• No results found

Critical Systems heuristic

In document Anders en beter!? (pagina 33-36)

3. Theoretisch kader

3.5 Critical Systems heuristic

“Critical system heuristic” is ook een onderdeel van het systeemdenken van paragraaf 3.3. Deze paragraaf legt de kern van dit theoretisch concept uit. De reden voor toevoeging van deze theorie aan het theoretisch kader, is meerledig. Het concept verhelderde voor mij de samenhang van schijnbaar losse aspecten; bijvoorbeeld het belang van grensafbakening van het te onderzoeken systeem of de manier waarop stakeholders in en om het systeem in kaart gebracht kunnen worden. CSH integreert macht in het concept en is voor een verdere verheldering van het SSM concept inzake betrokkenheid van mensen in het systeem. Ook de rolwisseling van de korpsleiding van “involved” of “affected”, afhankelijk van de

systeemgrens en afhankelijk van de mate van haar eigen motivatie en drijfveer vond ik behulpzaam in mijn onderzoek. De doelstelling van deze paragraaf is om deze inzichten over te brengen.

“Critical systems heuristic” (CSH) is een raamwerk voor een reflectiepraktijk gebaseerd op praktische filosofie en systeemdenken. Er zijn drie centrale begrippen. “Critical” in de theorie is noodzakelijk, omdat er niet één juiste manier van beslissen bestaat; antwoorden hangen af van

72 Ullrich, 2005, artikel op website http://geocities.com/csh Verschillende actoren

Met verschillende Percepties van Functionaliteit Klpd

Wie vindt wat en Waarom en toets op onderlinge Consistentie en in De tijd of naar situatie

Ideaal conceptueel Model van een of Meerdere Relevante systemen De situatie De analyse Het ontwerp Benoemen Van gewenste En haalbare Verandering  actie De verandering Nieuwe Gecreerde situatie Iteratief en interactief

persoonlijke interesses en “views” en waarden. “Heuristic” staat voor het identificeren en verkennen van relevante probleemaspecten, aannames, vragen en oplossingsstrategieën als tegenhanger van deductieve procedures, die ervoor dienen om op een mathematische wijze problemen op te lossen . “Systems” is van belang, omdat alle probleemdefinities en

oplossingsvoorstellen afhangen van voorafgaande oordelen over het relevante gehele systeem. De systeemafbakening wordt uitvoerig beschreven met de term “boundary judgments”.

“helder en gevalideerd denken, net als productieve communicatie, vereist dat we aan onszelf en aan anderen duidelijk maken wat het veronderstelde referentiesysteem is dat we in iedere discussie

gebruiken73

De grensoordelen zijn nuttig voor de implicaties op de manier waarop verschillen in een probleemsituatie zichtbaar kunnen worden. De oordelen worden gebruikt voor kritische zelfreflectie of voor emancipatoire praktijken. De discussie over de grens staat niet los van het betekenis geven aan een situatie of het spreken over welke inhoud dan ook. Integendeel,

“voor iedere inhoud, die we wel of niet in de beschouwing meenemen en de manier waarop we dat doen, vooronderstelt grensoordelen. We kunnen niet betekenisvol spreken over een situatie of een onderwerp zonder gevolgen voor grensoordelen. De betekenis is gegeven door aannames over zorgen van personen en

de gevolgen voor hen”.74

In CSH wordt een relatie gelegd met stakeholders (zie voor een analyse paragraaf 4.3) en macht. Het onderscheid tussen “those involved” en “those affected” is zowel bij CSH als bij SSM cruciaal. Checkland (1990) benadrukt de noodzaak van betrokkenheid vanaf het identificeren en beschrijven van de probleemsituatie, met als gevolg een interactieve en lerende organisatie. Ullrich benadrukt betrokkenheid (involved) als emancipatoir aspect.

“Als diegenen die in control zijn over een situatie opzettelijk een aspect van een probleemsituatie benadrukken of negeren, dan praten zij feitelijk over iets anders dan zij pretenderen”.75 Het conceptueel raamwerk van CSH wordt gevormd door de zogenaamde “basic boundary issues”. Dat zijn de motivatie, de macht, de kennis en de legitimiteit.

• Motivatie wordt gedefinieerd als de vraag naar waar een gevoel van zinvolheid en normatiek vandaan komt?

• Macht wordt beschreven als de vraag naar wie “in control” is over de lopende zaken en wie een beslissende rol heeft voor het bereiken van succes?

• De kennis geeft antwoord op de vraag naar welke ervaring en expertise de claim ondersteunen?

• De vraag naar legitimiteit tenslotte zoekt naar het antwoord op de vraag wat het is en bij wie dat ligt; hier komt ook weer het onderscheid tussen “involved” en “affected” aan de orde.76

Deze vier “basic boundary issues” worden gekoppeld aan twaalf “boundary categories”, variërend van klanten, doelstelling en beslissers (stakeholders) tot emancipatie en “world view”. De

ordening leidt tot twee groepen mensen; diegenen die betrokken zijn (“involved”) en diegenen die de gevolgen van de koppeling ervaren.(“affected”). Uiteindelijk leidt het schema van twaalf categorieën via vier aspecten en twee groepen mensen tot één referentiesysteem, met de feiten en

73 Ullrich, 2005, blz. 2 74 Ullrich, 2005, blz. 3 75 Ullrich, 2005 blz. 3 76 Ullrich, 2005, blz. 9

normen die als relevant beschouwd worden.77 In bijlage 7 wordt dit schematisch weergegeven, gevolgd door een vragenlijst gericht op het vaststellen van dit referentiesysteem.

Het methodologisch kernprincipe van CSH is vervat in de term “eternal triangle”, waarmee een eeuwigdurende driehoek bestaande uit de relatie en spanning tussen grensafbakening van het systeem, de feiten uit observaties en de evaluatie van waarden, wordt bedoeld. Het ene punt van de driehoek kan niet beschouwd worden zonder rekening te houden met de andere twee. Dus als het referentiesysteem wordt uitgebreid, leidt dat tot andere feiten en andere evaluaties van waarden.78 In schema ziet de “eternal triangle” er als volgt uit.

Schema 9: De eternal triangle van Ullrich

De relevantie van CSH voor het onderzoek naar de expertiserol van het KLPD is meerledig. Het concept helpt om beide deelvragen naar factoren en actoren te beantwoorden. Ten eerste wordt hier net als bij SSM het systeemdenken met enkele principes benadrukt; het gaat om het geheel als emergente situatie, mensen geven betekenis aan situaties en normen worden ingegeven door een specifieke “world view”. Ofwel, expertise is iets dat objectief gemeten zou kunnen worden, maar is nog meer afhankelijk van de manier waarop de beoordelaars naar de wereld kijken, en aan welke norm dit afgemeten wordt. En om de driehoek van Ullrich af te maken, is het oordeel van expertise ook afhankelijk van het systeem dat beschouwd wordt, dan wel van het systeem waarbinnen het KLPD opereert.

De tweede overweging om CSH te behandelen is de link die gelegd wordt met het belang van stakeholders als onderdeel (Cliënt, professional, beslisser) van de twaalf categorieën in het referentiesysteem. De ordening van die categorieën leidt vervolgens tot een tweedeling van betrokkenen en “those affected”. Ook dat is interessant, omdat de korpsleiding wil sturen op het KLPD in het netwerk van Politie Nederland en bij de ene systeemgrens “involved” is en bij de andere systeemgrens tot “affected” wordt teruggedrongen. Hierin zitten handvatten voor de beantwoording van de deelvragen en de centrale vraag. Daarmee is CSH te gebruiken als een emancipatoire stimulans. Kan de korpsleiding vrijuit spreken of is zij gebonden? En als zij gebonden is en afhankelijk van anderen, is dat dan, tegen de achtergrond van de centrale vraagstelling, wenselijk? Wat betekent dat voor het handelen in het netwerk van Politie Nederland? 77 Ullrich, 2005 blz. 10 78 Ullrich, 2005 blz. 6 Systeem Grensoordelen Observaties Evaluaties Feiten Normen

In document Anders en beter!? (pagina 33-36)