• No results found

Bevindingen workshop vermaatschappelijking natuurbeleid

Vereniging Duurzame Beleggingen (VBDO)

Bijlage 2 Bevindingen workshop vermaatschappelijking natuurbeleid

Verslag van de workshop Vermaatschappelijking van natuurbeleid Project Innovatieve governance, WUR

24 september 2012

Bevindingen op hoofdlijnen

• Het oude natuurbeleid lijkt vastgelopen. Een sterke behoefte aan meer vermaatschappelijking van het natuurbeleid wordt breed gedeeld. Maar de problematiek is weerbarstig en raakt de essentie van natuurbeleid. Essentieel is dat het natuurbeleid nog erg ver van vermaatschappelijking staat. Het natuurbeleid staat ver van de mensen, er is een kloof tussen beleid en samenleving.

• We hebben te maken met verschillende discoursen. Een daarvan is dat we een natuurbeleid hebben ‘omdat we internationale verplichtingen hebben’. In dit discours zit een houding van ‘afvinken en klaar, met zo min mogelijk kosten’. Een ander discours benadrukt de zorgplicht voor natuur, een collectieve zorg. Daar zit ook een financiële verplichting in die als een soort vanzelfsprekendheid bij de overheid zit en via de belasting geregeld moet worden. Een aansprekend en verbindend ‘verhaal’ waar we allemaal achter staan ontbreekt. Het discours van de leek, ‘dicht bij huis, in de buurt waar je woont’ is totaal anders dan het beleid, dat op grote afstand staat van de burgers. Hetzelfde geldt voor experts in relatie tot de burger.

• Voor de omschakeling gaat het naar een beleid met veel minder centrale regie. Dit is een beeld dat breed gedragen wordt, hoewel hoe dat moet gebeuren niet altijd helder is. Er hangen vele aspecten vast aan deze omschakeling, met een mozaïek van verschillende probleemstellingen. Dat maakt het lastig.

• Het natuurbeleid heeft het imago van ‘in beton gegoten’, in het natuurbeleidsplan. Hoewel je een historisch perspectief moet vasthouden, moet er ook ruimte zijn voor leren en bijstellen. Nu is het zo dat eisen en verhalen uit het verleden ook repercussies hebben op de toekomst. Als het natuurbeleidsplan beter was meegegroeid met de maatschappelijke discussie, de vermaatschappelijking en ecologie, dan stond het niet zo ter discussie. Maar het beleid wordt zo prachtig dat je vanwege het succes niet meer in staat ben om signalen uit de maatschappij op te vangen, en te veranderen.

• Het beleid is ingewikkeld geworden. Er zitten goede principes achter, maar op het moment dat het uitdijde tot 250 in detail uitgewerkte natuurdoeltypen werd het statisch en is het contact met de samenleving verloren.

• De kansen die zich nu aandienen hebben te maken met het benutten van de kracht van de samenleving, met de overheid in nieuwe rollen als regisseur of als marktmeester. Dat hoeft niet heel veel overheidsgeld te kosten.

• De denkfout, de ‘default’, is dat we eerst beleid moeten maken over de vermaatschappelijking en dan volgt de vermaatschappelijking zelf. We maken van vermaatschappelijking beleid, terwijl vermaatschappelijking juist geen beleid is. Veel ambtenaren en bestuurders zitten vast in het oude patroon van beleid, het regelen van verantwoordelijkheden en geld.

• Het beeld dat ‘niets mag’ in gebieden waar het Europese of internationale natuurbeleid domineert, is sterk aanwezig. Maar klopt dat beeld? Is de deur naar vermaatschappelijking alleen open voor ‘provinciaal beleid’? De slag om het beleid wordt nu gemaakt: beperken we ons tot de internationale verplichtingen of zetten we alles in op succes voor de provinciale overheden als regisseurs voor de uitvoering?

• We moeten naar verhalen vertellen, laten zien hoe bijzonder natuur is. Van belang is dan dat mensen zich intrinsiek betrokken voelen. Niet omdat een overheid dat wil maar omdat mensen zelf wat willen. In Den Haag gaat het altijd om EHS, hectares en geld. Het gaat nooit om hoe mooi een gebied is, en wat het voor mensen betekent.

• Er is echter geen verhaal te construeren. Iedereen maakt het verhaal, niet de overheid specifiek. • De ‘terugtrekkende overheid’ bestaat alleen in financieel opzicht. Ambtenaren blijven betrokken en meepraten, vaak ook als ‘spaken in de wiel’. In zijn praktijk reageert de overheid vaak vanuit een oud paradigma en belemmert initiatieven. In complexe situaties kan je zelfs meemaken dat één overheid voor is, en een ander tegen.

• ‘De rol’ van de overheid bestaat niet. Als de overheid eigenaar van een gebied is, dan moet de overheid zich anders opstellen dan wanneer dat niet zo is. Soms moet je dan ruimte bieden, kaders bieden. Of de overheid moet uitnodigen om mee te doen. Dat kan per gebied verschillend zijn.

• De natuur wordt momenteel weggezet als iets waar je niet moet aankomen. Dat gaat vermaatschappelijking tegen.

• Je kan beter klein beginnen, en kijken hoe ver je kan komen dan een grand design presenteren. In kleine visies leg je samen vast waar je het over eens bent en waar je naartoe wilt (stippen op de horizon). En dan mensen uitnodigen om mee te doen. Soms moet je ook accepteren dat er wat controversieels gebeurt. Maar het druist in tegen onze zekerheidsplanning waar we aan gewend zijn.

• We hebben geleerd dat de overheid vooral ruimte moet bieden, en niet alles naar zich toe trekken. De overheid moet selectief loslaten, ruimte voor experiment.

• Wat is nodig? Ronde tafels tussen overheden en maatschappelijke partners, met een koppeling tussen beleidsmensen en de keukentafel waar de creativiteit zit.

• Een optie is zwaar in te zetten op de drie ‘geisers’ van biodiversiteit in Nederland: de Oostvaarderswold, de Waddenzee en de Zeeuwse Delta. Deze zijn van groot nationaal belang. Houd deze heel en sta daarbuiten veel toe.

• In de natuurvisie maak je een mooi verhaal met ruimte voor maatschappelijke arrangementen. Het rijk moet wat spelregels maken, en binnen deze grenzen moet het gebeuren.

• We moeten af van het beeld dat ‘marktwerking’ in de natuur een nare smaak heeft. • Vervang het verhaal van de terugtrekkende overheid door een betrekkende overheid.

• We moeten af van het oude paradigma van ‘rationele planning’ voor de lange termijn. Geen blauwdruk waarin alles wordt vastgelegd, maar reflexieve planning in een open proces.

• Op zoek naar een cultuuromslag: nieuwe instrumenten (crowdfunding, time banking), nieuwe vrijwilligers (mensen die kennis, ideeën en geld brengen), nieuwe verdienmodellen, misschien tenders, nieuwe partnerschappen.

Bijlage 3 Bevindingen workshop verduurzaming