk ouder zijn. Dat leeftijdsverschil kent alleszins een reglementaire oorzaak. Vanaf 1 juli 2009 kunnen werklozen jonger dan 50 jaar geen activiteiten van thuishulp met huishoudelijk karakter meer opnemen in het PWA-stelsel. Het dienstenchequesysteem biedt die werkzoekenden sindsdien het geschikte kader waar deze taken wel regulier kunnen worden uitgevoerd.

De verschillen inzake opleidingsniveau lopen per stelsel eveneens behoorlijk uiteen. Er tekent zich een even grote groep van werknemers in de beide stel-sels af die in dienstenchequeverband echter een op-leiding van maximaal lager niveau genoot, terwijl die groep in PWA-verband een opleiding van hoger secundair niveau genoot.

Het aandeel werknemers die hoger onderwijs volgden is met 5,7% wel iets groter binnen het PWA-stelsel dan het aandeel van werknemers met gelijkaardige opleidingskenmerken in het dienstenchequestelsel

5.4.5

Nettokostprijs van het

In document De RVA in 2013 (pagina 157-162)