• No results found

Behaalde resultaten en manieren van registreren bij doelgroep ouderen

Praktijkvoorbeeld: “Een kijkje in de keuken”

Tekstkader 7.9 Behaalde resultaten en manieren van registreren bij doelgroep ouderen

Resultaten op activiteitenniveau:

 Een x-aantal nieuwe activiteiten introduceren, initiëren (niet gemeten, vele voorbeelden van benoemd in interviews)

 Een x-aantal anderen trainen om beweegaanbod te kunnen verzorgen (niet gemeten, verschillende malen benoemd in de interviews)

 Een x-aantal activiteiten overdragen aan andere partijen (niet gemeten, verschillende malen benoemd in interviews)

 Een x-aantal bestaande activiteiten in kaart brengen en bekendmaken onder ouderen (niet gemeten, verschillende malen benoemd in interviews)

Resultaten op prestatieniveau:

 Een x-aantal inactieve ouderen die starten met deelnemen aan beweegactiviteiten

 X-aantal deelnemers bij bepaalde activiteit (gemeten via presentielijsten)

 Verbinden van een x-aantal verschillende partijen met elkaar (niet gemeten of benoemd in evaluaties)

 Vertrouwen hebben van een x-aantal ouderen (door persoonlijke en behoeftegerichte benadering: niet gemeten maar vaak benoemd in de interviews)

 Een x-aantal ouderen blijven volgen bij het bewegen (niet gemeten maar regelmatig benoemd in de interviews)

 Een x-aantal goede doorverwijssystemen opzetten en in stand houden (niet gemeten, twee keer genoemd in de interviews)

Resultaten op effectniveau (zoals ervaren, niet altijd gemeten)

 Ouderen zijn gelukkiger (niet gemeten)

 Ouderen zijn sterker (niet gemeten)

 Ouderen zijn gezonder (niet of slechts deels gemeten)

 Ouderen zijn minder eenzaam (niet gemeten)

 Ouderen blijven bewegen (gemeten via presentielijsten over de jaren heen)

 Ouderen stromen door naar sportvereniging (slechts in hele kleine aantallen)

 Meer ouderen voldoen aan de beweegnorm (gemeten via vragenlijsten)

7.8 Conclusies en aanbevelingen

In dit hoofdstuk blikken we terug op de belangrijkste resultaten, komen we met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen in het licht van de vraagstelling van het onderzoek:

Wat ‘doet’ de buurtsportcoach om zijn/haar doelgroep te bereiken (aanpak), waarop baseert hij zijn ‘aanpak’, welk resultaat levert dat volgens hem op en welke factoren hebben invloed op zijn handelen en resultaat?

In dit hoofdstuk zullen we, voor zover mogelijk, kijken naar de ‘werkzame principes’ van de aanpak van de buurtsportcoaches die zich bezighouden met de doelgroep ouderen en naar wat er nodig is om deze buurtsportcoaches (nog) beter te laten functioneren. Wat maakt dit type nu zo specifiek?

Veel taken met veel vrijheid en een zeer diverse doelgroep in relatief weinig tijd

Op basis van de interviews met 29 buurtsportcoaches die zich (onder andere) richten op de doelgroep ouderen, kunnen we concluderen dat deze groep in relatief kleine aanstellingen, met daarbinnen vaak weer beperkte aandacht voor de doelgroep ouderen, veel verschillende taken op zich neemt.

Buurtsportcoaches zijn betrokken professionals die hun werk doen met de riemen die ze hebben. De diversiteit van de doelgroep maakt het werk soms complex. ‘Jongere’, vitale ouderen vergen een andere aanpak dan kwetsbare, eenzame ouderen met een beperking of chronische aandoening. Belangrijk is dat er dus goed wordt nagedacht over wie de doelgroep nu is. Segmentatie zou niet alleen moeten gebeuren op basis van leeftijd, maar ook op basis van leefstijl. Niet alle ‘ouderen’ voelen zich aangesproken met het begrip ‘ouderen’ en ook het begrip bewegen en sport moet voor deze doelgroep breed worden geïnterpreteerd.

Persoonlijke aandacht en oog voor behoeften zorgen voor positieve resultaten op het niveau van het individu

Bijna alle buurtsportcoaches werken vanuit een zeer op het individu gerichte aanpak waarbij de behoeften van de ouderen voorop staan. Het feit dat ze deze behoefte zo sterk centraal stellen, maakt dat de buurtsportcoaches vertrouwen hebben in de werking van hun aanpak. Dit levert met name tevreden ouderen en legio voorbeelden van goede praktijkvoorbeelden op, waarbij het veelal niet gaat om de kwantiteit (aantallen ouderen) maar kwaliteit (betekenis die de inzet van de buurtsportcoach heeft voor de individuele oudere). Eigen positieve ervaringen en die van collega buurtsportcoaches (zowel binnen als buiten hun eigen gemeente) versterken het gevoel van werkzaamheid. Een enkele

buurtsportcoach is ook op een andere manier bezig met de onderbouwing van hun aanpak, met name door in externe studies naar bestaande beweeginterventies en methoden te kijken. Dit lijken vooral

buurtsportcoaches te zijn die hbo- of hoger opgeleid zijn en/of een paramedische achtergrond hebben. Binnen sommige teams zijn er ook specifieke rollen, bijvoorbeeld buurtsportcoaches die specifiek op zoek gaan naar goed onderbouwde, effectieve aanpakken, terwijl anderen zich meer op de uitvoering richten. Dit is een goede strategie die mogelijk ook op andere plekken goed kan werken. Bij het formeren van teams moet een goede mix zijn van mensen met verschillende opleidingsachtergronden en

benaderingstypen. Wanneer denkers en doeners zoeken naar synergie werkt dit goed.

Vooral persoonlijke eigenschappen en soft skills van belang bij succesvolle aanpak

Om een goede buurtsportcoach te zijn voor de doelgroep ouderen, zijn bepaalde kennis, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen nodig. Genoemde kennisaspecten specifiek gericht op de doelgroep ouderen zijn onder andere: kennis van de doelgroep zelf, kennis over de fysieke belastbaarheid van ouderen, kennis over geschikt aanbod voor ouderen en kennis van werkwijzen van partners die zich ook op deze doelgroep richten. Vaardigheden die met name belangrijk zijn bij het werken met de doelgroep ouderen zijn goed kunnen luisteren naar de hulpvraag van ouderen, goed met ouderen kunnen communiceren,

geduld hebben, ouderen kunnen motiveren, accepteren dat kleine stapjes ook stapjes zijn en je goed kunnen verplaatsen in de context van de (ouderen)zorg. Persoonskenmerken die daar weer bij horen zijn empathisch en enthousiast. Daarnaast noemen de buurtsportcoaches nog een reeks aan andere

kennisaspecten, vaardigheden en persoonlijke eigenschappen die meer gelden voor de buurtsportcoaches in het algemeen (dus ook voor hen die zich op andere doelgroepen richten), zoals projectmatig kunnen werken, kunnen verbinden, creatief zijn, proactief zijn, analytisch kunnen denken, affiniteit hebben met bewegen en sport enz. Kortom, als goede buurtsportcoach moet je een duizendpoot zijn.

Specifieke kennis en ervaring van complexe doelgroepen lijkt te ontbreken, kansen liggen in samenwerkingen met partners uit de zorg

Ondanks dat de buurtsportcoaches aangeven over veel van bovenstaande persoonskenmerken te

beschikken, geven verschillende buurtsportcoaches ook aan te werken met/voor ouderen met een redelijk complexe (psychische dan wel fysieke) zorgproblematiek. Een enkeling heeft hierin specifiek een

opleiding gehad, bijvoorbeeld als geriatrisch fysiotherapeut, maar de meesten lijken vanuit hun opleiding niet volledig te zijn toegerust om alle aspecten van deze doelgroep te kennen. Ook ouderen met een migratieachtergrond lijkt een doelgroep te zijn waarover te weinig kennis is. Op redelijk wat plekken wordt reeds intensief samengewerkt met partners vanuit de zorg, die deze doelgroep beter kennen, maar zelf bijvoorbeeld geen achtergrond hebben op het gebied van bewegen en sport.

Hoewel de samenwerking niet altijd even vlekkeloos verloopt, lijken hier veel kansen te liggen om van elkaar te leren en op die manier alle benodigde expertise te kunnen bundelen. Uit de interviews blijkt ook een toenemend belang van verbindingen tussen de buurtsportcoaches en de eerste- en tweedelijnszorg. Het elkaar goed kennen en het kweken van wederzijds begrip en samen optrekken in plaats van

concurreren, is hierin zeer van belang.

Hoge verwachtingen van buurtsportcoaches, financiële waardering en acceptatie van de intrinsieke waarde van sport zijn laag

Naast het ontbreken van bepaalde kennis (een persoonlijke factor) zijn er ook interne en externe factoren die het werk van de buurtsportcoaches soms lastig maken. Intern zijn dit vooral de veelheid aan taken en doelgroepen in te weinig uur (o.a. te veel administratieve zaken) en weinig (financiële) waardering. Veel buurtsportcoaches noemen ook de terughoudendheid of ‘logge’ werkcultuur bij samenwerkingspartners (o.a. uit de zorg) en de daarmee samenhangende bureaucratie in de gemeentelijke context of bij samenwerkingspartners. De buurtsportcoach ouderen moet bovendien vaak erg zijn best doen om de rol/waarde van sport aan partners te verkopen, die veel van sport lijken te verwachten, maar die het zelf niet altijd hoog op de agenda hebben staan. Al met al worden hele hoge eisen gesteld aan de

buurtsportcoaches, terwijl je moet afvragen of die eisen realistisch zijn gezien hun opleidingsachtergrond, kleine aanstellingen, grote takenpakket en grote vrijheid in werken. Het is logisch dat dan niet altijd prioriteit gelegd kan worden bij de juiste zaken en dat doelen wellicht niet altijd worden bereikt.

Meer ondersteuning gewenst om vermindering eenzaamheid beter in kaart te brengen

Aandacht voor doelen, resultaten en monitoring en evaluatie is er wel, maar lijkt heel gefragmenteerd en redelijk ongestructureerd te gebeuren. De vraag is dan ook: hoe doe je dat goed? Wie is daar

verantwoordelijk voor? Moet die verantwoordelijkheid wel bij de buurtsportcoach liggen? In de monitoring is een eenzijdige focus op deelnemersaantallen terwijl daar weinig mee wordt gedaan. Ondersteuning op het gebied van bijvoorbeeld het meten van verbetering van beweeggedrag, vermindering van de

eenzaamheid en meer sociale veiligheid in de buurt is gewenst, zonder dat de focus daar te sterk op komt te liggen. Ook moet afgevraagd worden of dit wel de verantwoordelijkheid moet zijn van de

buurtsportcoach zelf, of meer van de opdrachtgever, zoals een gemeente. Helderheid over wat op dit gebied van de buurtsportcoaches ouderen zelf verwacht kan/mag worden, is wenselijk.

Tot slot

De buurtsportcoach die met ouderen werkt, hanteert vooral een persoonlijke en zeer vraag- en

behoeftegerichte aanpak en beïnvloedt daarmee op individueel niveau vaak de levens van mensen. Hoe groot het bereik is en wat de effecten daarvan zijn in kwantitatieve zin, valt uit deze deelstudie niet op te maken. Het lijkt voor deze doelgroep wel de aanpak te zijn, waaraan niet te veel moet worden getornd en waarvoor buurtsportcoaches eigenlijk meer tijd zouden moeten hebben. Een prettige leercultuur waarin samengewerkt wordt met partners uit de zorg werkt zeer bevorderend in het bereiken van betere resultaten. Hierin liggen kansen voor de toekomst, evenals in het meer kwalitatief monitoren van de betekenis die de inzet van buurtsportcoaches in de levens van ouderen heeft.

Praktijkvoorbeeld: “Bewegen voor 50+, gezonde en