• No results found

De statuten van de commissie worden vernieuwd. Er wordt een opdrachtverklaring en een mission statement uitgeschreven. In april 2010 is het team van de commissie als volgt samengesteld: Professor P. Adriaenssens (kinder- en jeugdpsychiater, kliniekhoofd UZ KU Leuven, voorzitter), mevrouw Carine Decock (directiesecretaresse), mevrouw Lies Hayen (jobstudente, administratief medewerkster).

Het Nederlandstalig team bestaat verder uit mevrouw Francine Bernaert (licentiate weten-schappen, coördinatrice contactpunt), mevrouw Kathleen Martens (orthopedagoge, pasto-raal werkster), mevrouw Magda Journée (consulente bijzondere jeugdzorg, jeugdrechtbank), de heer Patrick Degrieck (canonist, priester bisdom Brugge, rechter aan de kerkelijke recht-bank van het aartsbisdom Mechelen en de bisdommen Antwerpen en Brugge), mevrouw Annie Jansen (canoniste, voorzitter kerkelijke rechtbank Antwerpen), mevrouw Karlijn Demasure (professor theologie), de heer Roger Van Grembergen (jurist, ere-magistraat) en een zestal deeltijdse professionele vrijwilligers die anoniem blijven.

Het Franstalig team bestaat verder uit mevrouw Monique Bastin (psychologe, coördinatrice con-tactpunt), mevrouw Nancy de Montpellier (juriste, inspectrice godsdienstonderwijs, licentiate theologie), mevrouw Monique Bastin (psychologe), de heer Ernest Fortemps (psychiater), de heer Hadelin Hainaut (vertrouwensarts, pediater en de heer Jean-Pierre Schouppe (canonist, priester).

Hieronder wordt de missie en de opdrachtverklaring waarmee de nieuwe commissie van start gaat weergegeven:

Commissie voor de behandeling van klachten wegens seksueel misbruik in een pastorale rela-tie: OPDRACHTVERKLARING - MISSION STATEMENT (maart 2010)

Vreugde en hoop, verdriet en angst van de mensen van vandaag, vooral van de armen en van hen die, hoe ook, te lijden hebben, zijn evenzeer de vreugde en de hoop, het verdriet en de angst van Christus’ leerlingen: er is werkelijk niets bij mensen te vinden, dat geen weerklank vindt in hun hart. [Gaudium et spes, nr. 1]

Het leed van allen, die met seksueel misbruik in een pastorale relatie worden geconfronteerd, is dermate schadelijk zowel voor het menselijk individu als voor de burgerlijke en de kerkelijke ge-meenschap dat de Belgische bisschoppen en de Hogere Oversten van de Religieuzen, hiervoor een gemeenschappelijke Commissie voor de behandeling van klachten van seksueel misbruik in een pas-torale relatie hebben opgericht in 2000. Deze wordt nu vernieuwd.

De Commissie heeft als taak deze klachten op te vangen, slachtoffers en al wie hen nabij zijn door te verwijzen naar deskundige hulp, de diocesane bisschoppen en hogere oversten op de hoogte te brengen, en advies te verstrekken met betrekking tot alle noodzakelijke maatregelen zowel op korte als op lan-gere termijn, en alle initiatieven te bevorderen die heel deze problematiek zouden kunnen verlichten.

Voor het opvangen van klachten van seksueel misbruik bij het pastorale handelen van priesters, diakens, religieuzen en pastoraal werkenden worden door de Commissie de nodige contactpersonen aangesteld.

De contactpersonen zelf en de vertrouwenspersonen naar wie ze verwijzen, beluisteren op de eerste plaats het verhaal van de slachtoffers en van wie hen nabij zijn, en trachten zich zo precies mogelijk in te leven in hun pijnlijke en kwetsende ervaringen. Met de grootste eerbied voor de wensen en de beslissings-vrijheid van de slachtoffers, dienen deze vertrouwenspersonen hen indien nodig te wijzen op de beschik-bare vormen van deskundige bijstand op juridisch, medisch, pastoraal, psychologisch en sociaal vlak.

Het behoort ook wezenlijk tot de taak van de aangestelde contact- en vertrouwenspersonen mits kennisgeving aan de commissie, de bevoegde diocesane bisschop of hogere overste van religieuzen op de hoogte te brengen van de klachten en, zo nodig, dringende maatregelen voor te stellen om verder misbruik en nieuwe slachtoffers te voorkomen.

Van hun kant verklaren de bisschoppen en hogere oversten zich bereid voortaan geen enkele zaak zonder overleg met de Commissie te behandelen, zelfs niet in gevallen, die eventueel rechtstreeks aan hen zou gemeld worden.

Nadat de eerste opvang is geschied en een doorverwijzing gedaan werd naar de beschikbare maat-schappelijke vormen van dienstverlening of begeleiding en nadat de eerste dringende maatregelen door de bevoegde kerkelijke overheid getroffen werden, maken de vertrouwenspersonen de klacht aanhangig bij de Commissie voor verdere behandeling.

De Commissie onderzoekt, overeenkomstig de procedure voorzien in haar statuten, deze zaken met de grootst mogelijke zorg en formuleert tegenover de bevoegde kerkelijke overheid in alle vrijheid en on-afhankelijkheid een gemotiveerd en schriftelijk advies aangaande de maatregelen die zich opdringen.

Enerzijds slaan deze adviezen op maatregelen zoals de aanvaarding, erkenning en verwerking van het gebeuren indien het slachtoffer deze begeleiding uitdrukkelijk vraagt of op binnenkerkelijke disciplinaire sancties voor de dader volgens de bepalingen van het canonieke recht.

Anderzijds betreffen deze adviezen maatregelen die de heling van de gekwetste personen ten goede komen, de bewustwording van de ernst van het misbruik bij de dader vergroten en de kans op reci-dive verkleinen, en die in het algemeen de kerkelijke gemeenschap in de omgang met deze tragische problematiek versterken.

Ten slotte behoort het tot de opdracht van de Commissie alle initiatieven te bevorderen die bijdra-gen tot dieper inzicht in deze pijnlijke problematiek, te zorbijdra-gen voor een duidelijke communicatie naar de media toe over het kerkelijk handelen in dit domein en de permanente vorming van de vertrouwenspersonen en de commissieleden zelf te verzekeren.

Professor Adriaenssens onderstreept in de media de onafhankelijkheid van de commissie. In De Morgen (13 maart 2010) verschijnt volgende bijdrage:

Dat de Kerk een contactpunt en een onafhankelijke commissie aan het werk stelt, is een voorbeeld voor andere groepen. Het is een initiatief dat vertrekt vanuit de bekommernis om het slachtoffer. Voor wie lang geleden misbruikt werd, kan de strafwet niet meer helpen, wegens de verjaring. Net daar hebben we een complementaire opdracht. Eerder dan zich daarachter te verschuilen en niets te doen kunnen slachtoffers die dit wensen, geholpen worden bij een waardig herstel, door de waarheid bespreekbaar te maken tussen hen en de dader. De methode die de Kerk volgens de commissieleden dient te volgen, kan je ook terugvinden in de visie van de waarheidscommissies. De therapeut die ik het meest be-wonder in deze tijd is Nobelprijswinnaar Desmond Tutu. Als aartsbisschop en voorzitter bezielde hij deze waarheidscommissies in Zuid-Afrika, waar tienduizenden slachtoffers gehoord werden. Daders konden door de waarheid te erkennen in aanwezigheid van verantwoordelijken amnestie krijgen. De slachtoffers hebben zich sterk gedragen gevoeld, wat hen toeliet een begin te maken met heling.

En op 25 maart 2010 verschijnt de volgende persmededeling:

Naar aanleiding van de recente benoeming van een nieuwe voorzitter van de Commissie voor de be-handeling van klachten van seksueel misbruik in een pastorale relatie, prof. dr. Peter Adriaenssens, wensen de bisschoppen nog eens te benadrukken dat elke vorm van seksueel misbruik bij het pasto-rale handelen van priesters, diakens, religieuzen, pastoraal werkenden en alle anderen die werken in de pastoraal, als een zeer ernstig misdrijf wordt beschouwd.

Een telefonisch contactpunt is voor iedereen bereikbaar op het nummer 078-15.30.70, waar de eerste opvang geschiedt. Hier wordt op de eerste plaats het verhaal beluisterd van de slachtoffers en wordt zo nodig doorverwezen naar de vormen van verdere deskundige bijstand, die op juridisch, medisch, psychologisch en sociaal vlak beschikbaar zijn.

Na het beëindigen van de eerste opvang, het doorverwijzen naar de maatschappelijke vormen van dienstverlening of bijstand, en het treffen van de eerste dringende maatregelen door de bevoegde kerkelijke overheid, wordt de klacht aanhangig gemaakt bij de Commissie voor verdere behande-ling. Zij dient voor de bevoegde kerkelijke overheid in alle vrijheid en onafhankelijkheid een advies te formuleren aangaande de verdere maatregelen die zich opdringen. Uiteraard moeten alle betrok-kenen, zowel binnen als buiten de Kerk, steeds handelen in nauwe samenwerking met politie en justitie, telkens wanneer dit gevraagd wordt.

Alle inspanningen van het meldpunt, van de Commissie en van alle betrokkenen moeten erop ge-richt zijn de heling van de gekwetste personen ten goede te komen, de bewustwording van de ernst van het misbruik bij de dader te vergroten, en in het algemeen de kerkelijke en bredere gemeenschap in de omgang met deze tragische problematiek te versterken.