• No results found

Artikel 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Voor de toepassing van dit pensioenreglement wordt verstaan onder:

Aangemeld partnerschap:

de gezamenlijke huishouding die de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde met de bij het beroepspensioenfonds aangemelde partner voert volgens een bij notariële akte gesloten samenlevingsovereenkomst;

Aangemelde partner:

de ongehuwde niet als partner geregistreerde persoon, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de ongehuwde niet als partner geregistreerde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, met wie de deelnemer een aangemeld partnerschap is aangegaan;

Aanspraakgerechtigde:

de persoon die begunstigde is voor een nog niet ingegaan pensioen;

ANW-uitkering:

de hoogte van de nabestaandenuitkering en vakantie-uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Algemene nabestaandenwet;

AOW-leeftijd:

de leeftijd waarop de deelnemer, gewezen deelnemer of de partner recht krijgt op AOW (artikel 7a Algemene Ouderdomswet);

Backservicepensioen:

aanvulling op het ouderdoms-, partner- en wezenpensioen, berekend over de periode gedurende welke de vrijgevestigd huisarts na het bereiken van de 30-jarige leeftijd en vóór 1 januari 1967 aaneengesloten deelnemer zou zijn geweest, indien de pensioenregeling vóór 1 januari 1967 al had bestaan;

Beleidsdekkingsgraad:

de gemiddelde dekkingsgraad van het beroepspensioenfonds van de twaalf maanden voorafgaand aan het moment van vaststellen;

Beroepspensioenfonds:

Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen (SPH);

Bovenmatig pensioen:

het pensioen dat uitgaat boven de grenzen die zijn opgenomen in hoofdstuk IIB en VIII van de Wet op de loonbelasting 1964;

Bovenmatig gedeelte van het pensioen:

het pensioen voor zover dat uitgaat boven de grenzen die zijn opgenomen in hoofdstuk IIB en VIII van de Wet op de loonbelasting 1964;

Bijzonder ouderdomspensioen

het ouderdomspensioen ten behoeve van de gewezen partner als bedoeld in artikel 29.1;

Bijzonder partnerpensioen:

het partnerpensioen ten behoeve van de gewezen partner als bedoeld in artikel 30.1;

Deelnemer:

iedere huisarts (in opleiding) die voldoet aan de voorwaarden voor het deelnemerschap als bedoeld in artikel 2 dan wel artikel 3.3 of artikel 4;

Deelnemersjaren:

de jaren die een huisarts (in opleiding) heeft doorgebracht als deelnemer aan de beroepspensioenregeling voor huisartsen;

Deeltijdwerknemer:

huisarts in dienstverband of huisarts in opleiding met een kortere dan de bij de werkgever geldende gebruikelijke arbeidsduur behorend bij een volledige arbeidsweek;

Dekkingsgraad:

de verhouding tussen het vermogen en de technische voorzieningen van een beroepspensioenfonds;

Geconverteerd ouderdomspensioen

de eigen aanspraak op ouderdomspensioen die de gewezen partner heeft verkregen op grond van artikel 29.9;

Gepensioneerde:

de pensioengerechtigde voor wie het ouderdomspensioen geheel of gedeeltelijk is ingegaan;

Gewezen deelnemer:

de huisarts (in opleiding) of gewezen huisarts (in opleiding) die geen pensioenaanspraken op grond van de in dit pensioenreglement opgenomen beroepspensioenregeling meer verwerft en die bij het beëindigen van het deelnemerschap één of meerdere pensioenaanspraken tegenover het

beroepspensioenfonds heeft verkregen en behouden en waarvan het ouderdomspensioen nog niet is ingegaan;

Gewezen partner:

gewezen echtgenoot, gewezen echtgenote, gewezen geregistreerde partner of gewezen aangemelde partner;

Huisarts in dienstverband:

de deelnemer die op basis van een arbeidsovereenkomst als huisarts werkzaam is bij een werkgever.

Hieronder valt ook de deelnemer die in de werkgever een aanmerkelijk belang heeft in de zin van afdeling 4.3 van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001;

Huisarts in opleiding

De deelnemer die op basis van een arbeidsovereenkomst als huisarts in opleiding werkzaam is bij de stichting SBOH.

Inkomensvervangende arbeidsongeschiktheidsuitkering:

een uitkering die de deelnemer ontvangt zolang hij geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is;

Interimpensioen:

aanspraken of rechten op ouderdoms-, partner- en wezenpensioen die in 1973 zijn ingekocht bij het beroepspensioenfonds met de gelden die vanaf 1 januari 1967 tot 1 januari 1973 zijn beheerd door

Invalide kind:

Een kind dat ouder is dan 18 jaar en minstens 45% arbeidsongeschikt is, volgens de maatstaven van de Wet Inkomstenbelasting 2001;

IVA:

inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten als bedoeld in hoofdstuk 6 van de WIA;

Kalenderjaar:

periode van 1 januari tot en met 31 december;

Keuzeverzekeraar:

een levensverzekeraar die vóór 1 januari 2003 met een deelnemer een verzekeringsovereenkomst heeft gesloten ter dekking van zijn normpensioen;

Kind:

a. kind dat in een familierechtelijke betrekking staat tot de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, als ouder;

b. niet-erkend kind van de mannelijke deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, mits ten behoeve van het kind aan de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde ten tijde van zijn overlijden een onderhoudsplicht krachtens artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek was opgelegd dan wel door hem bij authentieke akte de onderhoudsplicht was erkend;

c. stief- en pleegkind van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde, ten aanzien van wie ten genoegen van het bestuur van het beroepspensioenfonds wordt aangetoond, dat het tot diens overlijden op kosten van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde werd onderhouden en opgevoed;

d. kind dat onder het gezag van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde staat en waarvoor op de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde op grond van artikel 253w van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke verplichting rust tot het verstrekken van levensonderhoud;

e. kind van de aangemelde partner, ten aanzien van wie ten genoegen van het bestuur van het beroepspensioenfonds wordt aangetoond, dat het tot diens overlijden op kosten van de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde werd onderhouden en opgevoed;

Nagelaten gewezen partner:

de nagelaten gewezen echtgenoot of echtgenote, nagelaten gewezen geregistreerde partner of nagelaten gewezen aangemelde partner door overlijden;

Nagelaten partner:

de weduwe, weduwnaar, nagelaten geregistreerde partner of nagelaten aangemelde partner door overlijden;

Normpensioenen:

het nominale bedrag aan ouderdomspensioen en de daarvan afgeleide bedragen aan

partnerpensioen, wezenpensioen, bijzonder partnerpensioen en geconverteerd ouderdomspensioen;

Opbouwcoëfficiënt:

de opbouwcoëfficiënt is gelijk aan de procentuele wijziging van de maximale fiscale pensioengrondslag (maximaal pensioengevend loon minus franchise) op 1 januari van het kalenderjaar ten opzichte van 1 januari van het vorige kalenderjaar;

Opbouwfactor:

vrijgevestigd of waarnemend huisarts: de verhouding tussen de in het kalenderjaar in aanmerking genomen winst en de maximale winst in het kalenderjaar als bedoeld in artikel 24.7.

huisarts in dienstverband of huisarts

in opleiding: de verhouding tussen de verschuldigde pensioenpremie en de maximale pensioenpremie als bedoeld in artikel 25.4;

Opnieuw aangaan van een partnerschap:

hertrouwen, het opnieuw aangaan van een geregistreerd partnerschap, het opnieuw aangaan van een aangemeld partnerschap, het aangaan van een huwelijk na een geregistreerd partnerschap of aangemeld partnerschap, het aangaan van een geregistreerd partnerschap na een huwelijk of aangemeld partnerschap, of het aangaan van een aangemeld partnerschap na een huwelijk of geregistreerd partnerschap;

Partner:

de echtgenoot, echtgenote, geregistreerde partner of aangemelde partner. Een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde kan niet meer dan één partner tegelijkertijd in de zin van dit

pensioenreglement hebben. Een partner kan eveneens niet meer dan één deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde tegelijkertijd in de zin van dit pensioenreglement hebben;

Partnerschap:

huwelijk, geregistreerd partnerschap of aangemeld partnerschap;

Partnerschapsvoorwaarden:

huwelijkse voorwaarden of voorwaarden van een geregistreerd partnerschap;

Parttime percentage:

vrijgevestigd of waarnemend huisarts: de verhouding tussen het totaal aantal in een kalenderjaar als vrijgevestigd huisarts en/of waarnemend huisarts gewerkte uren als bedoeld in artikel 24.8 en 1.750 uur vermenigvuldigd met 100%.

huisarts in dienstverband of huisarts

in opleiding: de verhouding tussen het door de huisarts in dienstverband of huisarts in opleiding en zijn werkgever overeengekomen aantal werkuren per week en 40 uur, respectievelijk 38 uur, vermenigvuldigd met 100%.

Het parttime percentage wordt op normale wijze afgerond op twee decimalen nauwkeurig en bedraagt maximaal 100%;

PAWW-uitkering

Een uitkering na afloop van de loongerelateerde WGA-uitkering die een arbeidsongeschikte huisarts kan ontvangen op grond van de PAWW-regeling;

Pensioenaanspraak:

Pensioengerechtigde:

de persoon voor wie op grond van de bepalingen van dit pensioenreglement het pensioen geheel of gedeeltelijk is ingegaan;

Pensioendatum:

de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer de pensioenleeftijd bereikt;

Pensioenleeftijd:

de leeftijd op de dag dat de deelnemer of gewezen deelnemer de pensioenrichtleeftijd bereikt als bedoeld in artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964 (2021: 68);

Pensioenopbouw:

bedrag dat per kalenderjaar aan normpensioen wordt opgebouwd;

Pensioenrecht:

het recht op een ingegaan pensioen, uitgezonderd de voorwaardelijke toeslagverlening als bedoeld in artikel 26.1;

Studerend kind:

Onder een kind dat studeert wordt verstaan een kind, waarvan de voor werkzaamheden beschikbare tijd grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding en dat volledig volgt in de zin van de Wet studiefinanciering 2000, dan wel voor welk kind recht bestaat op een uitkering krachtens de Algemene Kinderbijslag Wet of bestaan zou hebben indien één van de ouders nog in leven zou zijn geweest;

Toeslagcoëfficiënt:

Onderdeel van de geambieerde jaarlijkse voorwaardelijke procentuele verhoging voor het waardevast houden van pensioenaanspraken en pensioenrechten, als bedoeld in artikel 26.1;

Variabel jaarsalaris:

al het salaris uit overwerk, avond-, nacht- en weekenddiensten, achterwacht, bereikbaarheidsdienst, variabele eindejaarsuitkeringen en variabele éénmalige uitkeringen;

Vaste fulltime jaarsalaris:

het tussen de werkgever en werknemer contractueel overeengekomen vaste fulltime bruto jaarsalaris, inclusief vakantietoeslag en de vaste eindejaarsuitkering;

Verdiencapaciteit:

het normpensioen dat een deelnemer in een kalenderjaar kan opbouwen zonder dat dit voor de deelnemer tot gevolg heeft dat de hoogte van de door het beroepspensioenfonds over te nemen pensioenpremie bij beroepsarbeidsongeschiktheid wordt verminderd;

Volle wees:

Een kind wordt als volle wees aangemerkt indien de deelnemer, gewezen deelnemer of

gepensioneerde en de andere ouder overleden is. Het kind wordt tevens als volle wees aangemerkt indien de deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde is overleden en geen andere persoon als juridisch ouder van het kind kan worden aangemerkt.

Werkgever:

-De stichting SBOH die met een deelnemer die het beroep van huisarts in opleiding uitoefent een arbeidsovereenkomst is aangegaan; of

-de natuurlijke persoon, rechtspersoon of maatschap, die met een deelnemer die zijn beroep als huisarts in dienstverband uitoefent, een arbeidsovereenkomst is aangegaan;

WGA:

Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten als bedoeld in hoofdstuk 7 van de WIA;

WIA:

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

WIA-loongrens:

maximaal jaarloon waarover de WIA-uitkering wordt berekend als bedoeld in de artikelen 12 en 13 WIA.

Zwangerschaps- en bevallingsverlof:

de periode van verlof voor een vrouwelijke vrijgevestigd en/of waarnemend huisarts conform artikel 3:1 wet Arbeid en Zorg.