• No results found

Beleidskader brede school voortgezet onderwijs 2011 1 Inleiding

In document Delen is vermenigvuldigen (pagina 88-96)

Vergelijkbare initiatieven in het buitenland

1. Beleidskader brede school voortgezet onderwijs 2011 1 Inleiding

Het nieuwe college heeft het vergroten van ontwikkelingskansen en talentontwikkeling van jong en oud in Den Haag hoog op de agenda staan250. Burgers die zich optimaal kunnen ontplooien kunnen immers bijdragen aan een economisch en sociaal sterke stad. Scholen kunnen hier in een rol spelen die verder gaat dan het opleiden van hun leerlingen. In samenwerking met partners in de wijk en de stad kan enerzijds het lesprogramma voor leerlingen worden verrijkt en anderzijds kan de school over haar muren heen kijken en een rol gaan vervullen voor bewoners in de wijk en de stad. Het concept brede school ziet het college als een belangrijk instrument om een impuls te geven aan de ontwikkelingskansen van jong en oud. Dit sluit aan bij de ambitie die de schoolbesturen en de gemeente hebben uitgesproken in de Haagse Educatieve Agenda, om in de periode 2010-2014 de ontwikkeling van brede scholen in Den Haag een flinke impuls te geven. Het streven is om minimaal 10 brede scholen voor

voortgezet onderwijs te realiseren.

De gemeente voert tot op heden, geen structureel beleid vanuit een gedeelde visie op dit gebied. Het doel van dit beleids- en subsidiekader is om daar verandering in te brengen. Dit beleids- en subsidiekader is voor de periode 2011-2014 maar kan tegelijkertijd gezien worden als een dynamisch document. Zowel de visie op de brede school als het daadwerkelijk implementeren van dit concept zal zich de komende vier jaar steeds verder uitkristalliseren aan de hand van de wensen, visie en ervaringen van de scholen, hun schoolbesturen en de gemeente.

In de volgende paragrafen wordt ingegaan op vragen als: wat is een brede school voortgezet onderwijs, wat gebeurt er in Den Haag op dit vlak, wat wil de gemeente de komende vier jaar bereiken, welke ondersteuning en financiering wil de gemeente in dit proces bieden vanuit onderwijsbeleid. Tot slot volgt er een subsidiekader.

1.2 Gedeeld belang

Wie aan een economisch sterke en sociaal gezonde stad wil bouwen moet investeren in de ontwikkeling van haar burgers. Daar heeft de stad het onderwijs bij nodig. Scholen spelen een grote rol bij het ontdekken en ontwikkelen van talenten bij kinderen en jongeren door het bieden van goed onderwijs. Als scholen bereid zijn om in

samenwerking met sport-, cultuur, welzijn- en zorgpartners leerlingen activiteiten en ondersteuning te bieden, kan talentontwikkeling ook na schooltijd doorgaan. Dit draagt bij aan het welbevinden van jongeren, betere

leerprestaties, minder schooluitval en betere kansen op de arbeidsmarkt.

De stad heeft er ook baat bij als scholen zichzelf een rol toekennen om bij te dragen aan de ontwikkeling van buurt- of stadsbewoners van allerlei leeftijden. In samenwerking met partners expertise, gebouwen en middelen bundelen voor een aanbod voor de wijkbewoners. Dit levert niet alleen een impuls aan talentontwikkeling bij jongeren en volwassenen op, maar heeft als neveneffect een betere afstemming tussen vraag en aanbod van welzijnsactiviteiten; jeugd en volwassenen die makkelijker kunnen worden bereikt in het kader van preventieve hulpverlening; versterking van de sociale cohesie in wijken en versterking van de arbeidsmarkt.

Dit is geredeneerd vanuit de behoefte van de stad. Een belangrijke voorwaarde om brede scholen te realiseren is dat de beoogde partner, het onderwijs, eveneens een behoefte voelt om die talentontwikkeling op te pakken op een wijze die de kerntaken van scholen (kwalificeren en socialiseren251), overstijgen. Scholen worden iedere dag opnieuw geconfronteerd met maatschappelijke vragen en problemen. Vanuit eigen ambitie of externe druk reageren scholen hier al op met extra ondersteuning of activiteitenaanbod naast de reguliere onderwijstaken, met als doel om optimale onderwijs- en ontwikkelingskansen voor de jeugd te creëren. Hun reguliere

onderwijsprogramma wordt hiermee ook verrijkt. Het vormgeven van maatschappelijke taken kan de school echter alleen in samenwerking met instellingen en overheid. Scholen moeten voor zichzelf helder in beeld hebben welke maatschappelijke taken ze wel en niet willen oppakken zonder dat de kerntaken in het gedrang komen. De Onderwijsraad spreekt in dit verband over de multifunctionele school, de sobere school en de netwerkschool252. De gemeente houdt zich sinds 1999 bezig met de ontwikkeling van de brede buurtschool in het basisonderwijs. Het beleid voor deze sector is inmiddels uitgewerkt in drie profielen. In dit beleidskader is er voor gekozen om deze profielen niet als blauwdruk voor het voortgezet onderwijs te gebruiken. De leerlingen en de positie van de school in de wijk zijn anders dan in het basisonderwijs. Het voortgezet onderwijs krijgt in dit beleidskader de ruimte voor een eigen ontwikkeling naar een brede school. Schoolbesturen en scholen kunnen het initiatief nemen om ontwikkelingen in het basis- en voortgezet met elkaar te verbinden.

251

Onderwijs en maatschappelijke verwachtingen, Onderwijsraad, 2008.

252

De multifunctionele school is een brede maatschappelijke instelling doordat naast de kerntaken ook neventaken worden opgepakt en uitgevoerd in de sfeer van zorg, opvang en vrijetijdsbesteding. De sobere school focust op de kerntaken. De netwerkschool neemt extra functies op zich maar laat de uitvoering over aan andere partners.

1.3 De brede school: een veelzijdig begrip

Wat wordt verstaan onder een brede school voortgezet onderwijs (hierna: brede school vo)? Een term als ‘de brede school’ suggereert dat het hier om een éénduidig begrip gaat. Uit onderzoeken253 blijkt echter dat het een veelzijdig begrip is. Dit begrip strekt van de school die de leerlingen centraal stelt en hun ontwikkelingskansen wil vergroten tot en met de school die ook wil bijdragen aan de ontwikkeling van de wijk en haar bewoners. Het kan gaan om activiteiten die naast het reguliere onderwijscurriculum worden aangeboden tot en met activiteiten die zijn verweven met het reguliere onderwijscurriculum. En tot slot partijen die samen in één gebouw zijn gehuisvest (multifunctionele gebouwen) waarbij in allerlei gradaties wordt samengewerkt.

Oberon geeft in haar jaarbericht 2009254 een aantal kenmerken die typerend is voor brede scholen: - verbreding van functie en doelstelling,

- verbreding van de organisatie(s), - verbreding van het aanbod, - verbreding van de doelgroep.

Op basis van onderzoek komt Obéron tot de volgende omschrijving: "Er is sprake van een brede school wanneer

een school een bredere maatschappelijke functie heeft dan die van onderwijsgever alleen, daarbij structureel samenwerkt met instellingen voor welzijn, zorg, kinderopvang, sport en/of cultuur en samen met die instellingen zorg draagt voor een substantiële uitbreiding van het aanbod." Uitbreiding van het aanbod wordt gerealiseerd

door het onderwijsaanbod te combineren met activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, sport en bewegen, zorg, welzijn, veiligheid, burgerschap, techniek, multimedia en/of educatie. Van belang is dat scholen zichzelf zien als brede school. Voorts zegt Obéron dat verbreding van de doelgroep geen criterium is. De leerlingen staan centraal. Extra activiteiten voor ouders en wijkbewoners is denkbaar maar niet vereist. Ook multifunctionele accommodaties zijn niet per definitie een brede school.

1.4 Landelijk beleid

De rijksoverheid heeft geen wettelijk kader ontwikkeld voor de brede school of landelijke regels voor de inrichting van een brede school opgesteld. Ook zijn taken niet specifiek vastgelegd. Zij omschrijft een brede school als een netwerk van voorzieningen voor kinderen, jongeren en gezinnen in de buurt, met de school als middelpunt. De ontwikkeling van brede scholen wordt gezien als een proces dat door scholen in samenwerking met de gemeente en welzijn-, sport-, culturele- en zorginstellingen wordt vormgegeven255.

In Nederland zijn er naar schatting momenteel 400 brede scholen in het voortgezet onderwijs op een totaal van

253

Brede scholen in Nederland - jaarbericht 2007, Oberon, november 2007. De brede school in de praktijk, Sardes, december 2006.

254

Brede scholen in Nederland, Jaarbericht 2009, december 2009.

255

1267 vo scholen en 1200 brede basisscholen op een totaal van 7059 po scholen256. Het ministerie onderkent dat gemeenten regelmatig kampen met problemen op het gebied van personeel, huisvesting, proces en regie. Daarom wordt er op een aantal vlakken ondersteuning geboden257. Voor het voortgezet onderwijs is relevant:

▪ de combinatiefuncties op het snijvlak van onderwijs, sport en cultuur. Hiermee kunnen meer binnen- en buitenschoolse sport- en cultuuractiviteiten worden aangeboden in het basis- en voortgezet onderwijs; ▪ het faciliteren van onderzoek en communicatie (Landelijk Steunpunt Brede Scholen).

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de brede school in het voortgezet onderwijs. In mei 2010 zijn de bevindingen gepubliceerd van een onderzoek258 naar de opbrengst van de brede school vo in Rotterdam. In Rotterdam wordt gewerkt met een activiteitenaanbod van één, drie en vijf dagen per week, na en/of tijdens schooltijd. Op basis van de resultaten trekken de onderzoekers de voorzichtige conclusie dat de brede school een positieve invloed heeft op talentontwikkeling.

1.5 Gemeentelijk beleid tot op heden

De gemeente Den Haag heeft tot op heden geen gericht beleid gevoerd op de brede school vo. Dat wil niet zeggen dat scholen geen brede school activiteiten ontplooien. De gemeente subsidieert diverse activiteiten die onder de noemer ‘brede school’ kunnen vallen zoals verlengde schooldag activiteiten op een aantal vo scholen, de zaterdag- en zomerschool wordt gesubsidieerd (uitvloeisel van de krachtwijkenaanpak) en er is beleid voor

ouderbetrokkenheid in het voortgezet onderwijs. Scholen ontplooien ook op eigen initiatief brede school activiteiten vanuit maatschappelijke betrokkenheid en ondernemingszin.

De afdelingen welzijn, cultuur en sport verlenen ook subsidies aan scholen voor voortgezet onderwijs die kunnen vallen onder de noemer brede school. Voorbeelden zijn de schoolsportcoördinatoren uit de Impuls brede scholen259, het project allochtone jongeren en sport, de welzijns GOA middelen voor verlengde schooldag activiteiten in het basisonderwijs (bo) en voortgezet onderwijs (vo) en cultuursubsidies.

De charter Krachtwijkenaanpak bevat vijf pijlers waar onder de pijler Perspectief voor kinderen en jongeren. De ambitie is om in de vier krachtwijken te zorgen dat jongeren de hele dag onderwijs krijgen, sporten en culturele activiteiten ontplooien. Daarmee wordt perspectief geboden op een bestendige toekomst en een plek op de arbeidsmarkt. De krachtwijkenaanpak richt zich met name op het basisonderwijs. Kijkend naar het voortgezet onderwijs is het Nova College partij in het Campus Teniersplantsoen, Praktijkschool De Einder maakt deel uit van

256

Brede scholen in Nederland, Jaarbericht 2009, december 2009, p.19.

257

Brede scholen in Nederland, Jaarbericht 2009, december 2009, p.73 en Website ministerie Onderwijs, Cultuur en wetenschap, dossier brede school.

258

Met meer plezier naar school, Risbo, EUR, 2010.

259

de brede buurtzone Spionkopveld in Transvaal en de Scholengroep Den Haag Zuid-West is actief in de Krachtwijkaanpak voor Den Haag Zuidwest.

Mariahoeve en Laak Noord worden gezien als gebieden die het risico lopen om sociaal-economisch af te glijden naar het niveau van de krachtwijken. De gemeente investeert in deze gebieden samen met andere partners260. St. Paul’s College, het Diamant College en Esloo Praktijkschool zijn hier actief.

1.6 Haagse definitie brede school vo261

Wat beoogt de gemeente Den Haag met een brede school?

Scholen voor voortgezet onderwijs onderkennen hun maatschappelijke functie en geven daar invulling aan binnen hun mogelijkheden en bestuurlijke kaders. Zij zien het belang om jongeren maximale kansen te bieden zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen. Deze ontwikkeling speelt zich af in meerdere leefomgevingen (school, thuis, omgeving). De brede school zorgt voor het verbinden van deze leefomgevingen:

Brede scholen stimuleren de talentontwikkeling van hun leerlingen door verschillende combinaties van binnen- en buitenschools leren, onder regie van de school, aan te bieden. De leerling staat centraal. Het aanbod bestaat bijvoorbeeld uit extra taal en wiskunde, huiswerkbegeleiding onder verantwoordelijkheid van de school, sportieve activiteiten en culturele activiteiten. In deze brede school draait alles om het vergroten van de

ontwikkelingskansen en talentontwikkeling van de leerling. Het gaat om het verbeteren van de leerprestaties en het vergroten van de sociale competenties door het aanbieden van extra activiteiten bovenop het reguliere onderwijsprogramma zodat de leerling zich verbonden voelt met de school en de omgeving.

Aanvullend hierop kunnen brede scholen hun expertise ook inzetten om een bijdrage te leveren aan de

ontwikkeling van leergierige wijkbewoners. Het kan dan gaan om eigen leerlingen, overige jeugd en volwassenen. Jongeren krijgen een extra impuls en volwassenen vergroten hun kansen in de samenleving en op de arbeidsmarkt. De school maakt deel uit van een netwerk op wijk- of stadsdeelniveau waarin iedere partner zijn deskundigheid en middelen in brengt voor activiteiten die aansluiten bij de behoeften van inwoners van de wijk en bijdraagt aan hun ontwikkeling.

1.7 Verlengde schooldag activiteiten

Uit onderzoek blijkt dat het invoeren van een verlengde schooldag in het voortgezet onderwijs vruchten afwerpt262. De leerling komt in aanraking met een breed scala van (sociale) activiteiten, ze vergroten hun

260

Laak Noord Scoort!, dienst OCW, maart 2010.

261

Haagse Educatieve Agenda 2010-2014, Haags talent erkend, december 2009.

262

ontwikkelingskansen en leren samenwerken me anderen. Voor de school (leraar) is de verlengde schooldag een manier om vanuit een andere insteek met leerlingen om te gaan. De gemeente heeft de afgelopen jaren VSD activiteiten op een aantal scholen gesubsidieerd. De scholen leggen het accent op educatieve en sociale doelen zoals talentontwikkeling, het bevorderen van sociale competenties van leerlingen en het bevorderen van de binding van leerlingen met school en (maatschappelijke) omgeving.

De gemeente wil het subsidiëren van VSD activiteiten voortzetten en uitbreiden naar alle reguliere vo scholen in Den Haag. Er ligt echter momenteel geen beleids- en subsidiekader onder en de verdeelsystematiek is onbekend. Met VSD activiteiten en een brede school wordt een zelfde doel nagestreefd, namelijk het optimaliseren van de ontwikkelingskansen van jongeren. Daarom dat het subsidiëren van VSD activiteiten wordt ondergebracht in dit beleidskader, onder de paraplu van de brede schoolontwikkeling. Het doel blijft de educatieve en sociale doelen zoals hierboven beschreven.

Een school die VSD middelen krijgt is echter niet per definitie een brede school of ziet zichzelf als een brede school. Een brede school onderscheidt zich namelijk van VSD activiteiten in reikwijdte en intensiteit. Dit betekent dat een school met VSD activiteiten zich niet tot een brede school moet ontwikkelen. Het betekent wel dat een school die zich tot brede school wil ontwikkelen haar visie op VSD en de subsidie daarvoor integreert in het plan voor een brede school. Daarnaast hecht de gemeente aan kwaliteit in het aanbod van VSD activiteiten en dat scholen die hier subsidie voor ontvangen de middelen met visie inzetten.

1.8 Stedelijke doelen voor 2011-2014

 In de periode 2010-2014 worden 11 brede scholen vo (inclusief praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs) gerealiseerd die:

o passen binnen de gegeven Haagse definitie; o zichzelf als brede school beschouwen;

o werken aan de kwaliteit. Hiervoor dienen als basis de criteria die Oberon263 samen met partners en het ministerie van OCW heeft ontwikkeld en waarmee sturing kan worden gegeven aan de totstandkoming en dagelijkse werking van brede scholen.

Bij over inschrijving wordt voorrang gegeven aan scholen uit de Krachtwijken en risicowijken264 ter versterking van de gemeentelijke Krachtwijkenaanpak. Daarnaast wordt binnen de 11 scholen plaats gereserveerd voor minimaal één school van buiten de Kracht- en risicowijken en één school voor voortgezet speciaal onderwijs (cluster 3 of 4).

263

Kwaliteitscriteria Brede School, Oberon & OOG onderwijsondersteuning, 2004.

 Het Nova College heeft sinds vorig jaar een zaterdag- en zomerschool operationeel. Dit is een onderdeel van het Intentieakkoord Campus Teniersplantsoen. Het Nova College, welzijnsorganisatie Zebra en ROC Mondriaan bieden hiermee continuïteit van leren voor jongeren en volwassenen in de Schilderswijk. De zaterdag- en zomerschool is een uitwerking van het concept brede school. Er zijn middelen beschikbaar om één extra zaterdag- en zomerschool in Den Haag te realiseren. Voorts wordt in 2011 onderzocht of er behoefte is aan meer dan twee zaterdag- en zomerscholen in Den Haag en hoe die gefinancierd kunnen worden.

 Uitbreiden VSD middelen naar alle schoollocaties voor voortgezet onderwijs (inclusief praktijkonderwijs. Het budget wordt verdeeld over de scholen op basis van aantallen leerlingen uit de armoede

probleemcumulatie gebieden (APC). Gezien de spreiding van deze leerlingen over de stad, komen alle vo scholen in aanmerking voor dit budget.

 De VSD activiteiten worden geëvalueerd met als doel toe te werken naar kwaliteitseisen.

 Het proces van brede schoolvorming wordt systematisch gevolgd en geëvalueerd met als doel het zichtbaar maken van de resultaten en opbrengst van de brede schoolontwikkeling. De gemeente organiseert en faciliteert deze monitoring en evaluatie. De scholen verlenen hun medewerking hier aan.

 Er is een platform brede school vo operationeel waar informatie, expertise en vragen kunnen worden gewisseld. Het Platform brengt knelpunten onder de aandacht van de overheid. Deelnemers zijn de brede scholen vo (in ontwikkeling), relevante maatschappelijke partners en de gemeente.

 Streven naar een bundeling van de diverse gemeentelijke geldstromen in een zo stabiel mogelijk meerjarig financieringskader en het afstemmen van beleid tussen de gemeentelijke afdelingen.

1.9 Algemene uitgangspunten

Algemene uitgangspunten voor de brede schoolontwikkeling:

Binnen de genoemde definiëring gelden de volgende algemene uitgangspunten: a. scholen hebben een visie op hun brede school;

b. scholen werken nauw samen met partners uit de wijk of de stad: ouders, welzijnsinstellingen, sportverenigingen, cultuurinstellingen, zorginstellingen, gemeente en andere partners; c. de samenwerking met partners is zo veel als mogelijk structureel;

d. de samenwerkende partners brengen expertise en/of middelen in;

f. bij het bepalen van het aanbod houdt de school rekening met bestaande voorzieningen en initiatieven in de stad;

g. de partners in de brede school werken samen vanuit een gedeelde pedagogische visie; h. het aanbod van de brede school is toegankelijk voor leerlingen, ouders en/of

buurtbewoners.

Algemene uitgangspunten voor verlengde schooldag activiteiten:

a. scholen hebben een visie op hun verlengde schooldag activiteiten;

b. scholen werken samen met partners in de stad om de activiteiten te organiseren en maken afspraken met partners over de kwaliteit van het aanbod. Partners kunnen zijn: welzijn-, sport-, culturele- en

zorginstellingen.

1.10 Rolverdeling tussen schoolbesturen en gemeente in de brede schoolontwikkeling

Er zijn geen aparte regels of wetten voor brede scholen. Taken zijn niet specifiek vastgelegd. Een mogelijke rolverdeling is:

Schoolbesturen en scholen zijn initiatiefnemers en uitvoerders van het brede school-concept. Zij bepalen de voorwaarden waaronder hun scholen zich tot brede school ontwikkelen. Schoolbesturen en gemeente formuleren gezamenlijk op hoofdlijnen ambities en doelen. Deze worden ondersteund door resultaatgerichte afspraken. Besturen, scholen en maatschappelijke partners ontwikkelen een visie op schoolniveau met daaraan gekoppelde resultaatgerichte afspraken. De gemeente regisseert en faciliteert het proces door stedelijke doelen en

subsidiemogelijkheden te formuleren, schotten tussen subsidiestromen en regelgeving te slechten, partijen bij elkaar te brengen, de voortgang te monitoren en de resultaten te evalueren.

Samenwerking tussen alle partijen is essentieel.

1.11 Financiering

Een brede school ontwikkeling zoals hier boven geschetst vraagt om investeringen van de gemeente, van de scholen en van maatschappelijke partners. Op de begroting Onderwijs is momenteel beschikbaar:

€ 700.000,00 brede schoolontwikkeling

€ 120.000,00 voor de zaterdagschool van het Nova College € 450.000,00 voor VSD activiteiten

Het college stelt een beleidsintensivering voor van €1.100.000,00 waarmee het totale beschikbare budget

€2.370.000,00 bedraagt. Dit najaar beslist de raad over de beleidsintensiveringen die het college voorstelt als

uitvloeisel van het nieuwe collegeprogramma voor 2011. Begin 2011 zal een besluit worden genomen over het

In document Delen is vermenigvuldigen (pagina 88-96)