• No results found

Behoeften met betrekking tot de justitiële reactie

5.5 ConClusIe en hyPothesen

Van slachtoffers op verschillende relationele afstand van de dader wordt op basis van de literatuurstudie een verschillende behoefte verwacht met betrekking tot de stijl van de justitiële reactie. Met oplopende relationele afstand tussen betrokkenen zal het slachtoffer minder zoeken naar en ook minder mogelijkheden hebben tot herstel of verzoening. Men zal juist meer gericht zijn op straf/vergelding. Dit is niet alleen een verschil in behoefte bij het slachtoffer zelf, maar ook een verschil in hoe maatschappelijk wordt gereageerd. Waar de verzoenende stijl (Horwitz, 1990), evenals wellicht de therapeutische stijl, aansluit op de psychische behoefte aan herstel van het slachtoffer (Wenzel et al., 2010), sluit de straffende stijl aan op de behoefte aan vergelding van het slachtoffer.

Ook is de verwachting dat compensatie meer gewenst wordt met toenemende relationele afstand. Compensatie zou volgens Horwitz (1990) weliswaar niet plaatsvinden tussen partijen die op extreem grote relationele afstand van elkaar staan, maar de grote afstand zoals beschreven in 5.2 die hij daarbij voor ogen heeft, is niet van toepassing in de Nederlandse situatie. Er zullen in Nederland met toenemende relationele afstand mogelijkheden zijn om verplichtingen af te dwingen.

De behoefte aan bescherming die in de literatuur over aangifteredenen sterk naar voren kwam bij slachtoffers op kleine relationele afstand van de dader, kwam niet voor in de besproken sociologische en sociaalpsychologische theorieën. De hypothese over bescherming is dan ook opgesteld op basis van hoofdstuk 4.

De stijl van de justitiële reactie kan worden gezien als het uitkomst-deel van die reactie. Dit is onderscheiden van het proces waarlangs die uitkomst wordt bereikt. Op basis van de literatuurstudie wordt ook een verband verwacht tussen de relationele afstand en het belang van proces-aspecten van de justitiële reactie. Met oplopende relationele afstand tussen betrokkenen zal het slachtoffer minder belang hechten aan goede bejegening, participatie en informatievoorziening.

Het voorgaande leidt tot acht hypothesen die in het navolgende getoetst zullen worden. Dit zijn:

Met toenemende relationele afstand…

…wordt vaker vergelding gewenst.

Delicten worden, bij toenemende relationele afstand tussen slachtoffer en dader, gezien als meer straf verdienend. Indien betrokkenen geen netwerk of belangen delen, heeft men geen redenen en middelen om niet-straffende regelingen te treffen (zie 5.2). Gezien

Behoeften met betrekking tot de justitiële reactie

Hoof

dstuk 5

119

de symbolische betekenis van het gebeurde voor het slachtoffer, zou een vergeldende reactie met toenemende relationele afstand ook meer bijdragen aan het herstel van gevoelens van rechtvaardigheid (zie 5.3.1).

…wordt minder vaak bescherming gewenst.

Mensen hebben met toenemende relationele afstand minder toegang tot elkaars persoonlijke ruimte. Op kleinere relationele afstand is de dader of diens netwerk minder eenvoudig te vermijden door het slachtoffer. Dit maakt kwetsbaar voor dreigementen en/ of herhaling en leidt tot een grotere behoefte aan bescherming (zie 4.3).

…wordt minder vaak een therapeutische reactie gewenst.

Slachtoffers denken met toenemende relationele afstand tot de dader minder aan hulpverlening als oplossing voor hun problemen (zie 5.2). Therapeutische controle komt meer voor wanneer problemen ontstaan tussen mensen met weinig afstand tot elkaar: tussen (levens)partners, ouders en kinderen.

…wordt minder vaak verzoening gewenst.

Mensen zijn als zij een netwerk of belangen delen, dus met afnemende relationele afstand, meer gericht op behoud of herstel van de relatie. Bovendien past verzoening, doordat wordt vermeden dat de volledige verantwoordelijkheid bij één partij wordt gelegd, als beide partijen hebben bijgedragen aan de gebeurtenissen (zie 5.2). Dit is vaker het geval bij delicten tussen bekenden (zie 2.2.2). Ook doet een verzoenende of herstelrechtelijke reactie op kleinere relationele afstand beter recht aan de symbolische betekenis van het gebeurde, namelijk de aantasting van waarden waarvan men veronderstelde ze te delen. Een verzoenende reactie zal met afnemende relationele afstand daarom meer bijdragen aan het herstel van gevoelens van rechtvaardigheid (zie 5.3.1).

Hoewel op basis van de besproken theorie een grotere verzoeningsbereidheid wordt verwacht bij slachtoffers van delicten door daders op kleine relationele afstand, is het de vraag of dit nog geldt indien justitie eenmaal is ingeroepen. Op basis van empirische literatuur moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat zij dan de (wens tot) verzoening al voorbij zijn (zie 5.2).

…wordt vaker financiële compensatie gewenst.

Compensatie kan passend zijn tussen vreemden en niet-intieme bekenden, om de oorspronkelijke stand van zaken te herstellen. Geldelijke betaling impliceert een onpersoonlijkheid die juist vreemd is aan de aard van de intieme relatie (zie 5.2). Het raakt niet aan de centrale kwestie voor het slachtoffer, te weten de morele verantwoordelijkheid van de dader (zie 5.3.1). Daarom is de verwachting dat met toenemende relationele afstand slachtoffers meer compensatiegericht zijn.

…wordt minder belang gehecht aan goede bejegening.

Het gedrag van autoriteiten zoals de officier van justitie en de rechter, geeft mensen informatie over de eigen sociale identiteit. Voelt het slachtoffer zich, door hoe hij of zij bejegend wordt, een gewaardeerd lid van de gemeenschap? Deze symbolische functie van goede bejegening door autoriteiten zou (nog) belangrijker zijn in conflicten met mensen op kleinere relationele afstand dan in conflicten die plaatsvinden tussen vreemden (zie 5.3.2).

…wordt minder belang gehecht aan participatie.

Het gedrag van autoriteiten zoals de officier van justitie en de rechter, geeft mensen informatie over de eigen sociale identiteit. Voelt het slachtoffer zich, door de ervaring dat hij of zij wordt gehoord, een gewaardeerd lid van de gemeenschap? Niet alleen de symbolische functie van participatie, maar ook de instrumentele waarde ervan wordt verondersteld groter te zijn met afnemende relationele afstand. De gevolgen van het ontbreken van participatiemogelijkheden zijn in potentie groter voor de dagelijkse realiteit van deze slachtoffers (zie 5.3.2).

…wordt minder belang gehecht aan informatievoorziening.

Het gedrag van autoriteiten zoals de officier van justitie en de rechter, geeft mensen informatie over de eigen sociale identiteit. Voelt het slachtoffer zich, door de ervaring goed geïnformeerd te worden, een gewaardeerd lid van de gemeenschap? Net als bij participatie is de veronderstelling dat niet alleen de symbolische functie, maar ook de instrumentele waarde van informatievoorziening groter is met afnemende relationele afstand. De gevolgen van het ontbreken van goede informatievoorziening zijn in potentie groter voor de dagelijkse realiteit van deze slachtoffers (zie 5.3.2).

Hypothesen over het oordeel van slachtoffers over hun ervaringen met justitie zijn niet opgesteld, gezien de niet eensluidende empirische literatuur die daarover is aangetroffen. Het verband tussen de relationele afstand tot de dader en het oordeel van het slachtoffer

Behoeften met betrekking tot de justitiële reactie

Hoof

dstuk 5

121

over de opgedane ervaringen met justitie wordt derhalve zonder verwachting vooraf verkend.

In de hoofdstukken 6 (Verantwoording secundaire analyse) en 7 (Resultaten secundaire analyse) wordt verslag gedaan van empirische bevindingen over Nederlandse slachtoffers van delicten, gepleegd door daders op verschillende relationele afstand. In dat deel van onderhavige studie wordt geanalyseerd of de relationele afstand tot de dader samenhangt met het belang dat de slachtoffers hechten aan de besproken uitkomst- en procesaspecten van de justitiële reactie. Ook het verband tussen relationele afstand en het oordeel over de opgedane ervaringen met justitie wordt verkend. Een en ander wordt onderzocht voor de huidige tijd en in de Nederlandse context.

hoofdstuk 6

Verantwoording secundaire