• No results found

Casestudy

In document Eén pot nat (pagina 72-84)

4. Herkomst en verspreidingsonderzoek: een casestudy

4.2 Typologische methode

4.2.1 Casestudy

In Amsterdam is pottenbakkersafval gevonden in een aanplemping aan de Prins Hendrikkade. Het baksel van het pottenbakkersafval is geanalyseerd en vergeleken met de herkomstgroepen die door Van Wageningen zijn vastgesteld in 1988. Hieruit blijkt dat de klei waar de producten uit zijn

vervaardigd uit (de omgeving van) Bergen op Zoom afkomstig is.122 Omdat in Amsterdam geen ovens zijn gevonden en de context waarin het afval is gevonden niet direct aan een pottenbakkersatelier te koppelen is, bestaat de mogelijkheid dat het materiaal niet in Amsterdam is vervaardigd. Het is de vraag of de misbaksels in Bergen op Zoom zijn vervaardigd.

Om deze vraag te beantwoorden zijn hieronder de vindplaats in Amsterdam en verschillende pottenbakkerscontexten in Bergen op Zoom uiteengezet. Bij de beschrijving van het aardewerk is voornamelijk gelet op typologische aspecten, hierbij is uitgegaan van de coderingen in het Deventer systeem. Na het beschrijven van de contexten kan een vergelijking worden gemaakt waaruit duidelijk wordt of het materiaal typologische overeenkomsten vertoont. Als de typologische overeenkomsten groot zijn, dan is het mogelijk, maar niet noodzakelijk, dat de producten vervaardigd zijn in Bergen op Zoom.

Als aardewerk uit Bergen op Zoom werd aangevoerd, kan de selectie van eerste en tweede keus producten in de Amsterdamse haven hebben plaats gevonden, het is bekend dat dit met steengoedproductieafval is gebeurd in Dordrecht. Tweede- en derde-keus steengoed is hier zelfs aangetroffen tussen het gebruiksaardewerk in beerputten.123 Het afval had in Amsterdam ook een zekere waarde, omdat het geschikt was voor het verstevigen van ophogingen en aanplempingen. Het roodbakkende misbakselaardewerk is echter niet meer bruikbaar. Roodbakkend aardewerk is vaak gesprongen op plaatsen waar de klei oververhit is geweest, waardoor de vormen niet bruikbaar meer zijn. Steengoedmisbaksels daarentegen zijn wel vervormd en ‘gesmolten’ maar meestal nog wel waterdicht en bruikbaar.

Bergen op Zoom is in deze vergelijking opgenomen als meest geschikte kandidaat.

Aardewerk uit het dichterbij gelegen Haarlem is vervaardigd uit een mariene klei en bovendien komt het vormenspectrum van Haarlem en Amsterdam niet overeen. Het aardewerk uit Utrecht is ook vervaardigd uit een grondstof met een andere chemische samenstelling, waardoor de

pottenbakkersateliers uit deze stad niet in aanmerking komen voor het vervaardigen van de Amsterdamse misbaksels.

Amsterdams pottenbakkersafval 1: de context

Amsterdam is gebouwd op een veenmoeras. De vroegste bewoning die archeologisch is aangetroffen bestond dan ook uit een reeks huisterpen, individueel opgehoogde en aangeplempte stukken in het veen. Later gebeurt het ophogen en aanplempen op grotere schaal in bijvoorbeeld de haven of tijdens de grootschalige uitleggen van de stad, maar blijven mensen ook hun eigen erf vergroten en verhogen.124

Veen op zich zelf is niet geschikt voor het ophogen van de bodem. Veen bestaat voornamelijk uit plantenresten en ander organisch materiaal. Als veen niet verzadigd is met water gaan de

122 Gawronski en Jayasena 2011, 26-28. 123 Bartels 1999, 49. 124 Gawronski 2012, 16-100.

73 plantenresten een reactie aan met zuurstof en oxideert (verbrand) het veen, in de praktijk betekent dit dat het veen (langzamerhand) verdwijnt zodra het boven de grondwaterspiegel komt. Geschikt materiaal voor ophogingen in de vorm van klei of zand moest worden aangevoerd. Om het ophogingspakket meer stevigheid te geven werd het zand of de klei vermengd met huis- of industrieel afval. Uit de zeventiende eeuw is bekend dat het stadsbestuur regels vormde over de verdeling en verkoop van huis- en productieafval. Dit afval was namelijk erg in trek voor de

grootschalige landwinning in deze periode.125 In de veertiende eeuw was Amsterdam een stuk kleiner en werden aanplempingen niet op grote schaal georganiseerd, zoals in de zeventiende eeuw.

Toch werd de stad werd in de late middeleeuwen al uitgebreid. In 1300 was het

bewoningsgebied nog beperkt tussen de Oude- en Nieuwezijds Voorburgwal. In 1425 was de stad uitgegroeid naar het gebied binnen de huidige Singel en de Oudeschans. Ook werd het hele havengebied aan de Noordkant van de stad uitgebreid in de veertiende eeuw (Afb 4.1).

Afbeelding 4.1: Links: Amsterdam rond 1350. Rechts: Amsterdam rond 1425. (Gawronski 2012.)

Tijdens opgravingen in het veertiende-eeuwse havengebied van Amsterdam, onder het huidige Victoriahotel op de hoek van de Prins Hendrikkade en het Damrak, is een aanplemping aangetroffen waarin zich pottenbakkersafval bevond. Deze vindplaats valt onder categorie 4: pottenbakkersafval in een havengebied. De aanplemping is dendrochronologisch (op basis van de beschoeiing)

gedateerd tussen 1387 en 1424. De beschoeiing zorgde ervoor dat de vulling op de goede plek bleef liggen en is enige tijd vóór de vulling aangelegd, dit zal echter in hetzelfde proces zijn gebeurd. Voor een archeologische datering kan aangenomen worden dat de beschoeiing en de vulling op hetzelfde moment zijn aangelegd.126

Afgezien van een kort artikel over de stand van zaken bij de opgraving in het maandblad ‘werk in uitvoering’ van de dienst openbare werken, de dienst ruimtelijke ordening en het gemeentelijk grondbedrijf zijn de opgraving en de vondsten niet gepubliceerd. In het korte artikel wordt de aanplemping met pottenbakkersafval niet genoemd.127

Amsterdams pottenbakkersafval 2: de vondsten

De vulling van de aanplemping bestaat voor een deel uit misbaksels. Dit is duidelijk te zien aan het materiaal, het is vervormd, glazuur zit op de breuk, sommige delen zijn aan elkaar gesinterd en ook

125

Gawronski en Jayasena 2011, 6-7.

126 Mondelinge mededeling van R. Jayasena op 9-5-2016. 127

74 enkele sterk versinterde, niet nader identificeerbare brokstukken zijn gevonden. Al het materiaal is roodbakkend en geglazuurd. De volgende types komen voor tussen het misbakselaardewerk: r-bak-2 (afb. 4.2 ), r-bor-1 (afb. 4.6), r-gra-3 (afb. 4.3) en de r-gra-40 (afb. 4.4 en 4.5). Van een randfragment van een rode kom is het type niet vast te stellen, maar de scherf vertoont op alle breukvlakken resten van loodglazuur (afb. 4.5), dus het betreft een misbaksel. Van de bakpan (r-bak-2) en het bord (r-bor-1) is in hoofdstuk 3 vastgesteld dat deze weinig variatie vertonen binnen het type, maar wel zijn geproduceerd in verschillende pottenbakkersateliers rond 1400. De grapen (r-gra-3 en r-gra-40) vertonen juist wel veel variatie binnen het type en deze zullen hier apart worden besproken aan de hand van een foto (r-gra-3) en een tekening (r-gra-40).

Afbeelding 4.2 Misbaksel va de r-bak-2 uit Amsterdam, twee verschillende exemplaren. Boven: foto gemeente Amsterdam. Onder eigen tekening.

75 De r-gra-3 heeft een rechte hoge hals, bijna cilindrisch, maar licht uitlopend naar de rand toe. De rand vertoont een duidelijk ronde verdikte lip. Het oor is afgebroken, het is waarschijnlijk een rolrond oor geweest. Eenorige grapen met een haakoor zijn tot nu toe nooit gevonden in Nederland. De rand van de grape is inwendig geglazuurd en aan de buitenzijde is op de schouder een glazuurvlek

aangebracht. Op de buik is een klein gaatje te zien. Dit gaatje is tijdens het bakken (of daarvoor) ontstaan, want het glazuur is ook te zien op de randen van het gat. Afgezien van het gat is de grape niet onbruikbaar, de vorm is goed herkenbaar en is enkel ingezakt (Afb. 4.3)

Afbeelding 4.3: misbaksel van de r-gra-3, met inwendig glazuur in de hals, en glazuur op de schouder. (foto: gemeente Amsterdam)

De r-gra-40 is in een kleine (afbeelding 4.4 en 4.5) en een grote uitvoering aanwezig tussen het pottenbakkersafval. De r-gra-40 heeft twee haakoren, een korte hals die sterk naar buiten is gebogen en een bol lichaam. De oren komen iets boven de rand uit. De rand is iets verdikt, maar de lip is niet geprononceerd. De afgebeelde grape is zeer spaarzaam geglazuurd, slechts enkele spatjes zijn te zien en een glazuurvlek rondom de aanzet van het oor op de schouder. Duidelijke aanwijzingen dat het een misbaksel betreft, ontbreken. Dit fragment kan ook simpel weg zijn afgebroken van een grape. Een ander fragment van dit type is wel een duidelijk misbaksel, het donkergrijze en pokdalige uiterlijk

76 laat zien dat het een abusievelijk reducerende brandgang is ondergaan (afb. 4.5, linksonder).

Afbeelding 4.4: r-gra-40 uit Amsterdam. (eigen tekening)

Afbeelding 4.5: Boven, van links naar rechts: randfragment van een grote kom, steelfragment van een bakpan, fragment met versinterde glazuurresten. Onder, links: r-gra-40 abusievelijk reducerend gebakken, het glazuur is daardoor niet goed gehecht. Onder, rechts: steelfragment (aanzet) van een bakpan. (foto: gemeente Amsterdam)

De borden van het type r-bor-1 en r-bor-6 vertonen weinig variatie in de vorm. De decoratie verdient hier, in het kader van de vergelijking, wat meer aandacht. Het bord op afbeelding 4.6 heeft een zogenaamde vogelversiering. Een vogel (waarschijnlijk een pelikaan) is afgebeeld samen met een kleine vogel. Dit soort figuratieve voorstellingen komen vooral in de eerste helft van de vijftiende eeuw voor in het rivierengebied (Utrecht), de kustprovincies (Aardenburg), daarna worden de

77 versieringen simpeler.128 Uit Bergen op Zoom zijn dergelijke versieringen niet bekend, zoals we in de volgende paragraaf zullen zien.

Afbeelding 4.6: r-bor-1 uit Amsterdam. Boven: de grijze achtergrond is een vondst uit de aanplemping aan de Prins Hendrikkade, de rode scherven zijn afkomstig van een opgraving aan de Oudezijds Achterburgwal. Onder: Tekening van het bord gevonden aan de Prins Hendikkade. (foto: gemeente Amsterdam, tekening: eigen tekening.)

128

78

Bergen op Zooms pottenbakkersafval

4.4 Het productiecentrum Bergen op Zoom

Bergen op Zoom staat bekend als een groot productiecentrum van middeleeuwse keramiek. De klei die in de buurt van Bergen op Zoom aan de oppervlakte komt behoort tot de formatie van Tegelen. Het natuurlijke zandpercentage van 30-40% is uitermate geschikt voor het produceren van

gebruiksaardewerk, het toevoegen van magering aan de klei is niet nodig.129

De historische bronnen noemen in 1317 een Altsteen Potter van der Weele en in 1353 een Heijnrics Potter van der Weele, die beide hun pottenbakkersbedrijf hadden gevestigd bij de haven van Bergen op Zoom. In 1397 verwoeste een grote brand een groot deel van Bergen op Zoom en ook het archief ging verloren, hierdoor zijn geen verdere historische gegevens bekend over

pottenbakkers vóór 1397.130 Bij archeologische opgravingen in het historische havengebied is veel productieafval gevonden van veertiende-eeuws aardewerk. De huidig gemeentelijk archeoloog van Bergen op Zoom; Marco Vermunt, stelt zelfs dat het zwaartepunt van de aardewerkproductie in de veertiende eeuw moet hebben gelegen.131 Het opgegraven materiaal uit de veertiende eeuw is helaas nog niet gepubliceerd.

In tegenstelling tot pottenbakkers in andere Nederlandse steden is vrij veel bekend over de pottenbakkers uit Bergen op Zoom uit historische bronnen. In Bergen op Zoom vormden de

‘potmakers’ namelijk een ambacht of een gilde en hiervoor stelden zij ook een regelement op, de zogenaamde keure van potmakers. Hierin werden regels vastgelegd over wie tot het gilde mocht toetreden en wat hij daarvoor moest betalen. Pas in de zeventiende eeuw wordt een proef toegevoegd om toe te mogen treden tot het ambacht. De eerste keure dateert uit 1435 en kent latere aanpassingen en toevoegingen (zie ook paragraaf 3.2).

Drie concentraties pottenbakkersafval uit de vijftiende eeuw zijn door Groeneweg beschreven en toegeschreven aan pottenbakkerijen die bekend zijn uit historische bronnen: de Olifant, de Drei klokskens en de Stortepot. Van de Stortepot is bekend dat het bedrijf in 1501 failliet gaat en zeker vanaf 1478 in gebruik is, het pottenbakkersafval dateert in elk geval van voor 1501 en waarschijnlijk slechts uit het laatste kwart van de vijftiende eeuw. Van de Olifant en de Drei

klokskens is niet zeker of het bedrijf in de vijftiende eeuw al die naam had, maar later worden de pottenbakkerijen zo genoemd. Op de plek waar (later) de Olifant was gevestigd, in de

Hoogeboomstraat, is in 1418 al een pottenbakker actief, iets verderop was in 1398 een pottenbakker gevestigd. Op de plek waar (later) de Drei klokskens is gevestigd begint de

pottenbakkersactiviteit rond het midden van de vijftiende eeuw. Op alle drie de locaties zijn geen (sporen of resten van) ovens aangetroffen.132 De vondsten zijn verzameld door vrijwilligers van de stichting ‘In den Scherminkel’, van een professionele archeologische opgraving was geen sprake. Door deze aanpak zijn slechts de vondsten gedocumenteerd en bewaard gebleven, de

vondstcomplexen zijn enkel aan de hand van historische bronnen gedateerd.

Op een andere plek in de Hoogeboomstraat is pottenbakkersafval aangetroffen bij opgravingen in 1985. Bij deze opgraving zijn drie kuilen met pottenbakkersafval gevonden uit de

129 Van Wageningen 1988. 130

Groeneweg 1992, 18-19.

131

Mondelinge mededeling: Marco Vermunt op 23-3-2016, de hoeveelheid scherven in het gemeentelijk depot tonen dit aan.

132

79 veertiende eeuw. Deze vondsten zijn in een intern rapport van de gemeente Bergen op Zoom

verschenen.133

Het vormenspectrum in Bergen op Zoom is verrassend uniform. Tot ca 1400 komen grapen voor met één oor of een steel van het type r-gra-38, deze zijn voorzien van één of enkele draairibbels op de plek waar het oor is aangezet op de schouder. Twee-orige grapen van het type r-gra-20 (afb. 4.7) komen voor vanaf de veertiende eeuw en blijven zeer gelijkvormig tot het midden van de vijftiende eeuw. Na het midden van de vijftiende eeuw verschijnt een meer (driehoekig) verdikte rand, naast de afgeplatte rand. Alleen de randvorm verandert, het uiterlijk van de rest van de pot blijft hetzelfde. Daarnaast zijn de vijftiende-eeuwse twee-orige grapen soms voorzien van één of enkele draairibbels (niet afgebeeld), terwijl de veertiende-eeuwse exemplaren helemaal glad zijn.

Afbeelding 4.7: twee voorbeelden van de r-gra-20 uit Bergen op Zoom. De twee randtypen die op deze afbeelding te zien zijn is de enige variatie. Foto’s: gemeente Bergen op Zoom.

Kannen komen in de tweede helft van de vijftiende eeuw voor in een rood baksel, daarvóór worden enkel grijsbakkende kannen geproduceerd in Bergen op Zoom. De meeste grijsbakkende kannen zijn van het type g-kan-3 en voorzien van een geprononceerde manchetrand (afb 4.8, links). De kannen zijn soms voorzien van enkele parallelle, al dan niet golvende, ingekraste lijnen op de schouder. Een

133

80 ander type kan dat voorkomt tussen het veertiende-eeuwse pottenbakkersafval is de g-kan-18 met een cilindervormige hals met draairibbels. De roodbakkende kannen komen voor met een

manchetrand zoals de g-kan-3/r-kan-24, maar de kan staat op een standring (afb. 4.8, midden). In vergelijking met de grijze varianten is de manchetrand iets meer uitgebogen bij de roodbakkende variant. Ook komt een iets naar binnen staande cilindervormige hals met draairibbels en een standring voor, zoals de r-kan-77, ook deze is uitgevoerd met een standring (afb. 4.8, rechts).

Afbeelding 4.8: Links: g-kan-3. Midden: rand van r-kan-24, zeer vergelijkbaar met de g-kan-3 (Vermunt, 1992), de roodbakkende kannen zijn echter voorzien van een standring (Groeneweg 1992.). Rechts: r-kan-77 op standring (Vermunt 1992.)

Borden van het type r-bor-1 en r-bor-6 komen sporadisch voor tussen pottenbakkersafval dat dateert rond het midden van de veertiende eeuw en gaat pas echt onderdeel uitmaken van het

vormenrepertoire vanaf het begin van de vijftiende eeuw. In vergelijking met andere steden is het opvallend dat de Bergen op Zoomse borden zeer grof zijn versierd. De oudste veertiende-eeuwse borden uit Bergen op Zoom hebben zijn nog redelijk netjes van slibboogjes voorzien (afb. 4.9). De slibversiering op de vijftiende-eeuwse borden lijkt te zijn aangebracht met een grove penseel of de vingers. Een andere soort versiering dan slibbogen en –lijnen komt niet voor op de borden.

81 Drie typen bakpannen worden in Bergen op Zoom geproduceerd gedurende de late middeleeuwen. Het eerste type is de r-bak-11, een bakpan met een gegolfde rand en een holle of platte steel. Daarnaast komen de r-bak-2 en de r-bak-32 voor, de r-bak-32 heeft een holle steel en wordt ongeveer tot het midden van de veertiende eeuw geproduceerd in Bergen op Zoom, waarna de steelvorm verandert in een platte steel: de r-bak-2. Het randprofiel en de bodemvorm blijven vrijwel gelijk. In Bergen op Zoom komen geen bakpannen op pootjes voor, alleen met een bolle bodem.

Tot het einde van de vijftiende eeuw worden in Bergen op Zoom grote kommen en teilen in roodbakkend aardewerk geproduceerd (afb. 4.10). Een enkel klein kommetje komt voor, maar is niet tussen het productieafval, of als misbaksel aangetroffen. Een type randvorm dat voorkomt tot het midden van de vijftiende eeuw is een afgeronde kraagrand. Vanaf het begin van de vijftiende eeuw komt een andere randvorm ten tonele, een geprononceerde manchetrand (r-kom-40). De

roodbakkende kommen komen zowel met als zonder twee horizontale handvatten voor. Naast deze twee typische randvormen is nog een misbaksel aangetroffen met een gegolfde rand, deze vondst dateert waarschijnlijk rond 1350. In grijsbakkend aardewerk komen de kommen met een afgeronde kraagrand voor (g-kom-7), deze zijn in de tweede helft van de vijftiende eeuw compleet uit het vormenspectrum verdwenen. In grijsbakkend aardewerk komt een iets kleinere kom voor met een verdikt, afgerond randprofiel.

Afbeelding 4.10: de twee roodbakkende kommen van het type r-kom-40 uit Bergen op Zoom. (Links: Vermunt 1992. Rechts: Groeneweg 1992.)

Voorraadpotten (afb. 4.11) zijn enkel in een grijs baksel bekend en zijn niet gevonden in contexten die dateren na het midden van de vijftiende eeuw. Grote voorraadpotten met twee handvatten, een korte hals, een brede schouder en een standring zijn gevonden bij de Olifant en verderop in de Hoogeboomstraat. De potten zijn voorzien van een kamstreekversiering op de schouder. In de Hoogeboomstraat zijn daarnaast twee kleinere grijsbakkende pottypen gevonden op standlobben. Een eerste heeft een cilindrische hals en geen geprononceerde rand, de pot is erg bol. De tweede heeft een manchetrand en heeft een omgekeerd peervormig figuur.

82 Afbeelding 4.11: twee verschillende voorraadpotten (g-pot) uit Bergen op Zoom. (Vermunt 1992.)

Naast grapen, kannen, borden, bakpannen, kommen en voorraadpotten zijn in Bergen op Zoom op kleinere schaal ook vuurstolpen, vetvangers, deksels en spaarpotten geproduceerd. Opvallend is dat tussen al het laatmiddeleeuwse pottenbakkersafval uit Bergen op Zoom slechts één exemplaar van een misbakken pispot aanwezig is. Werden pispotten niet, of weinig, in Bergen op Zoom

geproduceerd? Of zijn ze nog niet gevonden?134

Vergelijking Amsterdam – Bergen op Zoom

Wanneer de typen die zijn aangetroffen tussen de Amsterdamse misbaksels en deze uit Bergen op Zoom worden vergeleken zijn twee types gelijk. Het betreft de r-bor-1 en de r-bak-2. De voorbeelden uit beide steden zullen hieronder met elkaar worden vergeleken.

De r-bor-1 uit Amsterdam is voorzien van een vogeldecoratie, een figuratieve versiering die in Bergen op Zoom niet is aangetroffen. Als puur naar de vorm gekeken wordt zijn ook enkele verschillen vast te stellen. Het bord uit Amsterdam heeft een redelijk platte vlag, de borden uit Bergen op Zoom vertonen een geleidelijke overgang tussen vlag en spiegel. In Bergen op Zoom komen ook borden voor met een platte vlag, deze zijn echter kleiner en moeten eerder als ‘schoteltje’ beschouwd worden.

De r-bak-2 komt zowel in Bergen op Zoom als in Amsterdam voor. Dit is de enige vorm die vrij goed overeenkomt. De twee foto’s op afbeelding 4.12 Laten toch enkele verschillen zien, de

exemplaren zijn gekozen omdat ze representatief zijn voor de bakpannen uit beide contexten. Het meest opvallende is de kleur van het baksel. Dit is waarschijnlijk het resultaat van een hogere baktemperatuur van de Amsterdamse bakpan. De te hoge baktemperatuur is ook de reden dat de pan is gescheurd. Andere producten uit Bergen op Zoom hebben wel deze donkerrode kleur, zoals de r-gra-20 op afbeelding 4.7. De steelvorm van de Amsterdamse bakpan is iets sierlijker dan de steel uit Bergen op Zoom, de Amsterdamse steel heeft een concave vorm, terwijl de steel uit Bergen op Zoom recht is. Op de afgebeelde en andere exemplaren van de bakpan uit Bergen op Zoom zijn ook een aantal inkepingen te zien die zijn ontstaan tijdens het productieproces, hier heeft een mes of spatel in het product gesneden en de moeite om dit later weg te werken is niet genomen. Deze

In document Eén pot nat (pagina 72-84)