• No results found

HOOFDSTUK 3 DE ECONOMISCHE ANALYSE VAN HET RECHT

3.3 Coase-theorema

Zoals in paragraaf 3.2.1 naar voren is gekomen, kan tussenkomst van de overheid door middel van regelgeving noodzakelijk zijn om de maatschappelijke welvaart te maximaliseren. Mensen zijn in beginsel namelijk alleen geneigd om de persoonlijke

___________________________________________________________________________ 89. Van Velthoven & Van Wijck, Recht en efficiëntie, 2013, p. 20 en Weterings, De economische

analyse van het recht, 2007, p. 9.

90. Weterings, De economische analyse van het recht, 2007, p. 9-10. 91. Ibid, p. 9-10 en begrippenlijst AA 1990/10, p. 201.

92. Van Velthoven & Van Wijck, Recht en efficiëntie, 2013, p. 22-23 en Hesselink, Contractenrecht in

perspectief, 2004, p. 121.

- 29 -

kosten van hun handelen in de kosten-baten analyse te betrekken. Zij moeten zo nu en dan geprikkeld worden om ook rekening te houden met de negatieve gevolgen van hun handelen voor derden en/of de maatschappij. Het Coase-theorema kan nader inzicht verschaffen in de werking en oplossing van deze negatieve externe effecten.94

Het Coase-theorema stelt dat partijen het probleem van negatieve externe effecten onderling kunnen oplossen. Zij kunnen door te onderhandelen de optimale

maatschappelijke (oftewel efficiënte) situatie bereiken zonder tussenkomst van de overheid. De onderliggende voorwaarde voor deze stelling is dat transactiekosten afwezig of verwaarloosbaar zijn.95 Onder transactiekosten moeten alle kosten worden verstaan die het gebruik van de markt met zich meebrengt. Voorbeelden van transactiekosten zijn de kosten van informatieverwerving, de kosten van onderhandeling, de kosten verbonden aan het opstellen van een overeenkomst, enzovoorts.96

In een marktsituatie waar geen transactiekosten bestaan, zullen door middel van ‘kosteloze’ onderhandelingen tussen partijen slechts transacties plaatsvinden die leiden tot een verbetering van de gezamenlijke welvaart. Dit heeft uiteindelijk tot gevolg dat de goederen (de rechten) terechtkomen bij degene die deze het hoogst waardeert. Kortom, zolang de transactiekosten nihil, zal via de marktwerking altijd een efficiënte verdeling van de goederen tot stand komen. Daar is geen interventie van de overheid voor nodig.97

Een voorbeeld kan dienen ter verduidelijking.98 Een aardappelteler heeft een oogst met een waarde van € 100.000 die door de grondwatervervuiling van een

nabijgelegen fabriek in gevaar wordt gebracht. Door een waterzuiveringsinstallatie aan te brengen in de waterafvoer van de fabriek kan de grondwatervervuiling worden voorkomen. De kosten voor het aanbrengen van deze installatie bedragen € 70.000. Volgens het Coase-theorema maakt het in een situatie zonder

transactiekosten niet uit of de fabriekseigenaar al dan niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade van de teler. In beide gevallen zal via de marktwerking de zuiveringsinstallatie worden aangebracht en zal de efficiënte situatie worden bereikt.

___________________________________________________________________________ 94. Weterings, De economische analyse van het recht, 2007, p. 10. Het Coase-theorema wordt ook wel de stelling van Coase genoemd.

95. Ibid, p. 11-12 en Couwenberg, AA 2014/02, p. 90.

96. Van Velthoven & Van Wijck, Recht en efficiëntie, 2013, p. 27 en Weterings, De economische

analyse van het recht, 2007, p. 11.

97. Weterings, De economische analyse van het recht, 2007, p. 11.

- 30 -

a. Als de teler het recht heeft op geen vervuiling en de fabriekseigenaar om die reden aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade, dan zal de

fabriekseigenaar de zuiveringsinstallatie in zijn waterafvoer aanbrengen. Hij zal liever € 70.000 aan een zuiveringsinstallatie uitgeven dan € 100.000 aan schade vergoeden. De eigenaar van de fabriek internaliseert op deze manier het negatieve externe effect van de vervuiling. De teler kan de waarde van zijn oogst volledig incasseren, zodat de gezamenlijke welvaart van partijen met € 30.000 wordt verbeterd (€ 100.000 baten teler minus € 70.000 kosten fabriekseigenaar).

b. Als de fabriekseigenaar het ‘recht’ heeft op vervuiling of wegens het ontbreken van een regeling op dit gebied niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade, dan zal de aardappelteler de kosten van de zuiveringsinstallatie voor zijn rekening nemen. Op deze manier verdient hij toch nog € 30.000 aan zijn oogst die anders geheel verloren zou gaan. Ook hier wordt de gezamenlijke welvaart van partijen met € 30.000 verbeterd (€ 30.000 baten teler minus € 0 kosten fabriekseigenaar).

Bezien vanuit het theorema van Coase is tussenkomst van de overheid dus eigenlijk niet noodzakelijk.Hoe de rechten van partijen ook worden vormgegeven of zijn toebedeeld, de werking van de markt zal ervoor zorgen dat de meest efficiënte oplossing tot stand komt.99

In de werkelijkheid zijn er echter altijd transactiekosten. Soms zijn deze kosten zelfs zo hoog dat onderhandelingen op de markt onmogelijk zijn. Anders gezegd: bij te hoge transactiekosten werkt de markt niet.100 De werkelijke kracht van het Coase- theorema ligt dan ook niet in de mogelijkheid voor partijen om in een wereld zonder transactiekosten door middel van onderhandelingen te komen tot een efficiënte oplossing, maar in de noodzakelijkheid van overheidsingrijpen in de zin van regelgeving in een wereld met transactiekosten.101 Zonder de juiste prikkels zal in een situatie van transactiekosten niet altijd de meest efficiënte oplossing tot stand komen. De overheid kan met de keuze voor een bepaalde rechtsregel - zonder dat daarvoor onderhandelingen nodig zijn - wenselijk gedrag en de meest efficiënte oplossing in de hand werken.102

___________________________________________________________________________ 99. Weterings, De economische analyse van het recht, 2007, p. 11-12 en Teulings, Bovenberg & Van Dalen, De cirkel van goede intenties, 2005, p. 16-17.

100. Van Velthoven & Van Wijck, Recht en efficiëntie, 2013, p. 29 en Weterings, De economische

analyse van het recht, 2007, p. 12.

101. Dit onderscheid wordt in de literatuur ook wel aangeduid met de termen Coase-theorema I en Coase-theorema II.

- 31 -

Bovendien kan de overheid met behulp van het recht trachten de transactiekosten zo laag mogelijk te houden. Zo kan bijvoorbeeld de complexiteit van de

onderhandelingen vereenvoudigd worden (en daarmee dus de kosten verbonden aan die onderhandelingen) door bepaalde overeenkomsten te verbieden of door aanvullende regelingen te maken voor niet overeengekomen zaken. Partijen hoeven dan niet eindeloos door te onderhandelen.103 Daar komt bij dat als de

transactiekosten laag zijn, de efficiënte situatie mogelijk (alsnog) bereikt kan worden via onderhandelingen op de markt.104

Kortom, zodra er transactiekosten zijn, is het bereiken van de efficiënte oplossing afhankelijk van de hoogte van de transactiekosten en de initiële verdeling van de rechten. Door de rechten toe te wijzen aan degene die deze het hoogst waardeert, worden de kosten van een transactie bespaard. Het maakt dus wel degelijk uit aan wie bepaalde rechten worden toebedeeld.105 Mocht vervolgens alsnog een

transactie nodig zijn (doordat bijvoorbeeld het recht aan de verkeerde partij is toebedeeld), dan kunnen de transactiekosten economisch gezien maar beter zo laag mogelijk zijn.

3.4 Resumé

In de klassieke juridische denkwijze bestaat de doelstelling van het recht uit het nastreven van rechtvaardigheid. Een bepaalde rechtsregel moet leiden tot een rechtvaardige oplossing van het conflict. Een inherent gevolg van dit streven is dat de rechter de mogelijkheid krijgt om in bepaalde uitzonderlijke situaties met behulp van de redelijkheid en billijkheid een onrechtvaardige uitkomst te corrigeren.

De doelstelling van de rechtseconomie is daarentegen gelegen in het maximaliseren van de maatschappelijke welvaart. Rechtsregels creëren prikkels die mensen

kunnen sturen en tot ander gedrag kunnen bewegen dan het gedrag waarvoor zij bij afwezigheid van die regels zouden hebben gekozen.

Binnen de economische analyse van het recht wordt aan de hand van de maatstaf van efficiëntie gemeten in hoeverre rechtsregels kunnen bijdragen aan een

verbetering van de maatschappelijke welvaart. Een rechtsregel kan bijdragen aan de maatschappelijke welvaart, indien door die rechtsregel het totale saldo van baten en kosten in positieve zin verandert. Voor de vaststelling van de mate van efficiëntie worden binnen de rechtseconomie verschillende criteria gehanteerd. De twee belangrijkste criteria zijn Pareto efficiëntie en Kaldor-Hicks efficiëntie.

___________________________________________________________________________ 103. Van Velthoven & Van Wijck, Recht en efficiëntie, 2013, p. 29-30.

104. Weterings, De economische analyse van het recht, 2007, p. 12-13.

- 32 -

Voor het bereiken van de (meest) efficiënte situatie kan tussenkomst van de overheid door middel van regelgeving noodzakelijk zijn. Mensen zijn in beginsel namelijk alleen geneigd om de persoonlijke kosten van hun handelen in de kosten- baten analyse te betrekken. Zij moeten zo nu en dan geprikkeld worden om ook rekening te houden met de negatieve gevolgen van hun handelen voor derden en/of de maatschappij. Zonder de juiste prikkels zal in een situatie van

- 33 -

HOOFDSTUK 4. AFWIJKING DRAAGPLICHT BIJ HELFTE