• No results found

Directeur ir. W. Ex Boomsesteenweg 912 2610 Wilrijk

tel. 03/877.28.55 fax 03/887.09.28 e-mail /

URL www.isvag.be

Vennoten: Antwerpen, Boom, Hemiksem, Mortsel, Niel, Puurs

1.4.2 Verbranding + energierecuperatie

1991 1995 1999 2004

Totaal verbrand (ton) 84.862 122.424 9.716* 133.965

huishoudelijk 79.854 122.424 9.716 133.965

slib 5.008 - - -

Beschikbaarheid (uren) - - 1.248 7.923

Energierecuperatie (MWh) - - - 78.503

Elektriciteitsproductie - - - 78.503

Warmterecuperatie - - - -

*: in november 1999 werd lijn 2 na grondige aanpassingen terug in bedrijf gesteld.

De rest van het jaar lag de installatie volledig stil.

1.4.3 Reststoffen + bestemming

(ton) 1991 1995 1999 2004 Bestemming

bodemas 20.367 33.177 1.345 28.647 recycl. + storten vlieg, ketelas en

residu

2.461 3.428 381 3.509 voorbeh.

schroot 849 1.224 163 2.479 recyclage

totaal 23.677 37.829 1.889

*enkel van toepassing voor 2004

1.4.4 Installatie

i schouw: 60 m (2 emissiepunten voor 2 lijnen)

i bunkercapaciteit: 2000 ton

i aantal lijnen: 2

i type oven: roosteroven

i nominale capaciteit: 2 x 9,6 ton/h

i theoretische jaarcapaciteit: 140000 ton/jaar (bij 10,45 GJ/ton) (opm.:

als nominaal werkingspunt wordt in het stookdiagramma niet het punt genomen met maximale massadoorzet)

i praktische jaarcapaciteit: 133004 ton/jaar (bij 9,5 GJ/ton, 85 % beschikbaar)

i bouwjaar: volledig vernieuwd sinds 1999 (oude ovens sinds 1980)

i asafvoer: nat

i rookgasreiniging: EF

bouwjaar 1980, vernieuwd in 1994 fabrikant Fläkt

1.4.5 Emissies

In ton/jaar, dioxines in mg TEQ/jaar.

SO2 HCl stof

Het aangevoerde afval wordt gelost in de stortbunker. De verbrandingslucht van de oven wordt aangezogen uit de stortbunker, zodat deze onder een lichte onderdruk staat en geurverspreiding naar de omgeving uitgesloten wordt.

Het afval wordt aangevoerd via een vultrechter en schacht. Deze hebben precies dezelfde breedte als het verbrandingsrooster. Er is steeds afval aanwezig over de volledige hoogte van de vulschacht. Op die manier vormt het afval een afsluitende prop zodat geen valse lucht kan binnentreden in de oven.

De verbranding vindt plaats bij temperaturen van 850 tot 1050 °C in de vuurhaard.

De brandende laag afval wordt gedragen door het rooster. De roosterbeweging zorgt voor een omwoelen van het afval en het transport van het voedingsrooster naar de ontslakker. Er kunnen drie zones op het rooster onderscheiden worden:

- droogzone: waar het water verdampt en het afval ontstoken wordt

- ontgassing/vergasssingszone: waar de vluchtige bestanddelen ontsnappen en branden met een felle vlam

- uitbrandzone: waar de resterende vaste koolstof nagloeit en de slakken gekoeld worden

De verblijftijd van het afval op het rooster bedraagt ongeveer 30 minuten. De uitgebrande assen of slakken worden opgevangen in de asextractor.

Tijdens de verbranding wordt de totale verbrandingslucht onderverdeeld in twee stromen:

ƒ primaire verbrandingslucht: ingeblazen doorheen het rooster

ƒ secundaire verbrandingslucht: ingeblazen in de zijwanden van de oven en het overgangsdeel tussen vuurhaard en koeltoren

De primaire lucht stroomt doorheen de brandende afvallaag. De secundaire lucht zorgt voor de volledige uitbrand van de gassen. De overmaat lucht ten opzichte van de stoëchiometrische hoeveelheid bedraagt 1 tot 1,5.

Er zijn afzonderlijke ventilatoren voorzien voor de primaire en secundaire lucht. De primaire lucht wordt verdeeld via caissons onder het verbrandingsrooster. Het luchtdebiet naar elke caisson kan individueel worden ingesteld in functie van de aard en de samenstelling van het huisvuil.

Figuur 6 : processchema van de verbrandingsinstallatie

1.4.6.2 Energierecuperatie

De rookgassen worden gekoeld van 1.000 °C tot 250 °C in de stoomketels.

Hierdoor zal maximaal 72 tot 78 % van de calorische waarde van het huishoudelijk afval kunnen gerecupereerd worden. Door de warmte die vrijkomt van de koeling van de rookgassen in de stoomketels, wordt het voedingswater omgezet in stoom.

Elke stoomketel zal 26,8 ton stoom per uur produceren met een druk van 41 bar en een temperatuur van 400 °C. De stoom geproduceerd in de twee stoomketels komt in de turbinezaal op een gemeenschappelijke collector terecht. De stoomturbine produceert ongeveer 11 MW elektriciteit.

1.4.6.3 Rookgasreiniging

DeNOX

Net buiten de vuurhaard wordt in de rookgassen ureum geïnjecteerd voor de reductie van stikstofoxides. Bij deze hoge temperaturen reageert het ureum met de stikstofoxides tot stikstof en water.

Elektrofilter

Vervolgens worden de rookgassen na koeling in de stoomketels ontstoft in een elektrofilter met twee velden.

Half natte gaswassing

Na de elektrofilter ondergaan de rookgassen een verdere zuivering in de reactor en de mouwenfilter. In de reactor wordt kalkmelk geïnjecteerd die reageerd met de zure compontenten.Tussen de reactor en de mouwenfilter wordt actieve kool geïnjecteerd in de rookgasstroom.

plaats op de niet verzadigde actieve kool. De volledige stofbelasting samen met de reactieproducten en de overmaat aan kalk wordt afgevoerd via een

opvangtrechter onderaan in de mouwenfilter.

Natte gaswassing

Vervolgens worden de rookgassen nog gezuiverd in een natte gaswasser. Deze bestaat op zijn beurt uit drie delen : de koeling, zure trap en basische trap.

ƒ Koeling

Voor de koeling is een leeg vat voorzien waarin een hoeveelheid water wordt ingespoten en gerecirculeerd. De geïnstalleerde sproeiers verstuiven het water zeer fijn waardoor een intens contact ontstaat tussen het water en de gasstroom.

De rookgassen worden zo gekoeld tot 65 à 70 °C.

ƒ Zure trap

De zure trap bestaat uit een gepakte kolom waar water ingespoten wordt. Het water vormt op het vulmateriaal een fijne film. Door het grote oppervlak wordt een intens contact gerealiseerd tussen het water en de rookgassen. Het water dat in de zure trap wordt rondgepompt, wordt op een pH tussen 0 en 0,5 gehouden waardoor niet alleen de wateroplosbare zure componenten HCl en HF, maar ook de nog eventueel aanwezige zware metalen Hg, Cd, Ni, As, Pb, Cr, Cu en Mn uit de rookgassen worden verwijderd. In de koeler en de zure trap wordt tevens het fijne stof dat nog aanwezig is gevangen in het water.

ƒ Basische trap

De uitvoering van de basiche trap is gelijkaardig aan deze van de zure trap; het rondgepompte water wordt echter op een pH van 2 à 3 gehouden door toevoeging van NaOH. Hierdoor wordt het nog aanwezige SO2 uit de rookgassen gewassen en geneutraliseerd.

De gezuiverde, met water verzadigde rookgassen worden in de atmosfeer geloosd via een schouw van 60 meter hoogte.

Voor de koeling is een vat voorzien waarin een hoeveelheid water wordt ingespoten en gerecirculeerd. De geïnstalleerde sproeiers verstuiven het water zeer fijn waardoor een intens contact ontstaat tussen het water en de gasstroom.

De rookgassen worden zo gekoeld tot 65 à 70 °C. De zure trap bestaat uit een gepakte kolom waar water ingespoten wordt. Het water vormt een fijne film op het vulmateriaal. Door het grote oppervlak wordt een intens contact gerealiseerd tussen het water en de rookgassen. Het water dat in de zure trap wordt

rondgepompt, wordt op een pH tussen 0 en 0,5 gehouden waardoor niet alleen de wateroplosbare zure componenten HCl en HF, maar ook de nog eventueel aanwezige zware metalen uit de rookgassen worden verwijderd. In de koeler en de zure trap wordt tevens het fijne stof dat nog aanwezig is gevangen in het water.

De uitvoering van de basiche trap is gelijkaardig aan deze van de zure trap. Het rondgepompte water wordt echter op een pH van 2 à 3 gehouden door toevoeging van NaOH. Hierdoor wordt het nog aanwezige SO2 uit de rookgassen gewassen en geneutraliseerd.

De gezuiverde, met water verzadigde rookgassen worden in de atmosfeer geloosd via een schouw van 60 meter hoogte.

1.5 IVAGO (Gent)

Intercommunale Vereniging voor Afvalbeheer in Gent en Omstreken

1.5.1 Contactgegevens

Directeur K. Matthys Directeur P. Dobbelaere

Exploitatiezetel: Maatschappelijke zetel

IVAGO

Proeftuinstraat 43 Botermarkt

9000 Gent 9000 Gent

tel. 09/240.81.11 fax 09/240.81.99

e-mail karel.matthys@ivago.be info@ivago.be

URL www.ivago.be

Vennoten: Gent, (Destelbergen)

1.5.2 Verbranding + energierecuperatie

1991 1995 1999 2004

Totaal verbrand (ton) 67.348 75.359 96.089 94.383

huishoudelijk 62.348 70.183 86.367 83.710

grof vuil 5.000 5.176 9.722 10.673

Beschikbaarheid (uren) - - 7.971 8.155

Energierecuperatie (MWh) - - -

-Elektriciteitsproductie - - -

-Warmterecuperatie - - -

-1.5.3 Reststoffen + bestemming

(ton) 1991 1995 1999 2004 Bestemming

bodemas 13.494 15.357 18.919 16.292 recyclage

vliegas 1.687 1.789 1.374 913 storten

residu - - 3.073 3.828 storten

schroot 877 979 2.228 2.499 recyclage

totaal 16.058 18.125 25.693 23.532

*bestemming enkel van toepassing op 2004

1.5.4 Installatie

i schouw: 55 m (1 emissiepunten voor 2 lijnen sinds installatie deNOx in 2000)

i bunkercapaciteit: 2000 ton

i aantal lijnen: 2

i type oven: Seghers; roosteroven

i nominale capaciteit: 2 x 6,5 ton/h à cal. Waarde van 9,4 Mj / kg i theoretische jaarcapaciteit: 100000 ton/jaar

i praktische jaarcapaciteit: 98500 ton/jaar (bij 9,5 GJ/ton, 90 % beschikbaar)

i bouwjaar: 1996 (voorheen: 2 CEC roosterovens van 5,5 ton/h sinds 1979)

i asafvoer: nat

i rookgasreiniging: EF

fabrikant Syprim Air Industrie bouwjaar 1979 – 2004 (uitgebouwd

in kader van opbouw ERC) aantal velden: 2

halfnatte gaswassing

fabrikant Research Cotrell bouwjaar 1996

mouwenfilter

fabrikant Research-Cotrell bouwjaar 1996

natte gaswassing

fabrikant Research-Cotrell / SPEIC

bouwjaar 1996

i energierecuperatie: eind 2004 werd gestart met de bouw van de energierecuperatie.

i plannen: indienstname is gepland in oktober 2005

i vergunning: 08/01/2024

1.5.5 Emissies

In ton/jaar, dioxines in mg TEQ/jaar.

SO2 HCl stof

PCDD/

PCDF HF CO NOx TOC Cd+Tl

Sb+As+Pb +Cr+Co+

Cu+Mn+Ni

+V+Sn Hg

1991 27 140,6 25,5 30.690

1995 97,5 127,5 22,5 825

1999 7 4,4 2,5 104 0,5 24,3 347 2,9 0,012 0,225 0,003

2004 8,615 0,147 0,381 1,897 0,440 20,687 47,839 2,184 0,03 0,1678 0,0020

1.5.6 Procesbeschrijving

Figuur 7: Overzicht van de verbrandingsinstallatie van IVAGO

1.5.6.1 Verbranding:

De ophaalwagens deponeren het huisvuil in de stortbunker (1). De kraanman brengt het afval met een grijpkraan de vultrechter (2). Het rooster (3) waarop het afval verbrand wordt, moet onder alle omstandigheden een goede en volledige verbranding mogelijk maken. In de naverbrandingskamer (4) dient steeds een temperatuur van minimum 850 °C te worden gehaald om dioxinevorming te vermijden.

1.5.6.2 Energierecuperatie

In 2005 wordt een energierecuperatiesysteem geïnstalleerd. De oude elektrofilters (5) werden verwijderd en tijdelijke rookgaskanalen verbinden de

verbrandingsovens met de bestaande rookgaswassing. De stilstandsperiodes worden daardoor tot het uiterste minimum herleid.

In de stoomketels moeten de rookgassen (1.000 °C) zorgen voor de opwarming van koud gedemineraliseerd water tot stoom met een temperatuur van 320 °C tegen een druk van 38 bar.

De stoom dient voor de verwarming van de eigen gebouwen en installaties én voor de verwarming van het Universitair Ziekenhuis Gent. Daarnaast zal elektriciteit worden opgewekt voor eigen gebruik. Het overschot wordt aan het elektriciteitsnet geleverd.

1.5.6.3 Rookgasreiniging

Gaswassing

De gaswassing bij IVAGO bestaat uit twee stappen, gescheiden door een doorgang door een mouwenfilter.

In de eerste stap, de halfnatte wassing worden de rookgassen behandeld met een oplossing van kalkmelk om de zure polluenten te binden (6). In de tweede stap van de gaswassing, de natte wassing (9), worden de rookgassen door water gestuwd om de resterende zure fractie te vernietigen en om de zware metalen te vangen.

Dioxineverwijdering (7)

Na de halfnatte wassing wordt actief kool geïnjecteerd. Dioxinen en furanen adsorberen op de actieve kool. Ook wordt het gasvormig kwik gecapteerd op het actieve kool.

Ontstoffing (8)

Na de injectie van actieve kool worden de rookgassen door een mouwenfilter gestuurd. Hier worden zowel de vliegassen als de geïnjecteerde actieve kool afgescheiden. Deze vliegassen, gemengd met actieve kool, worden opgevangen en na solidificatie afgevoerd naar een klasse I stortplaats.

DeNOx (11)

Na de natte waskolom worden de rookgassen heropgewarmd door middel van een warmtewisselaar. Door de toekomstige eigen productie van stoom zal het gebruik van duurzaam aardgas voor de heropwarming van de rookgassen komen te vervallen. In de heropgewarmde gassen wordt ammoniak geïnjecteerd, waarna de gassen door een katalysatorbed worden gestuurd. In dit katalysatorbed worden de stikstofoxides gereduceerd tot stikstof en water. Een nevenwerking van een katalytische deNOx-installatie is dat ook dioxines (in beperkte mate) worden gereduceerd. De rookgassen worden vervolgens door de warmtewisselaar gestuurd om de rookgassen die de deNOx installatie binnenkomen op te warmen.

De gezuiverde rookgassen passeren eerst een meetstation (12) voor ze de installatie verlaten via de schouw. Bij onderbreking van de deNOx installatie wordt de oude schouw (10) gebruikt.

IVAGO beschikt sinds oktober ’98 over een installatie voor het opvangen en filteren van Scheldewater. Daardoor moet niet langer leidingwater en grondwater gebruikt worden als proceswater in de afvalverbrandingsinstallatie (300.000 m³ per jaar), en was het niet nodig om diepere grondwaterlagen aan te spreken.

1.6 IVBO (Brugge)

1.6.1 Contactgegevens

IVBO

Directeur M. Heyvaert/Bernard De Cuyper Contactpersoon G. Dooms

Pathoekeweg 41 8000 Brugge

tel. 050/45.63.11 fax 050/45.63.63 e-mail info@ivbo.be URL /

Vennoten: Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, De Haan, Jabbeke, Oostkamp, Zedelgem, Zuienkerke

1.6.2 Verbranding + energierecuperatie

1991 1995 1999 2004

Totaal verbrand (ton) 174.138 177.621 181.911 142.385

huishoudelijk 140.547 142.321 150.693 92.423

ambachtelijk 31.160 32.578 27.379 45.308

ziekenhuis 2.431 2.722 3.839 4.654

Beschikbaarheid (uren) 19.234 21.538 23.067 19.101

energierecuperatie (MWh) 54.326 56.621 54.059 55.315

Elektriciteitsproductie 27.138 29.272 30.285 28.269

Warmterecuperatie 27.188 27.349 23.774 27.046

1.6.3 Reststoffen + bestemming

(ton) 1991 1995 1999 2004 bestemming*

bodemas 43.305 41.741 36776 26.983 recyclage

vliegas 4.602 3.183 3464 3.031 storten

residu - - 696 505 solidificatie+

storten

schroot 2.786 2.779 2.488 1.728 recyclage

totaal 50.693 47.703 43.424 32.247

* bestemming enkel van toepassing voor 2004

1.6.4 Installatie

i schouw: 60 m (3 emissiepunten voor 3 lijnen) i bunkercapaciteit: 2000 ton (4000 m³)

i aantal lijnen: 3

i type oven: Martin; terugschuifrooster

i nominale capaciteit: 3 x 9 ton/h i theoretische jaarcapaciteit: 201000 ton/jaar

i praktische jaarcapaciteit: 205000 ton/jaar (bij 9,5 GJ/ton, 85 % fabrikant : Fabricom bouwjaar : 1998

Fabrikant AMECSPIE/Argillon GmbH SINOx Honeycomb SW

i energierecuperatie: zowel warmtelevering als elektriciteitsproductie i vergunning:tot 18/05/2013

1.6.5 Emissies

In ton/jaar, dioxines in mg TEQ/jaar.

SO2 HCl stof

PCDD/

PCDF HF CO NOx TOC Cd+Tl

Sb+As+Pb +Cr+Co+

Cu+Mn+Ni

+V+Sn Hg

1991 98,8 11,2 63 670

1995 105 11,2 120 667

1999 12 2 1,6 5 0,2 22,3 316 3,4 0,011 0,305 0,001

2004 0,100 0,53 0,6 7,80 0,006 22 289,0 2,0 0,008 0,038 0,0004

1.6.6 Procesbeschrijving

1.6.6.1 Verbranding

IVBO is uitgerust met 3 identieke ovenlijnen die volledig van elkaar gescheiden zijn.

Het afval wordt toegediend via de vultrechter. Tussen de trechter en de

verbrandingsruimte is er een schacht. De schacht is altijd volledig gevuld tot aan de trechter. Deze volle schacht zorgt voor een natuurlijke dichting tussen bunker en verbrandingsoven. Na de schacht komt het afval op een voedingsplateau, waar twee duwers, onafhankelijk van elkaar aangedreven, een hoeveelheid van het afval op het verbrandingsrooster brengen.

De wanden van het voedingsplateau, de wanden van de vuurhaard, het dak van de verbrandingsruimte en een deel van de wanden van de eerste trek zijn voorzien van hetzij vuurvaste stenen, hetzij vuurvast beton.

Door toevoeging van secundaire verbrandingslucht wordt in de eerste trek van de stoomketel een goede naverbranding gerealiseerd.

Eens alle assen uitgebrand zijn, worden ze onderaan het rooster met behulp van een roterende uitbrandtrommel in de ontslakker met waterslot gedumpt.

Figuur 8 : Toevoer van verbrandingslucht

Het rooster is van het merk MARTIN en heeft een helling van 26° t.o.v. de

horizontale. Het rooster is van het type terugschuifrooster, waarbij het brandende vuil naar boven wordt teruggeduwd. De verbrandingsruimte is van het

tegenstroomtype. De rookgassen worden over het brandende bed teruggeleid en afgezogen boven het deel van het rooster waar het verse afval gedroogd wordt en waar de ontsteking en verbranding plaatsheeft.

Het rooster bestaat uit twee banen die afzonderlijk van elkaar aangedreven worden. Elke baan is opgebouwd uit 13 rijen staven. Elke rij bevat een aantal roosterstaven. Van die rijen is er steeds één vaste rij en één rij die boven de vaste rij een heen-en-weergaande beweging maakt. Door deze opwaartse

stuwbeweging wordt het vuil gemengd, zodat niet-brandend en brandend afval met elkaar in contact komen en zo de verbranding bevorderen. De ontslakker bestaat uit een waterslot zodat er geen valse lucht in de oven gezogen kan worden. De assen die in het water vallen worden zo afgekoeld, bevochtigd en uitgewassen. Ze worden dan door een hydraulisch aangedreven duwer uit de opvanggoot

verwijderd. De ontslakker werkt zonder waterlozing en verbruikt water dat reeds uit het productieproces afkomstig is. Bij het transport van de assen naar de

containers wordt het ferro-metaal eruit gerecupereerd via een magneet boven de transportband.

Figuur 9 : overzicht verbrandingsinstallatie

1.6.6.2 Energierecuperatie

Op 3 verschillende manieren wordt de energie die vrijkomt bij de verbranding van afval bij IVBO gerecupereerd:

ƒ elektriciteit voor eigen behoeften en voor verkoop aan Electrabel

ƒ proceswarmte voor eigen behoefte

ƒ afstandverwarming voor externe klanten

De vrijgekomen warmte wordt gerecupereerd in de ketel water het ketelwater wordt omgezet in stoom. Deze stoom drijft een turbine aan die 4,2 MW elektriciteit produceert. Deze elektriciteit wordt gedeeltelijk intern aangewend en de rest wordt verkocht aan de elektriciteitsmaatschappij.

Een andere vorm van energierecuperatie is de afstandsverwarming. Via een netwerk van ondergrondse leidingen (totaal 22 km) wordt warm water dat in de centrale van IVBO wordt geproduceerd, afgeleverd bij diverse klanten. Sinds 2005 wordt bij 1 afnemer de geleverde warmte omgezet naar koeling. De omzetting gebeurt voornamelijk tijdens de zomermaanden. Hierdoor kan afname van warmtelevering tijdens deze zomermaanden beperkt worden. Deze bijkomende warmtelevering tijdens de zomermaanden zal zorgen voor een stijging van het energetisch rendement van de installatie.

1.6.6.3 Rookgasreiniging

De rookgassen die vrijkomen bij de verbranding van afvalstoffen worden in 3 fasen gereinigd.

Gaswassing Zure wassing Productieproces (lijn A, B en C):

OVEN Recuperatie

In dienst van Jan.-‘05

Bestaande installatie

Stoom (kg/h) LD-Stoom (kg/h) HD-Stoom (kg/h)

Verbrandings-assen

Tijdens de eerste fase van het zuiveringsproces worden de rookgassen intens gewassen met een overmaat aan water. Zo worden een reeks zware metalen en een aantal zure componenten zoals HCl en HF en deels ook SO2 opgelost in het water en geïsoleerd uit de rookgassen. Vervolgens worden de rookgassen door een vernauwd rookgaskanaal gestuurd met een zeer intense waterinjectie. Door deze mechanische interactie bekomt men een verwijdering van stofdeeltjes. Deze deeltjes worden neergeslagen in het waswater.

Het water voor dit proces is gezuiverd rioolwater afkomstig van de naburige waterzuiveringsinstallatie van Aquafin. Het zuur geworden waswater wordt geneutraliseerd met kalkmelk en natronloog en wordt hergebruikt na zuivering in de waterzuiveringsinstallatie van IVBO.

Figuur 10 : Principe van 1e natte wastrap bij IVBO

Basische wassing

Tijdens de tweede fase van het wasproces worden de rookgassen behandeld met neutraal tot licht basisch waswater, voornamelijk voor de captatie van de

resterende zwaveldioxide. De zuurtegraad wordt constant gehouden door toevoeging van natronloog.

De rookgassen worden van onder naar boven doorheen de basische wasser gestuwd door een pakking van kunststof vulringetjes die van bovenaf bevloeid worden met het waswater.

Figuur 11: Doorsnede van de 2e natte wastrap bij IVBO

Vóór en na de tweede wastrap is een druppelafscheider voorzien. De eerste druppelafscheider zorgt ervoor dat het waswater van de eerste wastrap niet vermengd wordt met het waswater van de basische wastrap. De tweede druppelafscheider, een fijne filamentstructuur die in de basische wastoren zit, verhindert dat de gezuiverde rookgassen gecontamineerd worden met waterdruppels waarin diverse schadelijke componenten werden gevangen.

Het waswater wordt continu gerecirculeerd zodat de effectieve afvalwaterstroom tot een minimum beperkt wordt.

Het waswater in de natte wastrappen wordt permanent gerecirculeerd. 3 % van de gebruikte hoeveelheid wordt geloosd na een grondige fysico-chemische

behandeling, enerzijds door de toevoeging van bindings- en vlokkingsmiddelen voor de immobilisering van de vaste bestanddelen, en anderzijds door een natuurlijk bezinkingsproces bestaande uit twee in serie geplaatste

bezinkingsbekkens.

Dioxineverwijdering

Na de natte zuiveringstrappen (bij lage temperatuur voor een optimaal

zuiveringsrendement) worden de rookgassen terug opgewarmd. De opwarming gebeurt in fasen van 65 °C tot 120 °C met behulp van lagedrukreststoom afkomstig van de energierecuperatie en van 120 °C tot 140 °C door gebruik te maken van een aardgaskanaalbrander.

Vervolgens wordt in de rookgassen een mengsel van actief kool en kalksteen gedoseerd. Actief kool dient voor de adsorptie van dioxines en residuaire zware metalen. Het kalksteen vermijdt zelfontbranding in het proces. Het actief kool

wordt meermaals hergebruikt zodat het totale verbruik tot een minimum beperkt kan worden.

Ontstoffing

Op het einde van de zuiveringslijn is dan een mouwenfilter geïnstalleerd. Alle stof en nog resterende deeltjes blijven er in achter. Alle dampvormige schadelijke stoffen worden tegengehouden door de laag actief kool die zich op de mouwen afzet.

DeNOx

In 2005 werd een deNOx installatie in gebruik genomen. Het betreft een selectief katalytische deNOx. Na de ontstoffing worden de rookgassen door een

warmtewisselaar gestuurd voor een eerste heropwarming. Vervolgens passeren de rookgassen door een kanaalbrander om de gassen op te warmen tot een

temperatuur van minimum 250°C. Na de kanaalbrander wordt een ammoniakale oplossing geïnjecteerd in de rookgassen. De rookgassen passeren vervolgens een katalysator. Na de katalysator passeren ze nogmaals door de warmtewisselaar, nu om warmte af te geven. Vervolgens worden de rookgassen via een 60 meter hoge schouw met drie pijpen, één per ovenlijn, in de omgeving geloosd.

1.7 IVM (Eeklo)

Intercommunale Vereniging voor huisvuilverwerking Meetjesland

1.7.1 Contactgegevens

IVM

Directeur P. Lenssen Sint-Laureinsesteenweg 29 9900 Eeklo

tel. 09/377.82.11 fax 09/378.18.44

e-mail ivm_eeklo@yahoo.com URL /

Vennoten: Evergem, Maldegem, Eeklo, Aalter, Assenede, Nevele, Waarschoot, Zomergem, Knesselare, Lovendegem, Sint-Laureins, Kaprijke, Merelbeke, Gavere, De Pinte, Sint-Martens-Latem, Nazareth, Zulte, Deinze

1.7.2 Verbranding + energierecuperatie

1991 1995 1999 2004**

Totaal verbrand (ton) 80.128 74.916 33333 36.809

huishoudelijk 67.485 67.003 31.820 33.028

ambachtelijk 12.643 7.913 1.513 3.781

Beschikbaarheid (uren) 14.754 14.789 6.946* + 6.696***

Energierecuperatie (MWh) 10.819****

Elektriciteitsproductie - - - 10.819

Warmterecuperatie - - -

-*tot 18/03/99 was enkel lijn 1 in werking; van 18/03/99 tot 02/07/99 waren beide lijnen in werking; lijn 2 was gesloten van 02/07/99 tot het einde van het jaar; lijn 1 is gesloten geweest van 02/07/99 tot 01/12/99 en vervolgens van 19/12/99 tot 05/03/2000

**de installatie werd stilgelegd op 31/01/2004 voor ombouw naar energierecuperatie. De eerste

**de installatie werd stilgelegd op 31/01/2004 voor ombouw naar energierecuperatie. De eerste