• No results found

3. Methodiek: Een overzicht

3.1 Kwalitatief onderzoek

4.1.2 De interviews en het verloop van het onderzoek

Uiteindelijk werden er een aantal contactgegevens verkregen uit deze twee voorbereidende inter- views van ambtenaren die werken op een dienst mondiaal beleid, Noord-Zuid of internationale rela- ties. Er zijn tien interviews afgenomen met die ambtenaren bij tien verschillende steden. Via deze personen zijn er ook contactgegevens verzameld van ambtenaren die op de aankoopdienst werken, hier zijn er vier mensen geïnterviewd. Er is tot slot een consultant geïnterviewd geweest die gewerkt heeft bij een bestuur in het kader van interne herstructurering van de aankoopdienst en dus ook heel relevante informatie had. Om uiteindelijk op vijftien interviews te komen bij elf verschillende ste-

den. Deze interviews zijn afgenomen via skype en opgenomen. De namen van de steden en ambtena-

ren worden hier niet vermeld omwille van anonimiteit. De transcripties kunnen verkregen worden op aanvraag. De corona maatregelen hebben nagenoeg geen tot weinig impact gehad op het verloop van het onderzoek, er is maar een interview niet kunnen doorgaan hierdoor. De interviews waren

41 gemiddeld vijftig minuten lang en waren semigestructureerd. Analoog naar het voorbeeld en het ad- vies van het onderzoek van Silverstein en Auerbach (2003) werd er gekozen om zes brede thema’s/vra- gen te gebruiken als leidraad tijdens het interview. Deze zes thema’s waren de vijf problemen die bleken uit het rapport van de FTAO (budget, complexiteit, capaciteit, structureel, marktaanbod en communicatie) en als laatste, mogelijke andere problemen. De interviews begonnen altijd met de vraag hoe fair trade en duurzaamheid gekoppeld waren aan de functie van de geïnterviewde ambte- naar. Het antwoord op die vraag was dan de aanvang van het verhaal van de ambtenaar, waar er ten gepaste tijde vragen werden bijgesteld om in te pikken op specifieke voorbeelden die eigen waren aan die stad of gemeente.

Nu is een mogelijke vraag waarom er geen interviews zijn afgenomen met duurzaamheidsambtena-

ren? Bij aanvang van het onderzoek werd er bewust gekozen om fair trade ook binnen de interviews

als aangrijpingspunt te gebruiken. Tijdens het interview kon er weliswaar uitgeweid worden en de koppeling met duurzaamheid werd ook bij aanvang van de interviews duidelijk gemaakt. Deze exper- tise en kennis zit echter bij een specifieke dienst. Na verloop van tijd werden ook ambtenaren aankoop gecontacteerd voor interviews. Uit de interviews bleek echter dat de duurzaamheidsambtenaar, in- dien die er was, vaak expliciet bezig was met thema’s zoals milieu en ecologie.

“Want het klimaatactieplan is een deel van de SDG’s. Maar voor de duurzaamheids- ambtenaar zijn dat twee verschillende zaken. Ik zou de SDG’s doen, en zij het klimaat- actieplan. Er kon daar geen koppeling gemaakt worden voor haar.” – ambtenaar #6

“Zo was dat bij mij vroeger ook. Ik moest heel hard pushen en heel veel dingen in vraag stellen samen met mijn collega duurzaamheid die daar ook niet echt de tijd voor had en vooral in milieu bezig was.” – ambtenaar #5

“Het bestuur heeft toen ook gekozen om een milieuambtenaar aan te stellen, maar dat liep ook wat mis. Dat was telkens met jaarcontracten, het werd een komen en gaan. Wanneer die persoon ingewerkt was moest die weeral vertrekken.” – ambtenaar #12

Uit de interviews werd wel duidelijk dat er zeker ook ambtenaren zijn vanuit een duurzaamheidsdienst die actief betrokken zijn bij het thema. Wat echter wel duidelijk werd, is dat het thematisch soms uiteen lag. Hiermee wordt er verwezen naar Basiago (1995) die meerdere invalshoeken identificeerde

42 waaruit duurzaamheid ingevuld kon worden. Dit heeft er wel voor gezorgd dat interviews met deze

ambtenaren geen prioriteit waren. Er was een interview met een ambtenaar vanuit zo’n duurzaam-

heidsdienst, maar dit interview was al na vijftien minuten afgelopen en voor het merendeel van de vragen werd er doorverwezen naar ofwel de aankoopdienst ofwel de collega uit mondiaal beleid. Dit is echter een belangrijk punt en er wordt hierop later nog teruggekomen bij het bespreken van de resultaten.

Na de eerste drie interviews werd nog iets opgemerkt. Na een initiële codering werd duidelijk dat de code ‘Bredere benadering van Fair Trade’ heel relevant was. Enkele passages gelinkt aan ‘Bredere benadering van Fair Trade’:

“Het gaat niet enkel over fair trade maar ook over duurzame producten. Dat gaat over inktpatronen, verven, houtproducten, pc’s, wagens, Dus op verschillende vlakken wordt daar wel naar gekeken en proberen ze daar toch in die technische voorwaarden te kij- ken naar ecologisch verantwoorde zaken.” – ambtenaar #3

“Ik zie fair trade eerder als een klein aspect, we kunnen het zeker niet negeren, maar het is maar een heel klein onderdeel van alles wat met duurzame aankopen te maken heeft.” – ambtenaar #4

“We waren meer bezig rond dat duurzaam aankoopbeleid waar fair trade dan een on- derdeel van is. Want je hebt naast fair trade ook veel andere aspecten die belangrijk zijn in je duurzame aankoopprocedure.” – ambtenaar #9

Wat is hier nu net het belang van? De ambtenaren die geïnterviewd werden, waren bevoegd voor

Noord-Zuid/internationale relaties, fair trade viel vanuit die invalshoek onder hun bevoegdheid. De respondenten maakten echter zelf ook de link met het bredere duurzaamheidsverhaal. In verdere interviews werd het thema dan ook opengetrokken, de vraagstelling ging veel sneller nadruk leggen op het bredere thema duurzaamheid. Fair trade werd nóg meer een springplank. Vragen gingen niet noodzakelijk meer dieper in op de aanwezige fair trade producten en eventuele moeilijkheden met marktspelers of hoe dat de meerprijs van fair trade al dan niet een obstakel vormde. Het onderzoek evolueerde op een natuurlijke wijze naar iets dat enerzijds breder ging qua thema, maar ook dieper op zoek ging naar onderliggende problemen zoals de invloed van verkokering of een gebrek aan

43 samenwerking. Er is met andere woorden zeker aandacht geweest voor de antwoorden die ambtena- ren wílden geven, het onderzoek is zeker niet blijven hangen door een rigide vraagstelling.

4.2 De uitdaging van duurzaamheid in de openbare aanbesteding