• No results found

Op de vraag wat de aantrekkingskracht van de Jezusfiguur in China is, valt wellicht geen eenduidig antwoord te geven. Omwille van deze reden is dit onderzoek allereerst ingegaan op de geschiedenis van de evolutie van de christelijke Jezusfiguur en andere Jezusfiguren die gedurende de dynastieke en moderne historie de revue passeerden. De geschiedenis schetst de complexiteit van de verspreiding van de Jezusfiguur in China en de verschillen die het dientengevolge heeft met zijn Europese equivalent(en). Deze ontwikkelingen vinden in navolging van Avner Ben-Zaken over interculturele uitwisselingen, plaats in een ‘grijs gebied’ waar de marges van de ene cultuur de andere overlappen, en hierdoor een ‘wederzijds omarmde zone’ ontstaat. 157 De Jezusfiguren

ontwikkelden zich in deze zone tot een humanistisch figuur met een minder sterk messianistisch karakter en overeenkomstig met figuren uit het boeddhisme en confucianisme. Dientengevolge heeft de Jezusfiguur zich in de loop van tijd als vast spiritueel alternatief op de traditionele religies in de Chinese cultuur weten te wortelen en is daarbij mogelijk zelfs ‘ontchristelijkt’ en veranderd in een ‘Chinese Jezus’. Daar komt bij dat het christendom enerzijds de modernisatie van de natiestaat China mede heeft gevormd en anderzijds deze modernisatie de verspreiding van het christendom en de Jezusfiguur heeft weten te stimuleren en zelfs verder te integreren in de Chinese cultuur. De aantrekkingskracht van de Jezusfiguur is mede hierdoor gedurende de eeuwen meermaals veranderd. Chinese bekeerlingen werden gemotiveerd door toegang tot kennis, sociale mobiliteit en macht, maar ook door innovatie en modernisering van regeringsmanagement en staatsinrichting of voor de opzet van een cultureel/religieus nationalisme.

De aantrekkingskracht is wellicht ook onderdeel van de voortdurende dynamiek van het wisselende religieuze beleid van de Chinese machthebbers. Deze dynamiek, dat zowel het

confucianistische als communistische beleid typeert, wisselt tussen religieuze tolerantie en onderdrukking. Doorheen de geschiedenis kon de verspreiding van de Jezusfiguur bij een tolerant beleid op relatief ongehinderde wijze plaatsvinden. China was—en is—bovendien, zoals Grim en Finke aangeven een ‘kruispunt van verschillende wereldreligies’ waardoor de Chinese samenleving altijd een multireligieus karakter heeft gehad en waar het christendom eveneens deel van is geworden.158 Daar staat niettemin tegenover dat de Chinese overheid altijd bij machte is gebleven om religies te verbieden wanneer deze de staatsautoriteiten, nationale eenheid of de morele integriteit dreigden te ondermijnen. Politieke en religieuze conflicten tussen de Chinese autoriteiten en de Westerse mogendheden, angst voor buitenlandse inmenging alsook de vele onderlinge fricties tussen christelijke gemeenschappen hebben in het verleden meermaals toe geleid dat het praktiseren van christelijke activiteiten en vereringen van de Jezusfiguur verboden werden. De grenzen tussen legale en illegale religies zijn echter, in navolging van Yang Fenggangs religieuze markten, vaag en vloeibaar.159 Aldus heeft dit er mede toe geleid dat de sinificatie van de Jezusfiguur in de hand werd gespeeld, voornamelijk ten tijde van maatschappelijke en politieke transities, zoals de Taiping- opstand, de Qing-Republiek-transitie en de Culturele Revolutie. De repressie en de genoodzaakte mediatie tussen autoriteiten, lokale tradities en christendom vormden een opportuniteit om de Jezusfiguur verder te integreren in de Chinese cultuur. Bovendien worden transitieperiodes gekenmerkt door nieuwe ‘spirituele behoeftes’ en een zoektocht naar zelfrealisatie waarbij huidige instanties en autoriteiten niet meer als morele leidraad fungeren. Meermaals is getracht om dit spirituele vacuüm op te vullen met de Jezusfiguur als nieuwe leidraad, maar deze pogingen hebben eveneens veel weerstand opgeroepen met name vanuit groeperingen die ideologisch afweken van de christelijke religie, zoals de confucianisten en communisten. Deze groeperingen zijn doorheen de geschiedenis en tot op heden vertegenwoordigd in de Chinese regering en hebben in hun beleid veel nadruk gelegd op ideologische en ook politieke tegenstellingen. Hierdoor is een langdurig wantrouwen ontstaan tussen het christendom en de Chinese autoriteiten, vooral gevoed door de aversie tegen buitenlandse (Westerse) inmenging. De vergevorderde sinificatie van de Jezusfiguur toont desondanks aan dat deze een flexibel aanpassingsvermogen heeft weten te ontwikkelen en daardoor een verfijndere aantrekkingskracht heeft gekregen. Deze Jezusfiguur, niet alleen vertegenwoordigd door pinkstergemeenschappen en sektes, maar ook door kleine onafhankelijke

158 Grim en Finke, 2007. 159 Yang, 2006.

gemeenschappen, konden beter afgestemd worden op de Chinese bekeerlingen dan zijn ideologische tegenhangers of Westerse evenknieën vanuit christelijke of overheidsinstanties.

De huidige populariteit van de Jezusfiguur en het groeiende aantal christenen in China lijkt dit opnieuw te bevestigen, vooral nu onder de huidige leiding van Xi Jinping de religieuze vrijheid steeds meer wordt vervangen door een toenemende overheidsinmenging. De oorzaak van deze populariteit en de sterke groei van het aantal christenen wordt toegeschreven aan een nieuw spiritueel vacuüm dat ontstaan is in de decennia van China’s economische hervormingen en welvaartsgroei. Opnieuw is er wellicht sprake van een transitieperiode waarin de opkomst van de moderne markteconomie gepaard gaat met de morele teloorgang van de CCP. De Chinese samenleving is door de economische welvaart complexer en verfijnder geworden alsook meer gaan steunen op individuele ondernemingen. De staat kan hierin niet langer optreden als ‘de grote weldoener’ ten koste van de morele autoriteit van de CCP. De Jezusfiguur daarentegen heeft mede dankzij overzeese Chinezen, Chinese gastarbeiders en christelijke Chinese intellectuelen betere associaties met moderniteit en markteconomie weten te verkrijgen. Mede hierdoor heeft het christendom geholpen aan de groei van de moderne Chinese markteconomie door sociale mobiliteit en nieuwe christelijke sociale klassen. Anderzijds zorgde deze sociale mobiliteit voor een impuls voor de verspreiding van het christendom. Aldus brengt de Jezusfiguur op deze wijze de moderne Chinese identiteit en de christelijke identiteit samen. Als reactie op deze ontwikkeling tracht Xi Jinping de morele integriteit van de CCP te herstellen door enerzijds de controle op religie en op de Jezusfiguur te herwinnen via onderdrukking van religieuze activiteiten en door anderzijds nieuwe alternatieven aan te bieden via zijn nadruk op zijn partijleiderschap in wetswijzigingen en de opbouw van een nieuwe spirituele samenleving op basis van het nieuw-confucianisme. Op deze wijze poogt Xi de ideologie van de CCP te herdefiniëren binnen de moderne markteconomie. Het is evenwel denkbaar dat deze religieuze controle opnieuw wordt aangescherpt uit angst voor staatsondermijning en ontrouw jegens de CCP door christelijke invloeden. Hiermee komt de Jezusfiguur voor nieuwe uitdagingen te staan doordat schijnbare tegenstellingen en conflicterende visies tussen het christendom en nieuw-confucianisme, die reeds in het verleden werden aangehaald, opnieuw aan de oppervlakte komen. Hierdoor wordt wellicht het idee voorgehouden dat in de vorming van de moderne Chinese identiteit een ideologische problematiek opspeelt wanneer men streeft zich te identificeren met zowel de Jezusfiguur als met de CCP. Dit proces wordt echter meer bemoeilijkt door de harde religieuze onderdrukking van de Partij alsook door christelijke

groeperingen die op fanatiekere wijze deze onderdrukking beantwoorden, wat de geloofwaardigheid van beide partijen verslechterd. Of er bovendien sprake is van een ideologische problematiek valt mogelijk te betwijfelen, daar de sinificatie van de Jezusfiguur en de toenemende mogelijkheid om zijn overtuigingen intern en los van instanties—en ook los van het christendom—te belijden reeds veel van deze tegenstellingen heeft weten te overbruggen en in sommige gevallen zelfs heeft bewezen dat deze de traditionele Chinese identiteit beter waarborgen dan het communisme.160 Verder kan met oog op de multireligieuze samenleving van China worden gesteld dat Xi wellicht niet de intentie heeft om de Jezusfiguur volledig te verwijderen, maar dat het aannemelijker is dat hij meer invloed probeert uit te oefenen op de Chinese gelovigen binnen de christelijke gemeenschap. De inspiratie die uit de verspreiding van het christendom wordt geput ter promotie van het nieuw- confucianisme beaamt wellicht dat de aantrekkingskracht van christendom en de Jezusfiguur zich op velerlei domeinen uitstrekt en volledig gevestigd is in de Chinese cultuur en maatschappij. De dynamiek van het Chinese religieuze beleid kantelt wederom van tolerantie naar repressie en dientengevolge verschuift de verering van de Jezusfiguur mogelijkerwijs langzaam tussen de grenzen van de religieuze markten. Deze dynamiek zal zich hoogstwaarschijnlijk ook in de toekomst voortzetten, maar de aantrekkingskracht van de Jezusfiguur zal niettemin een blijvende werking hebben.

Bibliografie

- Barbalet, Jack. “Chinese religion, Market Society and the State.” In Religion and the State: A Comparative Sociology, edited by Barbalet Jack, Possamai Adam, Turner Bryan S, pp. 185-206. Anthem Press, 2011.

- Ben-Zaken, Avner. Cross-Cultural Exchanges in the Eastern Mediterranean, 1560-1660. Baltimore: John Hopkins University Press, 2010.

- Bodde, Derk. “China’s Muslim Minority”. Far Eastern Survey 15 (1946): 281-284.

- Boardman, Eugene P. “Christian Influence Upon the Ideology of the Taiping Rebellion.” The Far Eastern Quaterly 10.2 (1952): 115-124.

- Chen Caijun 陈才俊 (2012). "Jiduzongjiao yu Sun Zhongshan zhi “ziyou、pingdeng、 bo’ai”guan"基督宗教与孙中山之“自由、平等、博爱”观 [Christianity and Sun Yat-sen's

Concepts of "Freedom, Equality, Fraternity"]. Jinan xuebao (Zhexue Shehui kexueban) 暨 南学报(哲学社会科学版) 34: 111-120.

- Chen, Cunfu en Huang, Tianhai. “The Emergence of a new Type of Christians in China Today.” Review of Religious Research 46.2 (2004): 183-200.

- Cook, Sarah G. The Battle for China’s Spirit, religious revival, repression and resistance under Xi Jinping. New York: Lanham by Freedom House, 2017.

- Dessein Bart. “Religion and the Nation Confucian and New Confucian Religious Nationalism.” In Religion and Nationalism in Chinese Societies, edited by Kuo Cheng-tian, pp. 199-231, 2017.

- DuBois Thomas David. “China’s Religion law and the Perils of Counting Consciousness.” In Disturbances in Heaven, edited by Franceschini Ivan, Lin Kevin, Loubere Nicholas, pp.92-97. ANU Press, 2017.

- Dunn, Emily C, ““Cult,” Church and the CCP: Introducing Eastern Lightening.” Modern China 35.1 (2009): 96-119.

- Edwards, E.D. “Religion in Modern China.” Pacific Affairs 28.1 (1955): 79-81.

- Feng Ying 冯英. “Ming qing zhi ji jiaoshi ren dui yesu xingxiang de gaizao ji qi wenhua yiyi” 明清之际奉教士人对耶稣形象的改造及其文化意义 [Over de transformatie van het beeld van Jezus door Chinese Confucianistische missionarissen gedurende de Late-Ming en Vroege-Qing dynastie en zijn culturele betekenis]. Xingtan daxue xuebao 湘潭 大 学 学 报 40.4 (2016): 146-151.

- Groot, Gerry. “THE EXPANSION OF THE UNITED FRONT UNDER XI JINPING.” In Pollution, edited by Davies Gloria, Goldkorn Jeremy, Tomba Luigi, pp.166-179. ANU Press, 2016.

- Grim, Brian J. en Finke, Roger. “Religious Presecution in Cross-National Context: Clashing Civilizations or Regulated Religious Economies?” American Sociological Review 72.4 (2007): 633-658.

- Jaros, Kyle. Pan, Jennifer. “China’s Newsmakers: Official Media Coverage and Political Shifts in the Xi Jinping Era.” The China Quaterly 233 (2018): 111-136.

- Jin Haohui 靳浩辉. “Kongzi de qunti benwei yu yesu de geti benwei zhi bijiao 孔子的群体 本位与耶稣的个体本位之比较” [Vergelijking tussen de Groepsnorm van Confucius en de

Individuele Standaard van Jezus] Tsinghua University School of Social Sciences nr.1 (2016):191-195.

- Kalir, Barak. “Finding Jesus in the Holy Land and bringing Him to China” Sociology of Religion 70.2 (2009): 130-156.

- Kim, Seung Chul. “Jesus the Bodhisattva: Jesus as predicate.” University of Hawaii Press 16 (1996): 192-193.

- Lam Jason T.S. “The emergence of scholars studying Christianity in mainland China.” In Sino-Christian Theology: A Theological Qua Cultural Movement in Contemporary China, edited by Lai Pan-chiu, Lam Jason, pp. 21-33. Peter Lang AG, 2010.

- Lian, Xi. “A Messianic Deliverance for Post-Dynastic China: The Launch of the True Jesus Church in the Early Twentieth Century” Sage Publications, Inc.: Modern China, 34.4 (oktober 2008): 407-441.

- Liang, Gong 梁工. “Dui yesu de shenceng ren zhi: Yesu xinli zhuanji gailun” 对耶稣的深 层认知:耶稣心理传记概论 [Over de diepe cognitie van Jezus: een inleiding tot de psychologische biografie van Jezus] Journal of Henan University (Social Science) 51.6 (november 2011): 99-103.

- Loy, David R. “The Religion of the Market.” Journal of the American Academy of Religion 65.2 (1997): 275-290.

- Malek, Roman. “Christendom and its Manifestations in China Today.” In Religion in China: Major Concepts and Minority Positions, edited by Deeg Max, Scheid Bernhard, pp.113-141. Austrian Academy of Sciences Press, 2015.

- Man, Li. Dessein, Bart. “Aurelius Augustinus and Seng Zhao on ‘Time’: an interpretation of the confessions and the Zhao Lun.” Philosophy East & West 65.1 (2005): 157-177. - Metallo, M. “American Missionaries, Sun Yat-sen, and the Chinese Revolution.” Pacific

Historical Review 47. (1978): 261-282.

- McManners, John., eds. The Oxford illustrated history of Christianity. New York: Oxford university Press, 1990.

- Morton, H. Fried. “Reflections on Christianity in China American Ethnologist.” Frontiers of Christian Evangelism 14.1 (1987): 94-106.

- Mungello, David E. “Malebranche and Chinese Philosophy.” Journal of the History of Ideas 41.4 (1980): 551-578.

- Mungello, David E. “Reinterpreting the history of Christianity in China.” The Historical Journal 55.2 (2012): 533-552.

- Ni, Zhange. “Rewriting Jesus in Republican China: Religion, Literature, and Cultural Nationalism” The University of Chicago Press: The Journal of Religion 91.2 (2011): 223- 252.

- Ort, L.J.R. “Mani, Manichaeism, ‘Religionswissenschaft’” Numen 15.3 (1968): 191-207. - Overmyer, Daniel L. Religion in China today. Cambridge university press, 2003.

- Rule, Paul, von Collani, Claudia en Menegon, Eugenio. “The Chinese Rites Controversy: A Long Lasting Controversy in Sino-Western Cultural History” Pacific Rim Report 32 (2004): 1-8.

https://web.archive.org/web/20160303182437/http://www.ricci.usfca.edu/research/pacrimr eport/prr32.pdf Geraadpleegd: 23-03-2020.

- Schafer, Edward H. “Falconry in T’ang Times”. T’oung Pao 46.3/5 (1958): 293-338. - Schiffrin, H. Sun Yat-sen and the origins of the Chinese revolution. Berkeley: University of

California Press,1968.

- Scott, David. “Christian Responses to Buddhism in Pre-Medieval Times.” Numen 32.1 (juli 1985): 88-100.

- Song Huichang 宋惠昌.“Jidujiaoyu xinhai geming” 基督教与辛亥革命 [Christianity and the Xinhai Revolution]. Nanchang hangkong daxue xuebao (shehui kexueban) 南昌航空大 学学报(社会科学版) 13 (2011):17-25.

- Spence, Jonathan D. God’s Chinese Son: The Taiping Heavenly Kingdom of Hong Xiuquan. London, New York: Norton & Company, 1996.

- Standaert, Nicolas. “Jesuits in China” In The Cambridge companion to the Jesuits, edited by Thomas Worcester, pp.169-185. Cambridge University Press, 2008.

- Standaert, Nicolas. “New Trends in the Historiography of Christianity in China.” The Catholic Historical Review 83.4 (1997): 573-613.

- Sun, Anna. Confucianism as a World Religion: Contested Histories and Contemporary Realities. Princeton and Oxford: Princeton University Press, 2013.

- Sun, Yanfei. “Popular Religion in Zhejiang: Feminization, Bifurcation, and Buddhification.” Modern China 40.5 (2014): 455-487.

- Tsai Yen-zen. “ ‘We are good citizens’ Tension between protestants and the State in Contemporary China.” In Religion an Nationalism in Chinese Societies, edited by Kuo Cheng-tian, pp. 309-335. Amsterdam University Press, 2017.

- Vermeersch, Etienne en Braeckman, Johan. De rivier van Herakleitos: een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte. Antwerpen: Houtekiet, 2015.p.78-86.

- Xi, Lian. Redeemed by fire: The Rise of Popular Christianity in Modern China. Yale University Press, 2010.

- Xi, Lian. “A Messianic Deliverance for Post-Dynastic China: The Launch of the True Jesus Church in the Early Twentieth Century” Modern China 34.4 (2008): 407-441.

- Xu Tian 徐田 Zhou Jinsheng 周金声. “Zhongguo wenhua duiwai zhuan bo celüe tanxi”中 国文化对外传播策略探析[Analyse van de strategie voor buitenlandse communicatie van de Chinese cultuur] Hubei gongye daxue yuwenxuekan 湖北工业大学语文学刊 1 (2011): 112-113.

- Yamamoto, Tatsuro en Yamamoto, Sumiko. “The Anti-Christian Movement in China, 1922- 1927.” The Far Eastern Quaterly 12.2 (1953):133-147.

- Yang, Fenggang en Tamney, Joseph B. “Exploring Mass Conversion to Christianity among the Chinese: An Introduction.” Sociology of Religion 67.2 (2006): 125-129.

- Yang, Fenggang en Hu, Anning. “Mapping Chinese Folk Religion in Mainland China and Taiwan.” Journal for the Scientific Study of Religion 51.3 (2012): 505-521.

- Yang, Fenggang. “The Red, Black, and Gray Markets of Religion in China.” The Sociological Quarterly 47.1 (2006): 93-122.

- Yang Huaming 杨 华 明 . “Xifang shenxue yanjiu zhi yu “jidujiao zhongguohua” de xiangguanxing——yi moerteman sixiang yanjiu weili 西方神学研究之于“基督教中国

化”的相关性——以莫尔特曼思想研究为例” [De correlatie tussen Westers theologisch

onderzoek en de “sinificatie van het christendom” , met Mortmanns denkonderzoek als voorbeeld]. Zhongguo shehui kexueyuan shijie zongjiao yanjiu suo 中国社会科学院世界 宗教研究所 24 (2020): 24-42.

- Yue Mingkun 岳铭坤, Ye Lijun 叶利军. “Xin shidai zunlao jinglao wenti tanxi” 新时代尊 老敬老问题探析” [Analyse over de kwestie van het respecteren van de ouderen in de nieuwe tijd]. Xiandai shangmao gongye 现代商贸工业 20 (2018): 219-220.

- Zhang Xin 张欣. “Xunzhao shangdi de renxing——— dangdai ou’mei yesu xiaoshuo lüelun” 寻找上帝的人性 ———当代欧美耶稣小说略论 [Zoeken naar de humaniteit van God: Over de huidige Europese en Amerikaanse Jezus verhalen]. Zhejiang xue kan 浙江学 刊 5 (2008): 77-82.

- Zheng, Yangwen. Sinicizing Christianity. Brill, 2017.

- Zhou, Jinghao. “The Role of Chinese Christianity in the Precess of China’s Democratization.” American Journal of Chinese Studies 13.701 (2006): 701-719.

Bijlage

Preambule voor masterproeven geïmpacteerd door de coronamaatregelen

Voor het schrijven van mijn literatuuronderzoek voor de uitbraak van COVID-19 was ik van plan om op vaste werkdagen (de vrijdagen) in de bibliotheek of op kot in Gent te werken in combinatie met mijn vaste stagedagen op maandag t/m donderdag. Op deze wijze zou ik een vaste dag en werkplek hebben waardoor ik optimaal aan mijn masterproef kon werken en met toegang tot de benodigde literatuur. Dit zou tevens goed te combineren zijn met de twee cursussen die ik nog diende te volgen gedurende het tweede semester. Ik had bovendien gepland om in de paasvakantie een volle week toe te wijden aan de masterproef om extra progressie te boeken of eventuele achterstanden in te halen. De masterproef zou bij de eerste zittijd ingeleverd worden. Na de uitbraak van COVID-19 was ik genoodzaakt om mijn kot in Gent te verruilen voor mijn woonplaats in Nederland en heerste er door de ingevoerde lockdown onzekerheid over de mogelijke terugkeer naar België. De gehele planning moest herzien worden, omdat cursussen, stage en masterproef op afstand verder zouden worden gezet. De toegang tot de benodigde literatuur in de bibliotheek werd abrupt afgesneden en digitale toegang tot Chinese bronnen

(CNKI) verliep moeizaam vanuit huis. Hierdoor heb ik slechts een beperkt aantal Chinese bronnen kunnen verkrijgen en heb ik enkele bronvermeldingen in voetnoten niet kunnen vervolledigen. De aanpassingen in planning en organisatie alsmede de tragere voortgang van het werken op afstand hebben mij er mede toe aangezet om de inleverdatum uit te stellen tot de tweede zittijd.

Hoewel mijn onderzoek zonder verdere problemen kon worden voortgezet, heb ik toch enkele aanpassingen doorgevoerd. De literatuur heb ik kunnen aanvullen met Engelstalige bronnen (ook van Chinese auteurs) om de variëteit aan invalshoeken in mijn onderzoek te

behouden. Het uitstellen van de inleverdatum stelde mij in staat om meer tijd aan de afronding van mijn stage en cursussen te kunnen besteden. Dit is succesvol afgerond en de focus is daarna

volledig op de masterproef gezet.

'Deze preambule werd in overleg tussen de student en de promotor opgesteld en door beide goedgekeurd'.