• No results found

Deel IV De sociale innovatie

9. De positiebepaling in het innovatieproces

9.2 Expansief leren

9.2.1 De cyclus van expansief leren

Over het algemeen vindt expansief leren plaats wanneer spanningen en tegenstellingen tussen de verschillende componenten van het activiteitssysteem dermate ernstig van aard zijn dat de oplossing een nieuw activiteitssysteem produceert.

De oplossingen treden buiten de gebaande paden en overstijgen de bestaande kaders (Miedema & Stam, 2010). Engeström hanteert het realiseren van een objectverschuiving, waarbij een nieuw gezamenlijk doel is gedefinieerd, als maatstaf om te beoordelen of een transformatie (verandering) succesvol is en er gesproken kan worden over expansief leren (Stam, 2015). Expansief leren vindt plaats volgens een vaste cyclus. Zoals de afbeelding hiernaast laat zien.

Voor FACT Utrecht, Victas geldt dat de herstelbenadering een meer prominente rol zal moeten krijgen naast het gehanteerde BPS en het medisch model. Dit zal waarschijnlijk leiden tot de volgende objectverschuiving:

9.2.2 Fasering van expansiviteit

De inzet van ervaringsdeskundigen vormt een belangrijke stap in de transformatie van het activiteitssysteem om het bijgesteld object na te streven. Dit vanwege de prominente rol die zij hebben in het ondersteunen van cliënten in hun herstelproces. Zoals eerder beschreven in hoofdstuk 5 wordt Ervaringsdeskundigheid veelvuldig in verband gebracht met herstel. Men gaat ervan uit dat ervaringswerkers van dienst kunnen zijn bij het individuele herstelproces van de patiënten doordat ze als ‘rolmodel’ kunnen fungeren (van Veldhuizen et al., 2008). Dit heeft invloed op diverse onderdelen van het activiteitssysteem en de spanningen die hierdoor ontstaan tussen de diverse componenten. In de volgende alinea’s zullen de fases die te herkennen zijn bij FACT Utrecht, verder worden geanalyseerd.

9.2.3 Fase 1: De primaire tegenstelling in de Need state

In deze fase wordt duidelijk dat er belangrijke veranderingen in de kern van een activiteitssysteem plaatsvinden. Veranderingen waardoor het huidige systeem in de toekomst niet meer toereikend zal zijn. Ook wordt deze fase gekenmerkt door het feit dat de actoren in het activiteitssysteem geen alternatief hebben voor deze basale veranderingen. Het integreren van ervaringsdeskundigheid in de vorming van de FACT-behandeling kan gezien worden als een dergelijke tegenstelling.

Als primaire tegenstelling kan gesteld worden:

Ervaringsdeskundigheid kan gezien worden als een nieuwe ‘Tool’ dat aansluit op de

objectverschuiving die binnen de afdeling plaatsvindt. De toepassing van deze kennisbron vraagt om aanpassingen op de Division of Labour en rules. Zo zal de aanstelling van een ervaringswerker een wijziging aanbrengen in de arbeidsverdeling. Ook zal de ervaringswerker specifieke taken en verantwoordelijkheden toebedeeld krijgen en zullen hieromtrent nieuwe afspraken over gemaakt dienen te worden.

9.2.4 Fase 2: Secundaire tegenstellingen in de Double bind state

In deze fase wordt erkend dat de oude situatie niet meer toereikend is en de nieuwe situatie wenselijk. Kortweg zijn de kloven tussen beide situaties inzichtelijk geworden. Echter is nog niet duidelijk hoe deze kloven opgeheven kunnen worden. Om de ontstane kloven te definiëren helpt de hantering van het vijf krachten model (Stam, 2012a). Het betreft burgerkracht, beroepskracht, stuurkracht, bedrijfskracht en leerkracht.

9.2.4.1 De spanning tussen burgerkracht en beroepskracht

De behoefte aan de inzet van ervaringsdeskundigheid in FACT Utrecht is een resultaat van de spanning tussen de toenemende burgerkracht en invloed die dit heeft op de bestaande beroepskracht. In het vijf krachten model omvat de burgerkracht de informele krachten van burgers. Hier gaat het om de mogelijkheden van de burgers en niet de beperkingen. De erkenning van ervaringsdeskundigheid als kennisbron in de verslavingszorg is een versterking van de burgerkracht. Op deze wijze wordt namelijk toegegeven dat de professionals (beroepskracht) niet alwetend zijn en een beroep moeten doen op de burgers zelf (in dit geval met verslavings- en psychiatrische ervaring) om een kwalitatief behandelaanbod te bieden waarmee de doelgroep gebaat is. De ervaringswerker

86

wordt beantwoord doordat zowel het professionele- als het informele netwerk de ervaringsdeskundige erkenning geeft. Binnen het informele netwerk (de leefwereld) vervult de ervaringsdeskundige namelijk een positie als voorbeeld of rolmodel.

Ook resulteert de inzet van ervaringsdeskundigen tot een meer subject-subject verhouding, waarin de expertise van de cliënt tot het vertrekpunt van handelen en herstel wordt gemaakt en de expertise van de professional ondersteunend is in plaats van leidend (Stam, 2012a).

9.2.4.2 De invloed van stuurkracht en bedrijfskracht

De stuurkracht omvat de invloeden die richting geven en kaders bieden aan de vormgeving en uitvoering van de zorg. Het zijn de managers, bestuurders en politici die allen een tweeledige opdracht hebben te vervullen. Enerzijds de waarborging van de kwaliteit van zorg en anderzijds het realiseren van een sluitende begroting in tijden van economische crisis. De invloed van de zorgverzekeraars (bedrijfskracht) op de beleids- en strategische keuzes van de stuurkracht is groot. Als hoofdfinancier van Victas bepaalt de zorgverzekeraar welke interventies vergoed worden en tegen welke prijs. Door deze sterke nadruk op de financiële gezondheid, staat de waarborging van de kwaliteit van zorg onder druk. De marktlogica (waar kostenefficiënt werken centraal staat) en bureaucratische logica (met de nadruk op zorgvuldigheid, voorspelbaarheid en rechtsgelijkheid) liggen hieraan ten grondslag. De vrije ruimte voor de beroepskracht voor ontwikkeling en innovatie, is hierdoor zeer beperkt. Zoals onderstaande figuur laat zien.

Ook de burgerkracht ondervindt de invloed van de bedrijfs- en stuurkracht. Het feit dat enkel professionals met CONO beroepen, hun geïnvesteerde tijd kunnen declareren bij zorgverzekeraars maakt dat de ervaringswerkers FACT geen directe inkomsten genereren met hun werkzaamheden. Hierdoor lijkt de ervaringswerker zijn waarde in het huidige beloningssysteem te verliezen. Toch zijn er ook elementen te herkennen in de stuur- en bedrijfskracht die een positieve invloed hebben op de inzet van ervaringsdeskundigheid. In Deel I zijn deze elementen behandeld. In de volgende tabel worden deze invloeden nogmaals weergegeven.

9.2.4.3 Leerkracht

De beroepskracht zal met de inzet van ervaringsdeskundigheid moeten leren omgaan met een sterk toenemende invloed van burgerkracht. De daadwerkelijke vrije ruimte voor leerkracht is beperkt wanneer de huidige tijdsindeling van de beroepskracht gehanteerd wordt. Hierin is een spanning te herkennen. Dit met name ook vanwege de wetenschap dat de productie-eisen, in de nabije toekomst, niet ten gunste van de vrije ruimte voor de beroepskracht zullen veranderen.

9.2.4.4 Het disciplineraam

Naast de spanningen in het vijf-krachtenveld is er eveneens een tegenstelling te herkennen wanneer het disciplineraam van McCold & Wachtel gehanteerd wordt.

88

De ‘Over/Door modus’ heeft een autoritair of bestraffend karakter. De mate van controle door het systeem op het individu is hoog en het bieden van ondersteuning minimaal. Dit is vergelijkbaar met de situatie waarin de professionals FACT als behandelaar of behandelteam, de beslissingen nemen over het traject van de cliënt. In een uiterste vorm heeft dit een zeer dwingend karakter waarbij de autonomie en vrijheid van de cliënt ernstig beperkt wordt door bijvoorbeeld een juridische maatregel zoals IBS (In Bewaring Stelling). De ‘Met modus’ kenmerkt zich daarentegen met een herstelgericht karakter. De mate van controle is nog steeds hoog, maar de ondersteuning van het individu is toegenomen. Zoals in hoofdstuk 5 wordt beschreven, wordt ervaringsdeskundigheid veelvuldig in verband gebracht met herstel en de prominente rol die ervaringsdeskundigen hebben in het bieden van herstelondersteuning aan cliënten. Door een ervaringswerker (en ervaringsdeskundigheid) toe te voegen aan de FACT teams, zal er een sterkere focus komen te liggen op deze eigen kracht van de cliënt.

9.2.4.5 Overzicht van secundaire tegenstellingen

Samenvattend kunnen de volgende secundaire tegenstellingen geformuleerd worden uit bovenstaande analyse.