• No results found

Meerdaadse samenloop in internationaal perspectief 463

6.5 De regeling van meerdaadse samenloop in Frankrijk

6.5.1 Inleiding

De regeling van samenloop is in Frankrijk in de Code Pénal (CP) geregeld in het tweede hoofdstuk van Titel III van het Eerste Boek (artikelen 132-2 tot en met 132-7). De regeling is onderdeel van het

Régimes des peines (Hoofdstuk II van titel III) en dus een onderwerp van straftoemeting. Artikel 132-2

CP bepaalt dat van samenloop (concours d’infractions) sprake is wanneer een persoon een delict

565 Lappi-Seppälä 1995, p. 669; Hinkkanen en Lappi-Seppälä 2011, p. 364. 566 Hinkkanen en Lappi-Seppälä 2011, p. 363.

567 Hinkkanen en Lappi-Seppälä 2011, p. 364.

568 Lappi-Seppälä 1995; Hinkkanen en Lappi-Seppälä 2011, p. 364. 569 Hinkkanen en Lappi-Seppälä 2011, p. 363.

180

pleegt voordat deze persoon onherroepelijk is veroordeeld voor een ander delict. Deze definitie is in de jurisprudentie ontwikkeld en bij de totstandkoming van de huidige Code in de wet opgenomen.571 Net als het Nederlandse en Duitse recht, maar in tegenstelling tot het Finse recht, onderscheidt het Franse recht de meerdaadse samenloop (concours d’infractions réel) van de eendaadse samenloop (concours d’infractions idéal). Er is sprake van eendaadse samenloop, wanneer de verdachte één uniek materieel feit begaat, dat kan worden gekwalificeerd als verschillende delicten.572 In geval van meerdaadse samenloop wordt de verdachte schuldig bevonden voor meerdere, afzonderlijke delicten (artikel 132-2 CP). Meerdaadse samenloop wordt onderscheiden van recidive (récidive, artikel 132-8 en 132-9 CP). In geval van recidive zijn er eveneens verschillende delicten gepleegd, maar zij worden gescheiden door een onherroepelijke veroordeling.573 Indien er sprake is van recidive dan is dit een strafverzwarende grond. Bij meerdaadse samenloop zullen we zien dat dit niet het geval is.574

6.5.2 Type stelsel

6.5.2.1 Geplafonneerde cumulatie

Anders dan in de reeds besproken stelsels wordt in de Code Pénal met nadruk onderscheid gemaakt tussen samenloop bij gelijktijdige en bij ongelijktijdige (of aparte) berechting. De reden daarvoor is dat het in de praktijk vaak voorkomt dat misdrijven niet gelijktijdig worden berecht, omdat ze ofwel achtereenvolgens worden ontdekt of in verschillende jurisdicties zijn gepleegd en worden berecht.575 In geval van gelijktijdige berechting van meerdere samenlopende delicten (‘plusieurs infractions en concours’) kan voor elk van die feiten een straf worden opgelegd (‘chacune des peines encourues peut être prononcée’). Er is sprake van een cumulatiestelsel, waarbij in beginsel geen onderscheid wordt gemaakt tussen typen delicten. In het geval voor de onderscheidene feiten dezelfde sancties kunnen worden opgelegd, bepaalt de wet dat één straf moet worden opgelegd (artikel 132-3 CP). Die straf is aan een maximum gebonden, namelijk ‘la limite du maximum légal le plus élevé.’ Cumulatie van straffen vindt, anders dan in Nederland, plaats binnen het hoogste maximum van de verschillende delicten. Dit stelsel van samenloop wordt het stelsel van geplafonneerde cumulatie (cumul plafonnée) genoemd. Het geldt ook bij ongelijktijdige berechting (artikel 132-4 CP).

De uitzondering op dit stelsel vinden we in artikel 132-7 CP dat bepaalt dat het stelsel van zuivere cumulatie van toepassing is in het geval bekeuringen (‘peines d’amende’) worden opgelegd voor meerdere overtredingen (‘contraventions’),576 maar ook wanneer geldboeten worden opgelegd in het

571 Meunier 2011, p. 122.

572 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 988; Décima 2008, randnummer 8; Meunier 2011, p. 121; Renout 2011, p. 313.

573 Conte en Du Chambon 2004, randnummer 485; Meunier 2011, p. 122; Renout 2011, p. 313. 574 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 986.

575 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 993; Debove, Falletti en Janville 2001, p. 295. 576 Renout 2011, p. 319.

181

geval van een combinatie van overtredingen met andere typen delicten (de ‘crimes ou délits en concours’).577

Voor een aantal delicten geldt de samenloopregeling niet. De rechter is in dat geval verplicht voor elk delict een aparte straf op te leggen ondanks dat er sprake is van samenloop van misdrijven. In deze gevallen wordt de samenloop van misdrijven gezien als speciale verzwaringsgrond.578 Het betreft de delicten wederspannigheid van een gedetineerde (artikel 443-9 CP) en vlucht uit een gevangenis (artikel 434-31 CP).579 De straffen voor deze misdrijven worden cumulatief opgelegd, zonder de mogelijkheid van vermenging met de straffen waarvoor de verdachte al vast zat.580 Dat geldt ook voor de straffen welke worden opgelegd voor het misdrijf van het aannemen van een andere identiteit in omstandigheden die kunnen leiden tot een strafrechtelijke vervolging (artikel 434-34 CP) of het weigeren van het afgeven van biologisch materiaal welke bedoeld is voor de Franse DNA-databank (art. 706-56 Code Procedure Pénale).581 Ook hier bestaat geen mogelijkheid tot vermenging met de reeds uitgesproken straffen waarvoor de verdachte reeds is veroordeeld.582 Voor deze gevallen geldt wel de hoofdregel dat de eerdere veroordeling nog niet onherroepelijk mag zijn. Is dat wel het geval, dan is er naar Frans recht geen sprake van samenloop, maar van recidive.

In sommige gevallen wordt aan de rechter de mogelijkheid gelaten over te gaan tot vermenging van straffen, maar bestaat daartoe geen verplichting. Een voorbeeld is het geval van oplegging van geld-boeten aan frauduleuze organisaties in geval van faillissement (artikel 314-7 en 314-8 CP).583

Daarnaast bestaan er buiten de Code Pénal samenloopregelingen. Eén daarvan is de regeling van samenloop van handel in verdovende middelen met andere misdrijven (artikel L. 630-3 Code de la santé publique (Wetboek van Volksgezondheid)). Deze regeling week af van de samenloopregels in de oude Code Pénal maar heeft als inspiratie gediend voor de regeling in het huidige strafwetboek.584

6.5.2.2 Straftoemetingsfactoren

De Code Pénal bepaalt expliciet dat de straffen, genoemd in de afzonderlijke strafbepalingen, een maximumstraf zijn. Het opleggen van een lagere straf is dan ook toegestaan (artikel 132-19 CP en artikel 132-20 CP). Daarnaast is bepaald dat de rechter bij het bepalen van de straf rekening moet houden met de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijkheid van de dader (artikel 132-24 CP). Daarvan wordt in geval van samenloop niet afgeweken. Ook bij samenloop geldt in het Franse stelsel dat de rechter in een concreet geval niet een straf hoeft op te leggen die gelijk

577

Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 988; Debove, Falletti en Janville 2001, p. 294; Renout 2011, p. 319.

578 Renout 2011, p. 319. 579 Meunier 2011, p. 121.

580 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 988; Lavielle en Janas 2012, randnummer 131.63. 581 Lavielle en Janas 2012, randnummer 131.63.

582 Cour de Cassation 13 juni 2007, n° 06-88.144, Bull. Crim. 2007, 158. 583 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 988.

182

staat aan het hoogste maximum en ook bij samenloop moeten de ernst van het feit en de persoonlijkheid van de dader worden meegewogen bij het bepalen van de (duur van de) straf.

Daarnaast vinden we in artikel 132-5 CP nog een aantal op de samenloop toepasselijke straftoeme-tingsregels. In de eerste plaats blijkt uit die bepaling dat strafverzwarende factoren als recidive in acht genomen kunnen worden in geval van samenloop. In zijn algemeenheid geldt dat alle wettelijke regels voor strafverzwaring en strafvermindering ook bij samenloop van toepassing zijn. De maximaal op te leggen straf wordt ook in geval van samenloop dus mede bepaald door de regels van strafverzwaring of strafvermindering.585 Het maximum van de geldboete en de werkstraf wijkt in geval van samenloop niet af van het algemene maximum, neergelegd in artikel 131-5 en 131-8 CP (artikel 132-5 CP). In de tweede plaats gelden de regels voor gedeeltelijke of geheel voorwaardelijke tenuitvoerlegging van straffen slechts voor de straf waarvan is bepaald dat die geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk ten uitvoer gelegd moet worden gelegd (artikel 132-5 CP). Dat staat niet in de weg aan een onvoorwaardelijke tenuitvoerlegging van andere straffen. Met name in geval van ongelijktijdige berechting geeft dat de rechter de mogelijkheid om voor een andere strafmodaliteit te kiezen en hoeft hij zich niet gebonden te achten aan de straf die door een andere rechter reeds was opgelegd.

Artikel 132-5 CP bepaalt ook dat in geval voor één van de feiten levenslange gevangenisstraf wordt opgelegd, deze straf alle andere absorbeert, terwijl in het geval wel levenslange gevangenisstraf had kunnen worden opgelegd, maar de rechter daartoe niet heeft besloten, de tijdelijke gevangenisstraf op maximaal dertig jaar is gesteld.586 In 2003 bepaalde het Cour de Cassation daaromtrent: ‘(…) la

personne poursuivie a été reconnue coupable de plusieurs infractions en concours, les peines privatives de liberté successivement prononcées ne peuvent s’exécuter cumulativement que dans la limite du maximum légal le plus élevé; que, lorsque, la peine de la réclusion criminelle à perpétuité, encourue pour l’une ou plusieurs des infractions en concours, n’a pas été prononcée, le maximum légal de la réclusion à temps est fixé à trente ans.’587 Dit vertoont gelijkenis met rechtspraak van de

Hoge Raad over levenslange gevangenisstraf en artikel 63 Sr (zie paragraaf 3.5.2.3).

6.5.2.3 Strafsoort en strafduur bij gelijktijdige berechting

Als aangegeven maakt de wet onderscheid tussen gelijktijdige en ongelijktijdige berechting. De regels van samenloop komen qua stelsel overeen, maar worden verschillend ingevuld. In geval van gelijktijdige berechting van samenlopende misdrijven wordt ieder feit apart behandeld, alsof er geen sprake is van samenloop. Voor ieder feit afzonderlijk wordt een straf bepaald, welke op grond van de overtreden bepalingen had kunnen worden opgelegd.588 Slechts twee of meer straffen van dezelfde soort kunnen als één straf worden opgelegd. Straffen zijn van dezelfde soort, wanneer deze dezelfde

585 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 991; Renout 2011, p. 314. 586 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 993; Renout 2011, p. 314-316. 587 Cour de Cassation 12 februari 2003, N° 02-81.800, Bull. Crim. 2003, 38. 588 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 991.

183

aard of lading hebben en de effecten daarvan identiek zijn.589 Ook zijn straffen van dezelfde soort als deze straffen voor het ene delict als alternatieve straf wordt opgelegd, terwijl deze voor een ander delict als bijkomende straf worden opgelegd (zoals een ontzegging van de rijbevoegdheid).590

De keuzevrijheid van de rechter om meerdere straffen naast elkaar op te leggen is beperkt, ook al lijkt de wet anders te stellen. Aangenomen wordt dat de rechter niet de bevoegdheid heeft om meerdere gevangenisstraffen naast elkaar op te leggen.591 Er wordt altijd maar één gevangenisstraf opgelegd. De voor elk feit afzonderlijk opgelegde straffen worden opgeteld en die opgetelde straf wordt opgelegd. De opgetelde straf kan nooit hoger zijn dan het hoogste wettelijke maximum dat voor één van de delicten kan worden opgelegd.592 De opgelegde straf is de gemeenschappelijke straf voor alle samen-lopende misdrijven.593 Procedureel behouden de opgelegde straffen, ondanks vermenging, evenwel hun zelfstandigheid. De afzonderlijke straffen kunnen bijvoorbeeld een rol spelen bij recidive.594 Met betrekking tot de opgelegde straf geldt het principe van ondeelbaarheid. Wanneer de opgelegde straf niet meer kan worden gebaseerd op één van de samenlopende misdrijven, bijvoorbeeld door een (gedeeltelijke) herziening, dan blijft de in eerste instantie opgelegde straf gehandhaafd, tenzij de rechter een vermindering van straffen uitspreekt.595 De executerende instantie moet in een dergelijk geval bezien of de opgelegde straf ook na het vervallen van één van de feiten, waarop de opgelegde straf was gebaseerd, binnen het hoogste wettelijke maximum valt. Wanneer dit niet het geval is, dan wordt de straf voor de duur ten uitvoer gelegd, die is gerechtvaardigd door de feiten die nog ten grondslag kunnen worden gelegd aan de opgelegde straf. In het geval iemand wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar voor twee feiten, waarvan het ene feit met tien jaar gevangenisstraf en het andere met drie jaar gevangenisstraf wordt bedreigd, en in hoger beroep of na herziening hij wordt vrijgesproken van het zwaarste feit, dan is de maximale detentieduur drie jaar.596

We zagen reeds dat bij overtredingen waarop bekeuringen zijn gesteld, is gekozen voor het stelsel van zuivere cumulatie en dat dit stelsel zich soms uitstrekt tot wanbedrijven en misdrijven. Ten aanzien van de vrijheidsstraffen geldt altijd het stelsel van geplafonneerde cumulatie, waarbij de maximum gevangenisstraf gelijk staat aan het hoogste maximum van tenminste één der berechte feiten. Wordt iemand veroordeeld voor een feit waarop maximaal drie jaar en een feit waarop maximaal tien jaar gevangenisstraf is gesteld, dan is in geval van samenloop de maximaal op te leggen gevangenisstraf

589 Renout 2011, p. 313.

590 Debove, Falletti en Janville 2001, p. 295.

591 Debove, Falletti en Janville 2001, p. 295; Lavielle en Janas 2012, randnummer 131.62. 592 Debove, Falletti en Janville 2001, p. 295-296; Renout 2011, p. 314-315.

593 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 992.

594 ‘Qu’en l’espèce, l’état de récidive légale avait été expressément retenu par la décision du tribunal

correctionnel de Lyon en date du 13 juin 1986 et ne pouvait de ce fait être écarté du calcul du délai d’épreuve préalable à une libération conditionnelle’, aldus het Cour de Cassation 30 september 1997, Bull. Crim. 1997,

135; Renout 2011, p. 318. 595 Renout 2011, p. 318.

184

tien jaar. In het geval twee straffen worden opgelegd die in totaal hoger zijn dan het hoogste maximum, dan vindt zogeheten vermenging van straffen plaats tot het hoogste maximum.597

In afwijking van artikel 132-7 CP, dat duidelijk als uitzondering is bedoeld, geldt het voorgaande in beginsel ook voor alle andere straffen, in ieder geval voor de geldboete en de werkstraf (artikel 132-6 CP).598 De maximum geldboete wordt geregeld in artikel 5, de maximum werkstraf in artikel 131-8 CP. Net als in Finland wordt de hoogte van de geldboete bepaald aan de hand van de zogeheten dag-boete (peine de jour-amende). De rechter bepaalt de dag-dag-boete en vermenigvuldigt dit met een aantal dagen (waarvan het maximum in een strafbepaling is vermeld). De hoogte van de dag-boete wordt bepaald met in achtneming van het inkomen en de uitgaven van de verdachte en is gemaximeerd op € 1000. De rechter mag maximaal 360 dag-boetes opleggen. De geldboete is dus maximaal € 360 000, ook in geval van samenloop. De werkstraf bedraagt minimaal veertig en maximaal 210 uur.

De vermenging van straffen wordt door de rechter uitgesproken. Hij bepaalt de straffen en stelt ver-volgens vast of het strafmaximum is overschreden. Is dat het geval, dan worden de lichtere straffen met de zwaarste straf vermengd en vindt in feite absorptie plaats. Die absorptie kan, wanneer de zwaarste straf gelijk is aan het strafmaximum, volledig zijn of partieel als de zwaarste straf nog ruimte laat voor andere straffen binnen het strafplafond. Dit geldt overigens alleen voor straffen van dezelfde soort. Wanneer iemand wordt veroordeeld tot meerdere gevangenisstraffen en meerdere geldboeten, dan worden beide strafsoorten onderling (partieel of geheel) vermengd. Gevangenisstraf en geldboete vermengen niet tot een nieuwe totaalstraf.599

6.5.2.4 Strafsoort en strafduur bij ongelijktijdige berechting

Hoewel gelijktijdige berechting ook binnen het Franse recht het uitgangspunt is, is de realiteit anders. Veel zaken worden ongelijktijdig berecht. Zolang er geen sprake is van een onherroepelijke veroorde-ling, is er sprake van samenloop (artikel 132-2 CP). Artikel 132-4 CP geeft de regels van samenloop bij ongelijktijdige berechting. Veel van wat in de vorige subparagraaf is vermeld, geldt ook in geval van samenloop bij ongelijktijdige berechting. In deze paragraaf bespreken we enkele bijzonderheden. Toepassing van de regels van samenloop bij ongelijktijdige berechting roept allereerst de vraag op wanneer van ongelijktijdige berechting sprake is. Het betreft hier de berechting van verschillende feiten op een ander tijdstip, al dan niet door een ander gerecht. De regeling is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep van toepassing. Gelet op artikel 132-1 CP moet de eerdere veroordeling nog niet onherroepelijk zijn. De vraag is hoe de latere rechter moet omgaan met een door de eerdere rechter opgelegde straf(fen). De rechter is de keuze gelaten om de straffen te cumuleren of te vermengen.600

597 Debove, Falletti en Janville 2001, p. 295; Renout 2011, p. 314-315. 598 Renout 2011, p. 317.

599 Renout 2011, p. 317; Lavielle en Janas 2012, randnummer 131.62.

185

De rechter bepaalt hoe de opgelegde straffen worden geëxecuteerd.601 Ofwel worden de straffen cumulatief ten uitvoer gelegd, ofwel vindt partiële of volledige vermenging van straffen plaats.602 In geval van ongelijktijdige berechting kan de vermenging van straffen worden bevolen door het latere gerecht. Dit kan het gerecht hetzij doen op het moment van uitspreken van de veroordeling, hetzij op een later moment, op verzoek van de veroordeelde (artikel 710 Code Procédure Pénale).603 De vermenging kan zowel geheel als partieel worden bevolen. Zo kan de rechter beslissen dat een deel van de opgelegde straffen worden vermengd, terwijl het resterende deel cumulatief moet worden uitgezeten.604 De veroordeelde moet de gereduceerde straf uitzitten.605 Wanneer een verdachte is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf (terwijl het maximum zeven jaar gevangenisstraf bedraagt), waarna diezelfde verdachte voor een tweede misdrijf wordt veroordeeld tot drie jaar (voor een delict waar maximaal vijf jaar gevangenisstraf op staat), kan het gerecht dat het tweede misdrijf berecht bepalen dat deze straffen cumulatief ten uitvoer worden gelegd. In dat geval moet de verdachte in totaal zeven jaar gevangenisstraf uitzitten. Het gerecht kan echter ook bepalen dat de straffen vermengen, waardoor de verdachte in totaal vier jaar gevangenisstraf moet uitzitten. Als laatste kan het gerecht bepalen dat de straffen gedeeltelijk vermengen, bijvoorbeeld voor twee jaar. De resterende straf die dan door de verdachte moet worden uitgezeten is dan vijf jaar.606

6.5.3 Ongelijktijdige berechting

Als een eerder gepleegde delict wordt ontdekt na een, nog niet-herroepelijke, veroordeling voor een later gepleegd delict, dan geldt de regeling van samenloop bij ongelijktijdige berechting. De Franse wet kent geen specifieke regeling voor tussentijdse veroordeling, zoals artikel 63 Sr. De algemene regeling zoals hierboven besproken is van toepassing, zolang de eerdere veroordeling nog niet herroepelijk is.607 Anders is er mogelijk sprake van recidive (récidive (artikel 132-8 e.v. CP)) of herhaling van de delicten (réitération d’infractions (artikel 132-16-7 CP)). Die laatste variant verschilt van recidive, omdat zij niet voldoet aan de wettelijke eisen van recidive (de recidiveregeling is namelijk beperkt tot bij de wet bepaalde soortgelijke feiten (artikel 132-16 e.v. CP)), behalve op het punt dat ook bij réitérations d’infractions de eerdere veroordeling onherroepelijk is (artikel 132-16-7 CP). Deze regeling kan niet als een tussencategorie tussen samenloop en recidive worden beschouwd want lijkt, vanwege de onherroepelijke veroordeling, vrij sterk op recidive. Van belang is dat hierdoor het scherpe onderscheid tussen recidive en herhaling van delicten en samenloop nog verder verdiept. Slechts in geval een tussentijdse veroordeling niet onherroepelijk is, geldt kennelijk de samenloopregeling.

601 Renout 2011, p. 316.

602 Debove, Falletti en Janville 2001, p. 295; Lavielle en Janas 2012, randnummer 131.64; Renout 2011, p. 316. 603 Debove, Falletti en Janville 2001, p. 296; Lavielle en Janas 2012, randnummer 131.64.

604 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 994; Debove, Falletti en Janville 2001, p. 296. 605 Renout 2011, p. 317.

606 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 994; Debove, Falletti en Janville 2001, p. 296. 607 Bouloc en Matsopoulou 2011, randnummer 986.

186

6.5.4 Doel van de regeling

In de oude regeling van samenloop (die tot 1992 van toepassing was) gold het principe van de niet-cumulatie van straffen (artikel 5 CP (oud)).608 Alleen de zwaarste straf werd opgelegd.609 De praktijk was genuanceerder en kende reeds oplossingen die in de huidige Code Pénal zijn overgenomen. Ook in de dogmatiek was de regeling aan forse kritiek onderhevig, onder andere omdat de regeling van samenloop bij handel in verdovende middelen sterk van de algemene samenloopregeling afweek.610 De huidige regeling van samenloop beoogt te bewerkstelligen dat het opleggen van straffen niet kan leiden tot extreem lange straffen. Extreem lange straffen kunnen voor een dader een averechts effect hebben. Tevens kunnen zij tot onrealistische straffen leiden, waarbij de Verenigde Staten als voorbeeld worden genoemd. De onbeperkte cumulatie van straffen (non-cumul des peines) wordt afgewezen.611 De samenloopregeling in geval van aparte berechtingen wordt gerechtvaardigd door de idee dat de verdachte nog niet definitief is veroordeeld voor een ander feit. In sommige gevallen is dit niet te wijten aan de schuld van de verdachte, maar bijvoorbeeld aan het in gebreke blijven van politie en justitie, bijvoorbeeld door traagheid in het vervolgen van strafbare feiten. De verantwoordelijkheid daarvoor moet bij de vervolgende instanties liggen en niet ten nadele van de verdachte werken.612

6.5.5 Commentaar op de inhoud van de regeling

Sommige auteurs zijn van mening dat de Franse wetgever met de regeling van samenloop daders van meerdere delicten een korting geeft, zoals een ondernemer een korting geeft aan zijn meest trouwe klanten. De regel van beperkte cumulatie kan zeer gunstig zijn voor daders van meerdere feiten, zolang de dader voor deze feiten dezelfde soort straf opgelegd krijgt. Wanneer een verdachte schuldig wordt verklaard aan vijf eenvoudige diefstallen en drie oplichtingen, kan bij gezamenlijke berechting een maximale straf van vijf jaar worden opgelegd, wat volgens sommige auteurs wat mager zou kunnen worden bevonden.613

6.5.6 Hinder van de regeling in de praktijk