• No results found

De interferentiezone tussen systeemwereld en leefwereld

In document De verborgen hand van culturele sturing (pagina 180-182)

Het Humanitas vrijwilligerspalet ©

D E HUMANISTISCHE WORTELS

10.3 De interferentiezone tussen systeemwereld en leefwereld

Bij Habermas’ kolonisering (c.q. commercialisering en bureaucratisering) van de leefwereld door de systeemwereld lijkt hij slechts eenrichtingsver- keer van beïnvloeding te bedoelen. Kunneman is optimistischer over de po- tenties van de leefwereld om op zijn beurt de systeemwereld te beïnvloe- den. De leefwereld kan het systeem ook culturaliseren. De wederzijdse beïn- vloeding van systeemwereld en leefwereld vindt volgens hem plaats in in-

terferentiezones400. Kunneman gaat zelfs zover het overgangsgebied een ei- gen specifiek domein toe te kennen, met typische ‘interferentiesectoren’ als het onderwijssysteem, de gezondheidszorg en het welzijnswerk401. De laat- ste twee sectoren zijn duidelijk het terrein van Humanitas en Kunnemans gedachte past bij de visie van Humanitas, waarin menselijk geluk geacht wordt voort te komen uit individualistische rechten en groepsprocessen. Openheid, ontvankelijkheid, sensibiliteit en kritische (zelf)reflectie zijn hier de trefwoorden. Er is in onze multiculturele samenleving steeds meer oog voor verschillen tussen groepen mensen en voor de kwetsbaarheid van het bestaan van bepaalde groepen (gehandicapten, chronisch zieken, ouderen, maar ook homoseksuelen, analfabetische allochtonen enzovoort). De com- municatieve individualisering en individuele bestaansethieken blijken zich steeds opnieuw te onttrekken aan strategische beheersing en systeem-

dwang402. De grenzen tussen systeemwereld, interferentiezone en leefwe-

reld zijn, volgens Kunneman, dan ook pluriform en beweeglijk.

De Stichting Humanitas Rotterdam lijkt, bij het verleggen van grenzen in Nederland, maar ook daarbuiten, een duidelijke rol te spelen. De City and County van San Francisco spreekt in november 2000 in een dankbrief aan Humanitas voor haar bijdrage aan de opzet van een nieuw ouderenproject in die stad over ‘Your participating brought a unique perspective to the visionary ap- proach of the planning process, and added tremendous value to our work product.’ De jour- naliste Adler vraagt zich in haar artikel in de Chicago Tribune ‘“Appart- ment for life” seen as Godsend by the Dutch’ zelfs af of het systeem niet iets voor de Verenigde Staten zou zijn403 en schrijft Chabot in de Japan Econo- mic Journal ‘The Japanese are brand-oriented: they believe the only good welfare system in the world is in Sweden. The welfare system in the Netherlands may be not so well known in Japan, however it is one of the most excellent systems in the world. As an example, I would like to introduce a housing complex for elderly in Rotterdam, Humanitas Bergweg.’404 10.4 Culturalisering van de systeemwereld

Wat zijn de mogelijkheden voor de ouderenvoorzieningen om tot beïnvloe- ding in de interferentiezone te komen? In zijn boek over de mogelijke over- gang van een beleidsmatig geconstrueerde samenleving naar een meer ge- varieerde samenleving wijst Van Houten op het belang van het bestude- ren van succesvolle ‘visiegestuurde organisaties’ in de niet-commerciële dienstensector405. Het gaat dan om organisaties met een open organisatie- cultuur, die gericht zijn op variatie in plaats van op standaardisatie, met voldoende ruimte voor communicatieve praktijken en die echt vraagge-

400 Kunneman (1996): 54 401 Becker & De Lange (2002): 58 402 Kunneman (1996): 54-58

403 Adler (2002): 2 404 Chabot (1997)

181 richt werken, die in staat zijn om in bredere zin dan in termen van tijd en geld op het eigen functioneren te reflecteren en daarvan te leren.Dergelijke ‘voorbeeldorganisaties’ voor maatschappelijke vernieuwing stellen de van- zelfsprekendheid van het bestaande aan de orde en durven zich een expe- rimenterende houding te permitteren. Zij benaderen cliënten vanuit het idee dat gelijkheid en verschil kunnen samengaan.

Humanitas Rotterdam lijkt te voldoen aan het uitgangspunt ‘Mensen zijn ge- lijkwaardig en hebben het recht op een eigen leven, zonder te hoeven voldoen aan vooraf gegeven voorwaarden.’406 Cliënten hebben ieder een eigen ‘bestaansproject’. Van Houten legt daarbij het accent op de strategie van emancipatie en empower- ment van gemarginaliseerde groepen onder het motto: emanciperen doe je zelf. Bewoners van ‘residentiële leefwerelden’ zoals een verpleeghuis wor- den doorgaans niet meer als volwaardige burgers beschouwd. Hun bur- gerschap heeft plaats gemaakt voor patiëntschap. ‘Het heeft iets weg van een verbanning, weliswaar voorzien van goede zorg, maar wel náást de samenleving.’407 Humanitas ziet al lang haar klanten niet meer als patiënt, maar als cliënt, en beschouwt vervolgens deze cliënt, met mantelzorg, weer als een soort vrijwillige medewerker met invloed op de gang van zaken binnen Humanitas.

Vernieuwing vraagt om deconstructie van bestaande classificerende beeld- vorming en een andere positietoewijzing aan mensen. In die zin is de oude Schumpeter met zijn creative destruction, ook op het terrein van de oude- renzorg, nu nog actueel. Mensen hebben recht op onderling verschil, recht op eigenheid of authenticiteit. Voor de bewerkstelliging van ingrijpende en integrale vernieuwing zijn politiek gerichte belangengroepen niet de eerst aangewezen partij, al kunnen deze een belangrijke ondersteunende functie vervullen. Empowerment voltrekt zich volgens Van Houten primair in lo- kale praktijken, waarbinnen mensen zich sterk en erkend voelen. Daar dient hen de ruimte te worden gegeven en moeten zij een beroep kunnen doen op een sociale omgeving.408

De eerder beschreven bedrijfscultuur van Humanitas lijkt rechtstreeks aan te sluiten bij het pleidooi van Van Houten. Zij lijkt zelfs nog een stap verder te gaan in termen van het appèl aan zelfzorg, zelfwerkzaamheid en sociale activering van bewoners. Het gaat bij Humanitas ook niet alleen om ‘rech- ten’, maar vooral om de creatieve inbreng naar zichzelf, maar ook naar me- debewoners. Medewerkers en bewoners zijn samen verantwoordelijk voor het creëren van een authentieke leefwereld en voor het tegengaan van on- nodige protocollisering en hospitalisering. Dit wordt door de organisa- tie gefaciliteerd door middel van culturele sturing. De ja-cultuur in strikte- re zin, gecombineerd met de nadruk op use it or lose it en de door middel van empathic design activerend gemaakte omgeving zijn dergelijke facili- terende elementen. Niet één levensloopbestendig complex is daarom gelijk aan een ander. Zowel de voorzieningen als de levensstijl komen voort uit een interactieve gemeenschap, die in Hillegersberg heel anders uitpakt dan in het Oude Noorden of in Hoogvliet. De ‘eigen systeemwereld’ van Huma- nitas faciliteert de voortdurende ontwikkeling van gevarieerde leefwerel-

406 Van Houten (1999): 179 407 Van Houten (1999): 180 408 Van Houten (1999): 200

182

den. Van Houtens betoog over voorbeeldorganisaties zou daarom aange- vuld kunnen worden met theorieën over gezamenlijk creatief ondernemer- schap in de zorg- en dienstensector. Lerende organisaties alleen blijken niet meer genoeg.

Toch moeten, ook bij Humanitas, alle betrokkenen voortdurend attent blij- ven op het insluipen van teveel systeemelementen vanuit de traditionele verzorgings- en verpleeghuiszorg. Veel personeel komt uit die sector, heeft zijn ‘klassieke’ opleiding gehad en de hele samenleving duwt de ouderen- zorg steeds meer naar de medische hoek. Hierbij wisselen én het personeel én de cliëntèle zeer snel. Daarnaast dwingt het werkbaar houden van een organisatie tot het sluiten van compromissen met de wensen van bewoners en familie, familie die gewend is aan de systeemwereld. Bijvoorbeeld ‘als je stervende bent, moet je naar het ziekenhuis en kan je niet in je levensloop- bestendige woning blijven; in het ziekenhuis zijn immers apparaten die

mogelijkerwijs het leven nog iets kunnen rekken’.

In document De verborgen hand van culturele sturing (pagina 180-182)