• No results found

Bevorderende en belemmerende factoren

Praktijkvoorbeeld: Vakleerkrachten in het bewegingsonderwijs

3.6 Bevorderende en belemmerende factoren

In dit hoofdstuk staan de bevorderende en belemmerende factoren centraal die door de buurtsportcoaches in de aanpak van de doelgroep als relevant worden beschouwd.

Bevorderende factoren

Voor de buurtsportcoaches geldt dat zij een verbindende rol in de wijk, kennis over de doelgroep, goede communicatieve vaardigheden en waardering van de opdrachtgever als bevorderende factoren zien voor het werken met de doelgroep.

Verbindende rol in de wijk

De rol van verbinder is volgens de buurtsportcoaches een belangrijke vaardigheid. Meer dan een kwart van de buurtsportcoaches ziet zichzelf als een verbinder en een vijfde ziet zichzelf als een organisator. De buurtsportcoaches noemen het in de interviews ‘het bouwen van bruggen’ of ‘de spin in het web’ zijn.

In de interviews wordt door de buurtsportcoaches ook onderstreept hoe belangrijk hun verbindende rol in de wijk is.

“Het leukste vind ik het coördineren, het zoeken naar verbetering. Ik ben altijd op zoek naar hoe kan ik alles zo efficiënt mogelijk inplannen en hoe kunnen we zorgen dat het effect het grootste is bij die kinderen.” (3R9, man, 29 jaar)

“Het is wel belangrijk dat je wat kennis hebt van zaken en dat je ook zelf natuurlijk wel lessen of workshops of clinics kan geven, maar ik denk dat dat een ondergeschikt belang is ten opzichte van het bouwen van bruggen. Ik geef altijd aan als ik het er met andere professionals over heb: wij zijn niet aangenomen als trainer, maar wij zijn aangenomen als

combinatiefunctionaris. En ‘combinatiefunctionaris’, het woord zegt het al, je legt de combinaties tussen een vereniging en een wijk en een school. Jij bent daar de bemiddelaar tussen. Ik denk dat het dus nog veel krachtiger is op het moment dat jij kan zeggen dat je daarop kan inspelen.” (3R28, man, 28 jaar)

Kennis over de doelgroep

Een bepaalde mate van inhoudelijke kennis is volgens de buurtsportcoaches belangrijk. Het is volgens hen echter nog belangrijker dat je als buurtsportcoach kennis hebt over de doelgroep (jongeren van 12 tot 18 jaar) en dat je weet hoe je met de doelgroep om moet gaan. De buurtsportcoaches dienen verstand te hebben van de verschillende culturen en achtergronden van de jongeren waar zij zich op richten.

“Kennis over de doelgroep die je uiteindelijk wil bereiken, in mijn geval zijn dat de jongeren. Die kennis is het belangrijkste in eerste instantie. De andere kennis… dat zie je bij mij ook, ik ben er leeg ingestapt en de rest leer je vanzelf wel. Maar als je die kennis van de doelgroep niet hebt, dan wordt het wel lastig.” (3R17, man, 26 jaar)

“Je moet goed weten met welke doelgroep je te maken hebt, welke culturen en achtergronden de deelnemers hebben.” (3R18, man, 30 jaar)

Goede communicatie

In eerdere paragrafen is al naar voren gekomen dat de buurtsportcoaches, die zich richten op jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, veel met andere organisaties samenwerken in het bereiken van de doelgroep. Daardoor is goede communicatie voor hen essentieel. Dat betekent niet alleen dat de buurtsportcoaches goed met de partners moeten communiceren, maar dat over implementatie en borging van de aanpak ook duidelijke afspraken moeten worden gemaakt (zie paragraaf 3.5).

“Het gaat vooral om hele goede communicatie. Dat is soms heel lastig want je hebt met verschillende partijen te maken. Dat betekent dat je mensen ook heel erg van tevoren moet vertellen wat je gaat doen, daarmee creëer je draagvlak. Vervolgens ga je het eerst

implementeren en vervolgens probeer je als dat er is, te zorgen dat het ook blijvend is, dat is heel belangrijk.” (3R22, vrouw, 32 jaar)

“Je moet makkelijk met mensen om kunnen gaan. Dus dat zijn echt kwaliteiten van je moet op verschillende niveaus met mensen om kunnen gaan. De ene keer met een bouwvakker en de andere keer met een chirurg. Je moet sociaal heel vaardig zijn.” (3R7, man, 32 jaar) Waardering

Ten slotte geven de buurtsportcoaches aan dat de waardering die zij van hun directe leidinggevende krijgen én van samenwerkende partners, een stimulerende factor is om hun werk uit te kunnen voeren.

“De waardering die je krijgt vanuit partners als dingen goed gaan, dat geeft wel goede energie. Ook als leerlingen binnen de school enthousiast zijn. Leerlingen in beweging krijgen, terwijl ze eerder niet sporten. Dat zijn wel succesfactoren die je energie geven. Hetzelfde geldt voor verenigingen als ze zelfstandig een bepaald project draaien waar je naartoe hebt gewerkt. Dat geeft ook wel heel veel voldoening.” (3R19, man, 31 jaar)

Belemmerende factoren

De buurtsportcoaches ervaren de mogelijkheden om zichzelf te ontwikkelen als belemmerende factor voor het kunnen bieden van kwaliteit. Daarnaast maken zij zich zorgen over de voortgang van hun activiteiten doordat deze (deels) door externe geldschieters zijn gefinancierd. De werkdruk wordt als belangrijkste belemmerende factor ervaren.

Werkdruk

De buurtsportcoaches zien zichzelf als spin in het web en zijn verbinder in de wijken waar zij actief zijn. Het nadeel hiervan is dat zij soms worden overvraagd, veel moeten regelen en de werkdruk als hoog ervaren.

“Nadelig is ook dat er zoveel van je wordt gevraagd op meerdere terreinen, dat je meerdere opdrachten hebt, beperkte uren, dat het soms ook wel een beetje vanwege de werkdruk. Sommige dingen voor je gevoel niet helemaal goed weg kunt zetten of snel af moet handelen. […] Je probeert wel een beetje te schuiven tussen kwaliteit en kwantiteit. Ik probeer wel altijd voor kwaliteit te gaan, maar je merkt wel soms dat het soms lastig is vanwege de tijdsdruk.” (3R10, man, 26 jaar)

Deze werkdruk komt ook terug in het moeten monitoren van de resultaten van de activiteiten en/of het aantal activiteiten. De tijd die de buurtsportcoaches kwijt zijn aan het monitoren gaat volgens hen ten koste van de tijd die zij kunnen besteden aan het directe contact met de doelgroep.

“Het gecontroleer eromheen. Dat is iets waar ik me af en toe een beetje aan erger. Hier moet je constant bijhouden: wat heb je gedaan? Hoeveel uur heb je daaraan besteed? Af en toe heb ik het idee dat je te veel tijd kwijt bent met het registreren en het administreren. Meer dan dat je met hetgeen bezig bent waar je eigenlijk voor bent aangesteld.” (3R29, vrouw, 36 jaar) Ontwikkelingsmogelijkheden

Wat betreft de effectiviteit van het eigen handelen, zou bijna de helft van buurtsportcoaches de kennis graag willen vergroten en een kwart wil meer vaardigheden ontwikkelen. Dit willen de

buurtsportcoaches met name doen door cursussen te volgen, collega’s te raadplegen en/of door cursusdagen voor buurtsportcoaches te bezoeken.

Specifiek geven de geïnterviewde buurtsportcoaches aan dat ze zich qua thematiek meer sociaal-maatschappelijk willen verdiepen in hoe zij contact kunnen krijgen met de doelgroep. Andere buurtsportcoaches geven aan dat zij meer strategische vaardigheden willen opdoen.

“Ik denk dat ik nog wel iets meer de maatschappelijk sociale kant op zou willen. Dus nog meer met mensen in gesprek gaan. De juiste vragen stellen: tot hoever kun je gaan, mag je gaan. […] Dat moet je gewoon leren en daar ik ben daar nooit mee opgeleid, dus daar zou ik nog wel wat meer van willen leren.” (3R28, man, 28 jaar)

“Beleidsmatig zou ik me misschien nog wel een keer willen verbeteren. Dus echt de bovenste tak, overview hebben, neerzetten, dat is wel een dingetje waarin je kunt leren denk ik. Daar blijf je ook in ontwikkelen. Je krijgt steeds nieuwe opdrachten, steeds meer divers, steeds meer partners, steeds meer partijen die daarbij zitten. Daarin moet je wel blijven leren.”

(3R5, vrouw, 32 jaar)

Aanvullend wordt door de buurtsportcoaches aangegeven dat zij de ontwikkelmogelijkheden beperkt vinden. De mogelijkheden worden hen niet geboden en/of het budget om zich te ontwikkelen wordt al voor hen bepaald en is niet toereikend om zelf aan cursussen deel te nemen waarmee ze zich zouden kunnen ontwikkelen.

"Ik moet zeggen vind ik dat ook wel erg weinig ontwikkelmogelijkheden geboden kunnen worden in het vakgebied sport. Want als je geen beleidsmedewerker wil worden, dan moet je al teamleider van buurtsportcoaches zijn. Voor de rest is het heel ‘plat’. Dan is ook de vraag hoeveel passie heb je voor het vak en hoe zie je dat voor jezelf? Dat is natuurlijk wel een vraag die jezelf stelt.” (3R12, man, 30 jaar)

“Scholing? Verbeteren? Daar zijn mogelijkheden voor, maar die zijn niet heel groot. Er is een budget, maar een groot gedeelte van het budget wordt ook voor je bepaald. Vorig jaar hebben we een scholing gedaan, die heeft iedereen gevolgd. Dat vond ik heel interessant, maar dat was voor sommige anderen weer helemaal niet interessant. Dus dat is dan soms wel jammer. Volgens mij heb ik zelf nog een budget van €100,- en daar kan je een cursus van doen en dat is het. Soms vind ik dat zelf wel jammer. Er zijn wel mogelijkheden, als ik bijvoorbeeld naar een training of een congres wil, maar het zou nog wel wat meer mogen.” (3R16, vrouw, 28 jaar) Externe financiering

Tenslotte ervaren de buurtsportcoaches dat zij hun activiteiten niet kunnen uitvoeren doordat zij (deels) afhankelijk zijn van externe financiering van de activiteiten. Zodra partners geen geld meer hebben voor de activiteiten, lukt het de buurtsportcoaches niet om de activiteiten te continueren.

“Het dreigt ernaar uit te gaan zien dat al dit soort fantastische activiteiten voor de jeugd komen te vervallen. Dat mijn directeur van de school zegt: het spijt mij ontzettend maar ik heb daar geen geld meer voor.” (3R23, man, 47 jaar)

Samenvattende paragraaf

De rol van de buurtsportcoach als verbinder in de wijk is zowel een bevorderende als een

belemmerende factor voor het werken met de jongeren van 12 tot 18 jaar. De buurtsportcoaches vinden dat zij als spin in het web een grote waarde in de wijk vervullen, maar tegelijkertijd brengt deze rol met zich mee dat zij het gevoel hebben overvraagd te worden en daardoor moeite hebben om de balans tussen kwaliteit en kwantiteit van de activiteiten te behouden.

Kennis over de (cultuur) van de doelgroep en goede communicatie worden tevens als bevorderende factoren beschouwd voor het werken met jongeren van 12 tot 18 jaar. Daar staat tegenover dat de

buurtsportcoaches ruimte zien voor het vergroten van hun kennis via scholing. Een groot gedeelte van de buurtsportcoaches wenst zijn/haar kennis te vergroten en aan hun vaardigheden te werken.