• No results found

HOOFDSTUK 3: ANALYSE VAN HET NIEUWE ERFRECHT

3.7 PUNCTUELE ERFOVEREENKOMSTEN

3.7.3 Andere punctuele erfovereenkomsten

3.7.3.1 Clausule Valkeniers

118. Met artikel 1388, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek, bood de wetgever zoals reeds eerder

besproken onder het oude erfrecht de mogelijkheid aan echtgenoten, waarbij één van hen reeds afstammelingen uit een vorige relatie heeft, om een gehele of gedeeltelijke regeling aan te gaan betreffende de rechten van de langstlevende echtgenoot in de nalatenschap van de eerststervende197. Deze punctuele erfovereenkomst, die is ontstaan uit de zogenoemde Wet Valkeniers, kan door echtgenoten zowel bij huwelijkscontract als bij latere wijzigingsakte van het huwelijkscontract gebruikt worden. Op deze manier tracht men de afstammelingen te beschermen tegen de reservataire aanspraken van de langstlevende echtgenoot.

194 C. DE WULF, De Erfwet van 31 juli 2017 - een algemeen overzicht met modellen voor de praktijk, Brugge, die Keure,

2018, 126.

195 J. BAEL, “Het verbod van erfovereenkomsten in het nieuwe familiaal vermogensrecht (deel 2)”, Not.Fisc.M. 2019,

(290) 297.

196 Supra nrs. 62-68. 197 Supra nr. 21.

48

119. Gezien de omvorming van het erfrecht, waar onder andere de regels aangaande de rechten

van de langstlevende echtgenoot aangepast zijn, is in het nieuwe erfrecht ook de Wet Valkeniers gewijzigd. Later is, wegens de verandering van het huwelijksvermogensrecht, ook het materiële toepassingsgebied van deze wet aangepast. Deze wijzigingen, die terug te vinden in het tweede lid van artikel 1388 van het Burgerlijk Wetboek, brengen de nodige gevolgen met zich mee.

120. Omdat de Valkeniersovereenkomst rechten verleent die pas ontstaan na het openvallen van

de nalatenschap, is het zo dat erfovereenkomsten gesloten voor de wetswijziging, andere consequenties hebben dan deze waaronder de overeenkomst oorspronkelijk gesloten was198. Dit leidt soms tot moeilijke situaties waarbij een nieuwe wettelijke regel van dwingende aard, in strijd is met een oude conventionele bepaling. Om dergelijke problemen te vermijden bezitten de echtgenoten evenwel de mogelijkheid hun Valkeniersovereenkomst aan de actuele erfrechtelijke regels aan te passen. De materiële en formele geldigheidsvereisten blijven echter wel ongewijzigd199.

121. Bij de Valkeniersovereenkomsten, gesloten voor de wijziging van het huwelijksvermogensrecht, onttrok men zich meestal van alle rechten en alle vorderingen tot inkorting in de nalatenschap van de eerststervende echtgenoot200. Bij het opstellen van dergelijke overeenkomst had men echter niet de mogelijkheid om afstand te nemen van het reservataire vruchtgebruik over de gezinswoning en inboedel. Wegens de hervorming van het huwelijksvermogensrecht heeft men dit aangepast naar een dwingend bewonings- en gebruiksrecht van zes maanden201. Wanneer gehuwden nu willen nagaan of de wijzigingen van het huwelijksvermogensrecht al dan niet invloed hebben op hun vroeger gesloten Valkeniersovereenkomst, dienen ze specifiek na te gaan wat er vroeger in het huwelijkscontract werd opgenomen.

121. Het nieuwe familiaal vermogensrecht heeft dus geleid tot een verruiming van het materiële

toepassingsgebied van de Wet Valkeniers. Echtgenoten hebben nog steeds de mogelijkheid om,

198 R. BARBAIX en N. CARETTE, Tendensen vermogensrecht 2019, Antwerpen, Intersentia, 2019, 208. 199 Art. 66, §2, eerste lid BW.

200 C. De Busschere, “Het gewijzigde artikel 1396 en de notarissen”, NFM 2009, (195) 205. “… wederkerig verzaakt

hebben aan de erfelijke rechten en alle rechten van voorbehouden erfgenaam die de langstlevende van hen in de nalatenschap van de eerststervende kan uitoefenen overeenkomstig artikel 1388 Burgerlijk Wetboek” en “er overeenkomstig artikel 1388, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek een regeling werd getroffen over de rechten die Mevrouw (X) kan uitoefenen in de nalatenschap van haar man”.

201 M. Puelinckx-Coene, “De Wet Valkeniers, een gemiste kans?” in W. Pintens (ed.), De vereffening van de

49 volgens artikel 1388, tweede lid BW, een overeenkomst te sluiten betreffende de aanspraken die men heeft in de nalatenschap van de langstlevende echtgenoot. Verder heeft de wetgever de beperking van het reservatair vruchtgebruik van de voornaamste gezinswoning en het gebruik van de aanwezige huisraad opgeheven202. Van nu af aan dient een Valkeniersovereenkomst echter wel een dwingend bewoningsrecht van de voornaamste gezinswoning en het gebruiksrecht van de daarin aanwezige huisraad van zes maanden na te leven203.

122. De Valkeniersovereenkomsten die al gesloten werden voor de Nieuwe Wet

Huwelijksvermogensrecht en de Nieuwe Erfwetten, maar pas hun uitwerking krijgen na de invoering van deze wetten, zullen onderworpen zijn aan de dwingende regels van het nieuwe familiaal vermogensrecht. Zo moet de Valkeniersovereenkomst plaats maken voor de nieuwe regels betreffende de onmogelijkheid tot inkorting van schenkingen van voor het huwelijk, daar deze nieuwe dwingende bepalingen in strijd zijn met de Valkeniersovereenkomst204. Dit geldt tevens voor de nieuwe dwingende regels aangaande de aanrekening van het erfrechtelijke vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot205.

Stel, Paul heeft twee zonen, Piet en Pol, die voortkomen uit zijn vorig huwelijk. Paul heeft een nieuwe relatie met Anne, die geen kinderen heeft, en woont samen met haar in zijn woning. Paul is tevens aandeelhouder van een familiebedrijf. Paul en Anne willen graag trouwen maar Paul is bang dat dit huwelijk de erfrechten van zijn kinderen zal inperken. Indien Paul komt te overlijden, zal Anne, als langstlevende echtgenote, namelijk zijn gehele nalatenschap in vruchtgebruik erven. Dit heeft tot gevolg dat de kinderen slechts de blote eigendom van de erfenis zullen ontvangen en bijgevolg geen goederen kunnen verkopen zonder de toestemming van Anne. Daarnaast zal Anne het vruchtgebruik over de aandelen van het familiebedrijf erven, wat tot grote conflicten kan leiden. Om de erfrechten van Paul’s kinderen veilig te stellen, kunnen Paul en Anne een huwelijkscontract bij de notaris laten opstellen waarin de erfrechten van Anne in de nalatenschap van Paul bepaald worden. Zo kan men bijvoorbeeld laten vaststellen dat het erfrecht van Anne wordt beperkt tot het vruchtgebruik van de gezinswoning voor een periode van vier jaar na het overlijden van Paul. De

202 R. BARBAIX en N. CARETTE, Tendensen vermogensrecht 2019, Antwerpen, Intersentia, 2019, 241.

203 J. BAEL, “Het verbod van erfovereenkomsten in het nieuwe familiaal vermogensrecht (deel 2)”, Not.Fisc.M. 2019,

(290) 299.

204 R. BARBAIX en N. CARETTE, Tendensen vermogensrecht 2019, Antwerpen, Intersentia, 2019, 242. 205 R. BARBAIX en N. CARETTE, Tendensen vermogensrecht 2019, Antwerpen, Intersentia, 2019, 242.

50

kinderen erven alle andere goederen, waaronder ook de aandelen, in volle eigendom. Na de periode van vier jaar zullen zij ook de gezinswoning in volle eigendom krijgen.

123. Met betrekking tot de Valkeniersclausule moeten we vanuit fiscaal oogpunt kijken naar artikel

1100/4, §4 BW. Dit artikel stelt dat een verzaking aan rechten in de nalatenschap onweerlegbaar wordt geacht geen schenking te zijn206. Bijgevolg zal er op deze verzaking ook geen schenkbelasting verschuldigd zijn. Op vlak van successierechten is het belangrijk om dit nauwgezet te bekijken. Het is namelijk zo dat wanneer de langstlevende echtgenoot verzaakt aan de concrete reserve, dit tot gevolg heeft dat de afstammelingen van de erflater niet kunnen genieten van de vrijstelling van successierechten op de gezinswoning207.

124. Bij het sluiten van deze erfovereenkomst dient men de vormvereisten, die omschreven zijn

in de artikelen 1100/2 t.e.m. 1100/6 BW, in acht te nemen. Bovendien dient men reeds geruime tijd voor het huwelijk een notaris te raadplegen indien men deze erfovereenkomst wil laten opnemen in het huwelijkscontract208. Wanneer men niet voldoende tijd heeft om deze procedure te doorlopen voor het sluiten van het huwelijk, zal men de erfovereenkomst moeten laten opnemen bij wijzigingsakte na het sluiten van het huwelijk.

3.7.3.2 Verzaking aan het recht op vruchtgebruik door de langstlevende echtgenoot of de wettelijk