• No results found

Aanpak van buurtsportcoach 5R13 (vrouw, 30 jaar)

Praktijkvoorbeeld: “Buurtsportcoach en jongerencoach krijgen jongen uit sociaal isolement door sport”

Tekstkader 5.1 Aanpak van buurtsportcoach 5R13 (vrouw, 30 jaar)

“Ik zet eigenlijk de volgende stappen:

1. Aanwezig zijn in de wijk (dit doe ik al bijna zeven jaar)

2. Contact leggen met alles en iedereen in de wijk, maar ook tijdens de activiteiten 3. Ik probeer de behoeften te bepalen

4. Dan ga ik plannen maken die ik bespreek met mensen in de wijk en in mijn team. 5. Tot slot ga ik activiteiten initiëren of uitvoeren”

Verbinden

Veel buurtsportcoaches voelen zich een verbinder. Bijna drie kwart van de respondenten benoemt dit als belangrijkste taak.

"En door te verbinden […] met wat er juist lokaal speelt, kun je juist deze aanpak nog meer laten slagen, en dat merk ik wel, die wijkgerichte functie kan echt een meerwaarde hebben. In het verleden sprak je met de jongerenwerker en legde je één lijntje; nu is het een heel netwerk, met heel veel lijntjes. Met elkaar kom je tot betere en krachtigere ideeën dan alleen.” (5R14, man 32 jaar)

Slechts een kwart geeft aan organisator te zijn, gericht op het realiseren, maar niet zelf activiteiten uit te voeren. Uit de toelichting bij deze vraag blijkt echter dat het doel van het ‘verbinden’ is om

activiteiten te realiseren. Praten (verbinden) is belangrijk maar je moet “ook gewoon een knoop

doorhakken” (5R32, man 27 jaar). “We peilen de behoefte maar vertalen die wel naar actie en activiteiten. Het is tweeledig: peilen van behoeften, maar ook acties.” (5R12, man 33 jaar)

Uit veel van de antwoorden blijkt dat ook een van de redenen dat de bijdrage van de buurtsportcoach wordt gewaardeerd. De buurtsportcoach heeft oog en oor voor wat er in de wijk speelt en weet de doelgroep in beweging te krijgen, ook ‘lastige’ groepen:

"Binnen de wijk proberen wij als buurtsportcoach de verbindingen te leggen tussen de

wijkproblematiek zoals we die constateren samen met partners, dan de problematiek

aanpakken door sport als middel in zetten. We staan midden in de wijk, zijn actief in de wijk. Samenwerking met partners is gestructureerd. Met de welzijnsorganisatie gaan we aan de slag met moeilijke jongeren. Nu voetballen ze in de wijk en verzorgen ze geen overlast meer.”

(5R15, man 32 jaar)

Samenvatting

De aanpak van een activiteit in de wijk is voornamelijk gebaseerd op eerdere ervaringen van de buurtsportcoach. De activiteiten die ze organiseren zijn op maat gemaakt om de doelgroep zo goed mogelijk te kunnen bereiken. Bij deze aanpak en activiteiten is samenwerking met de netwerkpartners belangrijk.

5.6 Bevorderende en belemmerende factoren

Hieronder worden de factoren beschreven die het werk van de wijkgerichte buurtsportcoach bevorderen dan wel belemmeren.

Bevorderende factoren

Externe factoren

De samenwerking met andere organisaties wordt door een derde als bevorderende factor genoemd. Een buurtsportcoach (5R8, vrouw, 29 jaar) geeft duidelijk aan dat zij van deelnemers veel waardering krijgt. Het kunnen samenwerken met andere organisaties wordt door veel respondenten als specifieke kwaliteit genoemd. Het werken met mensen wordt vaak als positief aspect genoemd:

"Positief is dat je continu met mensen werkt en dat vind ik het mooiste wat er is." (5R4, Vrouw, 26 jaar)

Het werken met mensen leidt op een gegeven moment tot meer betrokkenheid:

"Wat ik vooral positief vind is dat mensen je gaan herkennen. Dat ze jou zien als iemand van

de sport." (5R25, man, 29 jaar) Interne factoren

Bijna de helft van de respondenten noemt de organisatie als positief aspect. Ze doelen daarbij op de wijze waarop het werk georganiseerd is en de steun en waardering die ze vanuit de organisatie krijgen. Wanneer gevraagd wordt naar het belangrijkste positieve aspect, wordt vooral de vrijheid van handelen genoemd.

"Nou, de vrijheden, het plezier. De organisatie waar je in zit. Ik zit wel in een bevoorrechte

positie en heb mijn vrijheden ook binnen de club. Op het moment dat ze vinden dat het niet zo is, wordt er echt wel aan de bel getrokken." (5R2, vrouw, 45 jaar)

De meeste buurtsportcoaches geven aan dat kennis van de doelgroep een belangrijk factor is.

"Kennis van fysieke klachten -wat kan je dan wel en wat kan je dan niet?- en daar een beetje een passend aanbod voor maken of als er mensen worden doorverwezen met die en die klachten, ja dan is het wel handig als je weet wat dat inhoudt. Inspelen op de doelgroepen, dat is inderdaad ook belangrijk." (5R31, man, 30 jaar)

Die kennis valt vaak niet op een opleiding te leren. De meeste kennis wordt verworven door het werken in de praktijk: de kennis die je nodig hebt is vaak niet aan te leren en is vaak persoonsgebonden, niet iedereen kan dat:

"Ik denk dat je sowieso de taal moet spreken van de jongeren, je moet jeugdig zijn in je doen en laten en ook gewoon expertise moet hebben over hoe je met bepaalde typen jongeren om moet gaan." (5R20, man 23 jaar)

Voor de buurtgerichte buurtsportcoach is behalve kennis van de doelgroep(en) ook kennis over de problematiek van de wijk belangrijk:

“Kennis van de stad is handig, dus op het moment dat je uit een stad komt is het handig om

daar de functie te beoefenen." (5R4, Vrouw, 26 jaar). Volgens hen is het volgende ook belangrijk: "Kennis van de situatie, lokale context, van de cijfers, wat er speelt." (5R13, vrouw, 30 jaar)

Een pedagogische opleiding is niet noodzakelijk om de functie van wijkgerichte buurtsportcoach te kunnen uitvoeren: veel buurtsportcoaches hebben een hbo-opleiding afgerond. Een mbo-opleiding wordt door de respondenten als minimale eis gezien. Soms is de scholing door de organisatie goed geregeld:

"Wij worden nageschoold vanuit de organisatie. Daar kunnen we ons voor opgeven of we

Op persoonlijk vlak is ‘ruimte voor ontwikkeling’ een positief aspect mede omdat dit het laatste jaar steeds meer wordt gevraagd. Zoals 5R15 het verwoordt:

“[…] ontwikkeling is belangrijk. Zeker in het stadium waar de gemeente, of onze afdeling of ons bureau nu in zit, in de doorontwikkeling […] en wij als medewerkers is heel belangrijk en krijgen daar ook de mogelijkheid in om ons te ontwikkelen." (5R15, man, 32 jaar)

Tabel 5.3 De belangrijkste kwaliteit/vaardigheid van een wijkgerichte buurtsportcoach (in aantallen, n=38) Setting Aantal Managementvaardigheden 9 Kennis doelgroepen 8 Opleiding 7 Kennis stad/wijk 4 Kennis sportaanbod/leefstijl 2 Overig 8 Belemmerende factoren Externe factoren

Samenwerking werd al bij de bevorderende factoren genoemd, maar wordt ook door een derde van de geïnterviewde wijkgerichte buurtsportcoaches als belemmerende factor genoemd. Uit de antwoorden op de vraag naar steun en waardering, wordt herhaaldelijk benoemd dat een cruciale voorwaarde voor het ‘verdienen’ van de steun, een langdurige aanwezigheid in de wijk is. Drie buurtsportcoaches geven heel duidelijk weer wat negen van de tien wijkgerichte buurtsportcoaches ervaren: als een buurtsportcoach in een team werkt én beter in de wijk verankerd is (duurzaam in de wijk aanwezig), kan dat het team helpen om een aantal complicerende factoren, zoals de snelheid van besluitvorming en de behoefte aan feedback en onderlinge afstemming, duurzaam in de organisatie te organiseren. De samenwerking met de huisartsen kostte 5R32 nogal wat moeite:

"Door de doorverwijzingen die ik krijg naar aanleiding van reacties van andere patiënten via de

huisartsen en dergelijke, dat is nogal een stugge groep waar je echt binnen moet zien te komen. […] ik merk dat daarin nu mensen waar ik al veel naar heb terugverwezen dat die ook gaan doorverwijzen. Dat is voor mij wel een teken dat ze tevreden zijn en positief ook weer tegenover staan van wat we doen en wat we kunnen bieden." (5R32, man, 27 jaar)

Sommige buurtsportcoaches ervaren dat de samenwerkingspartners vooral voor zichzelf opkomen en dat maakt het wel lastig om een goede balans te vinden tussen gezamenlijk belang en eigenbelang. Die afstemming kan de nodige tijd kosten:

"Wat het meest frustrerende is, is dat dingen niet altijd zo snel gaan, zoals je zou willen. Met

name wanneer je samenwerkt met verenigingen. Dat is soms best wel moeilijk, met name als je afspraken hebt gemaakt, je bent bezig met een bepaalde aanpak, en je neemt de

verenigingen daar in mee en vervolgens zakt het gewoon letterlijk in elkaar, omdat je toch met vrijwilligers te maken hebt. Dat is wel een frustratie bij mij." (5R7, vrouw, 28 jaar)

Het stimuleren van bewonersinitiatieven leidt ook tot meer onzekerheid:

"Het betekent ook dat al die partners waar we mee om de tafel zaten, het welzijnswerk, het

jongerenwerk, coördinatoren van de scholen, niet weten of ze over een maand dit werk nog doen." (5R9, vrouw, 26 jaar)

Interne factoren

De buurtsportcoaches ervaren nauwelijks negatieve interne aspecten die invloed hebben op het werk als buurtsportcoach. De enige interne factor die door elf van de 38 buurtsportcoaches wordt genoemd heeft betrekking op de beschikbare middelen. Het betreft zowel een te geringe beschikbaarheid (uren, materialen, cofinanciering) als de besluitvorming rondom de inzet van middelen die in een enkel geval (2) wordt genoemd.

Maar een buurtsportcoach geeft wel héél duidelijk aan dat het salaris véél te laag is:

"Het enige waar we ontevreden over zijn, is de waardering met betrekking tot het salaris wat

wij krijgen. Onze functieomschrijving past niet bij het niveau van het werk wat wij doen. Het is heel raar dat er landelijk een hbo-functieomschrijving aan wordt gekoppeld en bij ons wordt daar mbo aan gekoppeld. Die functieomschrijving is heel vaag, dat is best een beetje dubbel. Alles is hier heel erg positief, iedereen werkt heel hard en doet keihard zijn best. Maar je krijgt dat er financieel gewoon niet voor terug." (5R18, man, 31 jaar)

Een andere buurtsportcoach geeft aan: "We worden in kennis gesteund en de gemeente steunt

ook wel, maar niet in de vorm van een subsidie, dus dat is dan wel weer gek. Maar ja, we voelen ons zeker wel gesteund.” (5R8, vrouw, 29 jaar)

Daartegenover staat dat ongeveer een op de vijf (8 van de 38) buurtsportcoaches aangeeft de middelen als positieve factor te zien. De wijkgerichte buurtsportcoach roeit met de riemen die er zijn en zoekt in de wijk naar ‘hulpbronnen’ om te komen tot de optimale aanpak om sport en bewegen in te zetten. Dat kost vooral tijd:

“Ik merk de waardering bij de deelnemers, dat vind ik fijn, dat geeft mij voldoening. Soms is

het jammer dat je niet de tijd krijgt om het echt goed te doen." (5R10, man, 29 jaar). Soms

wil de buurtsportcoach meer dan in het tijdsbestek mogelijk is: "Tijd. Ik mis tijd, ik wil meer

tijd in een dag. Ja, het gaat echt te snel en ik wil dan af en toe te veel dus dat is wel een valkuil." (5R30, vrouw, 31 jaar)

Verder worden nauwelijks negatieve factoren (4 keer) genoemd. Drie respondenten noemen een factor die te maken heeft met de helderheid van taken, ruimte voor eigen aanpak of de zichtbaarheid in de wijk. 5R33 zegt bij de vraag naar negatieve factoren:

"En de rest, ja tegenwerken, wat ik zeg als een school niet meewerkt. Je moet zelf je werk

creëren, dus dan ga je naar een andere oplossing zoeken. Het is aan jezelf. Als er iets niet lukt en je doet er niks mee, dan gaat er ook niks gebeuren." (5R33, vrouw, 31 jaar)

Persoonlijke factoren

Voorop staan de vaardigheden dat een buurtsportcoach een goede activiteit kan organiseren die past bij de doelstelling en de doelgroep. Daarnaast wordt veel nadruk gelegd op de sociale vaardigheden van de buurtsportcoach; hij moet kunnen luisteren, enthousiasmeren, motiveren, e.d. Een vaak genoemde vaardigheid is doorzettingsvermogen, omdat het werken in de wijk en het bewerkstelligen van een gedragsverandering moeilijk is:

“[…] je moet weten dat je hele kleine resultaten boekt en daar blij mee moet zijn. Je zaait steeds zaadjes om dan weer door te gaan. En een lange adem. Het is een moeilijke doelgroep. Iemand van 60 die je tegenkomt die gaat niet zo even in een paar weken veranderen."

(5R1, vrouw, 44 jaar)

Veel genoemd worden de vaardigheden die te maken hebben met de verbindende rol van de buurtsportcoach. Hij moet kunnen netwerken, organisaties aan elkaar kunnen verbinden, e.d. Een buurtsportcoach vat een belangrijke vaardigheid kort en bondig samen tot: "Mensen van hun stoel af

weten te krijgen." (5R3, man, 62 jaar)

De buurtsportcoaches handelen veel op basis van ervaring. De ervaring die de buurtsportcoach heeft varieert:

"De buurtsportcoach is over het algemeen wel redelijk jong en hoeveel ervaring kan je dan hebben?" (5R4, vrouw, 26 jaar)

Kennis en ervaring met betrekking tot sport wordt gezien als noodzakelijk:

"Kijk als je zelf geen passie en ervaring hebt met sporten dan vind ik ook niet dat je hier

thuishoort. Dan kun je ook niet de boodschap overbrengen die wij van mensen verwachten. Dan komt de boodschap ook niet over." (5R32, man, 27 jaar)

Op het gebied van benodigde kennis over managementtaken noemden de buurtsportcoaches de volgende elementen: plannen, een goed gesprek kunnen voeren, de vraag achter de vraag kunnen achterhalen, kritisch zijn, sociaal vaardig, samenwerken, projectmatig werken, netwerken, kunnen luisteren, communicatief sterk zijn. Verder worden er nog veel andere kwaliteiten genoemd waarover een buurtsportcoach moet beschikken, zoals:

"je moet niet bang zijn 100 dingen tegelijk te doen. Stressbestendig moet je zijn. Flexibel kunnen zijn. Je moet verschillende dingen op verschillende tijdstippen kunnen doen."

(5R7, vrouw, 28 jaar)

Bij de verschillende rollen die een buurtsportcoach kan vervullen zit een verschil in kwaliteiten:

"Daar zit in mijn ogen een wezenlijk verschil in, want ik denk dat een uitvoerende

buurtsportcoach vooral lesgeefkwaliteiten moet hebben, dus in staat moet zijn om kinderen in een les te motiveren en te activeren en dus doorstroom te creëren. De coördinerende

buurtsportcoach moet vooral out-of-the-box kunnen denken, lef hebben, binnen durven te stappen zonder dat je bekend bent met iets en in kansen denken." (5R4, vrouw, 26 jaar)

De rol van verbinder ontwikkelt zich gaandeweg het werk:

"Dat hele verbinden wist ik eerst niet zo goed, maar het gaat een beetje van nature merk ik. Als er ergens positieve energie zit, dan vind ik dat fantastisch. Ik vond het eerst heel lastig om toch iets tot stand te brengen als ergens minder energie zit of de meerwaarde van jou niet inzien. Maar dat gaat nu beter, ik heb nu de ervaring. Er wordt hier ook veel aandacht besteed om ons daar verder in op te leiden." (5R4, vrouw, 26 jaar)

De meeste buurtsportcoaches geven aan over de gewenste eigenschappen te beschikken. Als ze zich zouden willen verbeteren, dan zou dat vooral in het ontwikkelen van vaardigheden zijn.

"Daarvoor heb ik een opleiding motivational interviewing voor gevolgd, van hoe ga je nu die houding aannemen, hoe laat je je gesprekspartner zeggen wat je eigenlijk wilt horen, zonder het voor te zeggen. En ik heb effectief adviseren gevolgd om ook te kijken naar hoe je nou eigenlijk het juiste advies geeft." (5R18, man, 31 jaar)

Omdat de buurtsportcoach zo dicht op de doelgroep zit, wil hij er meer kennis over vergaren en bezoekt hij kennisdagen of een workshops, zoals de cursus LVB (omgaan met mensen met een licht

verstandelijke beperking).

"Ik wil graag nog wat meer kennis vergaren over de verschillende doelgroepen waar ik nu nog weinig mee in aanraking ben gekomen". (5R5, man, 36 jaar)

Andere manieren om hun kennis en kwaliteiten te verbeteren, zijn intervisie en netwerkbijeenkomsten. Het meeste leren ze van hun collega's:

"Momenteel overleg ik heel veel zaken met collega's, dat helpt voor mij heel veel." (5R31, man, 30 jaar)

Een wijkgerichte buurtsportcoach meldt dat hij graag een uitwisseling zou hebben met collega's uit andere gemeenten om te bespreken welke aanpak in welke situatie het effectiefst is.

Samenvatting

Uit de resultaten blijkt dat de mate van steun vanuit de organisatie en de autonomie in het werk interne factoren zijn die het werk van een wijkgerichte buurtsportcoach bevorderen. Daarnaast is het belangrijk dat de buurtsportcoach uitgerust is met de juist managementvaardigheden en kennis van de doelgroep, de wijk en het sportaanbod heeft. De belangrijkste bevorderende externe factor die is genoemd, is de samenwerking met andere organisaties. Daarom zijn netwerkcapaciteiten van de buurtsportcoach een belangrijke persoonlijke factor. Daarnaast worden enthousiasme en passie voor sport als belangrijke persoonlijke factoren genoemd.

Wanneer de samenwerking met andere organisaties moeizaam verloopt, kan dat een belangrijke belemmerende externe factor zijn. De buurtsportcoach is bij het uitvoeren van zijn taken soms afhankelijk van de medewerking van externe partijen. De genoemde belemmerende interne factoren hebben te maken met de helderheid van de taken, de ruimte voor de eigen aanpak of de zichtbaarheid in de wijk. Het aantal positieve aspecten dat wordt genoemd is vele malen groter dan het aantal negatieve factoren.

5.7 Resultaten van de aanpak

De resultaten die de buurtsportcoach moet bereiken zijn veranderd. Uit de interviews blijkt dat het niet alleen meer gaat om aantallen activiteiten en deelnemers (hoe meer, hoe beter) maar om het richten van de inzet op de bewoners die dit het meest nodig hebben. Afhankelijkheid van de partners in de wijk neemt daarbij toe.

Resultaten: doelgerichte organisator

Twee derde van alle respondenten benoemt als resultaat het realiseren van prestaties (mensen in beweging krijgen) om bepaalde effecten te bereiken. Zoals 5R1 het verwoordt:

"Mensen die eerst niet sporten, nu wel sporten. En daarmee op de lange termijn een aantal

goede resultaten zoals terugdringen van overgewicht en terugdringen van eenzaamheid en sociaal element, bewustwording". (5R1, vrouw, 44 jaar)

Er is een handvol respondenten die het daarbij zelfs alleen over effecten heeft. Een derde van respondenten benoemt prestaties alleen op het gebied van het stimuleren van meer beweging. 5R23 (man 39 jaar) is een van de weinigen die daarbij ook (succesvol) de doorstroom naar de sportvereniging realiseert. Hij kent “individuele voorbeelden dat kinderen echt nu al op een sportvereniging zitten en

voorheen niet bij een sportvereniging zaten”. Slechts een enkeling richt zich uitsluitend op het

realiseren van de activiteiten.

De meeste buurtsportcoaches verwachten dat het belang van hun bijdrage alleen maar zal toenemen:

"De taak van de professional is om iedereen bij het proces te betrekken en het cement blijven

zijn. Dus als iets uit elkaar valt dan ben ik belangrijk om initiatieven te nemen."

(5R27, man, 54 jaar)

De drang om initiatief te nemen vergt behoedzaam opereren en dat is in veel gevallen lastig omdat buurtsportcoaches altijd activiteiten willen realiseren of ten minste initiëren:

"We hebben een datum afgesproken, daar moeten we naartoe werken, dan moet er wat staan.

Maar je merkt dat je soms weer een stap terug moet en het proces opnieuw moet aanvliegen om daadwerkelijk, ja het doel voor ogen te houden en niet te snel te willen."

(5R30, vrouw, 31 jaar)

Het resultaat is vaak moeilijk van te voren te bepalen:

"Dat Walking Football-verhaal dat is gelukt om 26 oude heren met een en zonder überhaupt een voetbalachtergrond, de jongste is 53 en de oudste is 85, samen wekelijks bij elkaar te laten komen, niet alleen om te voetballen, maar ook het sociale gedeelte belangrijk te maken, en ja dat heeft wel mooie opbrengsten gehad.” (5R17, man 32 jaar)

Bereik: kwaliteit boven kwantiteit

Twee derde van de respondenten kijkt bij het bereiken van de doelgroep uitsluitend naar het al dan niet structureel deelnemen aan activiteiten. De helft (18) van de buurtsportcoaches richt zich daarbij vooral op inactieven, waarvan twee derde zich uitsluitend op deze groep richt. Een klein aantal (6 van de 30) heeft daarbij de focus nadrukkelijk op het verzamelen en beantwoorden van hulpvragen, bijvoorbeeld:

“Tja wanneer is iemand bereikt? Wat mij betreft als er een zaadje is gepland om nu of in de toekomst te werken aan een gezonde leefstijl tot mensen die actief deelnemen en blijven