• No results found

PD I. De milieuverantwoorde consumptie neemt toe in absolute en relatieve termen

Actieprogramma 3: burger-consument als sleutelactor

De burger heeft een bepaald niveau van comfort en levensstijl opgebouwd. De burger-consument wordt een sleutelrol toebedeeld in het streven naar een meer milieuverantwoord consumptiepatroon. Een rol die niet vreemd is van tegenstrijdigheden. Enerzijds wordt van de burger-consument verwacht dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt en milieuoverwegingen laat meespelen in zijn consumptiegedrag, anderzijds moet er voor worden opgelet - binnen de grenzen van ons economisch bestel - de vrijheid van de consument en de markt niet in te perken (“de klant is koning”). Het komt er op aan de vraagzijde voor milieuverantwoorde producten af te stemmen op de aanbodzijde en via een wisselwerking het aanbod (zie actieprogramma 2) zo groot en divers mogelijk te krijgen.

De aanpak:

– De burger-consument moet overtuigd worden van de noodzaak van een meer milieuverantwoord consumptiepatroon en van zijn eigen capaciteit om hieraan mee te werken. Daartoe zullen gerichte sensibiliseringscampagnes moeten gevoerd worden met eenduidige boodschappen en gedragen en verspreid door alle betrokken stakeholders, bijvoorbeeld acties rond afvalarm winkelen.

– Gerichte consumenteneducatie moet ertoe leiden dat de consument een groter inzicht krijgt in zijn eigen consumptiegedrag en de gevolgen hiervan op het milieu. De consument moet weten waarom een bepaald product milieuverantwoord is. In de benadering van consumenteneducatie moeten naast het (volwassen-)onderwijs en de traditionele socio-culturele

verenigingen ook media en marketeers meegenomen worden.

Afvalpreventie en milieu worden in consumenteneducatie ook best

gekoppeld aan andere inzichten en motivaties voor de burger-consument, zoals ‘gezondheid’, aangezien dit versterkend werkt.

– Specifi ek voor de doelgroep scholen wordt in samenwerking met MOS verder aandacht besteed aan milieuvriendelijke scholen en educatie die een gewenst consumptiegedrag bij de schoolgaande jeugd stimuleert.

– Sensibilisering en educatie alleen zijn onvoldoende om de

burger-consument tot gedragsverandering aan te zetten. De ‘bewuste’ burger-consument moet ook handelingsperspectieven krijgen. M.a.w. milieuverantwoorde producten moeten ook herkenbaar, beschikbaar en betaalbaar zijn. Hiermee bedoelen we respectievelijk het verstrekken van duidelijke informatie via labels en etikettering, het creëren van aanbod van milieuverantwoorde producten en het beïnvloeden van de vraag via internalisering van de kosten. Een goede afstemming tussen overheid, bedrijven, distributie en burger-consument is hierbij essentieel. Op basis van een voorafgaand onderzoek en na toetsing door een maatschappelijk forum zullen in de periode 2008-2015 enkele instrumenten en strategieën ingezet worden die de burger-consument deze handelingsperspectieven moet bieden (zie actieprogramma 2). Het gaat er dus om de burger-consument thuis, op het werk, op vakantie, … een oplossing te presenteren die even gemakkelijk is, en liefst niet duurder, om ook in die situatie milieuverantwoord gedrag te stellen. Specifi ek wat evenementen betreft wordt het beleid verder gezet dat er voor moet zorgen dat ook voor deze gedragspraktijk een

milieuverantwoord alternatief voorhanden is voor de burger-consument.

Hiertoe wordt een programma opgezet rond afvalarme evenementen met een voorbeeldfunctie.

– Verder opbouwen van expertise bij de OVAM over milieuverantwoorde consumptie.

– In het kader van de producentenverantwoordelijkheid aandacht besteden aan het aanbieden van milieuverantwoorde producten en in de mate van het mogelijke aan afvalpreventieacties (stickers tegen reclamedrukwerk,

hergebruik elektrische apparaten, …).

Burger-consument als sleutelactor Taakstellingen

2015

Meer milieuverantwoorde producten en diensten in de totale consumptie in 2015 t.o.v. 2008

Acties/initiatieven – Sensibiliseringscampagnes opzetten, herhalen en vernieuwen, zoals afvalarm winkelen;

– Via consumenteneducatie wordt een groter inzicht in het eigen consumptiegedrag en de gevolgen hiervan op het milieu aangeboden;

– In samenwerking met MOS verder aandacht besteden aan milieuvriendelijke scholen en educatie. Ook andere (lokale) schoolgerichte campagnes uitvoeren;

– Opzetten van een programma afvalarme evenementen met een voorbeeldfunctie;

– Verder opbouwen van expertise bij de OVAM over milieuverantwoorde consumptie;

– In het kader van de producentenverantwoordelijkheid aandacht besteden aan het aanbieden van milieuverantwoorde producten en in de mate van het mogelijke aan afvalpreventieacties (stickers tegen reclamedrukwerk, hergebruik elektrische apparaten, …).

Instrumenten Doelzoekend

– Sensibiliseringscampagnes;

– Consumenteneducatie;

– Ondersteunen voorbeeldevenementen;

– Samenwerken met MOS;

– Samenwerkingsovereenkomst met de lokale besturen.

Ondersteunend

– Draagvlakonderzoek;

– Subsidies aan lokale overheden;

– Educatie;

– Ontwikkelen van instrumenten die gebruikt kunnen worden bij specifi eke activiteiten van de burger (bijvoorbeeld eventscan, zelftest);

– Subsidies van lokale overheden.

Indicatoren Outputindicator

– Onderzoek naar evoluties (draagvlakonderzoek);

– Opzetten van afvalarme en milieuverantwoorde wijken.

Outcome-indicator

– Onderzoek naar kennis, attitude en effectief gedrag van de burger;

– Aantal afvalarme en milieuverantwoorde wijken;

– Aantal groene scholen;

– Aantal afvalarme evenementen.

Impactindicator

– Aangepast gedrag van consument.

Financiële middelen

Onderzoek, sensibilisering, ondersteuning, …

Betrokkenen OVAM, FOST Plus, producenten, Recupel, IVC, BBL, MOS-scholen – Departement Onderwijs, Doelgroepenbeleid Consumenten (LNE), VLACO, gemeenten, intergemeentelijke verenigingen, VVSG, INTERAFVAL, VVP, provincies, FEBEM.

Bijdrage van actieprogramma 3 aan een duurzaam beheer van materialen en energie

Voor (drank)verpakkingen is er voorlopig nog geen LCA uitgevoerd voor de Belgische of Vlaamse markt. Daardoor wordt er geen voorkeur uitgesproken voor eenmalige of herbruikbare

(drank)verpakkingen voor wat betreft milieu- en kostenaspecten.

Wanneer alleen het afvalaspect wordt bekeken, dan hebben de herbruikbare verpakkingen bij gebrek aan LCA de voorkeur op eenmalige verpakkingen.

In 2005 hebben de FOST Plus-leden 5.963 ton eenmalige drankverpakkingen (primaire en multipacks) minder op de markt gebracht dan in 2004. Vooral het gebruik van eenmalige

glasverpakkingen neemt sterk af. Maar ook de herbruikbare

drankverpakkingen nemen af bij de FOST Plus leden: in vergelijking met 2004 met 1.659 ton. De trend is sinds 2000 een algemene afname van herbruikbare drankverpakkingen, hoewel bepaalde types herbruikbare drankverpakkingen terrein winnen onder invloed van bijvoorbeeld horeca en scholen.

Actieprogramma 4: maximaliseren milieuverantwoord aankopen