• No results found

De theoretische brillen

N ADER MULTIDISCIPLINAIRE KADER

2.1 De theoretische brillen

Centraal in deze dissertatie staat een uitvoerige casebeschrijving van de ins en outs van het, ‘good practice’, integrale zorgconcept van Humanitas Rot- terdam, vanuit verschillende theoretische invalshoeken en inhoudelijke ge- zichtspunten. Het is daarbij geen vergelijkende studie tussen verschillende modellen, maar het gaat er om het model van Humanitas zowel empirisch als theoretisch door te lichten. Probleemstelling:

de sociale wetenschappen met onder andere een aantal gelukstheorieën van Veenhoven, Maslov, Petzold en Csikszentmihalyi

de bedrijfskunde, met name het gedeelte daarvan dat zich richt op culturele sturing, alsmede de ‘oude’ financieel

gerichte bedrijfseconomie

de wetenschap der Huma- nistiek, met name het ge- deelte dat zich bezighoudt met leefwereld/systeemwereld en communicatiesystemen als discussie/dialoog en levenskunst

Deze ‘brillen’ belichten ieder vanuit een aspect, het ontstane model van Humanitas en geven zo de mogelijkheid tot verdere verbeteringen van het Humanitasconcept, dat op basis van

een aantal kernwaarden bestaat uit:

levensloopbestendigheid - levensloopbestendige complexen inclusief atrium en restaurant - empathisch design, menselijke maat en conversation pieces gemeenschapsvorming

- extended family aanpak inclusief knuffeldieren - vrijwilligersbeleid - personeelsbeleid - coöptatie andere culturele sturingselementen - ja-cultuur

- use it or lose it-aanpak - speciale manier van

communicatie, met elkaar omgaan en creativiteitsopwekking Het Humanitasconcept als good practice door te lichten en te beschrijven

Er is tien jaar geleden in Humanitas een enigszins utopisch idee geboren: er moet niet zozeer ge- zorgd worden voor zorg maar voor bevordering van ‘menselijk geluk’. Voor dat doel is een mo- del ontstaan dat kennelijk redelijk goed werkt, gezien de tevreden, vrolijke cliënten en familie, het lage ziekteverzuim, het gemak waarmee personeel wordt aangetrokken, de zeer lange wachtlijst en de nagenoeg afwezige euthanasiewens. Bij de totstandkoming van het model is, voor zover niet iedere waarneming theoretisch geconnoteerd is, niet echt bewust veel theorie ge- bruikt. Voor verbetering en meer inzicht probeert de auteur, naast empirisch onderzoek, het mo- del als totaal en in onderdelen, alsnog door te lichten en met een aantal theoretische instrumen- ten uit diverse disciplines te weten:

34

Getracht wordt, door uitvoerig empirisch onderzoek onder leiding, cliënten en personeel te combineren met het gebruik van theorie, bij Humanitas be- ter inzicht te krijgen in het model. Zo wordt geprobeerd dieper door te drin- gen in de essentie en werking van ja-cultuur, use it or lose it en de commu- nicatie via verhalen, alsmede in de technische en sociale ins en outs van levensloopbestendigheid, restaurants, design, menselijke maat, extended family en coöptatie. Zo kunnen intern restricties beter te lijf gegaan, geneu- traliseerd of omzeild worden. Wat externe sturing en restricties betreft is er door de opgedane kennis ook voordeel te behalen en antwoord te geven op vragen als: hoe communiceert Humanitas (onder andere via Humanitas- TV) de opgedane kennis het best met overheden, verzekeraars, belangen- groeperingen? Hoe kan Humanitas het best financieren? Hoe kan Humanitas de allochtonenmarkt, zowel wat betreft cliëntèle als medewerkers, aanbo- ren? Hoe kan Humanitas, via de te melden resultaten, de samenleving, in- clusief financiële en andere middelen, helpen sturen in de richting van een beter welzijn en wonen voor ouderen, kortom de samenleving receptief hel- pen maken voor de eisen van het ontwikkelde Humanitasmodel?

Het uiteindelijke resultaat, de wetenschappelijk en empirisch onderbouw- de case-study, is bedoeld om overdraagbaarheid te creëren, anderen te in- spireren en als basis te dienen voor verdere vernieuwing en verbeteringen. 2.2 Humanistische elementen

Van mens als object van zorg naar mens als geheel

Het in de vorige paragraaf aangegeven anders kijken naar het vak, de pro- fessionaliteit en deskundigheid en de daarbij behorende normen en waar- den, sluit sterk aan bij wat op de Universiteit van Humanistiek van belang

geacht wordt.De paradigmashift van de mens als object van zorg en ‘des-

kundologie’ (instrumentele, vakspecialistische professionaliteit) naar de mens met zijn levensverhaal als geheel en de daaruit voortvloeiende nood- zaak tot via ja-cultuur bevorderde eigen regie en zelfwerkzaamheid, als- mede communicatie via dialogen en verhalen, sluit sterk aan bij de huma- nistische basisbegrippen systeemwereld en leefwereld zoals die door on- der andere Habermas en later door Kunneman zijn verwoord. Volgens Ha- bermas zou, in het samenspel tussen de verzelfstandigde subsystemen van economie en staat en de alledaagse leefwereld van mensen, de systeemwe- reld de leefwereld van individuen steeds verder ‘koloniseren’. Deze leef- wereld verzet zich daar echter tegen, onder meer via maatschappelijke te- genbewegingen. Deze tegenbewegingen richten zich in de huidige tijd niet meer zozeer op het materiële productiesysteem (vakbeweging, linkse poli- tieke partijen), maar zijn te vinden op het terrein van de culturele repro- ductie, de sociale integratie en de socialisatie. Het gaat niet meer primair om economische en sociale zekerheid maar eerder om de kwaliteit van het bestaan, om gelijke rechten en individuele zelfontplooiing, om participatie

en om mensenrechten.39

Zeker in zogenaamde totaal-instituties40 als ziekenhuizen of verpleeghui- zen, instituties waar mensen vierentwintig uur per dag onder een strikt

39 Kunneman (1983): 150-151 40 Vergelijk Goffman (1961)

35 regime verblijven, is de kolonisering van de leefwereld door de systeem- werelden van economische efficiency, medische technocratie en uitgebrei- de institutionele regelgeving vrijwel ‘volmaakt’. De vraag is of deze ma- nier van organiseren wel noodzakelijk is, zoals men lange tijd gedacht heeft of nog denkt, of zo het kind niet met het badwater weggegooid wordt.

Systeemwereld, leefwereld en wederzijdse beïnvloeding

Habermas lijkt met deze tendens van kolonisering van de leefwereld door de systeemwereld eenrichtingsverkeer aan te geven als het gaat om de beïn- vloeding tussen beide werelden. Opdringen van elementen van de leefwe- reld naar de systeemwereld lijkt niet aan de orde. Kunneman kritiseert Habermas’ suggestie dat de systeemwereld en de leefwereld niet beide het primaat kunnen hebben en is optimistischer over de potenties van de leef- wereld om op haar beurt de systeemwereld te beïnvloeden. Hij noemt dit

de culturalisering van het systeem.41 Om de wederzijdse beïnvloeding van

systeemwereld en leefwereld te conceptualiseren spreekt Kunneman over een interferentiezone. Typische ‘interferentiesectoren’ zijn het onderwijs- systeem, de gezondheidszorg en het welzijnswerk, de massamedia en juri- dische en politieke instituties. Systeemlogica en de logica van communica- tieve processen zijn daar in een voortdurende strijd gewikkeld. Zelfs de economische en politieke subsystemen worden in onze tijd steeds meer af- hankelijk van culturele processen, die niet strategisch beheerst kunnen wor- den. Het consumentisme en de, op concurrentie gebaseerde, individuele prestatiedwang kunnen de effecten van deze secularisatie niet geheel op- vangen, evenmin als de in diskrediet geraakte grote technologische voor- uitgangsverhalen.

Parallel aan de ontwikkeling van de, door materieel eigenbelang geïnspi- reerde, individualisering is sinds de jaren zestig een onderstroom te onder- kennen van, op gelijkheid en persoonsgerichte communicatie en (nieuwe) normatieve oriëntaties gebaseerde, individualisering. Openheid, ontvan- kelijkheid, sensibiliteit en kritische (zelf)reflectie zijn hier de trefwoorden. Er is meer oog voor verschillen tussen mensen en voor de kwetsbaarheid van het bestaan. Deze ‘communicatieve individualisering’ en individuele bestaansethieken blijken zich steeds opnieuw te onttrekken aan strategi- sche beheersing en systeemdwang.42 Ten Bos: ‘Je kunt niet alles beheersen. Dat is

per definitie onmogelijk bij mensen. Je hebt immers te maken met emoties, met intuïtie en dat soort zaken?… Neen, ik ben niet tegen organisatie. Ik zeg alleen dat mensen zich niet laten organiseren. Dat is inherent aan het menszijn.’43

De grenzen tussen systeemwereld, interferentiezone en leefwereld zijn vol-

gens Kunneman dan ook pluriform, beweeglijk en bovendien poreus.44 Zo

stelt hij over de gezondheidszorg: ‘[De gezondheidszorg] is enerzijds opgebouwd uit een groot aantal bureaucratisch georganiseerde en tot op zekere hoogte marktgerichte instel- lingen, waarbinnen professionele expertise en technisch kunnen de bovenhand hebben. Maar tegelijkertijd blijven zorg en genezing afhankelijk van communicatieve processen en de daar- door gegenereerde persoonlijke aandacht en betrokkenheid.’45 De eigen regie bij Humanitas, baas over eigen leven, lijf, woning en portemonnee, zo nodig voor menselijk geluk, staat borg voor het tegenwicht tegen de kolonisering van de leefwereld door de systeemwereld. Dit tegenwicht geldt met name

41 Kunneman (1996): 54-56 42 Kunneman (1996): 54-58