Nadere verkenning van de slachtofferervaring en
3.3.3 Beschrijving studies
Zie overzicht 3.2 voor de kenmerken en bevindingen van de elf geïncludeerde studies. Daarvan hebben er acht uitsluitend betrekking op seksueel geweld, een op fysiek (niet seksueel geweld) en twee op zowel fysiek als seksueel geweld. Zeven studies betroffen alleen vrouwen, vier onder zowel mannen als vrouwen. Vijf studies zijn gedaan in de VS, twee in Denemarken, twee in Frankrijk een in Zweden en een in Nieuw Zeeland. Onderzocht zijn meestal hulpzoekende populaties, bijvoorbeeld bij een Eerste Hulp, Centrum voor seksueel geweld en/of slachtofferhulp en politie (n=7). Eenmaal is een geboortecohort onderzocht, eenmaal een studentensteekproef, eenmaal een groep
Nadere verkenning van de slachtofferervaring en psychische impact
Hoof
dstuk 3
61
slachtoffers die was aangetroffen in een bevolkingsteekproef en eenmaal een groep slachtoffers die via veel verschillende kanalen (waaronder ook hulpinstanties) was geworven.
Twee studies hebben betrekking op acute stres symptomen en negen studies op chronische posttraumatische stress symptomen. Aan de vereiste van controle voor de tijd sinds het delict is doorgaans voldaan door slachtoffers na een vergelijkbare periode te onderzoeken (n=7). In sommige studies werd vastgesteld dat de tijd sinds delict niet significant gerelateerd was aan de uitkomstmaat; dit was het geval in twee studies die meerdere jaren na het delict werden uitgevoerd. In een geval was in de multivariate analyse gecontroleerd voor de tijd sinds delict en in een ander geval verschilde de (lange) tijd sinds delict niet tussen de slachtoffer-daderrelatie groepen.
Zoals eerder beschreven vindt de vergelijking van uitkomsten plaats binnen de studies en niet tussen de studies. Door de uitkomsten uit verschillende studies samen te bezien, kan een beeld ontstaan van de mogelijke samenhang van slachtoffer-dader relatie met acute en/of posttraumatische stress. In de volgende paragraaf worden de bevindingen per studie beschreven, ten eerste met betrekking tot acute stress symptomen (maximaal een maand na het delict) en vervolgens met betrekking tot chronische posttraumatische stress symptomen - vanaf 3 maanden na het delict. Studies naar acute posttraumatische stress symptomen (die zouden moeten zijn gemeten tussen één en drie maanden na het delict) zijn niet gevonden.
oVerzICht 3.2 Kenmerken en resultaten geïncludeerde studies Geïncludeerde
studies Land Steekproef Delicten Omvang steekproef
Tijd sinds delict en eventuele wijze v. controle Sekse en leeftijd slachtoffers Methode en meetinstrument Resultaat
Acute stress symptomen (binnen een maand na delict) Elklit & Brink,
2003
Denemarken Slachtoffers van geweld v.a. 18 jaar die de Eerste hulp van een universiteitsziekenhuis bezochten
Fysiek geweld
214 1-2 weken voor hele
groep
MV 73% M Gem. 27 jaar oud
Items uit de Harvard Trauma Questionnaire-Part IV
Bivariaat: hogere avoidance
F(2, 159) =3,70; p<,05) en hogere arousal
F(2, 164) =3,20; p<,05) als partner de dader
was in vergelijking met een vreemde. In multivariate analyse verdwijnt dit. Feinstein et al.,
2011
VS Slachtoffers van verkrachting geworven via politiebureaus, ziekenhuizen en
slachtofferhulp
Seksueel geweld
124 1 maand voor hele
groep V Gem. 30 jaar oud Clinical-Administered PTSD Scale (gestructureerd klinisch interview) Ernst PTSS symptomen vreemde 68,97 kennis 76,32 intimus 55,08.
Kennis is sig. hoger dan intimus (p<,05) Chronische posttraumatische stress symptomen (3 maanden of langer na delict)
Darves-Bornoz, 1997
Frankrijk Slachtoffers van verkrachting, v.a. 13 jaar, toegelaten tot Centrum voor seksueel geweld van een universiteitsziekenhuis
Seksueel geweld
92 6 maanden voor hele
groep MV 10% M Gem. 20,3 jaar oud, range 13-50 Gestructureerd klinisch interview voor PTSS
Dader familielid (vader, stiefvader, oom, broer, grootvader) als voorspeller voor PTSS na 6 maanden OR=9,0 (95% CI=1,1-75,7). Vergeleken met andere bekenden/vreemden.
Darves-Bornoz et al., 1998
Frankrijk Slachtoffers van verkrachting, v.a. 13 jaar, toegelaten tot Centrum voor seksueel geweld van een universiteitsziekenhuis Seksueel geweld 73 12 maanden voor hele groep MV 15% M Gem. 21,5 jaar oud, range 13-50 Gestructureerd klinisch interview voor PTSS
Dader familielid (vader, stiefvader, oom, broer, grootvader) als voorspeller voor PTSS na 12 maanden OR=19,8 (95% CI=1,57-250). Vergeleken met andere bekenden/vreemden.
Elklit &
Christiansen, 2013
Denemarken Slachtoffers van verkrachting die binnen 72 uur na het delict hulp zochten bij een centrum voor slachtoffers van verkrachting van een universiteitsziekenhuis Seksueel geweld 136 3-4 maanden voor hele groep V Gem.23,1 jaar oud Range 12-71 Harvard Trauma Questionnaire-Part IV
Slachtoffer-dader relatie hing niet samen met ernst PTSS. Vergeleken werden familieleden/partners, vrienden/kennissen/ex-partners en vreemden.
Feehan et al., 2001
Nieuw Zeeland Slachtoffers van geweld uit een cohort 21-jarigen (Dunedin studie)
Elk geweld 374 Maximaal 12 maanden; voor tijd sinds delict is gecontroleerd
MV 62% M 21 jaar oud
Interview met items uit de PTSS-sectie van het Diagnostic Interview Schedule
Intieme dader (familielid/ partner) hangt bij vrouwen samen met psych. distress (vergeleken met andere bekenden/vreemden): OR 2,8 (95% CI=1,3-6,1). Bij mannen niet. In multivariate analyse verdwijnt dit. Kilpatrick et al.,
1985
VS Slachtoffers van verkrachting v.a. 16 jaar, geworven via een rape crisis centrum.
Seksueel geweld
125 3 maanden voor hele
groep
V
Gem. 26,8 jaar oud
Distress Index, opgebouwd uit 6 selfreport onderdelen: SCL-90-R scores op anxiety, phobic anxiety en global severity Index; de State-Trait Anxiety Inventory en 2 scores uit de Modified Fear Survey.
Geen verschil in mate van distress tussen slachtoffers van vreemden, goede bekenden en kennissen (seen before).
Nadere verkenning van de slachtofferervaring en psychische impact
Hoof
dstuk 3
63
oVerzICht 3.2 Kenmerken en resultaten geïncludeerde studies Geïncludeerde
studies Land Steekproef Delicten Omvang steekproef
Tijd sinds delict en eventuele wijze v. controle Sekse en leeftijd slachtoffers Methode en meetinstrument Resultaat
Acute stress symptomen (binnen een maand na delict) Elklit & Brink,
2003
Denemarken Slachtoffers van geweld v.a. 18 jaar die de Eerste hulp van een universiteitsziekenhuis bezochten
Fysiek geweld
214 1-2 weken voor hele
groep
MV 73% M Gem. 27 jaar oud
Items uit de Harvard Trauma Questionnaire-Part IV
Bivariaat: hogere avoidance
F(2, 159) =3,70; p<,05) en hogere arousal
F(2, 164) =3,20; p<,05) als partner de dader
was in vergelijking met een vreemde. In multivariate analyse verdwijnt dit. Feinstein et al.,
2011
VS Slachtoffers van verkrachting geworven via politiebureaus, ziekenhuizen en
slachtofferhulp
Seksueel geweld
124 1 maand voor hele
groep V Gem. 30 jaar oud Clinical-Administered PTSD Scale (gestructureerd klinisch interview) Ernst PTSS symptomen vreemde 68,97 kennis 76,32 intimus 55,08.
Kennis is sig. hoger dan intimus (p<,05) Chronische posttraumatische stress symptomen (3 maanden of langer na delict)
Darves-Bornoz, 1997
Frankrijk Slachtoffers van verkrachting, v.a. 13 jaar, toegelaten tot Centrum voor seksueel geweld van een universiteitsziekenhuis
Seksueel geweld
92 6 maanden voor hele
groep MV 10% M Gem. 20,3 jaar oud, range 13-50 Gestructureerd klinisch interview voor PTSS
Dader familielid (vader, stiefvader, oom, broer, grootvader) als voorspeller voor PTSS na 6 maanden OR=9,0 (95% CI=1,1-75,7). Vergeleken met andere bekenden/vreemden.
Darves-Bornoz et al., 1998
Frankrijk Slachtoffers van verkrachting, v.a. 13 jaar, toegelaten tot Centrum voor seksueel geweld van een universiteitsziekenhuis Seksueel geweld 73 12 maanden voor hele groep MV 15% M Gem. 21,5 jaar oud, range 13-50 Gestructureerd klinisch interview voor PTSS
Dader familielid (vader, stiefvader, oom, broer, grootvader) als voorspeller voor PTSS na 12 maanden OR=19,8 (95% CI=1,57-250). Vergeleken met andere bekenden/vreemden.
Elklit &
Christiansen, 2013
Denemarken Slachtoffers van verkrachting die binnen 72 uur na het delict hulp zochten bij een centrum voor slachtoffers van verkrachting van een universiteitsziekenhuis Seksueel geweld 136 3-4 maanden voor hele groep V Gem.23,1 jaar oud Range 12-71 Harvard Trauma Questionnaire-Part IV
Slachtoffer-dader relatie hing niet samen met ernst PTSS. Vergeleken werden familieleden/partners, vrienden/kennissen/ex-partners en vreemden.
Feehan et al., 2001
Nieuw Zeeland Slachtoffers van geweld uit een cohort 21-jarigen (Dunedin studie)
Elk geweld 374 Maximaal 12 maanden; voor tijd sinds delict is gecontroleerd
MV 62% M 21 jaar oud
Interview met items uit de PTSS-sectie van het Diagnostic Interview Schedule
Intieme dader (familielid/ partner) hangt bij vrouwen samen met psych. distress (vergeleken met andere bekenden/vreemden): OR 2,8 (95% CI=1,3-6,1). Bij mannen niet. In multivariate analyse verdwijnt dit. Kilpatrick et al.,
1985
VS Slachtoffers van verkrachting v.a. 16 jaar, geworven via een rape crisis centrum.
Seksueel geweld
125 3 maanden voor hele
groep
V
Gem. 26,8 jaar oud
Distress Index, opgebouwd uit 6 selfreport onderdelen: SCL-90-R scores op anxiety, phobic anxiety en global severity Index; de State-Trait Anxiety Inventory en 2 scores uit de Modified Fear Survey.
Geen verschil in mate van distress tussen slachtoffers van vreemden, goede bekenden en kennissen (seen before).
Möller et al., 2014 Zweden Slachtoffers van (poging tot) verkrachting die hulp zochten bij de Emergency Clinic for Raped Women van een ziekenhuis
Seksueel geweld
179 6 maanden voor hele
groep V Gem. 26,4 jaar oud Range 18-59 Structured Clinical Interview for DSM IV
Geen significant verschil in het % met PTSS: slachtoffers van partners 47,6%; kennissen 42,2%; vreemden 28,9%.*
Culbertson & Dehle, 2001
VS Slachtoffers van seksueel geweld, aangetroffen in een groep van 206 studentes die zich hadden gemeld n.a.v. een advertentie op prikbord psychologie faculteit
Seksueel geweld
96 Bivariaat was
tijd sinds delict (gem. 5,69 jaar) niet significant gerelateerd aan uitkomstmaten. V Gem. 25,3 jaar oud ten tijde van studie, range 18-51
Vragenlijst waarin opgenomen Impact of Event Scale-Revised
Hyperarousal scores lager bij dates◊
(M=2,58) en seksuele intimi (M=4,06) dan kennissen (M=7,97) en getrouwden/ samenwonenden (M=11,50). Getrouwd/ samenw. ook sig. hoger dan kennissen. Intrusion scores lager bij dates (M=6,15) en seksuele intimi (M=6,06) dan getrouwd/samenw.
(M=13,50). Seksuele intimi ook sig. lager dan kennissen (M=10,67).
Riggs et al., 1992 VS Slachtoffers afkomstig uit een grotere groep van 391 vrijwilligers die weer afkomstig waren uit een representatieve steekproef van 2004 vrouwen uit een county. Seksueel en niet seksueel ernstig geweld
47 Tijd sinds delict
(gem. ca 13 jaar) verschilde niet significant tussen de groepen V Gem. 38,9 jaar oud ten tijde van de studie
Symptom Checklist-90-R en Impact of Event Scale – self report.
SCL en IES (Intrusie schaal, vermijdingschaal en totaalscore): geen verschil tussen slachtoffers van verkrachting door vreemde, door echtgenoot, ernstig geweld door niet-echtgenoot, door echtgenoot). Ullman et al.,
2006
VS Slachtoffers van seksueel geweld sinds 14e jaar, geworven via flyers, advertenties en briefjes verspreid via campussen, community, ggz en rape crisis centra.
Seksueel geweld
1084 Bivariaat was
tijd sinds delict (gem. ca 13 jaar) niet significant gerelateerd aan uitkomstmaat V Gem. 32,5 jaar oud ten tijde van de studie
Mail survey met Posttraumatic Stress Diagnostic Scale
Ernst PTSS symptomen: vreemde 1,18; kennis 1,02; partner/echtgenoot 1,05 en familielid 1,32. F 6,37 (p=,000).
Familielid > alle andere groepen; Vreemde > kennis, partner/echtgenoot.
Geïncludeerde
studies Land Steekproef Delicten Omvang steekproef
Tijd sinds delict en eventuele wijze v. controle Sekse en leeftijd slachtoffers Methode en meetinstrument Resultaat
* Percentages berekend op basis van gegevens in artikel Möller et al. (2014, tabel 3); de verschillen zijn niet significant (persoonlijke communicatie).
◊ Dates met wie men geen seks had gehad. Seksuele intimi: met wie men eerder wel seks had gehad maar met wie men niet samenwoonde of getrouwd was. Kennissen: had men eerder gezien of gesproken maar nooit seks mee gehad.
Nadere verkenning van de slachtofferervaring en psychische impact
Hoof
dstuk 3
65 Möller et al., 2014 Zweden Slachtoffers van (poging tot)
verkrachting die hulp zochten bij de Emergency Clinic for Raped Women van een ziekenhuis
Seksueel geweld
179 6 maanden voor hele
groep V Gem. 26,4 jaar oud Range 18-59 Structured Clinical Interview for DSM IV
Geen significant verschil in het % met PTSS: slachtoffers van partners 47,6%; kennissen 42,2%; vreemden 28,9%.*
Culbertson & Dehle, 2001
VS Slachtoffers van seksueel geweld, aangetroffen in een groep van 206 studentes die zich hadden gemeld n.a.v. een advertentie op prikbord psychologie faculteit
Seksueel geweld
96 Bivariaat was
tijd sinds delict (gem. 5,69 jaar) niet significant gerelateerd aan uitkomstmaten. V Gem. 25,3 jaar oud ten tijde van studie, range 18-51
Vragenlijst waarin opgenomen Impact of Event Scale-Revised
Hyperarousal scores lager bij dates◊
(M=2,58) en seksuele intimi (M=4,06) dan kennissen (M=7,97) en getrouwden/ samenwonenden (M=11,50). Getrouwd/ samenw. ook sig. hoger dan kennissen. Intrusion scores lager bij dates (M=6,15) en seksuele intimi (M=6,06) dan getrouwd/samenw.
(M=13,50). Seksuele intimi ook sig. lager dan kennissen (M=10,67).
Riggs et al., 1992 VS Slachtoffers afkomstig uit een grotere groep van 391 vrijwilligers die weer afkomstig waren uit een representatieve steekproef van 2004 vrouwen uit een county. Seksueel en niet seksueel ernstig geweld
47 Tijd sinds delict
(gem. ca 13 jaar) verschilde niet significant tussen de groepen V Gem. 38,9 jaar oud ten tijde van de studie
Symptom Checklist-90-R en Impact of Event Scale – self report.
SCL en IES (Intrusie schaal, vermijdingschaal en totaalscore): geen verschil tussen slachtoffers van verkrachting door vreemde, door echtgenoot, ernstig geweld door niet-echtgenoot, door echtgenoot). Ullman et al.,
2006
VS Slachtoffers van seksueel geweld sinds 14e jaar, geworven via flyers, advertenties en briefjes verspreid via campussen, community, ggz en rape crisis centra.
Seksueel geweld
1084 Bivariaat was
tijd sinds delict (gem. ca 13 jaar) niet significant gerelateerd aan uitkomstmaat V Gem. 32,5 jaar oud ten tijde van de studie
Mail survey met Posttraumatic Stress Diagnostic Scale
Ernst PTSS symptomen: vreemde 1,18; kennis 1,02; partner/echtgenoot 1,05 en familielid 1,32. F 6,37 (p=,000).
Familielid > alle andere groepen; Vreemde > kennis, partner/echtgenoot.
Geïncludeerde
studies Land Steekproef Delicten Omvang steekproef
Tijd sinds delict en eventuele wijze v. controle Sekse en leeftijd slachtoffers Methode en meetinstrument Resultaat
3.3.4 resultaten
In de kolommen van overzicht 3.3 staan de verschillende slachtoffer-dader relaties, van 1 (kleinste relationele afstand) tot en met 9 (grootste relationele afstand). In de rijen staan de studies die geschikt bleken voor gedetailleerde vergelijking van onderzoeksbevindingen naar slachtoffer-dader relatie. Een lege kolom betekent dat die slachtoffer-dader relatie niet in de betreffende studie is onderzocht. Een kolom met een plus (+) duidt erop dat onder de slachtoffers van delicten gepleegd in die slachtoffer-dader relatie, meer problematiek is gemeten dan onder de slachtoffers in de slachtoffer-dader relatie die met een min (-) is aangeduid. Een kolom met n.s. (niet significant) duidt erop dat onder de slachtoffers van delicten door deze daders geen significant verschil is gevonden met de andere slachtoffer-dader relaties.
oVerzICht 3.3 Acute of posttraumatische stress op relationele afstand schaal
Eerste auteur, jaartal Delict Slachtoffer-dader relatie 1 Huidige partner 2 Ex- en huidige partner 3 Familie en partner 4 Familielid 5 Goede bekende 6 Bekende 7 Oppervl. bekende 8 Anderen inclusief vreemden 9 Vreemden Culbertson, 2001 Seksueel geweld + -/n.s. Darves-Bornoz, 1997/1998 Seksueel geweld + -Elklit, 2003 Fysiek geweld n.s. n.s. Elklit, 2013 Seksueel geweld n.s. n.s. n.s. Feehan, 2001 Elk geweld n.s. n.s. Feinstein, 2011 Seksueel geweld - + n.s. Kilpatrick, 1985 Seksueel geweld n.s. n.s. n.s. Möller, 2014 Seksueel geweld n.s. n.s. n.s. Riggs, 1992 Seksueel geweld n.s. n.s. Fysiek geweld n.s. n.s. Ullman, 2006 Seksueel geweld - + - -- - +
Nadere verkenning van de slachtofferervaring en psychische impact
Hoof
dstuk 3
67
Acute stress symptomen
Elklit en Brink (2003) onderzochten Deense mannelijke en vrouwelijke geweldslachtoffers die de eerste hulp van een ziekenhuis bezochten. In Denemarken is dat volgens de onderzoekers een goede strategie om in contact te komen met slachtoffers met letsel van enige ernst, omdat iedereen die behandeling nodig heeft, daarheen komt. De onderzoekers vonden bij een meting binnen twee weken na het delict dat slachtoffers van geweld door een partner meer acute stresssymptomen ondervonden dan slachtoffers van geweld door vreemden. In een multivariate analyse bleek de slachtoffer-dader relatie echter geen significante voorspeller.6
23Misbruik en mishandeling als kind en trauma-gerelateerde shock bleken in het multivariate model sterke voorspellers van acute stress. Feinstein et al. (2011) deden in de Verenigde Staten onderzoek onder vrouwelijke slachtoffers van verkrachting binnen een maand na het delict. Deelnemers werden geworven via politiebureaus, ziekenhuizen en slachtofferhulp. De onderzoekers vonden bivariaat ernstiger posttraumatische stress symptomatologie bij de groep die was verkracht door niet-intieme bekenden (waaronder dates, collega’s, vrienden), dan bij de groep die door (ex)intieme partners was verkracht. De slachtoffers van verkrachting door vreemden weken niet significant af van beide andere groepen. Dit resultaat werd gevonden terwijl slachtoffers van de beide bekende dadergroepen niet significant van elkaar verschilden op onder meer peritraumatische angst, eerdere geweldservaringen en wapengebruik door de dader. Het verschil tussen de slachtoffers van niet-intieme en intieme bekenden kon daardoor niet verklaard worden uit dergelijke kenmerken.
Chronische posttraumatische stress symptomen
In Denemarken deden Elklit en Christiansen (2013) onderzoek onder een groep vrouwen die hulp had gezocht bij een gespecialiseerd centrum voor slachtoffers van verkrachting. De onderzoekers onderscheidden drie groepen: de eerste omvatte familieleden en partners, de tweede vrienden, kennissen en ex-partners en de derde groep betrof vreemden. Er bleek drie à vier maanden na het delict geen samenhang te zijn tussen de ernst van de posttraumatische stress en relationele afstand tussen slachtoffer en dader. Kilpatrick et al. (1985) vonden in de Verenigde Staten bij een vergelijkbare groep en ook drie maanden na het delict evenmin een verschil in problematiek naar slachtoffer-dader relatie; zij vergeleken slachtoffers van verkrachting door kennissen, goede bekenden en vreemden. Möller et al. (2014) vonden onder een vergelijkbare groep in Zweden zes maanden na het delict evenmin een significant verschil tussen slachtoffers van seksueel geweld door de eigen partner en slachtoffers van kennissen en vreemden.
6 Dit is afgeleid uit het artikel op basis van het gegeven dat de slachtoffer-dader relatie in het multivariate model niet meer aan de orde is. Toch wordt door Elklit & Brink (2003: 467) geconcludeerd dat partnergeweld de symptomen verhoogde. Deze conclusie lijkt enkel op het bivariate resultaat gebaseerd. Het is niet gelukt d.m.v. persoonlijke communicatie zekerheid te krijgen op dit punt.
Uit een Franse studie waarover in meerdere publicaties is gerapporteerd (Darves-Bornoz, 1997; Darves-(Darves-Bornoz, Lépine, Choquet, Berger, Degiovanni & Gaillard, 1998; Darves-Bornoz, Berger, Degiovanni, Gaillard & Lépine, 1999) onder een vergelijkbare hulpzoekende groep die echter behalve vrouwelijke ook mannelijke slachtoffers bevatte vanaf 13 jaar, bleek dat slachtoffers van verkrachting door familieleden (vader, stiefvader, oom, broer, opa) een verhoogde kans op PTSS hadden, vergeleken met slachtoffers van verkrachting door andere daders (intieme partners, andere bekenden, vreemden). Dit effect werd zowel zes als twaalf maanden na het delict gevonden, ook in een multivariate analyse met als covariaten onder meer ander fysiek en seksueel geweld, herhaling en leeftijd ten tijde van de eerste verkrachting (Darves-Bornoz et al., 1998). De onderzochte groep kan volgens de auteurs niet representatief geacht worden voor alle slachtoffers van seksueel geweld, maar geeft volgens hen een indruk van de groep slachtoffers die justitie inroept: elk slachtoffer dat bij een strafproces in de betreffende regio betrokken is, wordt automatisch verwezen naar het centrum (Darves-Bornoz, 1997).
De in het voorgaande beschreven studies zijn uitgevoerd onder hulpzoekers. Dat geldt niet voor de volgende studies. Feehan, Nada-Raja, Martin en Langley (2001) onderzochten in Nieuw Zeeland een geboortecohort van 21-jarigen. Mannelijke en vrouwelijke slachtoffers van (seksueel en niet seksueel) geweld in de voorgaande 12 maanden werden onderzocht op posttraumatische stress symptomen. Bij de vrouwelijke slachtoffers was een intieme dader (familielid of partner) geassocieerd met meer stress dan andere daders, bij de mannen niet. Echter in een multivariate analyse was dit niet langer significant. Culbertson en Dehle (2001) onderzochten een groep Amerikaanse studentes die gemiddeld ruim vijf jaar geleden seksueel geweld hadden meegemaakt. Zij vonden onder de slachtoffers van daders met wie zij ten tijde van het geweld samenwoonden of getrouwd waren het hoogste klachten niveau. Bij slachtoffers van dates (waarmee men nooit seks had gehad) en seksuele intimi (met wie men wel ooit seks had gehad) vond men het laagste klachtenniveau. Hierbij was gecontroleerd voor opgelopen letsel en voor huidig relationeel geweld. De groep slachtoffers van seksueel geweld door kennissen (waaronder ook vrienden konden vallen waarmee men nooit seks had gehad) zat er tussenin qua klachtenniveau.
Ullman et al. (2006) onderzochten een grote groep Amerikaanse vrouwen die seksueel geweld hadden meegemaakt sinds hun 14e jaar. De vrouwen hadden zichzelf aangemeld voor het onderzoek, het delict was gemiddeld circa 13 jaar geleden. Slachtoffers van seksueel geweld door familieleden scoorden hoger op posttraumatische stress symptomen dan slachtoffers van vreemden, kennissen en partners. Slachtoffers van vreemde daders scoorden ook hoger dan slachtoffers van kennissen en partners.
Tot slot vergeleken Riggs et al. (1992) een groep Amerikaanse vrouwelijke slachtoffers van verkrachting en ander ernstig geweld door verschillende daders. Ook deze delicten
Nadere verkenning van de slachtofferervaring en psychische impact
Hoof
dstuk 3
69
waren gemiddeld zo’n 13 jaar geleden. Er werd geen verschil in problematiek gevonden tussen slachtoffers van verkrachting door echtgenoten, van verkrachting door vreemden, van ernstig niet seksueel geweld door echtgenoten en van ernstig niet seksueel geweld door anderen.
3.4 ConClusIe en refleCtIe
De bevindingen over acute of posttraumatische stress na al dan niet seksuele geweldsdelicten, wijzen niet consistent in de richting van een samenhang tusen dergelijke problematiek en relationele afstand. De resultaten zijn gemengd. Relationele afstand blijkt als zodanig, conform verwachting, niet bepalend voor het ontwikkelen van klachten. Wel is in beide studies waarin familieleden (niet zijnde echtgenoten) als dadergroep van seksueel geweld werden onderscheiden, een hoger niveau van klachten aangetroffen.