• No results found

De Humanitas Extended Family inclusief het knuffeldier

In document De verborgen hand van culturele sturing (pagina 145-164)

D E LEVENSLOOPBESTENDIGE COMPLEXEN

9.1 De Humanitas Extended Family inclusief het knuffeldier

De achtergrond van het Humanitas Extended Family-begrip

De verpleeghuizen en verzorgingshuizen zijn ontstaan uit een verleden waarin technische professionaliteit op zorg- en verplegingsgebied de hoofd- lijn vormden. Toen langzaamaan het verpleeghuis van ziekenhuisfaciliteit – waar mensen tijdelijk verbleven en revalideerden, om binnen relatief kor- te tijd weer naar het eigen huis te gaan – veranderde in een soort woonfaci- liteit, een eindstation, is de medisch gerichte aanpak gebleven. De min of meer dramatische overgang is niet alleen niet herkend, maar ook is niet onderkend dat men door het oorspronkelijke concept een veel te eenzijdige stereotiepe visie op ouderdom en zorg bleef hanteren. Brearly stelde reeds dat ‘stereotiepe visies op de ouderdom kunnen leiden tot een versimplificeerde opvatting en behandeling van individuen.’332 Injecties geven, wassen, steunkousen aantrekken, van koolhydraten, vitamines en mineralen voorzien, dit alles zou niet de hoofdlijn moeten zijn. Hoe staat het met de medicijnen, de schoonmaak, de persoonlijke hygiëne, de HACCP (hygiënevoorschriften in de keuken)? Dit waren en zijn nog altijd de belangrijkste vragen. Naar de kwaliteit van le- ven werd en wordt niet gevraagd. Het zo noodzakelijke ‘onderdeel van een groep zijn’, ergens bij horen, kwam en komt als kwaliteitselement niet naar voren.

Ook de verplichte kwaliteitsjaarverslagen geven hier geen uitkomst. Deze zijn meer een exponent van de systeemwereld dan van de leefwereld. Aan de zogenaamd efficiënte aanpak wordt bijna alles aangepast: huisvesting, outillage, organisatie, soorten en betaling van de medewerkers, enzovoort.

‘Immateriële behoeften laten zich niet persen in rekenschema’s zoals die welke worden ge- bruikt om de benodigde zorgminuten of de vereiste woonvoorzieningen uit te rekenen.‘333 Deze behoren tot wat de titel van het proefschrift van Goudzwaard aangaf: ongeprijsde schaarste.334

Voor een ja-cultuur ten opzichte van de cliënt was zeker geen plaats, even- min als ten opzichte van de familie. In de Nederlandse ziekenhuizen, in tegenstelling tot landen in Afrika en het Verre Oosten bijvoorbeeld, was het overigens toch al niet de gewoonte om familie bij de verzorging, service en medische behandeling te betrekken. Dat verpleeghuisgeïndiceerde cliën- ten oude hondjes met schurftplekken kunnen houden, of de keuze hebben de huishoudelijke hulp piano te laten spelen in plaats van de ramen te la- ten zemen, is moeilijk in een medisch-technische benadering te plaatsen. Toch zijn de laatstgenoemde zaken voor menselijk geluk uiterst belangrijk, om maar niet te spreken van het voorkomen van de gedwongen scheiding van de partner na 40, 50, 60 jaar samenleven. De Stichting Toekomstscena- rio’s Gezondheidszorg stelt in zijn toekomstscenario335 uit 2002 ondermeer:

’… benader ouderdom niet op voorhand in medische termen … beroepsgroepen op het ter- rein van de ouderenzorg moeten streven naar een gelijkwaardige dialoog, aansluitend bij het leefwereldperspectief van ouderen. Systemische effecten worden zoveel mogelijk toegedekt 332 Brearley (1979): 31

333 Timmermans (1997): 71 334 Goudzwaard (1970) 335 Vulto (2002)

146

of buitengesloten. De norm is persoongericht werken…’ Bij Humanitas is dit ten dele al dagelijkse praktijk, maar er is nog een wereld te winnen.

Wanneer men afstapt van de beheers- en systeemaanpak en probeert een organisatorisch en organisch groeiend geheel te maken met onderlinge be- trekkingen op gelijk niveau van cliënt en medewerkers, familie en vrijwil- ligers, heeft dit consequenties voor de omgangsregels. Opeens blijkt de cliënt met mantelzorg de echte (ervarings)deskundige te zijn, die al dertig jaar met het probleem omgaat. Houben stelde al ‘debetrokkene zal als “zorgvrager” het aanbod van informele steun en dat vanuit de beschikbare voorzieningen beter op de me- rites voor zijn/haar welzijn kunnen beoordelen. Daarbij zal geput kunnen worden uit de le- venservaring dat zowel te veel als te weinig aan support afbreuk kan doen aan eigenwaarde en het gevoel van welbevinden.’336

Wanneer zaken zo bekeken worden blijken de zogenaamde professionele medewerkers voor een groot deel afhankelijk te zijn van de cliënt zelf, van de familie en van dagelijks aanwezige vrijwilligers en blijken de ‘professio- nals’ soms op een aantal fronten een manco aan kennis te hebben, al was het maar – door gebrek aan levensjaren – aan levenswijsheid. ‘Ouderen wor- den ook vaak wijs genoemd en dankzij hun levenservaring kunnen zij dat ook zijn,’337 zegt Van Melsen.

Het extended family-begrip

Om een en ander goed te laten lopen en de cliënt, familie en vrijwilliger het gevoel te geven niet alleen aansluiting te hebben bij de organisatie, maar daarvan zelfs een belangrijk en drijvend onderdeel te zijn, hanteert Humani- tas het begrip Humanitas Extended Family. Het gaat hier om een bewuste poging van Humanitas een gremium te creëren voor cliënt, familie en vrij- willigers om ‘ergens bij te horen’, onderdeel te zijn van de groep. Mede- werkers kunnen in deze context fungeren als cliënten en cliënten als mede- werkers. Cliëntenraden, toneelgroepjes, muziekgezelschapjes, kunstclub- jes, kaartvrienden, maar ook simpelweg groepjes die periodiek dineren,

spelen hier verder een rol.Het faciliterend optreden van Humanitas voor

vakantiewerk van kinderen van medewerkers of kleinkinderen van oudere cliënten, alsmede het zorgen voor kindercrèches en het stimuleren van een vereniging van gepensioneerden (‘Rust Roest’), versterkt het Humanitas Extended Family-gevoel.

Humanitas Extended Family versus het antropologische begrip

De Humanitas Extended Family is iets anders dan het uit de antropologie komende extended family-begrip. Kloos beschrijft dit begrip als volgt: ‘Door het huwelijk als min of meer permanente seksuele en economische relatie tussen een man en een vrouw ontstaat het gezin. Het Engels kent hier geen aparte term voor; om deze groep te onderscheiden van grotere familiegroepen worden verschillende termen gebruikt, waaronder “nucleair family”. Grotere groepen, georganiseerd rond een of meer huwelijksrelaties worden samengevat in de term “composite family”. Hiervan bestaan diverse vormen. In de eerste plaats kan een familiegroep ontstaan uit twee generaties. Als een man bij een vrouw intrekt, en de kinderen worden opgevoed in een grote huishouding waarvan grootouders, ouders en klein- kinderen deel uitmaken, dan ontstaat de zogenoemde uitgebreide (extended) familie.’338 Gaat het in de antropologie meestal om verwanten uit de bloedlijn, bij Humanitas gaat het er om dat de omgangsvormen en entourage lijken op het reilen en zeilen in een echte familie plus aanhang en dat de actoren uit

336 Houben (2002): 102 337 Van Melsen (1990): 25 338 Kloos (2002): 151

147 het geheel, de medewerkers, cliënten, familie en vrijwilligers elkaar zien en behandelen als waren zij familieleden-op-goede-voet.

De Humanitas Extended Family wijkt daarmee duidelijk af van deze, langs bloedlijnen georganiseerde, ‘families’. De Humanitas Extended Family komt

misschien het best in de richting van wat Tonnies339 verstaat onder ‘Ge-

meinschaft’. ‘Een levensgemeenschap, waarin wederzijdse solidariteitsgevoelens, opoffe- ringsgezindheid, belangeloze hulp, intiem kennis van elkaar in warme, persoonlijke relaties zouden domineren.’340 In de dagelijkse praktijk van de Humanitas Extended Family probeert Humanitas met succes deze elementen aanwezig te laten zijn. Humanitas kan dan als een levensgemeenschap worden omschreven waarin de interactie tussen medewerkers, vrijwilligers, bewoners en man- telzorgers gebaseerd is op solidariteit en gemeenschappelijkheid. De rollen liggen niet vast: de bewoner kan als vrijwilliger of medewerker werkzaam zijn en de medewerker als vrijwilliger fungeren. De inwisselbaarheid van functies en rollen bewerkstelligt warme persoonlijke relaties, doet de Huma- nitas Extended Family afwijken van een strak antropologisch gehanteerde term. Daarentegen komt het gegeven dat het hier om meerdere generaties gaat wel tegemoet aan de antropologische opvatting. Binnen de Humanitas Extended Family kunnen ook letterlijk meerdere familieleden werkzaam zijn: de grootmoeder als cliëntvrijwilliger, de partner als vrijwilliger, zo- nen, dochters en verloofden die als medewerkers werken, kleinkinderen en achterkleinkinderen die vakantiewerk doen, scripties schrijven of naar de kindercrèche gebracht worden, familieleden die door medewerkers at- tent worden gemaakt op vacatures. Het wat gezwollen begrip ‘opofferings- gezindheid’ kan bij Humanitas worden vertaald als ‘net even dat stapje extra’, het buiten de directe taakomschrijving treden om voor bewoner, col- lega of vrijwilliger betekenisvol te zijn als een direct uitvloeisel van de on- derlinge solidariteit.

Bekman geeft in zijn boek ‘De organisatie als gemeenschap’ de navolgende omschrijving van een organisatievorm die in grote mate overeenkomt met de extended family zoals die door Humanitas wordt gedefinieerd: ‘Een orga- nisatie is een maatschappelijk orgaan, een werkgemeenschap, waarin een grote variëteit aan stakeholders en een grote verscheidenheid aan werkprocessen van andere organisaties bijeen komt. Een organisatie creëert maatschappelijke waarden die niet alleen van economische aard zijn maar zij creëert ook sociale waarden doordat zij nieuwe netwerken van mensen met ver- schillende opvattingen, visies en levenspraktijken bij elkaar brengt en zij creëert culturele waarden doordat zij de individuele ontwikkeling van mensen mogelijk maakt en daarbij nieuwe gemeenschappen vormt rondom werk- en leerprocessen.’341

Extended family-aanpak en allochtonen

De opvatting van het begrip extended family, zoals die door Humanitas in praktijk wordt gebracht, is bijzonder aantrekkelijk en herkenbaar voor (po- tentiële) medewerkers van allochtone afkomst. Immers, binnen de exten- ded family vervagen verschillen en is het opname- of integratievermogen aanmerkelijk groter dan bij een strak hiërarchisch-functioneel ingerichte organisatie. Het begrip ‘familie’ impliceert wederzijds respect en veiligheid. Als deze impliciete waarden expliciet worden gemaakt in het dagelijks be- leven daarvan, begint de ‘Mofo Korantie’ of ‘Radio Medina’ te werken: de

339 Tonnies (1957) 340 Kloos (2002): 151 341 Bekman (2001): 71

148

allochtone mond-tot-mondaanbeveling vooral bij Humanitas te komen wer- ken. De door Humanitas gehanteerde coöptatie bij het wervingsbeleid wordt hierdoor effectief gefaciliteerd. Een sterk geloof in de ‘echtheid’ van de ex- tended family is, als het aankomt op recommandatie (essentieel onderdeel van het coöptatiesysteem), in culturen waar eer en geloofwaardigheid bei- de een hoog goed zijn, een absolute voorwaarde.

Een andere omstandigheid die het gebruik van het begrip extended family legitimeert is de entourage van de werkplek. Daar waar het antropologi- sche begrip extended family nog volop aanwezig is, zoals in de rurale ge- deelten van de Maghreb of bij de bedoeïenen in het Midden-Oosten, heerst een sfeer van ogenschijnlijk laissez faire. Een lichtelijk chaotische opstel- ling van huizen respectievelijk tenten. Individuele opvattingen van smaak die tot uiting komen in ornamenten en versieringen vertonen uiteindelijk een harmonie. In kashba’s en bij de nomaden op de vruchtbare vlakten van Syrië of Libanon staan huizen of tenten gegroepeerd rondom een centraal plein: de Bourdj of Khan in het Arabisch. Op dit plein komen alle leden van de gemeenschap bijeen, hier vinden de collectieve activiteiten en ontmoe- tingen plaats en wordt de onderlinge verstandhouding verstevigd en be- vestigd. In die zin komt Humanitas, met haar opvatting over empathic de- sign, atria, restaurants en kappers dicht bij deze, honderden jaren oude, leeftraditie. Het ‘Gestalt’342 van Humanitas vertoont grote overeenkomsten met een willekeurige kashba in Noord-Afrika.

Extended family en welzijn

Zeer opvallend is dat in het integrale product van Humanitas welzijn en wonen op gelijk niveau staan met cure en care. ‘Wie al de welzijnsfuncties die verenigd zijn in het vervangende woon- en leefmilieu van het tehuis ook aan zelfstandig wo- nenden wil bieden, moet zich verdiepen in de individuele eigenaardigheden en omstandighe- den van de betreffende ouderen.’343 stelde Timmermans in dit verband.

Aangezien in het creëren van welzijn de cliënten met mantelzorg en de vrijwilligers en zelfs knuffeldieren een belangrijke rol spelen, houdt dit ook in dat deze categorieën op gelijk niveau moeten staan met zorgverleners en verpleging. Dit kan eigenlijk alleen in extended family-verband. ‘Beroepsma- tig verleende hulp kan nooit de dagelijkse aandacht van familie en vrienden vervangen.’344 Maar ook het serviceapparaat, inclusief restaurantmedewerkers, schoon- maak- en transportpersoneel, dient als gelijkwaardig element mee te doen. Cliënten, familie, medewerkers en vrijwilligers uit de verpleging en zorg en medewerkers van het facilitair bedrijf worden dan als het ware één gro- te familie. Zij discussiëren op gelijkwaardig niveau met elkaar teneinde de werkzaamheden adequaat te verrichten, voor creatieve verbeteringen zorg te dragen, maar vooral om leefbaarheid te creëren. Dit alles onder de aan- name dat ‘bewoners die in de gelegenheid zijn zowel binnen als buiten het instituut sociale rollen en relaties op te bouwen, zullen waarschijnlijk positiever zijn over hun gehele leefpa- troon.’345

Het ontbreken van een wittejassencultuur, de nadruk op empathic design en op de zelfwerkzaamheid van cliënten (die ook weer bewust geen pa-

342 ‘Gestalt’ wordt in de woorden van Kloos omschreven als ‘een eenheid van onderdelen die niet op zichzelf begrepen kunnen worden maar alleen in hun onderlinge relaties betekenis krijgen’. Kloos (2002): 151

343 Timmermans (1997): 71

344 Houben (1997): 14 345 Brearley (1977): 28

149 tiënt genoemd worden) faciliteren dit grote-familie-gevoel. Hierbij is het natuurlijk ook zo dat Humanitas in deze familie niet alleen zorg en facili- teiten in engere zin levert, maar ook zorgt voor het onderhoud van het huis en de aanwezigheid van een kapsalon, een supermarkt, een internetcafé, een openbaar restaurant annex bar.

Extended family en coöptatie

In dit geheel speelt, zoals reeds met betrekking tot de allochtonen werd beschreven, coöptatie een belangrijke rol.346 Coöptatie bij cliënten, coöpta- tie bij medewerkers, coöptatie bij vrijwilligers. Op basis van de door schrij-

ver dezes ontworpen theorie van de coöpterende arbeidsmarkt347 probeert

Humanitas via coöptatie dàt personeel en die vrijwilligers aan te trekken, die geschikt zijn voor, en horen bij, het Humanitasgevoel. Deze manier van personeel aantrekken, die er soms in resulteert dat hele families, al dan niet als vrijwilliger, bij Humanitas komen werken, doet het erg goed bij de al- lochtone medewerkers, maar is ook goed toepasbaar bij autochtoon Neder- lands personeel en vrijwilligers. De gunstige werking van coöptatie geldt overigens ook voor cliënten.

Toen in een recent verleden de wachtlijsten in Rotterdam onverklaarbaar veel langer werden en dit door Huijsman van de Erasmus Universiteit Rot- terdam, in opdracht van de gemeente, onderzocht werd, bleek een van de verklarende factoren Humanitas. Vele cliënten wilden, daarin door hun fa- milie bijgevallen, alleen maar terechtkomen bij Humanitas en prefereerden op de wachtlijst te blijven staan boven een woon- en verzorgingsplaats bij een andere organisatie te accepteren.348

Op het verschijnsel coöptatie wordt uitgebreid ingegaan in paragraaf 4 van dit hoofdstuk.

Een speciaal extended family-element: knuffeldieren

Knuffeldieren zijn een element in de Humanitas Extended Family dat niet onderschat mag worden. Bij iedere gemeenschapsvorming heeft men ook met huisdieren te maken. Zo ook bij deze gemeenschap voor oudere men- sen, veelal met een handicap. De impact van knuffeldieren wordt nog steeds onderschat. Uit verscheidene studies349 blijkt dat mensen in het bezit van een huisdier gemiddeld een lagere bloeddruk en een lager cholesterolge- halte hebben, minder hoofdpijnklachten en minder chronische infecties en meer welzijn hebben. Huisdierbezitters hebben minder last van depressies en onderhouden meer gevoel van eigenwaarde. Ondanks onderzoekingen zoals van Wilson en Turner350 waaruit blijkt dat mensen en dieren, na een minimumnorm aan materiële voorzieningen, vooral warmte, liefde, groeps- gevoel, eigenwaarde en activering nodig hebben, wordt hier in de oude- renvoorzieningen nog te weinig aandacht aan gegeven. Toch komt hierin langzaam verbetering. Naast de uitleenhond van Humanitas bestaat er bij- voorbeeld al jaren het Aaihondenproject ’t Gooi, waarbij de term ‘de hond als welzijnswerker’ gebruikt werd.

346 In Van Dale geschreven als: ‘verkiezing van nieuwe leden door de reeds aanwezige leden’. 347 Becker (1987a): 142-149

348 Huijsman & Wieman (1999) 349 Roizen (2000;1999): 253 350 Wilson & Turner (1998)

150

Nadelen en voordelen van knuffeldieren

Uiteraard kleven er aan het houden van dieren nadelen. Een hond moet bijvoorbeeld uitgelaten worden. Hij moet gekamd en gewassen worden en het eten moet klaargemaakt worden. Er moet verder gezorgd worden dat er geen vlooienplagen of andere nadelen ontstaan. Kattenharen vormen voor mensen met een kattenallergie een probleem. Honden hebben als be- zwaren: vechten, bijten, hun behoeften doen waar dit niet hoort. Zij kun- nen bovendien ook voor mensen irritante geluiden maken, of oude men- sen omvertrekken.

Tegenover deze nadelen staan ook voordelen:

• een knuffeldier geeft de warmte en aandacht waar oudere mensen zo naar snakken en geeft op die manier ook dagvulling

• een knuffeldier geeft eigenwaarde (men is het ‘baasje’)

• een knuffeldier dwingt tot het ondernemen van acties en tot nadenken, al was het maar eten halen, klaarmaken en schoonmaken; zo komt men ook aan de noodzakelijke lichaamsbeweging

• een knuffeldier brengt mensen, al was het maar via het uitlaten, in contact met anderen en kweekt als het ware een sociaal netwerk. Dit netwerk is weer uiterst belangrijk voor het gevoel bij een groep te horen

• een knuffeldier zorgt in het dagelijks gebeuren voor gespreksstof.

Al deze elementen, individueel of groepsgericht, zijn uiterst belangrijk voor mensen van wie hun sociaal netwerk afkalft en die niet langer via hun werk voorzien worden van gesprekstof. Het activerende use it or lose it gebeurt spelenderwijs en natuurlijk. Dit staat in groot contrast met de ook zeer nut- tige, maar georganiseerde activiteitenbegeleiding (spelen met een bal, lied- jes zingen, enzovoort) die soms geforceerd aandoet. Overigens kunnen de uit knuffeldieren voortkomende activiteiten ook vaak gecombineerd wor- den met activiteitenbegeleiding.

Opvallend is, volgens Roizen, dat de meeste studies (onder andere van

basislegger Osler351) de voordelen van huisdierbezit zien in fysiologisch nut. Toch gaat de impact van huisdieren veel verder. Zo geeft Roizen aan: ‘Many pet owners claim that their pets give them enormous psychological boost… Most pet owners are extremely attached to their pets, and a high percentage of them find their relationship with their pets absolutely essential to their emotional well-being.’352

De voorhanden zijnde accurate wetenschappelijke data353 betreffen echter

voornamelijk de fysiologische voordelen, niet de relatie van het hebben van een huisdier tot emotioneel welzijn in directe zin.

Een en ander heeft Humanitas ertoe gebracht knuffeldieren in de organisatie te gaan propageren en zelfs te komen met een ‘uitleenknuffelhond’ als voor- ziening. Poezen, honden, cavia’s, konijnen, parkieten, papagaaien en mui- zen komen in de vestigingen van Humanitas, ook bij verpleeghuisgeïndi- ceerden veelvuldig voor. Humanitas heeft in 2002 zelfs een onderscheiding354 gekregen voor haar houding ten opzichte van huisdieren.

351 ‘Osler, one of the preeminent clinicians of the nineteenth century, observed that dog ownership boosted activity and exercise.’ Roizen (2000;1999): 253

352 Roizen (2000;1999): 254

353 ‘The only scientifically reliable information pertains to the physiologic benefits.’ Roizen (2000;1999): 254

151

Knuffeldieren en Alzheimerpatiënten

Een zeer interessant fenomeen is de invloed van knuffeldieren op Alzhei- merpatiënten. Gedreven door het verlangen deze mensen toch nog enigs- zins te activeren en geïnteresseerd in de mogelijkheid dit te doen via knuf- feldieren, heeft Humanitas halverwege de jaren ’90 meegedaan aan een promotieonderzoek aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht naar de invloed van katten op een afdeling de- menterenden. Een jaar lang is geëxperimenteerd met twee afdelingen voor dementen, een met een kat en een zonder kat. De resultaten waren nogal spectaculair. In dit onderzoek van Enders-Slegers355 werd als hypothese ge- steld dat de aanwezigheid van huisdieren op de afdeling bij patiënten lij- dend aan een dementïeel syndroom, negatieve effecten zoals depressie, onrust en agressie doen afnemen, en positieve effecten (blijdschap, plezier) alsmede verbale en non-verbale positieve sociale gedragingen doen toene-

In document De verborgen hand van culturele sturing (pagina 145-164)